Sons – Family Diner

Sons – Family Diner (Caroline)

En opeens is er dan uit het niets weer zo’n bandje waar je in een keer smoorverliefd op wordt. Sons, dat bestaat uit vrienden uit het onbekende plaatsje Melsele, een dorp in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen. Ze hebben er een kasteel en een fraaie kapel uit 1862. Een bedevaartsoord zelfs. En nu hebben ze dus ook Sons.

Het is goed te horen dat onder meer Michael Badger-Taweel (King Gizzard & The Lizard Wizard) achter de knoppen zat bij het tot stand komen van het verpletterende, jawel, debuut Family Dinner, dat geen enkele miskleun kent en waarmee het kwartet in binnen- en buitenland potten gaat breken. Veel potten.

De vuige garagerock van de mannen, waarop punk-invloeden een stempel drukken en psychedelica een duit in het zakje doet is geregeld meedogenloos. Zoals in de openingstrack Family Dinner, tevens titelsong dus.
Robin Borghgraefs zang is wat naar de achtergrond gemixt, wat vaker gebeurt, hetgeen het geluid een mysterieuzer tintje geeft.

De continue drive in veel van de nummers zorgt ervoor dat je de aandacht nauwelijks kunt verliezen. The Jesus and Mary Chain lijken van invloed te zijn geweest op Sons’ geluid. Er zijn beroerdere referenties denkbaar. Family Dinner is een overweldigend album geworden. Pieter Visscher

ALTIN GUN – GECE

ALTIN GUN – GECE

Turkse psychedlische folk. Deze muziekstroming klinkt op papier natuurlijk geweldig. Maar de Amsterdamse band Altin Gün (vertaling: gouden dag) bewijst ook al jaren dat hun dampende, funky en eveneens spacey concerten niet te versmaden zijn. Sterker: het is praktisch onmogelijk om roerloos naar al die feestelijke songs te luisteren. De Turks/Nederlandse band brengt het publiek dus stelselmatig in vervoering met hun orginele coverversies van onbekende Turkse bands uit de jaren zestig, zeventig en tachtig.

Vorig jaar kwam hun debuut (On) uit en nu is er al een tweede album: Gece. Nog altijd his het voornamelijk obscure Anatolische muziek die band van bassist Jasper Verhulst speelt. Het was namelijk deze bassist die de bijzondere formatie ooit begon. Dit vanwege zijn passie voor Turkse folk. Voorheen was Verhulst onder andere bassist bij Jacco Gardner en Moss. Maar ineens was er dus dat idee voor een eigen band met een bijzondere sound. Gitarist Ben Rider, percussionist Gino Groeneveld en drummer Daniel Smienk haakten aan en de van origine Turkse muzikanten Erdinc Ecevit Yildiz (onder andere keyboards, synthesizer, saz en vocalen) en Merve Dasdemir (zang) zorgden voor de enorme kers op deze zoete en zeer smakelijke oosterse muziektaart.

De titel van de plaat is een Turks woord dat staat voor nacht. Toch klinkt het nergens op dit album donker. Muzikale werelden versmelten en het blijkt: deze gouden dag roert zich ook danig in de duisternis. Dansen en swingen maar! (Dennis Dekker /Mania Magazine)

Meer van dit soort gave reviews lees je HIER.

Fontaines D.C. – Dogrel

Fontaines D.C. – Dogrel (Partisan Records/PIAS)

We waren er wel weer even aan toe, zo’n echt lekkere postpunkplaat, barstensvol goeie liedjes. En kijk nu eens: daar hebben we Fontaines D.C. uit Dublin. Jonge gasten, hongerig en het rockhart op de juiste plaats.

Dogrel is een plaat waarop we een staalkaart uit de Britse pophistorie voorbij horen komen. Wie de oren goed spitst hoort dat. We herkennen bands die nog altijd muziek maken, zoals Maxïmo Park, maar ook The Clash. Superauthentiek klinkt Fontaines D.C. niet en toch hebben ze een eigen geluid. Dat staat zeker niet los van de stem van Grian Chatten, met zijn heerlijk onvervalste Ierse tongval. “I think there’s an authenticity to what we do, and people have been starved of authenticity for too long“, loopt Chatten over van het zelfvertrouwen. Hij gelooft in het product dat hij met zijn bandmaten maakt en dat hoor je terug.

We hebben hier te maken met een verdomd zelfverzekerd vijftal, dat elf liedjes op plaat heeft gezet die er bijna allemaal toe doen. Met teksten bovendien vaak uit het hart gegrepen. Vaak net zo pittig en rauw als de muziek. Neem die heerlijk aanstekelijke opener Big:

Dublin in the rain is mine
A pregnant city with a catholic mind
Starch those sheets for the birdhouse jail
All mescalined when the past is stale, pale
Dublin in the rain is mine
A pregnant city with a catholic mind
Slick little boy with a mind of Ritz
Pulling that thread for the next big fix, this  

My childhood was small
My childhood was small
But I’m gonna be big
But I’m gonna be big

Zelfvertrouwen, bravoure, je kunt het ze niet ontzeggen. Jeugdjaren in de anonimiteit, het stelde niet veel voor, maar nu worden ze groot, zeggen ze. Fontaines D.C. heeft met Dogrel een van de prettigste gitaaralbums gemaakt die we de laatste tijd gehoord hebben. Een plaat die uitpuilt van de onbeschroomdheid, zonder ook maar een moment arrogant te klinken. Dat is knap. Ierland is een prachtband rijker. Omarm ze. Net zoals ze jou doen. Pieter Visscher

 

 

 

 

 

Album Review: WEYES BLOOD

Weyes Blood is het alter ego van Amerikaanse singer-songwriter Natalie Mering en Titanic Risisng is alweer haar derde album. Waar het debuut van Weyes Blood nog was te typeren als patorale folk met een twist, schoof Natalie Mering op haar tweede plaat op richting een wat toegankelijker en grootster geluid.

Het is een lijn die wordt doorgetrokken op Titanic Rising dat opvallend toegankelijke en ook opvallend rijk georkestreerde popliedjes laat horen. Het nog net wat vollere geluid past uitstekend bij de uitbundige vocalen van Natalie, die niet bang is om op het randje van kunst en kitsch te bewegen., maar altijd aan de goede kant van de streep blijft met overtuigende zang. Titanic Rising is honingzoet, maar luister net wat beter en je hoort dat Weyes Blood ook altijd goed is voor een eigenwijze twist. Het klinkt misschien even als een tijdloze popplaat, maar ondertussen klinkt alles toch net anders en meestal wonderschoon. (Erwin Zijleman /Mania)

Meer van dit soort reviews lezen?
Check Mania Magazine 

Damien Jurado – In The Shape Of A Storm

damien juradoDamien Jurado – In The Shape Of A Storm (Loose Music)

Wanneer je het hebt over de buitencategorie singer-songwriters neem je al snel de naam van Damien Jurado in de mond. Eind jaren 60, begin jaren 70 van de vorige eeuw was dat het geval bij Nick Drake, al kreeg hij postuum pas de pure waardering die hij verdiende.

Jurado heeft er nooit een geheim van gemaakt Drake als grote inspiratiebron te zien en hij coverde de Brit ook al geregeld. Op In The Shape Of A Storm, een plaat die binnen een jaar na het prachtige The Horizon Just Laughed is verschenen, horen we een Jurado die nog niet eerder zo dicht tegen Drake aanschuurde.

De liedjes, tien in getal, zijn bijzonder klein gehouden. Jurado knuffelt zijn akoestische gitaar als het ware en blijft ingetogener dan ooit. Het levert betoverend fraaie muziek op en dat stempel krijgt Jurado natuurlijk niet voor de eerste keer.

In The Shape Of A Storm is het veertiende album van de ingetogen en toch immer drukke man uit Seattle, die vanaf 1995 ook nog de nodige ep’s de wereld in slingerde. Het is een album dat in twee uur werd opgenomen en dat steeds meer glans krijgt naarmate je de songs vaker hoort. Puurder wordt het niet. Pieter Visscher

Devin Townsend – Empath

Devin Townend is een muzikant met vele gezichten. Van snoeiharde metal (Strapping Young Lad) tot progressieve rock en heavy metal in uiteenlopende gedaantes en van new age, pop, jazz, musical tot zelfs countrygetint werk onder de noemer Casualties of Cool; in het muzikale universum van Townsend kan het allemaal. De man is bovendien gezegend met een uitzonderlijk zangtalent en ook mogen zijn kwaliteiten als eigentijdse Wall of Sound-producer niet onvermeld blijven.

Empath is na lange tijd (Ziltoid The Omniscient uit 2007) weer eens een album dat als Devin Townsend, dus zonder de toevoeging Project, wordt uitgebracht. Desalniettemin is het muzikaal geen stijlbreuk met zijn Devin Townsend Project-werk van de afgelopen jaren; zijn werk is inmiddels ondanks verschillende bezettingen en uiteenlopende stilistische invalshoeken meteen herkenbaar als zijnde een product van zijn hand. Met Empath worden we zodoende getrakteerd op een bonte muzikale cocktail van stijlen, sfeer, dynamiek en arrangementen die met elke luisterbeurt meer smaken prijsgeeft. (Dries Klontje/ Mania)

Meer reviews lezen: lees Mania Magazine

 

Shana Cleveland – Night Of The Worm Moon

Shana Cleveland – Night Of The Worm Moon (Hardly Art/Konkurrent)

Shana Cleveland is een Amerikaanse. Opgegroeid in Michigan en tegenwoordig residerend in Seattle. Daar nam ze dit tweede soloalbum op. Het eerste verscheen in 2015, toen Cleveland nog opereerde als Shana Cleveland and the Sandcastles. Die zandkastelen zijn inmiddels verdwenen, muzikaal is er niet gek veel veranderd.

In zoverre: de akoestische gitaar eist nog altijd de hoofdrol op en Cleveland is ook niet opeens druk aan het experimenteren geslagen. Wel zit ze in een betere songschrijffase en dat gegeven maakt van Night Of The Worm Moon een fraaier product dan de voorganger.

Muzikaal is het sowieso ver verwijderd van de muziek die Cleveland maakt met het vrouwelijke surfrockkwartet La Luz. Je hebt het gevoel dat ze muzikaal nu pas echt met de billen bloot gaat en dat levert meteen enkele pareltjes op. Om heerlijk bij weg te zwijmelen. Koptelefoonmuziek voor de avonduren, met de lichten gedimd. Glas wijn binnen handbereik.

Clevelands proza helpt daar ook bij. Neem het muzikaal beeldschone I’ll Never Know. Je zou zweren dat het autobiografisch is. ‘Inside a memory, and always in the van. Rolling around the universe, stuck in my head. I’m getting weirder everyday, harder to hold. You’re gonna have to find some new friends of your own.’

Twee van de tien nummers (Castle Milk en Solar Creep) zijn instrumentaal en dan mis je Clevelands stem echt. Een gouden strotje, om smoorverliefd op te worden. Pieter Visscher

Ibibio Sound Machine – Doko Mien

ibibio sound machineIbibio Sound Machine – Doko Mien (Merge Records/Konkurrent)

Schijnt het zonnetje niet dan haal je ‘m wel achter de wolken vandaan met Ibibio Sound Machine, de elektronische funkband uit Londen. Doko Mien is het derde album van de formatie die zijn oorsprong vindt in 2010 en in 2014 de wereld verblijdde met een titelloos debuut.

Music is a universal language, but spoken language can help you think about what makes you emotional, what makes you feel certain feelings, what you want to see in the world”, vertelt Eno Williams, frontvrouw van Ibibio Sound Machine. Wanneer je zo’n uitspraak een paar keer leest, begrijp je precies wat ze bedoelt.

Wanneer Williams zowel Engels als Ibibio – de Nigeriaanse taal waarvan de naam van haar band is afgeleid – gebruikt op Doko Mien, produceert de groep op een of andere manier een geheel eigen taal, net zo troostend als betoverend. Er is nogal wat ruimte voor interpretatie bovendien. Ibibio Sound Machine slecht virtuele muren tussen culturen, natuur en technologie, tussen vreugde en pijn, tussen traditie en toekomst.

Muzikaal hebben we te maken met een dampende mix van synthesizers, diverse blaasinstrumenten en veel percussie. Opzwepende afrobeat, aangestuurd door de vocale kunsten van Williams, die net zo ontroerend (Kuka en Nyak Mien) als heldhaftig (Just Go Forward (Ka I So) weet te klinken.

Vooralsnog is de band niet in Nederland te bewonderen, maar rond Lowlands staan nog geen optredens gepland. Kan zomaar eens een knallend feest worden in, pakweg, de Bravo. We sluiten niets uit. Pieter Visscher

Fontaines D.C. – Dogrel

In de voetsporen van IDLES en Shame is Fontaines D.C. een van de meest sensationele bands van het moment. Het vijftal uit Dublin wist in korte rijd een live-reputatie op te bouwen tot ver buiten de stadsgrenzen. Ze maakten grote indruk op Eurosonic en SXSW. Hun postpunk is net zo vaak poëtisch als onstuimig. Zanger Grian Chatten heeft het perfecte gruizige stemgeluid voor zijn cynische teksten, over teleurstelling en uitzichtloosheid in Ierland anno nu.
Het nummer Too Real is de hit, maar eigenlijk staat geen zwakke broeder op dit debuutalbum.

De albumtitel Dogrel verklaard door gitarist Conor Curley: ‘Het is een woord voor oud-Ierse poëzie die veel herhaling gebruikt en humor niet schuwt, dat meestal wordt geassocieerd met de working class. En het wordt ook gebruikt om iets slechts te beschrijven: a piece of dogrel. Dat beschrijft onze muziek perfect.’ Fontaines D.C. neem zichzelf dus niet al te serieus. Deze band gaat 2019 nog kleur geven. (Erik Damen/Mania)

Meer van dit soort reviews lezen: check Mania Magazine

Weyes Blood – Titanic Rising

Weyes Blood – Titanic Rising (SubPop/Konkurrent)

Onder haar pseudoniem Weyes Blood timmert Natalie Mering al een aantal jaren aan de weg, zonder door te breken naar een groter publiek. Daar kan met haar laatste worp Titanic Rising weleens rap verandering in gaan komen. De Californische verkeert in grootse vorm.

Ze maakt nog altijd eigenzinnige muziek zonder een knieval voor de commercie, maar het klinkt allemaal wat ambitieuzer dan voorheen. Laten we het zo maar noemen. De heerlijke gedateerdheid die de plaat kenmerkt maakt ‘m juist zo aantrekkelijk. Want horen we bijvoorbeeld niet om de haverklap vlagen van The Carpenters voorbij komen? Som zelfs meer dan vlagen.

Doordat Mering de kans kreeg met meer muzikanten te werken, zoals violisten, en er meer tijd was om te experimenteren en grote ideeën vast te leggen klinkt Titanic Rising groots en meeslepend. Niet alleen de jaren 70 galmen na, ook de jaren 80 zijn terug te horen. Er is geëxperimenteerd, door twee bandopnemers aan elkaar te verbinden. Dat leidde tot een intense feedback die overal verstopt is op de plaat. De spookachtige sfeer is daar een gevolg van.

Natalie Mering heeft de neiging bepaalde vormen van nostalgie te koesteren, zonder dat ze het doel heeft ideeën uit de jaren 70 te kapen. Zonder dat ze zich vast wil klampen aan ‘die goede ouwe tijd’ doet ze dat wel enigszins en dat levert dan zo’n prachtig album op. Pieter Visscher

LIVEDATA 29/04 Paradiso, Amsterdam 04/05 Botanique, Brussel