St. Vincent

De derde single van het jongste album van La Vincent is een van de betere ballads van 2014. Na twee up-tempo songs waarin de nerveuze stijl van haar ex-collaborateur, David Byrne doorklonk, laat de belachelijk getalenteerde Annie Erin Clark zich nu van een gevoeliger kant horen. Easy listening zal St Vincent nooit maken, dat zit niet in de aard van het beestje toch is Prince Johnny een toegankelijk nummer en derhalve een track met de potentie om de naam van St Vincent in bredere kringen te laten klinken dan tot dusver het geval is geweest. En dat mag ook wel na vijf bijzondere albums. Op 16 augustus staat St Vincent op Pukkelpop.

Adam & the Relevants

Het randstedelijke Adam & The Relevants combineert door Britpop traditie geïnfecteerde songs met de power van een klassieke punkband. Live maakte de band al een tijdje vrienden met hun ‘take no prisoners’ aanpak, met Places is het nu ook gelukt om de geest van de fles naar de studio over te hevelen. Naamgever van de band is Adam Quinn, een zanger/componist/performer van Iers/Hollandse komaf. Hij en zijn aangevers sluiten in 2012 een pact. Doel dominantie van de vaderlandse popscene. Een jaar later is er een EP met zes nummers (short player?) en nu dus een uitstekende nieuwe single, die hopelijk een voorbode is van een compleet album met veel meer van dit soort aanstekelijke meezingpoppunkbeatmuzieksongs.

Bear Hands

Peacekeeper van Bear Hands heeft de zelfde drive als XXX/Swarm van Bohicas. Het is een slimme popsong gespeeld met een power die het punkverleden van de band verraad. Het genre dat Bear Hands nu beoefend, zou je smartpop kunnen noemen. Dus ben je gecharmeerd van bands als Foster The People, Portugal The Men en Bohicas, doe je zelf dan een plezier en duik in Bear Hands. Ze zijn met zijn vieren en kwamen tezamen in NYC. 2006 is het geboortejaar van de band, 2010 het jaar waarin hun eerste album het licht zag. Peacekeeper komt van de binnenkort te verschijnen tweede plaat van Bear Hands, Distraction.

Rival Sons

Het is dat we beter weten anders zouden we zweren dat de nieuwe single van Rival Sons een verloren gewaande tracks is van Bad Company of een ander classic rockband, die het geluid van de vroege jaren zeventig bepaalde. Open My Eyes is en schaamteloze duik terug in een ver verleden, toen inspiratie onlosmakelijk verbonden was met transpiratie, toen zangers nog echt zongen, drummers echt drumden en producers alleen maar de bandrecorder aan en uit hoefden te zetten. Origineel kan je niet noemen, maar de ambachtelijkheid en het plezier waarmee Californische retrorockers zich van hun taak kwijten is aanstekelijk.

Woods

Woods kennen we van de prachtpinguinhit, Size Meets Sound. Dat nummer is alweer een jaartje of wat oud, dus tijd voor nieuwe werk van de alt-rockers uit Brooklyn. Dat nieuwe is er in de vorm van een 6e langspeler, With Light And With Love. Woods doet (nog) niet aan singles, dus we mochten zelf kiezen. Dat was niet makkelijk. Uiteindelijk ging het om het titelnummer en Moving To The Left. De laatste heeft dus gewonnen. Voorlopig, want het epische negen minuten durende With Light And With Love zal t.z.t. vast nog wel op onze playlist opduiken. Helaas zullen we Woods niet tegenkomen op de festivals dit seizoen. Het goede nieuws is dat de band in september hier twee clubshows komt doen. Op 4 september staat Woods in Vera, Groningen en een dag eerder in de (waarschijnlijk veel te) kleine zaal in Paradiso.

The Strypes

We kennen The Strypes van songs als Blue Collar Jane en What A Shame, heerlijke rock ‘n’ roll pastiches die helaas vrij snel gaan vervelen. We dachten het wel gehoord te hebben. Niet dus. De nieuwe single van de jonge honden uit Ierland mag er zijn. Nog steeds komt de mosterd uit de eerste helft van de sixties en de originaliteitsprijs zit er nog even niet in, maar de imitatie begint barsten te vertonen waardoorheen een eigen geluid gloort. Voeg daar de grote sprongen aan toe die de band live maakt en neem in acht dat de bandleden nog onder de twintig zijn en we mogen voorzichtig concluderen dat hier iets broeit en groeit dat boeit.

Unterwelten

Unterwelten is het jongste project van Michiel Flamman, die tot voor kort succes genoot als Solo. Solo was een klassieke singer-songwriter, man met gitaar. Unterwelten is een heel ander beest. Het album waar Dig op staat is grotendeels opgenomen in Berlijn. In de winter schatten wij zo, in een studio zonder daglicht en in een wijk die nog geen anschluss heeft gevonden bij de rest van Berlijn. Het Unterwelten album klinkt grootstedelijk, industrieel zoals Joy Division dat deed of Einstürzende Neubauten om het wat dichter bij Duits te houden. Geen album dus voor de massa, maar de (un)happy few kunnen er hun hart aan ophalen. (geen video)

Squalloscope

Squalloscope komt uit Wenen (het nieuwe Berlijn?). Het is de alias van Anna Kohlweis, die eerder actief was als Paper Bird. Op plaat produceert Anna sfeervolle, gelaagde songs met een lichte beat en smaakvolle samples. Het lijkt niet op, maar doet wel denken aan Portishead. Getuige de filmpjes op Youtube is Anna live een meer conventionele singer-songwriter. Het waren die beelden die ons overtuigden van haar kracht en talent als artiest. Het sfeervolle Desert Pacific Octopi is dus geen uitzondering maar een sterke uiting van een performer die best eens onze kant op mag komen bijv. voor een optreden op Crossing Border of een ander festival waar de mensen voor de muziek en niet voor het bier en elkaar komen.

Parquet Courts

Parquet Courts zal je niet snel tegenkomen op het hoofdpodium van Pinkpop. De band uit Brooklyn waakt voor meezingrefreinen, luchtgitaarsolo’s en andere zaken die kunnen uitmonden in gezelligheid. Sunbathing Animal, het titelnummer van het aanstaande nieuwe album klinkt als de vroege Velvet Underground op speed of The Ramones met haast, nonchalant maar to the point. Het heilige vuur brand nog op volle kracht.

Thee Oh Sees

Roll over Jacco Gardner en tell Temples the news! The Lens van Thee Oh Sees is neo-psychedelica in optima forma! Veel hedendaagse hippies hebben geprobeerd om de geest van Pink Floyd oprichter Syd Barrett weer tot leven te wekken, maar Thee Oh Sees is het gelukt. Overigens hoeven Jacco en Temples zich niet heel erg zorgen te maken. Met zijn strijkje, omfloerste drums en gedweeë harmonieën is The Lens is een eenling op het nieuwe TOS album. De overige nummers op Drop klinken zoals we van de band uit L.A. gewend zijn, gitaarzwanger en punky. De kwaliteit van de songs is onverminderd hoog, zodat we dit 8ste album van Thee Oh Sees weer een geslaagde affaire mogen noemen, waarvan we zeker ook nog andere tracks zullen gaan draaien.