Album Reviews: The Pineapple Thief en Blossoms

The Pineapple ThiefThe Pineapple Thief  – Your Wilderness (Kscope / Bertus)
Van mij hoeft dat niet zo, al die uitstapjes die progmuzikanten menen te moeten nemen nadat ze een beetje bekend zijn geworden. Zo ben ik al vanaf het eerste album, zwaar fan van The Pineapple Thief maar zaken als Wisdom Of Crowds en soloplaten die bandleider Bruce Soord de laatste jaren heeft gereleased vind ik niet in de schaduw staan van het bandwerk. Dus ik ben helemaal blij met Your Wilderness omdat Soord daarin terugkeert naar het aloude TPT-concept.

Opener In Exile is gelijk zo’n typische TPT-song met melancholieke zang en teksten van Soord, bedrieglijk liefelijk over een bij tijd en wijle rustige muzikale achtergrond die dan opeens ontploft. Tweede track No Man’s Land is meer een niemendalletje (evenals zesde track Fend For Yourself dat ongemerkt voorbij glijdt, maar gelukkig flink goed wordt gemaakt door het stevige Tear You Up dat klinkt zoals de titel suggereert. That Shore gaat wederom op de melancholieke toer waarbij je kunt verdrinken in Soord’s hypnotiserende kinderstem. Take Your Shot is een van de zeldzamere uptempo songs met een echte gitaarsolo en een refrein dat uitnodigt om mee te brullen.

En dan komt het moment suprême van de plaat: het bijna tien minute durende The Final Thing On My Mind dat hoort bij het beste dat TPT ooit heeft voortgebracht. Ik ga deze song geeneens beschrijven want iedere progfan moet die verplicht zelf gaan luisteren. Geruggesteund door bassist Jon Sykes en toetsenist Steve Kitch en geholpen door illustere gasten als drummer Gavin Harrison (een absolute meerwaarde op deze plaat), Caravan’s violist Geoffrey Richardson, Supertramp’s toeteraar John Helliwell en Godsticks gitarist Darran Charles heeft vriend Soord mijn hart weer gestolen. Tekst Mania | Andre de Waal

LIVEDATA 20/01/2017 Patronaat, Haarlem 21/01/2017 De Pul, Uden 22/01/2017 Hedon, Zwolle 31/01/2017 Muziekgieterij, MaastrichtBlossomsBlossoms – Blossoms (Virgin)
Sommige bands breken door met hun eerste single en sterven daarna een stille dood. Andere bands zijn jaren bezig tot ze ineens een doorbraakhit scoren. Zo ook Blossoms, vijf beste vrienden uit Stockport bij Manchester die indiepop maken. Na vier singles en twee EP’s was daar ineens Charlemagne: indiepop met een glitterend, psychedelisch randje en de openingszin ‘Hello, hello’ die meteen je aandacht grijpt.

De tijd was rijp voor een album, waarop overigens 8 van de 12 nummers eerder als single zijn uitgebracht. Blossoms werd geproduceerd door The Coral zanger James Skelly en dat is te horen. De band sprankelt en galmt, maar klinkt desondanks snerpend en soms wat donker. Tekstueel zijn het vooral hunkerende liefdesliedjes die ingewikkelder in elkaar zitten dan op het eerste gehoor lijkt. Wie had ooit gedacht dat The Coral, Arctic Monkeys, The Doors en een flinke dosis ‘Gallagher-arrogantie’ op één bord zo goed zou smaken? Tekst Mania | Cecile Bol

Album Reviews: Blues Pills en Wild Beasts

Blues PillsBlues Pills – Lady In Gold (Nuclear Blast)
Op hun debuut uit 2014 verzuimde het Zweedse Blues Pills nog enigszins de hooggespannen verwachtingen na een daaraan voorafgaande EP waar te maken. De sound die deed denken aan Janis Joplin die ingelijfd was door Black Sabbath bracht een aantal ijzersterke songs, maar was nog niet genoeg uitgekristalliseerd om een compleet album te dragen.

Dat is op Lady In Gold wel anders, wat overigens ook in lichte mate geldt voor het geluid van de band. De retro-rock ligt er wat minder dik bovenop en steeds vaker krijgt de stem van zangeres Elin Larsson de soulvolle muzikale omlijsting waarbinnen ze het beste tot haar recht komt. De gitaren zijn zeker niet weg, maar worden door een wat beter afgewogen productie absoluut veel effectiever ingezet. Een mooie en indrukwekkende stap naar een eigen sound die veel meer vertrouwen geeft op een artistieke toekomst dan de spanning die toch wat te strak aan het debuut trok. Tekst Mania | Martijn Koetsier

LIVEDATA 18/08 Pukkelpop, Hasselt 26/08 Zomerparkfeesten, Venlo 11/11 AB Box, Brussel 13/11 Poppodium 013, TilburgWild Beasts - Boy KingWild Beasts – Boy King (Domino)
Sinds het tweede album van Wild Beasts, Two Dancers, werd genomineerd voor de prestigieuze Mercury Prize, is deze Britse band uitgegroeid tot een van de beste artpopacts van de laatste jaren. Waar de synthpop op de prachtige platen Smother (2011) en Present Tense (2014) meer ingetogen van aard was, klinken Hayden Thorpe, Ben Little, Chris Talbot en Tom Fleming op hun vijfde album opvallend vuig.

Boy King werd opgenomen in Texas met producer John Congleton, die we kennen van zijn werk voor onder meer Swans, Suuns en Explosions In The Sky. Hij duwde Wild Beasts richting een veel zwaarder klinkende sound, die leunt op vervormde gitaren en dreigende elektronica. De invloeden uit de jaren tachtig zijn niet ver weg en dankzij de falsetzang van Thorpe en de bariton van Fleming is de band bovendien nog steeds uit duizenden herkenbaar, maar wennen is het wel even. Net als eerder werk blijkt Boy King gelukkig echter een groeiplaat pur sang en bij nader inzien minstens zo goed als zijn voorgangers. Tekst mania | Marco van Ravenhorst

LIVEDATA 02/09 Into The Great Wide Open, Vlieland 28/10 London Calling Festival @ Paradiso, Amsterdam

Album Reviews: Honne en Lou Rhodes

HonneHonne – Warm On A Cold Night (Atlantic / Warner Music)
Langverwacht, eindelijk gekomen. Debuutalbum Warm On A Cold Night is afkomstig van de heren Andy Clutterbuck en James Hatcher luisterend naar de naam Honne. Met Oost Londen als thuishaven is deze plaat ingezet om grote delen van de wereld te veroveren. Eurosonic, Best Kept, Glastonbury. De goede weg is qua festivalgeweld in ieder geval ingeslagen.

Volgens het duo zelf hebben ze de ultieme soundtrack voor jouw nachtelijke avontuurtjes gemaakt. “Warm and sensual babymaking music.” Je bent gewaarschuwd. Het album behelst 16 tracks, waarbij opener en titeltrack Warm On A Cold Night al eerder als (zeer goed ontvangen) single werd uitgebracht. Een vleugje James Blake, een tikkeltje Jungle. Soulvol, sexy, zomers, lichtvoetig en met her en der een knipoog naar de seventies. De samenwerking met Izzy Bizu tijdens Someone That Loves You is een treffer. Ook nummers als Coastal Love, The Night en Good Together tillen het album naar aanzienlijke hoogten. Honne voldoet aan alle verwachtingen. Sterk en, vooruit, sexy debuut! Tekst Mania | Jelle TeitsmaLou RhodesLou Rhodes – Theyesandeye (Nude / de Konkurrent)
Theyesandeye is de vierde soloplaat van Lou (Louise) Rhodes en de opvolger van het al weer zes jaar oude One Good Thing. De Britse singer-songwriter verdeelt haar tijd tegenwoordig tussen het heropgerichte Lamb en haar solowerk en laat ook op Theyesandeye weer horen dat dit twee totaal verschillende werelden zijn.

Ook op haar nieuw plaat maakt Lou Rhodes weer indruk met intieme en dromerige folksongs. Het zijn songs die zijn voorzien van een zeer fraaie organische instrumentatie met een hoofdrol voor piano en strijkers. Vergeleken met zijn drie voorgangers bevat Theyesandeye wat meer invloeden uit de psychedelica en dat past wel bij de alleen maar mooier wordende stem van Lou Rhodes. Het is een stem die aan doorleving heeft gewonnen en dit geldt ook voor de songs, die meer impact hebben dan voorheen. Lou Rhodes oogst met Lamb weliswaar het meeste succes, maar in artistiek opzicht is haar solowerk minstens even interessant, zo niet interessanter. Tekst Mania | Erwin Zijleman

Album Reviews: Bear’s Den en Jack & Amanda Palmer

Bear's DenBear’s Den – Red Earth & Pouring Rain (Communion / Caroline International)
De Britse band Bear’s Den werd in 2014 stevig gehyped, maar snoerde de critici de mond met een geweldig debuut. Het was een debuut dat dankzij de prominente rol voor de banjo vooral werd vergeleken met de muziek van Mumford & Sons, maar ook deed denken aan de platen van bands als Coldplay, Snow Patrol, Elbow en zeker ook Travis.

Na het verrassend sterke Islands ligt de lat hoog voor Bear’s Den, maar de band uit Londen is zeker niet bezweken onder de druk. Red Earth & Pouring Rain is minstens net zo sterk als zijn voorganger, maar is wel een hele andere plaat geworden. Bear’s Den heeft op haar tweede plaat de folk (en hiermee ook de banjo) grotendeels afgezworen en kiest voor een groots en meeslepend geluid met vooral invloeden uit de pop en de rock. Waar veel soortgenoten van de band vervolgens doorslaan in holle bombast, is Bear’s Den er in geslaagd om haar songs iets intiems mee te geven en durft het bovendien flink gas terug te nemen wat zorgt voor fraaie dynamiek.

Red Earth & Pouring Rain weet zich bovendien te onderscheiden van alles dat er al is, door niet alleen aan te sluiten bij de eerder genoemde grote Britse bands, maar ook te verassen met smaakvolle accenten uit de jaren 80. Na Islands was er misschien nog wat twijfel, maar met het prachtige Red Earth & Pouring Rain maakt Bear’s Den definitief duidelijk dat het een hele grote band is. Tekst Mania | Erwin Zijleman

LIVEDATA 12/11 Melkweg, Amsterdam 14/11 De Oosterpoort, Groningen 15/11 TivoliVredenburg, Utrecht

Win het nieuwe album Red Earth & Pouring Rain van Bear’s Den

INSTORE CONCERTO
Op zaterdag 30 juli doet Bear’s Den een instore in Concerto.
Aanvang 13:00 uur – toegang gratis.
Kom wel op tijd want het wordt druk, erg druk!
Jack & Amanda PalmerJack & Amanda Palmer – You Got Me Singing (8Ft Records)
Amanda Palmer ken je wellicht nog van Dresden Dolls, de band die tussen 2002 en 2008 enig succes had. Palmer ging daarna solo met het album Who Killed Amanda Palmer, om vervolgens met het project Evelyn Evelyn twee albums te maken.

You Got Me Singing is de hereniging met haar vader Jack van wie ze gescheiden werd toen ze nog geen jaar oud was. Jack is een semi-professionele zanger in de National Cathedral van Washington DC en speelt wat gitaar. Amanda zingt en speelt de piano en de ukelele. Samen brengen ze een twaalftal covers met als doel hun band te herstellen. Tijdens de opnames was Amanda hoogzwanger waardoor in feite drie generaties Palmer aanwezig waren. We horen tracks van o.a. Leonard Cohen, Richard Thompson en John Grant en die hoes komt ons ook heel bekend voor… Tekst Mania | Bert Dijkman

Album Reviews: Michael Kiwanuka en My Bubba

Michael KiwanukaMichael Kiwanuka – Love & Hate (Universal)
Een vrouwenkoor, een Gilmour-gitaartje. Je wordt de eerste minuten van Love & Hate danig op het verkeerde been gezet, Pink Floyd is niet heel ver weg. Toch is er na vijf minuten dan toch het karakteristieke stemgeluid van Michael Kiwanuka. Veel meer dan op zijn succesvolle debuutalbum verkent Kiwanuka de grenzen van de soul, de blues en de rootsrock op zijn tweede plaat. Maar ook psychedelica wordt net zo gemakkelijk toegevoegd aan Kiwanuka’s muziekspectrum. Dat is zeker niet de gemakkelijke weg en daar verdient de artiest credits voor.

Opener Cold Little Heart duurt zelfs ruim 10 minuten. Net als de bezwerende nummers Love & Hate (door het verslavende koortje een gegarandeerde festivalkraker in de dop) en Father’s Child is dat weliswaar een minder radiovriendelijk nummer, maar weldegelijk zeer interessant. Die muzikale verkentocht is mede te danken aan de producers Inflo en Brian Joseph Burton (Danger Mouse). Het resultaat is er naar. Single Black Man In A White World is funky en muzikaal lichtvoetig door de klapjes, maar tekstueel bovenal zeer geëngageerd (rassenhaat). Het slepende Falling, het rustige Place I Belong en het fantastische Rule The World zouden op z’n debuut kunnen staan, One More Night is dan weer onverwachts rauw en rootsy. Kortom: de muzikale doorontwikkeling van Kiwanuka is gigantisch. Tekst Mania | Dennis Dekker

LIVEDATA 07/08 Dranouter Festival, Dranouter 03/11 Trix, Antwerpen 24/11 Paradiso, Amsterdam 25/11 Paradiso, Amsterdam (uitverkocht) 26/11 Songbird Festival, Rotterdam

My BubbaMy Bubba – Big Bad Good (V2 Benelux)
Sufjan Stevens maakte vorig jaar volgens velen één van de mooiste albums van het jaar met Carrie & Lowell, een kleingehouden folkplaat die zó intiem van sfeer is dat het haast ongemakkelijk wordt. Het is het soort folk dat het Scandinavische duo My Bubba al maakte, en waar ze op Big Bad Good bij momenten weer behoorlijk ver in gaan. Als Sufjan Stevens voorzichtig zijn gitaar beroert en over de dood van zijn moeder zingt, grijpt dat enorm aan. Bij My Bubba is het vaak wat onduidelijker waar het precies over gaat, maar een nummer als Sister bereikt een vergelijkbare intimiteit, o.a. door de bewust slechte opnamekwaliteit, de eveneens persoonlijke teksten en de geëmotioneerde overdracht. Het voelt alsof de twee zangeressen je een kijkje in hun leven geven, maar je daarbij zélfs dingen laten horen die je gevoelsmatig niet zou mogen horen wegens te persoonlijk. Je kent de meiden niet, maar ze drukken je wel al hun dagboek in de handen.

De vergelijking met een dagboek is daarbij zeer treffend. Waar Sufjan Stevens voornamelijk de moeilijke momenten uit zijn dagboek uitzoekt om met zijn publiek te delen, is Big Bad Good echt een dwarsdoorsnede van de dagboeken van My en Bubba (de twee zangeressen die samen My Bubba vormen). Ook voor de leuke, vrolijke en grappige momenten uit hun leven is er plaats. Het zorgt ervoor dat de zwaardere nummers op de juiste momenten worden afgewisseld door prettige luchtigheid.

Muzikaal gezien is My Bubba weliswaar een kleine, ingetogen folkplaat, maar ook een zeer rijke folkplaat. Er zijn weliswaar momenten dat de muziek heel erg lo-fi wordt gehouden, maar het grootste gedeelte van Big Bad Good is helder geproduceerd, met alle ruimte voor de zang en het gitaarspel van de twee vrouwen. Naast de speelse percussie op het openingsnummer is er van ritme weinig sprake. Alle aandacht gaat uit naar het subtiele doch prachtige gitaarspel en naar de zanglijnen van My en Bubba die nu eens tegen elkaar ingaan, dan weer fraai om elkaar heen meanderen of juist voor mooie harmonieën zorgen. De liedjes zijn op deze wijze sober en minimalistisch maar wel heel geslaagd ingekleurd.

Naast een ontroerende folkplaat, een speelse folkplaat en een ontzettend muzikale folkplaat is Big Bad Good ook een heel mysterieuze folkplaat. Om de luisteraar te boeien maakt My Bubba gebruikt van de kunst van het weglaten. Het duo weet je te intrigeren, juist omdat ze veel dingen niet uitleggen of in het vage laten. Eén van de meest ontroerende nummers, Letter, handelt over een overleden echtgenoot van wie de zangeres wil scheiden omdat hij er niet meer voor haar is. Ze laat je echter met vraagtekens achter als ze besluit met ‘he’s not around to bark at the door’. Ook vragen als wat er met de zus in Sister aan de hand is, wie toch die Carolina is (zou het de zus zijn?) en wel meer worden nooit beantwoord, waardoor je een gedeelte van het dagboek naar eigen fantasie kunt invullen.

Kortom: My Bubba levert met Big Bad Good een eigenzinnig pareltje af in het folk-genre. Niet altijd even toegankelijk, maar wel een album voor de lange termijn: om een poging te doen de wereld van My Bubba te doorgronden. Arnout de Vries

LIVEDATA 26/08 Silktones, Oude Bildtzijl 27/08 Zomerparkfeest, Venlo

Album Reviews: Biffy Clyro en Good Charlotte

Biffy ClyroBiffy Clyro – Ellipsis (14th Floor Records / Warner Music)
Zo, wat een binnenkomer! Wolves Of Winter, het eerste nummer van de zevende plaat van de drie stoere Schotse rockers van Biffy Clyro, is zo’n nummer dat direct bij eerste beluistering al doet vermoeden dat het met de rest ook wel goed zit. En dat vermoeden blijkt juist. Ook de bijbehorende spectaculaire clip mag er zijn.

In interviews verklaart zanger/gitarist Simon Neil dat het roer om is bij de band en Wolves Of Winter gaat voorop in die koerswijziging. Maar dat valt alleszins mee. Ook op Ellipsis grossiert Biffy Clyro in beknopte, energieke, toegankelijke progrockachtige songs met aanstekelijke koortjes en een grote radiovriendelijkheid. Wel is de sound wat moderner. Leaner and meaner, vindt Neil zelf. Hij verhaalt op veel van de nummers over de depressie die hij heeft overwonnen, mede dankzij de assistentie van zijn muze die hem leek te hebben verlaten.

Ellipsis gaat over herwonnen zelfvertrouwen, vrienden die vijanden blijken en de middelvinger krijgen en over de dood. Grimmiger heeft de band nog niet eerder geklonken maar ook weemoed krijgt de ruimte zoals op het schitterende People, de tegenpool, tekstueel en muzikaal van Wolves Of Winter. Tekst Mania | Wim Koevoet

LIVEDATA 19-21/08 Lowlands, Biddinghuizen 20/08 Pukkelpop, HasseltGood CharlotteGood Charlotte – Youth Authority (MDDN LLC / Kobalt)
I’m crying in a good way. This song is why I love you guys. You’ve been gone five years and we’ve both grown up and changed in some major and minor ways. Yet somehow you come back and you can still write songs like this, that sync with who I am and where I’m at so perfectly. I know this is going to be one of my jams.” Zinnen die een fan schrijft op de facebookpagina van Good Charlotte bij de release van de singel Life Changes. Het is het openingsnummer van Youth Authority, het zesde album van Good Charlotte.

Het vijftal uit Maryland, USA bracht in november 2015 Makeshift Love als eerste singel van het album uit. 40 oz. Dream verscheen daarna in mei 2016. Het is dus lang wachten geweest op de volledige release voor de fans van het vijftal. Twaalf nummers en na een keer beluisteren is duidelijk dat Good Charlotte de eigen paden opnieuw bewandelt. De groep maakt poppunk met als basis een strakke ritmesectie. Bassist Paul Thomas en drummer Dean Butterworth leggen een strak en goed fundament. De tweeling Benji en Joel Madden kunnen daarop naar hartenlust hun kunstjes vertonen. Die kunstjes zijn gemakkelijk mee te brullen teksten van zanger Joel en lenige gitaarsolo’s van Benji. Er is na de release van debuut Cardiology in 2010 weinig veranderd. De muziek in 2016 heeft net iets minder punk en iets meer melodie in de pop. Zou zomaar aan de leeftijd van de leden van Good Charlotte kunnen liggen. Het betekent dat de nummers nergens vernieuwend klinken, maar in alle gevallen gemakkelijk in het gehoor liggen.

De fans zullen de komende zomer op de festivalterreinen massaal overeind komen om de groep met veel enthousiasme te ondersteunen. Het is gemakkelijk pogoën op nummers als Stray Dogs en The Outfield. Youth Authority is een prettig weerzien met een goede festivalband. De fan verwacht geen nieuwe muzikale wegen en krijgt de bekende waar voor het geld. Good Caharlotte speelt op dit zesde album twaalf nummers herkenbare pretrock en gemakkelijk mee te zingen punklol. Jaks Schuit

LIVEDATA 18/08 Pukkelpop, Hasselt 21/08 TivoliVredenburg, Utrecht

Album Reviews: BADBADNOTGOOD en The Rides

BADBADNOTGOODBADBADNOTGOOD – IV (Innovatieve Leisure / Bertus)
Feel the beat drop, jazz and hip hop/ … funk and fusion, a fly illusion/… finesse the freak, thru the beat so unique: profetische woorden uit 1993 van Us3, die met Cantaloop (Flip Fantasia) een voortreffelijke hybride smeedden. Die hele Native Tongues Posse, van daarvoor al, is ook ongetwijfeld van grote invloed geweest op dit Canadese, in wezen jazz-getrainde (producers) trio dat met officiële inlijving van de eerder los/vaste saxofonist Leland Whitty vanaf IV een kwartet is.

En vooral nóg beter en, ja, wij keken er ook van op, nóg verrassender dan de drie voorgangers ooit al waren. De vingeroefeningen in de vorm van het verregaande originele hip hop coverdebuut (2011) en opvolger (II) met meer eigen materiaal en ander soort covers waren veel- en nog meer belovend en met terugwerkende kracht stevige aanraders voor degenen die de bek openvalt bij het ondergáán van het duizelingwekkende IV (en dat zullen er wat zijn!). III, de best wel korte (halfuurtje) voorganger met Wu-Tang’s Ghostface Killah was de eerste plaat met een gast (BBNG was weliswaar meer Ghostface’s begeleidingsband daarop met af en toe een instrumentaaltje) en dat smaakte niet alleen wat ons betreft naar meer kennelijk.

IV heeft met buitengewoon saxbeest Colin Stetson, Future Island’s crooner Sam Herring (toptrack Time Moves Slow!), Charlotte Day Wilson (In Your Eyes, eveneens een hoogtepuntje), Chicago MC Mick Jenkins (u raadt het al; die ritmes!) en het überhippe wonderkind Kaytranada (voorprogramma Madonna!) die BBNG zelfs even de discofunk hoek injaagt, namelijk een gewichtige gastenlijst met welk BBNG welhaast explodeert van dynamische creativiteit richting überhaupt onontgonnen muzikale landschappen. Tot nader order onze Plaat Van Het Jaar, mocht het u wat uitmaken. Tekst Mania | Albert JonkerThe RidesThe Rides – Pierced Arrow (Provogue)
Leeftijd speelt binnen de huidige rockmuziek geen enkele rol meer. Stephen Stills is geboren op 3 januari 1945 en laat in het schrijven bij de release Pierced Arrow van The Rides optekenen dat “the grooves are always right on the money”. Barry Goldberg neemt de toetsen in The Rides voor zijn rekening, is van 25 december 1942 en vertelt over de ervaring van “intense elektriciteit” bij de optredens van de groep. Het lijken opmerkingen van jonge debutanten. The Rides wordt gecompleteerd door Kenny Wayne Shepherd, de benjamin is van 12 juni 1977. De groep debuteerde in 2013 met Can’t Get Enough.

Het trio is dus een Amerikaanse supergroep, die met een schat aan ervaring gemakkelijk in het gehoor liggende bluesrock speelt. De nummers laten continue belletjes rinkelen. Niet dat het drietal plagieert, maar duidelijk is dat met name Stills en Goldberg graag uit eigen werk citeren. Een voorbeeld is opener Kick Out Of It dat een van de sterkste nummers van Manassas, een van de groepen van Stephen Stills, zou kunnen zijn. Riva Diva, nog een voorbeeld, klinkt als een oude bluestraditional maar is geschreven in 2016.

Na zes of zeven nummers zakt de plaat wat in. Er wordt teruggegrepen op ideeën en invallen die in de eerdere nummers al gebruikt waren. I Need Your Lovin’ en There Was A Place zijn nummers die met dertien of veertien in een dozijn passen. De nummers zijn niet slecht maar middelmatig. Het zijn b-kantjes die op een singel niet zouden misstaan en na enkele malen beluisteren stof mogen vergaren in de platenkast. My Babe, een nummer van Willie Dixon, is een waardige afsluiter. De keuze voor dit nummer bewijst dat het voor ervaren componisten geen schande is terug te grijpen op klassiekers uit een lang vervlogen verleden. Het is ook duidelijk te horen dat The Rides plezier hebben om de hit uit 1955 te spelen.

Op de ‘Deluxe Edition” drie extra nummers. Same Old Dog is een langzaam lopende blues en een van de beste composities van The Rides. Born In Chicago (Paul Butterfield) verhaalt over een ontmoeting in een louche bar in 1945. Het nummer lijkt ook in dat jaar te zijn geschreven en opgenomen. Take Out Some Insurance (Charles Singleton & Waldenese Hall) sluit af. De ingetogen blues vraagt om vier minuten stilte in diezelfde bar uit 1945, met een laatste lauwe borrel en paar flinke halen nicotine. Na bijna vijfenveertig minuten is de koek op. Pierced Arrow is een stand van zaken. The Rides vertellen met de vijfenveertig minuten muziek waar de groep staat. Het album is een verrassend goede release, waarbij opvalt dat Stephen Stills overtuigt zonder in de rug te worden gesteund door David Crosby en Graham Nash. Jaks Schuit

Album Reviews: Car Seat Headrest en Peter Bjorn and John

Car Seat HeadrestCar Seat Headrest – Teens of Denial (Rise / Matador)
Eigenzinnig, bevlogen, overtuigend, energiek, creatief, integer, bezeten. Dat zijn een paar van de begrippen die je te binnen schieten als je naar Teens Of Denial, de eerste volwaardige cd van Car Seat Headrest luistert. Spil van de band is ene Wil Toledo, die besloten heeft met deze cd uit zijn muzikale schulp te kruipen. Geen gefreak meer op z’n slaapkamer, maar een volwaardige productie.

Toledo is een man met een boodschap, a man on a mission. Hij doet dat compromisloos en veelzijdig, zowel muzikaal als tekstueel. Neem nou de Ballad of the Costa Concordia. Een muziekstuk van ruim 11 minuten, dat sommigen misschien een ‘suite’ zouden noemen. Hij propt het stuk vol met muzikale ideeën (van garage tot elegante koortjes) en instrumenten (blazers, toetsen, stemmen) en veel, heel veel tekst. Het kapseizen van het Italiaanse cruiseschip gebruikt hij als metafoor voor de strijd van een jonge man oom zijn idealen overeind te houden. De muziek vliegt alle kanten op en is daardoor interessant.

Dat geldt ook voor de rest van de cd. Rammende gitaren (geen metal, geen hardrock) worden ijskoud afgewisseld met bijna minimalistische stukjes die in de verte aan Cluster en Eno doen denken. Teens Of Denial is een album voor mensen die durven te luisteren naar muziek die ze (nog) niet kennen. Muzikale refrenties: Clem Snide / Eef Barzelay en Centro-matic, maar dan met meer en forser gitaarwerk. Carseat Headrest maakt Intrigerende muziek. Voorwaarde is dat je je er voor openstelt. Eerst helemaal beluisteren en dan pas oordelen!  Tekst mania | Fons DelemarrePeter Bjorn and JohnPeter Bjorn and John – Breakin’ Point (Kobalt / V2 Benelux)
Herinner je nog die onweerstaanbare oorwurm uit de zomer van 2006? Je weet het vast nog wel; Young Folks met dat fluitje, die trommeltjes, dat animatieclipje en die heerlijke feelgood-vibe. En ja, dat is alweer tien jaar geleden! Nadien hebben we niet veel meer gehoord van de drie Zweden, maar dat is niet gek. Eigenlijk richtten ze namelijk helemaal niet op catchy hitjes. Het bijbehorende album stond verder vol met alternatievere popmuziek met 80s-invloeden. Ook op het verdere werk deden ze geen poging om het hitsucces op te volgen; de twee albums erna waren respectievelijk instrumentaal (!) en een wat experimentelere versie van hun doorbraakalbum. Vanaf hun vorige album leken ze echter voorzichtig wat meer met popmuziek te flirten, en op dit nieuwe album doen ze dat zelfs onbeschaamd. Breakin’ Point staat vol met catchy popliedjes, toegankelijker dan ze ooit gemaakt hebben.

Sterker nog, als je de nieuwe plaat hoort, ben je bijna geneigd om ze sell-outs te noemen. Maken die inventieve Zweden nou gewoon platte popmuziek? Met popmuziek is echter niet per se iets mis, zolang het goed wordt uitgevoerd. En bij nadere beluistering blijkt wel dat Peter Bjorn and John hun vak verstaan. Met de opener Dominos kom je al meteen terecht in een krachtig, opzwepend nummer met een refrein dat niet meer uit je hoofd te branden is. En wat blijkt? Dat geldt voor de overige elf nummers ook. Het tempo wordt lekker hoog gehouden, elk nummer blijft hangen, en de teneur is prettig positief en dansbaar.

Tekstueel gezien komen de heren zo nu en dan ook gevat uit de hoek. Dat mag ook wel, want thematisch gezien is het vrij uitgekauwd: de welbekende relatieproblemen worden besproken. Gekukkig geven Peter Bjorn & John er een leuke draai aan, met vermakelijke zinnen als: ‘and that look on your face made me feel like a crook from an Albert Camus book’. En ondanks de hitgevoelige richting die ze zijn ingeslagen, zijn ze zeker niet op zoek naar beroemdheid, want op Pretty Dumb, Pretty Lame halen ze op slinkse wijze uit naar de commercialiteit en de megasterren van nu.

Toch schuurt er wat. De mannen zijn weliswaar niet uit op het grote geld, maar toch voelt de muziek bij vlagen wel erg hap-slik-weg aan. Als je het losziet van hun oudere werk, is het gewoon een prima album dat lekker wegluistert, vol met potentiele radiohits. Er bekruipt echter toch het gevoel dat Peter Bjorn and John wel een interessanter album neer hadden kunnen zetten. Arnout de Vries

Album Reviews: Bat For Lashes en The Jelly Jam

Bat for LashesBat For Lashes – The Bride (Parlophone)
Het is bijna vier jaar stil geweest rond Bat For Lashes. De band rond zangeres Natasha Khan maakte tussen 2006 en 2012 drie uitstekende platen, die nu eindelijk een vervolg krijgen. The Bride is een concept plaat en vertelt het verhaal van een vrouw wiens aanstaande echtgenoot is omgekomen terwijl hij op weg was naar het huwelijk. De vrouw gaat vervolgens alleen op de geplande huwelijksreis en komt terecht in een roller coaster van emoties. Het is een mooi verhaal, maar de muziek op de plaat is nog veel mooier.

Alles draait om de stem van Natasha Khan die schittert in ingetogen ballads, maar ook uitstekend uit de voeten kan in wat zwaarder aangezette elektronische tracks. The Bride laat een zeer veelzijdige instrumentatie horen waarin de weemoed domineert. In het donkere muzikale landschap en de veelal ingetogen tracks gedijen de prachtige vocalen van Natasha Khan beter dan ooit, waardoor je genadeloos in het trieste maar ook mooie verhaal van de plaat wordt getrokken. Bat For Lashes is terug. En hoe. Tekst Mania | Erwin ZijlemanThe Jelly JamThe Jelly Jam – Profit (Music Theories Recordings / Mascott Label Group)
Leden van Dream Theater, Winger en King’s X brachten in 2000 het gelijknamige debuutalbum van The Jelly Jam uit. In veel recensies kreeg de progrock het etiket vernieuwend. Het was alsof de muzikanten onderbelichte delen van de muziek van genoemde groepen dichter voor het voetlicht haalden. De combinatie van die delen en het gegeven dat er voor de release geen enkele druk was, leverde frisse, af en toe herkenbare en vooral intense progrock op. Het was alsof The Jelly Jam in de studio sporen ongebruikt durfde te laten en daarmee toch tot een voller en speelser geluid kwam. Twee jaren later verscheen The Jelly Jam 2 waarna de groep een lange pauze nam. Pas in 2011 verscheen Shall We Descend. Opnieuw spatte het plezier uit de speakers en stonden de fans in lange rijen bij de kassa’s van de concertzalen.

In 2016 verschijnt Profit, een release die eerder de studiotitel Prophet droeg. Echter geen beladen of zware boodschappen bij deze release. Twaalf nummers op Profit en wat opnieuw opvalt is de lichtvoetigheid van de muziek. De teksten van Ty Tabor (King’s X) zijn in alle gevallen goed te volgen en liggen prettig in het gehoor. Opener Care is zo’n nummer waar het hoofd fijn op meedeint en de tekst na tweemaal draaien in het hoofd gebeiteld zit. Stain On The Sun heeft een speels, gemakkelijk klinkend intro. In Stop roffelt Rod Morgenstein (Winger) ogenschijnlijk zo simpel en verleidelijk, dat elke luisteraar mee gaat tikken op een tafel of een stoel en in Memphis zet bassist John Myung (Dream Theater) de vloer van de concertzaal in lichterlaaie met een spetterend intro.

Zo heeft elk van de twaalf nummers een eigen tint, een welriekende geur en een uniek stempel. Profit heeft nergens de langdradigheid die soms aan progrockprojecten kleeft. Profit laat plezier en kwaliteit horen. Jaks Schuit

Album Reviews: Rival Sons en Gallowstreet

Rival SonsRival Sons – Hollow Bones (Earache)
De huidige grootte van Rival Sons is mooi af te meten aan de mededeling dat de overtuigde retrorockers het voorprogramma verzorgen van de lopende aller-, allerlaatste afscheidstoernee van metal mastodont Black Sabbath. Rival Sons is inmiddels zelf een grote band met een back catalogue waarin iedere opvolgende plaat de vorige overtrof zonder aan kracht in te boeten.

De nieuwe plaat Hollow Bones is de logische en wederom overtreffende en creatieve trap van Rival Sons. De Amerikanen bezitten een oude muzikale ziel die diep geworteld is in de psychedelica en rock van de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. Hollow Bones schudt, piept en kraakt weldadig onder aanstekelijke gitaarriffs en stuwende drums, tuit met een snufje soul hooghartig de epische lippen en zwelgt in breekbare en zalvende kwetsbaarheid. En daarboven straalt zanger Jay Buchanan als de meest waarschijnlijke reïncarnatie van Jim Morrison sinds zijn dood op 3 juli 1971. Tekst Mania | Menno ValkGallowstreet - BattleplanGallowstreet – Battleplan (V2 Benelux)
Gallowstreet is kort voor Gallowstreet Brass Band, een twaalfkoppige band uit Amsterdam. Een brassband is een band bestaande uit, de naam geeft het al een beetje weg, koperblazers en percussie. Het is een muziekvorm die een ietwat stoffig imago heeft, met de hoogtijdagen van de brassbands in het Engeland van de jaren ’30 en ’40. Toen werden er onder andere veel competities tussen brassbands gehouden en had elk plaatsje wel zijn eigen koperblazers. Tegenwoordig is het een uitstervend soort in de muziekwereld, en wordt het in Nederland vaak in één adem genoemd met de harmonie- en fanfaregroepen. Niet erg hip dus, en de bezetting van de bands bestaat vaak uit oudere mannen.

Dat is in het geval van Gallowstreet echter totaal anders. De band bestaat voornamelijk uit twintigers, die zich verder ook bovengemiddeld interesseren voor moderne muziek. In de afgelopen jaren hebben ze een flinke live-reputatie opgebouwd middels energieke shows waarbij ze ook regelmatig moderne hits naar hun eigen hand zetten. En niet alleen hits, op hun debuut-EP staat zelfs een medley waarbij ze een rij nummers van de alternatieve elektronica-artiest Hudson Mohawke coveren.

Na vier naar lang poppodia en festivaltenten op z’n kop zetten, is er nu eindelijk een album. Maar hoe vang je de live-energie die deze band zo kenmerkt? Dat is heel moeilijk, begrepen ook de leden van Gallowstreet, en daarom is er voor een ietwat andere aanpak gekozen. Vooruit, de nummers (alleen maar eigen composities) zijn nog altijd opgewekt, met een lekkere vaart erin. Maar de nadruk ligt minder op het opzwepen van het luisterpubliek, en meer op het onderhouden van het luisterpubliek door middel van sterke melodieën, boeiende composities en filmische sferen.

Het debuutalbum heet Battleplan en dat verwijst naar het overkoepelende thema dat de band heeft gekozen. Bijna alle nummers hebben een titel die met strijd te maken heeft, en ook in de clips komt het thema ‘strijd’ terug. Muzikaal gezien moet je daar soms wel wat je eigen fantasie voor gebruiken, maar ook regelmatig speelt de band epische stukken waarbij je je zo kan verplaatsen in de strijden die personages als Achilles, Asterix en Hattori (een samoerai) hebben geleverd. Dat zijn namelijk ook enkele voorbeelden van de songtitels. Het einde van de leadsingle Diesel doet ergens zelfs wat denken aan Star Wars en illustreert het filmische karakter van de muziek.

Het gevaar als je als brassband een instrumentaal album opneemt, is dat het wat eenvormig wordt en de verveling toeslaat. Dat heeft Gallowstreet prima weten te omzeilen. Zelfs binnen de nummers zitten tal van wendingen, waardoor je continu bij de les gehouden wordt. Tegelijkertijd klinkt de muziek ook aangenaam als lekker opbeurende achtergrondmuziek. Het interessantst is de band wel als ze met elektronische muziek flirten, en dat maakt Etna tot een hoogtepunt. Zonder dat er daadwerkelijk elektronica gebruikt wordt, weet de band toch een eigen interpretatie te geven van hedendaagse dance. Zo weet de trombone via zijn lage tonen een bas-geluid te creëren dat zo gebruikt had kunnen worden door Moderat. Bovendien klinken de blazers in Etna op hun spannendst, en laat het nummer de volledige potentie van Gallowstreet horen.

Maar al met al moet er gezegd worden dat Battleplan in zijn geheel een erg consistent album is. Gallowstreet laat horen dat je het ietwat ouderwetse fenomeen van een brassband nog hartstikke relevant kan klinken. Het is niet voor niets dat ze op moderne festivals als Pitch geprogrammeerd worden. Er lijkt nog alle ruimte te zijn om door te groeien, maar het debuutalbum Batteplan is alvast een uitstekend startpunt. Arnout de Vries

LIVEDATA 01/07 Pitch Festival, Amsterdam 09/07 Loungefest, Noordwijkerhout 16/07 Wildeburg, Kraggenburg 30/07 Totaalfestival, Bladel 13/08 Waterpop, Wateringen 27/08 SunGrooves, Ravenstein 21/10 Sugarfactory, Amsterdam