Spoon – Everything Hits At Once

Spoon – Everything Hits At Once (Matador/Beggars)

Hoeveel rockbands in de afgelopen 25 jaar konden wegkomen met een album met de grootste hits? Everything Hits At Once (The Best Of Spoon) is een carrièreomvattend retrospectief waar de complete mensheid van opkalefatert.  Het is een vlekkeloze compilatie van hun bekendste, meest geliefde nummers, maar het zit nog steeds vol verrassingen – het enige wat je kunt verwachten van een band die een hele carrière heeft verrast met het verrassen van mensen.

“Het idee om een ​​best-of te doen leefde al een poosje”, zegt Britt Daniel, zanger en grootste brein van de band. “Eerst wist ik niet zeker wat ik ervan vond, maar op een gegeven moment herinnerde ik me dat ik vroeger ook best-ofs kocht. Van The Cure en New Order bijvoorbeeld. Zo kwam ik zelfs in aanraking met die bands.”

Spoon leek niet de meest waarschijnlijke band om geschiedenis te schrijven. Maar ze hebben dit bereikt door te weigeren iets toe te geven aan de mode, weigeren te erkennen, weigeren zichzelf te herhalen, door zich te verzetten tegen de impuls om het veilig te spelen. Ze zijn hun eigen weg blijven gaan.

Spoon heeft een belachelijk uitgebreide catalogus opgebouwd waarover mensen urenlang ruzie kunnen maken; over hun favoriete hoogtepunten.

Hoe kwam deze complexe en diverse reeks albums op één schijf terecht? “Eerlijk gezegd, het was een strijd”, zegt Daniel. “Ik luisterde naar de oude platen en noteerde de nummers – als je het volume harder wil zetten, is dat een goed teken. De lijst is echt ingekort, dus dit zijn de beste. I Summon You was nooit een knallend nummer, niet voor de radio althans, maar het moest er wel zijn. Het is een van de beste dingen die we hebben gedaan, denk ik.”

Er zal waarschijnlijk tot het eind der tijden worden gesproken over de keuzes die Spoon maakte bij het tot stand komen van deze verzamelaar. Waarom, echt, waarom heeft The Fitted Shirt van Girls Can Tell (2001) het bijvoorbeeld niet tot de eindlijst geschopt? We pinken een traantje weg. Pieter Visscher 

The Black Keys – Let’s Rock

The Black Keys – Let’s Rock (Nonesuch Records/Warner)

Die elektrische stoel op de cover van de nieuwe van The Black Keys staat niet los van de titel van het negende album van de twee Amerikanen. “Let’s rock!”, waren de laatste woorden van de ter dood veroordeelde Edmund Zagorski, vorig jaar. Zagorski had wat mensen in koelen bloede vermoord en dan weet je dat je in sommige staten in Amerika niet je hele leven achter tralies hoeft. Jongen met humor in elk geval, zo vlak voor zijn laatste adem.

Let’s Rock is gevuld met de bluesrock die we kennen van zanger/gitarist Dan Auerbach en drummer Patrick Carney. Het is geen plaat waar we compleet van van slag raken. Vrolijk word je er wel van. Omdat het bruist, positief is en gevuld met bluesrockliedjes waar toch altijd weer dat kwaliteitsstempel op is gedrukt.

Neem zo’n heerlijk heupwiegend liedje als Every Little Thing, dat tekstueel niet al te veel voeten in de aarde moet hebben gehad en ook muzikaal is het qua akkoordenschema’s niet het lastigste wat de mannen op plaat hebben gezet en tóch druk je op de repeatknop. De klasse druipt er opnieuw vanaf. In no time zit het in je kop en probeer maar eens te ontkomen aan meezingen. Dat is zinloos.

Je hoort wat Led Zeppelin terug, The Beatles galmen na, evenals de Stones en je wordt er andermaal ouderwets vrolijk van. Let’s Rock is dan niet het opwindendste album dat The Black Keys hebben opgenomen, het is wel het lekkerste. Een plaat die je op elk moment van de dag kunt opzetten, in wat voor bui je ook verkeert. Het is al een prachtige zomer en The Black Keys maken de mooiste maanden van het jaar nóg veel zonniger. Een en al blijdschap. Check die clip bij Go ook even. Méésterlijk! Pieter Visscher

Thom Yorke – Anima

Thom Yorke – Anima (XL Recordings/Beggars)

Ik las de titel van het nieuwe soloalbum van Thom Yorke ietwat te snel en de i werd een e. Dan krijg je Anema en ik moest onherroepelijk denken aan Aenema van Tool, een van de sterkste albums ooit afgeleverd op deze planeet. Exact 22 jaar geleden. Maar bovendien gingen mijn gedachten uit naar Ype Anema, de noeste verdediger die in de jaren 80 van de vorige eeuw uitkwam voor onder andere AZ, dat toen nog AZ’67 heette. In 1967 fuseerden Alkmaar ’54 en FC Zaanstreek, vandaar dat jaartal.

Dat is mogelijk vrij triviale informatie voor muziekliefhebbers die niet veel op hebben met voetbal, maar zij die de sport een warm hart toedragen, gun ik deze feitjes. Anema had een snor – toen kon dat nog – en bloeide na z’n carrière op in de slagerij van zijn ouders, in het prachtige Friese Bolsward. Anema was wars van scheenbeschermers. Dat kon ook nog, toen. Maar nu houd ik op.

Anima is de nieuwste soloworp van Thom Yorke, het Engelse wonderkind, dat vorig jaar nog op de proppen kwam met de soundtrack Suspiria, voor de gelijknamige horrorfilm. Met Radiohead al niet vies van elektronica, gaat Yorke op zijn soloprojecten nog een stapje verder. Nu ook weer.

Anima is uit computers gerold en is op het stemgeluid van Yorke na andermaal weinig organisch. Nochtans hebben we opnieuw te maken met geluidscollages die beroeren. Want dat is ook nu het geval met de elektronische klanktapijten die uit Yorkes brein zijn ontsproten. Wie wil dansen, wordt ook nog eens op zijn of haar wenken bedient, want die monden worden zonder meer gevuld. Verwacht geen uitzinnig gezwier in de clubs, hoezeer de drumcomputer in Impossible Knots (fijne titel) hartstochtelijk zijn best doet.

De melodieën op Anima zijn niet snel beklijvend, als ze dat überhaupt al worden na meerdere draaibeurten, en dat maakt het allemaal des te fascinerender. Het knispert, het wrijft, het wringt en is bij vlagen meesterlijk fraai en sleept je ook mee zoals alleen Yorke meeslepend kan zijn. Als je eerlijk bent zijn zijn soloplaten spannender dan alles wat met Radiohead op plaat is gezet en dan met name de liedjesalbums zoals OK Computer en The Bends – meesterwerken uiteraard (!).

Een nummer als Twist, met zijn onvoorspelbare opbouw, ontroert tot op het bot. Zeven minuten lang zweef je mee met Yorke, waardoor je denkt: oké computer, laat die muzikale omhelzing nog maar wat langer duren. Anima is een intrigerende ontdekkingstocht, die met het briljante Runwayaway zelfs stiekempjes knipoogt naar Kraftwerk. Neem er de tijd voor en verdwaal eindeloos in Yorkes wonderland. Pieter Visscher   

 

Kate Tempest – The Book Of Traps And Lessons

Kate Tempest – The Book Of Traps And Lessons (Caroline)

Zeg het ze, Kate. Zég het ze! Ook op haar derde album neemt Kate Tempest natuurlijk geen blad voor de mond. Het is de Britse woordkunstenares op z’n kwetsbaarst.

The Book Of Traps And Lessons is elf nummers lang in-your-face spoken word waar overduidelijke en dieper liggende boodschappen elkaar in hoog tempo opvolgen. Zoals we van haar gewend zijn. Tot zover niet veel nieuws onder de zon, maar schijn bedriegt. Tempest ontroert meer dan ooit. Ze is ook daarin confronterender. Mogelijk heeft Rick Rubin er een rol gespeeld. De topproducer.

Tempest houdt ons een spiegel voor. Opnieuw. Over de leegheid van sociale media en apps, zoals WhatsApp et cetera. Sociale contacten lijken waardevol op een smartphone, maar ze stellen meestal geen reet voor. Tempest komt continu binnen. Het wemelt andermaal van de metaforen en je weet dondersgoed wat ze bedoelt. Hoewel er ook hoop is. Niet alles is gitzwart.

Kapitalisme gaat voor de bijl, racisme wordt keihard op de bek geslagen, de vervreemding van elkaar, terwijl je denkt dat je de ander zo ontzettend goed kent via de whatsApps, facebooks en instagrams van deze wereld. Oja, het ten dode opgeschreven Engeland.

In All Humans Too Late is Tempest emotioneler dan ooit.

Sucking on pork ribs
And summoning pornography
So that we can come when we fuck

Our partners don’t know us
Our families are strangers
Our friends make us nervous

Muzikaal is het ingetogener. Tempest heeft zich losgeworsteld van hiphopconventies en slaat ook die sector in de muziekwereld hard om de oren. Tempest is aan het woord en je luistert.

The Book Of Traps And Lessons is geen plaat die je opzet terwijl je de nieuwe buren voor het eerst uitnodigt voor sjasliek, gamba’s en moten zalm op de grill – al kan de koude pils een hoop goedmaken. The Book Of Traps And Lessons is een album dat je wil horen in de late avonduren. Bij schemerlicht, hangend op de canapé. Indringender wordt het bijna nooit. Pieter Visscher

LIVEDATA 18/08 Pukkelpop, Hasselt 23/10 Paradiso, Amsterdam 25/10 Théatre National de la Communauté, Brussel

 

 

Hot Chip – A Bath Full Of Ecstasy

Hot Chip – A Bath Full Of Ecstasy (Domino/V2)

De zevende van de ‘nerds’ van Hot Chip is een album geworden waar de rode loper voor de dansminnende meute op onze planeet weer breed is uitgelegd. Overdreven veel nieuws onder de zon is er niet. Wel dat we inmiddels klotsende oksels hebben onder de stroboscoop en discoballen. Van vrienden die zichzelf niet al te serieus nemen, net als de wereld om hen heen. “It’s a weird dream world when you’re making music”, legt zanger Alexis Taylor uit. “You’re just exploring things that are of interest to you. Why would that be something to take seriously?”

A Bath Full Of Ecstasy is waar de Londenaren ons op trakteren. Nu zelfs met een flinke dosis autotune in twee songs; het niet al te opwindende Spell krijgt het geïnjecteerd evenals het voor Hot Chip-begrippen wat zweverige titelnummer. Terwijl, en dat weten we allemaal, Alexis Taylor over een uitstekende, karakteristieke falset beschikt en dus wél kan zingen, in tegenstelling tot het ongetalenteerde gespuis dat juist afhankelijk is van autotune om niet compleet voor joker te staan (alhoewel).

A Bath Full Of Ecstasy is niet zo opwindend als wereldplaten One Life Stand (2010) en Made In The Dark, dat twee jaar eerder verscheen, al werd er toen ook al lichtjes met autotune gerommeld al hadden we het toentertijd nog niet echt door. Het was functioneel (proest). I Feel Better en Ready For The Floor bijvoorbeeld zijn tracks die tot het beste behoren wat de dance de afgelopen decennia heeft opgeleverd. Niettemin heeft A Bath Full Of Ecstasy ook een prijsnummer en dat is Hungry Child, met een vrij klassieke Hot Chip-opbouw en waarin de jaren 80 nagalmen. Het intro lijkt zelfs een heimelijke ode aan Alphaville. Het is zo’n track die stilstaan domweg onmogelijk maakt. Dat is geen negen nummers het geval, maar Hot Chip sleept al met al een 7 uit het vuur en daar waren we, behalve de nerds vroeger op school, hartstikke blij mee. Pieter Visscher

LIVEDATA 17/08 Pukkelpop, Hasselt 30/08 Into The Great Wide Open, Vlieland 02/12 Melkweg, Amsterdam 10/12 Trix, Antwerpen

Heather Nova – Pearl

Heather Nova – Pearl (Rough Trade/V2)

Het tiende studioalbum van Heather Nova verschijnt exact 25 jaar na haar doorbraakalbum Oyster, dat inmiddels een klassieke status geniet. Pearl laat een Nova horen op wie de tijd geen vat heeft gekregen, al is ze met haar 52 lentes nog jong en gezegend met een lichaam en uitstraling die maar één ding zeggen: de eeuwige jeugd. Wat een rijkdom.

De op Bermuda geboren en getogen singer-songwriter heeft hoe je het ook wendt of keert een nieuwe start gemaakt. Na zich vooral op akoestische optredens te hebben toegelegd de afgelopen jaren vond ze het weer prettig een echte bandplaat te maken en daarmee te gaan toeren. Pearl reflecteert ook een periode die ze achter de rug heeft met een echtscheiding na een huwelijk van twee decennia en een nieuwe liefde die ze vond. Het ingetogen, contemplatieve Rewild lijkt daarover te gaan:

‘Rewild me

In the sweetness of nature

I’m free from the failures

I’m gone

No slave to the longing

I’m one with belonging

I’m gone’

Heather Nova is heel erg zichzelf op Pearl, dat ze schreef in de nabijheid van haar twee honden, terwijl ze inspiratie opdeed in de natuur om haar heen. Ze dankt de wind, die voor eeuwig veranderende luchten zorgt, en de boomkikkers waar ze van geniet op Bermuda.

Hoewel Heather heel erg zichzelf is doet ze toch aan iemand denken in een nummer op de plaat: Some Things Just Come Undone had zo op een album van generatiegenoot PJ Harvey kunnen staan. De drive in de song, het tempo, iets meer venijn in de gitaaraanslag. Tekstueel een excuusbrief aan haar zoon, vermoedelijk, die niet ongedeerd uit de scheidingsstrijd lijkt te zijn gekomen. ‘Should I cry or hide my emotion?’

De nieuwe band die Nova om zich heen heeft verzameld komt het geluid ten goede. Misschien wel de beste ritmesectie die ze heeft gehad, zegt ze zelf, met een hoofdrol voor Youth, die ook basgitaar speelt in Killing Joke. Hij produceerde de plaat bovendien. Zoals hij bij Oyster ook al achter de knoppen zat. Oude liefde, u weet wel. In oktober speelt Heather Nova in Utrecht, Den Haag en Alkmaar. Pieter Visscher

LIVEDATA 22/10 Paard, Den Haag 23/10 TivoliVredenburg, Utrecht 24/10 Victorie, Alkmaar

 

The Amazons – Future Dust

amazonsThe Amazons – Future Dust (Fiction/Caroline)

Het titelloze eerste album van The Amazons dat twee jaar terug verscheen heeft niet alle aandacht gehad die het verdiende. De plaat puilt uit van de pakkende rocksongs en is her en der zelfs overrompelend. Mogelijk bereikt de band met opvolger Future Dust wel het grote publiek. Het valt nauwelijks uit te sluiten.

Omdat ook dit album volgepakt is met indierocknummers met een kop en een fijne staart. Een en ander klinkt bovendien voller dan op het debuut. De productie is nog voller en vetter. Soms doet het geluid zelfs wat denken aan dat van Queens Of The Stone Age. Future Dust is afgemixt door de fameuze Alan Moulder, onder meer bekend van zijn werk voor Nine Inch Nails, Interpol, Editors en Foals.

Opener Mother is een stadionrocker die de toon zet voor de rest van de plaat. Gierende gitaren, beukende drums en een drive waardoor je het gaspedaal maar wat harder intrapt. Vervelend niettemin met al die flitspalen in den lande.

Belangrijkste wapen, al het muzikale geweld ten spijt, blijft evenwel het stemgeluid van Matthew Thomson die alle pathos die hij in zich heeft maar al te graag laat horen, zonder ook maar een moment in de buurt te komen van pathetiek. Gewéldige stem.

Alles bij elkaar opgeteld maakt dat enkele nummers ronduit onweerstaanbaar. Zo’n Doubt It heeft een refrein dat je de hele dag door wel wil horen. Dat geldt ook voor het gejaagde Fuzzy Tree, dat er niet voor onderdoet.

Ook wanneer The Amazons het gaspedaal wat minder diep intrappen, zoals met het innemende akoestische 25 (Reprise) blijft het boeiend wat de Britten presteren. Ze flikken het dus gewoon weer.

LIVEDATA 10/10 Trix, Antwerpen 13/10 Rotown, Rotterdam 14/10 Bitterzoet, Amsterdam 

 

 

 

 

Mac DeMarco – Here Comes The Cowboy

Mac DeMarco – Here Comes The Cowboy

Nobody, de geniale voorbode voor het nieuwe album van Mac DeMarco is laidback, uitgevoerd met een zorgvuldig geconstrueerde eenvoud en voorzien van perfect passende weirde video met de slackerkoning himself in de hoofdrol als zingende ‘lizard cowboy’ met een sigaar in zijn mond. Here Comes The Cowboy, zijn vijfde album, gaat verder waar This Old Dog was gebleven. Telkens op zoek naar het perfecte midden tussen geniaal en dolle fratsen.

De 28-jarige Canadees mag dan af en toe (bewust of onbewust) over de grens gaan, zelfs als de muziek vals is, blijft het onweerstaanbaar. Zijn slackerrock is altijd een stukje zonniger dan die van geniale geestverwanten als Ariel Pink en Unknown Mortal Orchestra. Precies dat heeft van Mac DeMarco het ongrijpbare underground fenomeen gemaakt, die zijn muziek naar hoger plan weet te tillen. Nog altijd ultiem relaxed, eigenzinnig en bizar. (Erik Damen / Mania)

Meer van dit soort reviews lezen: check Mania Magazine 

Frank Carter & The Rattlesnakes – End Of Suffering

frank carterFrank Carter & The Rattlesnakes – End Of Suffering (International Death Cult/DGR)

Ik ontdekte ‘m op Rock Werchter 2017, toen Frank Carter vroeg in de middag op het hoofdpodium voor het sterkste optreden van het lange weekend tekende. Dat was nogal wat, tussen al die grote namen.

Frank Carter & The Rattlesnakes zijn sinds 2015 actief als punkrockformatie met het rockhart op de juiste plaats. Hoewel Carter op End Of Suffering duidelijk een muzikale knieval heeft gemaakt, om mogelijk een groter publiek te bereiken, hebben we nog steeds te maken met punkrock. Zo enorm furieus en woest als in Paradise op eerste album Blossom (2015) – een vernietigende veroordeling van islamitisch terrorisme – klinkt Carter dus niet meer.

Dat hele album was enkele malen steviger dan End Of Suffering. Met Modern Ruin (2017) werd een flinke sprong naar meer toegankelijkheid al gemaakt en nu is daar de nieuwe plaat. Carter lijkt te hebben afgerekend met zijn demonen en de titel spreekt dan ook boekdelen. Carter zegt zichzelf te willen uitdagen door nieuwe muzikale paden te bewandelen. Geen opgelegde concessies. Dat is gelukt.

Wie weet waar Carter toe in staat is, zal mogelijk afhaken bij End Of Suffering, terwijl het een erg sterk album is, alleen wat minder intens en agressief dan we van ‘m gewend zijn. Het is door Alan Moulder (Nine Inch Nails, QOTSA) geproduceerde punkrock die niet langer je schoonmoeder de gordijnen in jaagt.

Wat wel gebleven is zijn de uitstekende melodieën en refreinen die Frank Carter nog altijd schijnbaar achteloos uit zijn mouw lijkt te schudden. Oké, wat minder woest dan anders dus en soms zelfs verrassend dicht bij een Muse in de buurt; Tyrant Lizard King, met Rage Against The Machines Tom Morello als extra gitarist.

Songs als Crowbar en prijsnummer Kitty Sucker (“I’m a punk rock renegade..”) doen je onherroepelijk op de repeatknop drukken. Niet alleen omdat het muzikaal allemaal heel erg klopt, ook omdat het weer eens tot je doordringt wat een ongekend begenadigd zanger de volgetatoeëerde Brit is. Dit jaar gaan we ‘m tegenkomen op Down The Rabbit Hole, Pukkelpop en in de Melkweg. Pieter Visscher

 

Aldous Harding – Designer

aldousAldous Harding – Designer (4AD/Beggars)

Ook het derde album van Aldous Harding, Designer, is geproduceerd door John Parish, die we kennen van zijn werk voor Eels en Tracy Chapman en vooral van zijn samenwerking met PJ Harvey. Designer is de opvolger van het uitstekende The Party (2017).

Het verschijnt een jaar na het briljante, alsook bijzonder openhartige Make Way For Love van Hardings ex Marlon Williams. Waar Williams alle persoonlijke kaarten op tafel legt, blijft Harding meer op de vlakte. Harding deed, na lang aandringen, zelfs mee met het schitterende Nobody Gets What They Want Anymore op Williams’ laatste. Een door twee partijen bezongen relatiebreuk. Hartverwarmend in al zijn emotionaliteit.

Niet dat de Nieuw-Zeelandse wegduikt in platitudes en triviaal gefröbel, geenszins zelfs, maar het achterste van haar tong laat ze nooit zien.
Mooie liedjes staan er wel op het met akoestische gitaar, saxofoon, xylofoon en synthesizers aangeklede Designer, dat her en der wat doet denken aan het werk van Nick Drake.

Aldous Harding is muzikaal lastig te vangen. Maar als je haar te pakken hebt, laat je niet meer los. “I feel your love”, aldus Harding. Pieter Visscher

LIVEDATA 31/05 Best Kept Secret, Hilvarenbeek 07/07 Cactus Festival, Brugge 11/11 AB Flex, Brussel 27/11 Paradiso, Amsterdam