Album Reviews: The Jayhawks en 77 Bombay Street

The JayhawksThe Jayhawks – Paging Mr. Proust
Hollywood Town Hall (1992) geldt als het onbetwiste meesterwerk van The Jayhawks. Goede tweede is Sound Of Lies uit 1997, maar daarbij moet opgetekend worden dat de tandem Mark Olson/Gary Louris defunct was en de gave powerpop-achtige liedjes op die plaat geheel op het conto van Louris geschreven moeten worden. Weer bijna twintig jaar later keert Louris met zijn Jayhawks terug naar het geluid van Sound Of Lies; met Paging Mr. Proust keert de band terug naar zijn glorieuze verleden.

Dit is niet alleen mogelijk gemaakt door de klassieke bezetting (minus Olson), maar mede door co-producers Tucker Martine en R.E.M.’s Peter Buck. The Jayhawks zelf zijn intussen in blakende vorm en sleet zit er, opgericht in 1985, nog niet op. Op Paging Mr. Proust krijg je de vintage Jayhawks-sound, wat betekent: gouden melodieën, vlekkeloze harmoniezang, klassieke countryrocksongs en scherp gitaarwerk van Louris op zijn Gibson SG.

In Lost The Summer klinkt de band heavier dan voorheen en Ace wordt gedomineerd door gitaarfeedback, maar songs als Quiet Corners & Empty Spaces, The Devil Is In Her Eyes, Lies In Black And White en de mooie met mellotron versierde afsluitende ballad I’ll Be Your Key doen fantastische tijden herleven. Paging Mr. Proust is een onverwachte, maar niettemin welkome terugkeer van The Jaywhawks aan het americana-front met een bijzonder relevante (jaarlijstjes)plaat. Tekst Mania |  Wiebren Rijkeboer

LIVEDATA 10/09 Take Root Festival, Groningen 19/09 TivoliVredenburg, Utrecht 20/09 De Roma, Antwerpen

77 Bombay Street77 Bombay Street – Seven Mountains (Gadget Records)
“Come join our club of optimistich people”, zingt Matt Buchli in het derde nummer van het album. En inderdaad, een club van optimische mensen is de perfecte omschrijving van 77 Bombay Street, de band die hij samen met zijn drie broers vormt. Seven Mountains is een uitermate vrolijk album, waar de levenslust van afspat. Toegegeven: je moet er tegen kunnen, de overdaad aan majeurakkoorden.

Het gaat om vier twintigers die hun band hebben vernoemd naar het Australische adres waar ze een aantal jaar hebben vertoefd. In hun eigen land, Zwitserland, hebben ze met hun voorgaande albums al aardig wat awards binnengesleept en gaat hun muziek als zoete broodjes over de toonbank. Niet zo verrassend als je hun radiovriendelijke mengeling van folk, rock en pop hoort.

Tijd voor de rest van Europa dus, en dat zou zomaar kunnen lukken met Seven Mountains. Het is een album dat gekleurd is door de gestrande relatie van zanger Matt Buchli. Rasoptimist als hij is heeft dat echter maar weinig invloed op de sound van de band. Ook zijn negatieve ervaringen weet hij om te zetten in een en al positiviteit. Liedjes als Painted, Bombay en Amazing Day stralen juist een enorme gelukzaligheid uit. Vier jongens die de wereld lachend tegemoet zien en het onheil met hun muziek kunnen verdrijven.

Toch heeft de relatieproblematiek zijn sporen achtergelaten. Zelfs bij de grootste optimist brengt een negatieve ervaring ook andere, diepere emoties teweeg. Verdriet, vertwijfeling, en een gevoel van onmacht. Ook de zanger van 77 Bombay Street ontkomt er niet aan. Hij uit zijn verdriet in de groots opgezette opener Seven Mountains, waarbij de theatraliteit van de muziek zijn verbetenheid mooi vormgeeft. Het gevoel van onmacht wordt op zijn beurt juist omgezet in stevig scheurende gitaren, waaroverheen Buchli in Waterproof panikerend een insectenplaag probeert tegen te houden: “They’re creeping over my front porch / they’re flying onto my porch / they are attacking my brain cells / the bugs I forge”.

Het zijn echter uitzonderingen. In de rest van de liedjes wordt de vertwijfeling af en toe kort benoemd in de teksten, maar het leeuwendeel is feelgood-muziek. Liedjes om goedkeurend op mee te bewegen, liedjes om gezellig mee te neuriën, maar ook liedjes die wat diepgang ontberen en zelden uit de bocht vliegen. Het viertal weet dat echter te compenseren met hun vaardigheid om pakkende liedjes te schrijven, met hun smaakvolle arrangementen, en vooral met hun onbedwingbare enthousiasme. Daarmee is Seven Mountains een prima album ter afwisseling van je donkere Joy Division-platen of je complexe The Mars Volta-platen. Arnout de Vries

Album Reviews: The Boxer Rebellion en Black Stone Cherry

The Boxer Rebellion - Ocean by OceanThe Boxer Rebellion – Ocean By Ocean (Absentee/Kobalt/V2)
Langzaam maar zeker heeft The Boxer Rebellion zich een uniek geluid eigen gemaakt. Sterk sferische songs, opgebouwd rond een opmerkelijk warm synthesizergeluid, met daar waar nodig wat gitaar accenten. Grootste troef is, en blijft ook op dit nieuwe album, de stem van de geboren Amerikaan Nathan Nicholson. Eerste single Keep me Close beloofde al dat de weg die met het voorgaande album Promises is ingeslagen vervolgd wordt.

De combinatie tussen pop, wave en gitaar neigt misschien iets meer dan voorheen naar de tweede term van dat rijtje, maar dat mag opgevat worden als een verrijking. Dat blijkt ook uit de rest van dit album, en wel meteen bij opener Weapon, met zijn ‘80’s synth deuntje, en vervolgens uit prijsnummer Big Ideas, prachtig opgebouwd tot een steeds steviger geluidsmuur, waartegen Richardson voluit mag gaan. Een meer dan waardige opvolger, waarop The Boxer Rebellion zich ontpopt als een band die niet zwelgt in het succes, maar zich gestaag door ontwikkelt. Tekst Mania | Jurgen Vreugdenhil

LIVEDATA 09/05 Paradiso Noord @ Tolhuistuin, Amsterdam 10/05 Effenaar, Eindhoven 03/06 Vestrock, Hulst 15-17/07 Welcome To The Village, Leeuwarden 27/09 Paradiso, Amsterdam 28/09 Paard van Troje, Den Haag 29/09 Doornroosje, Nijmegen 30/09 de Oosterpoort, GroningenBlack Stone CherryBlack Stone Cherry – Kentucky (Mascot Records)
De vijfde langspeler van het Amerikaanse hardrock viertal. Voorganger Magic Mountain verscheen nog maar kort geleden in 2014. Black Stone Cherry betrad voor het eerst een podium in 2001 in Edmonton, Kentucky. Het optreden was lokaal en zeer waarschijnlijk voor een kleine schare fans bestaande uit familieleden en vriendinnen. Tegenwoordig verkoopt Black Stone Cherry de meeste zalen van een tournee in Europa uit. Logisch voor een groep die altijd hard werkt, blues en rock in whisky drenkt en zorgt voor een opwindend avondje uit.

Kentucky is een langspeler die niet verrast, maar op precies de juiste momenten het Zwitserleven gevoel bij de luisteraar opwekt. De muziek is af en toe moddervet, nodigt heel vaak uit om met de luchtgitaar mee te spelen en kent geen zwakke momenten. Twaalf eigen nummers en een zeer goed gekozen cover op deze vijfde langspeler. War, het in 1969 door Norman Whitfield en Barrett Strong geschreven nummer tegen de oorlog in Vietnam, werd aanvankelijk opgenomen door The Temptations. Edwin Starr zong het nummer een jaar later naar de top van elke hitlijst. Het nummer zit Black Stone Cherry als een passende jas. Het zijn vanaf de eerste seconden heerlijke akkoorden en bekende teksten. Opgeteld levert dat een uitnodiging voor de dansvloer op die niet kan worden afgeslagen. Het nummer zal bij elk concert van de groep een zwetende uitsmijter zijn.

De twaalf nummers van de groep zelf krijgen na herhaaldelijk draaien dezelfde aantrekkingskracht. Singel The Way Of The Future behaalde al mooie plekken in diverse speellijsten. Black Stone Cherry musiceert op een mooi moment in een succesvolle carrière. Kentucky is een opnieuw mooi visitekaartje. Jaks Schuit

Album Reviews: Sturgill Simpson en Max Meser

Sturgill SimpsonSturgill Simpson – A Sailors Guide To Earth (Warner)
“Is Sturgill Simpson country music’s savior?” vroeg het Amerikaanse Rolling Stone zich een kleine twee jaar geleden af. Zijn tweede album Metamodern Sounds In Country Music was net uit en gaf het genre nieuw elan met een opvallend psychedelische neo-klassieke inslag. De vraag beantwoorde Simpson overigens met een duidelijk “nee”, simpelweg omdat hij geen behoefte voelt zich een keurslijf aan te meten.

Dat blijkt wel uit A Sailor’s Guide To Earth, waarop Simpson dit keer de spannende geschiedenis tussen country en southern soul nieuw leven inblaast. Bijgestaan door de Dap-Kings (de huisband van soul-label Daptone) doet hij dat in de vorm van een scheepsjournaal, gericht aan zijn zoon die werd geboren toen Simpson het succes van Metamodern Sounds in een tourbus verzilverde. Een prachtig concept, dat de plaat van fraai verwerkte diepere lagen voorziet. De manier waarop snerpende country, bombastische soul en tranentrekkende strijkers daarbij samenkomen is ongekend, overweldigend en onvergetelijk. Tekst Mania | Martijn Koetsier

LIVEDATUM 08/07 Sjock Festival, Gierle (B) 09/07 Doornroosje, NijmegenMax MeserMax Meser – Change (PIAS)
Nederland heeft er een singer-songwriter in de stijl van Bob Dylan, of recenter Jake Bugg en Miles Kane bij. Deze van oorsprong Catalaanse Nederlander doolde wat rond in Amsterdam en kwam voor überhaupt één optreden te hebben gegeven al in samenwerking met manager Phil Tilli (ex-Moke) en producer Matthijs van Duijvenbode (o.a. Tim Knol & Douwe Bob).

Nadat Weak for Love in 2015 al de playlisten van menig radiostation beklom was het wachten op een volwaardige langspeler. Nu is daar Change het veertien liedjes tellende debuutalbum van Meser en zijn band. Een plaat die de ene na het andere catchy popliedje kent waarin vaak gespeeld wordt met stijlen als folk, blues en zeker een duidelijke sixties-feel herbergt. Ook zijn Catalaanse afkomst verloochent Meser niet, een track als Hard to Say zou zo de basis van een vurige Spaanse dans kunnen zijn. Natuurlijk, single One Day zal het bij de meeste luisteraars zeer goed doen. Toch staan er veel meer pareltjes op die het niveau van deze track nog wel ontstijgen. Wat te denken van het Beatles-achtige Richelle of het puntige Still a Man. Als dan ook nog wordt afgesloten met de ballad Long Way To Go is de cirkel wel rond zullen we maar zeggen. De hand van producer Matthijs van Duijvenbode is duidelijk merkbaar, desalniettemin is Nederland een topplaat rijker. Thijs Schamp

LIVEDATA 12/05 Ekko, Utrecht 26/05 Rotown, Rotterdam 30/07 WeitjeRock, IJzendijke 02/08 De Bolder @ Kampeerterrein Stortemelk, Vlieland

Album Reviews: Matthew And The Atlas en Haty Haty

Matthew And The AtlasMatthew And The Atlas – Temple (Communion Records / Caroline Records)
Diep verscholen in het Atlasgebergte zou je Matthew Hagerty wel tegen willen komen. Samen met zijn band, omringd door fraaie natuur, nummers spelend als Pale Sun Rose en The Fishermans Wife, aangevuld met liefst alles van zijn nieuwe album Temple.

Op Matthew And The Atlas’ tweede worden ingetogen liedjes subtiel afgewisseld met nummers waarbij het tempo iets omhooggaat. Of kent de track, zoals op opener Graveyard Parade, een subtiele opbouw waarbij steeds meer geluiden en instrumenten het lied dragen. Matthew is echter niet voor één gat te vangen. De vergelijkingen met het vroege Mumford And Sons zijn begrijpelijk, maar gaan dieper en verder. Weinig banjo, wel veel synths, een drumcomputer, gitaarsolo.

Elf arrangementen komen op Temple voorbij. Mooi, harmonieus en vooral origineel. Het dieprauwe stemgeluid van Matthew verveelt nergens en schittert extra als de muzikale omlijsting bescheiden is, zoals tijdens het prachtige Elijah en Can’t You See. Mooie plaat! Tekst Mania | Jelle Teitsma

LIVEDATA 10/05
Bitterzoet, Amsterdam 11/05 Altstad, Eindhoven 12/05 Rotown, Rotterdam

Haty Haty - High as the SunHaty Haty – High As the Sun (V2 Benelux)
Blaudzun en David Douglas; het is niet echt een voor de hand liggende samenwerking. De één maakt barokke indierock, de ander maakt ruimtelijke electronica. De twee mannen zijn echter al jaren bevriend en wilden ook al lange tijd iets samendoen. Tot nu toe resulteerde dat in David Douglas die een videoclip voor Blaudzun schoot en Blaudzun die de vocalen op een track van David Douglas verzorgde. Maar nu zijn ze samen de studio ingetrokken voor een heel album.

Twee totaal verschillende artiesten dus, maar het resultaat doet helemaal niet zo aan de losse oeuvres denken, noch is het een logische samensmelting van hun stijlen. De twee mannen hebben elkaar muzikaal uitgedaagd en daar is een nieuwe sound uit gekomen. Blaudzun is de bekendste artiest van de twee maar op zijn muziek lijkt het nog het minst. Waar zijn eigen oeuvre zich richt op liedjesgerichte rockmuziek, klinkt de muziek van Haty Haty veel electronischer en ritmischer. Bovendien is de stem van Blaudzun – nog altijd zeer herkenbaar – wat meer op de achtergrond; hij gebruikt hem niet voor een dosis pathos en emotie (ook mooi, daar niet van!) maar kleurt de tracks er op fraaie wijze mee in.

De muziek van Haty Haty gebruikt telkens een spannende groove als fundering, waarna uitgerekte zanglijnen de luisteraar langzaam meevoeren. Vervolgens worden de tracks langzaam uitgebouwd middels de electronica van David Douglas. De meeste nummers volgen hierin hetzelfde recept, toch staan er acht duidelijk verschillende nummers op de plaat die samen een mooie eenheid vormen. De ene keer leidt het recept namelijk tot bezwerende muziek (Parakeet), de andere keer doet het juist mysterieus of onheilspellend aan (Haty). Toevallig of niet zijn de meest opvallende nummers net de singles. Zo lijkt High As the Sun subtiel te refereren aan spirituele Afrikaanse muziek, en wordt het nergens zo dansbaar en catchy als op Non-Stop-Run-Stop-Belly-Flop. Ook vermeldenswaardig is hoe de stemmen van Blaudzun en gastzangeres Ane Brun zich om elkaar heen vlechten in Nazaré.

Kortom; ben je getriggerd door de naam van Blaudzun of David Douglas, dan staat nog zeker niet vast dat je Haty Haty ook zal waarderen. Het is echter zeker het proberen waard, High Is the Sun is namelijk een verfrissende samenwerking waarbij twee Nederlandse topartiesten elkaar naar nieuwe paden hebben geleid. Arnout de Vries

LIVEDATA 05/05 Bevrijdingsfestival, Nijmegen 19/05 Melkweg, Amsterdam 03-05/06 Vestrock, Hulst 15/07 Welcome To The Village, Leeuwarden  31/07 Damaris, Amsterdam

Album Reviews: The Dandy Warhols en Bells of Youth

The Dandy WarholsThe Dandy Warhol – Distortland (Dine Alone / Caroline)
Vol verwachting uitgekeken naar dit album! Dandy Warhols is een band waar je van houdt, of niet. Er lijkt geen tussenweg te zijn. Ze doen wat er van ze verwacht wordt. Of je er nu van houdt of niet, ze “deliveren” wel. Distortland is nog steeds catchy, de progressies zijn nog steeds poppy en liggen makkelijk in het gehoor. Er wordt ze vaak een gebrek aan originaliteit verweten. Maar waarom zou je iets wat werkt veranderen?

Dit album gaat waarschijnlijk gewoon goed verkopen omdat je bij deze band krijgt wat je verwacht; een degelijke plaat zonder al te veel poespas en al zeker geen muzikale uitspattingen. Voor mij klinkt de nieuwe Dandy’s als een voorgerecht. Ik krijg trek, en zin in het hoofdgerecht. Zeker blijven volgen deze band. Ze doen wat ze beloven en daar kunnen veel bands een voorbeeld aan nemen. Tekst Mania | Alexander Gout

LIVEDATA 06/05 Melkweg, Amsterdam 07/05 Het Depot, Leuven 08/05 De Casino, Sint-NiklaasBells of YouthBells of Youth – Dreamers (V2 Records)
Bells of Youth, je verwacht puntige popliedjes met uiteenlopend instrumentarium en met name die prachtige vaak vijf stemmige samenzang. Het debuutalbum BOY (2014) was er mee doordrenkt en bracht de band een mooi debuut-succes met verschillende optredens op clubs en festivals in binnen- en buitenland.

Dreamers werd op 14 April gereleased in Paradiso Amsterdam. Het album gaat deels verder waar het gebleven is met goede songs als Arcadia. Toch lijkt het vrouwelijke vijftal ook de randjes van hun genre uit te zoeken. Introtrack Lights Out en bijvoorbeeld Sweet Sin zijn daar met zijn uitgesponnen classic fuzz gitaarsolo’s van Estelle Stijkel een voorbeeld van. Soms lijkt het geheel wat gezocht, maar op enkele momenten ook verrassend zoals Roses & Sweets waar een stonerachtige bassriff de basis van de track vormt. De band laat horen te experimenteren met hun sound en arrangementen, maar de sleutel is daarentegen nog niet helemaal gevonden. Gelukkig maakt een prachtig ballade als Stop. dan wel weer een hoop goed. Tekst Thijs Schamp

LIVEDATA 21/04 Kavka, Antwerpen 30/04 Concerto Instore, Amsterdam 12/05 Extase, Tilburg 13/05 Luxor Live, (with IX) Arnhem 14/05 Kroepoekfabriek, (with IX) Vlaardingen 19/05 Patronaat, Haarlem 20/05 Wilhelmina, Eindhoven 21/05 Hedon, Zwolle 27/05 Simplon Groningen 28/05 Festival Sniester, Den Haag

Album Reviews: Indian Askin en Babymetal

Indian AskinIndian Askin – Sea Of Ethanol (Warner)
Een slimme zet van Chino Ayala en de zijnen, om de eerste EP van Indian Askin al aan de vooravond van Noorderslag uit te brengen. De vier liedjes hadden vermoedelijk gerust nog even kunnen wachten, maar marketingtechnisch is het gunstig om in Groningen iets te presenteren te hebben. Een paar maanden verder ziet nu ook Sea Of Ethanol het licht.

Naast het vooruitgeschoven materiaal is plaats ingeruimd voor acht nieuwe songs die zich prima verhouden ten opzichte van hun voorproefje. Het openingsnummer is een geweldige binnenkomer. Een woordloze, trippende herinterpretatie van Flaming Lips die heerlijk doordreunt – dat is aangenaam wakker worden. Ook Pretty Good zegt waar het op staat; het grillige, magnetiserende walsje tekent voor een vroeg hoogtepunt. De band voelt op de uptempo songs Really Wanna Tell You en Better One goed aan wanneer er een tandje bij moet worden gezet.

Toch blijft alles relatief clean. Ayala is eerder van het subtiele pingelwerk dan gierende, uit de bocht vliegende solo’s. Millionaire’s Outside The Simian Flock lijkt een belangrijke inspiratiebron. Sea of Ethanol is een sexy, eigengereide debuutplaat. Tongue in cheek, diepe baslijnen, en gezongen met het nodige aplomb. Indian Askin blaast het adagium van seks, drugs en rock ‘n roll nieuw leven in, en daar is nog nooit iemand slechter van geworden. Tekst Mania | Max Majorana

LIVEDATA 21/04 EKKO, Utrecht 22/04 Hedon, Zwolle 07/05 Klomppop, Overzande 15/05 gaellus open air, Tienray 27/05 Sniester, Den Haag 28/05 Dauwpop, Hellendoorn (Uitverkocht) 04/06 Vestrock, Hulst 11/06 Schippop, Schipluiden 19/06 Best Kept Secret Festival, Hilvarenbeek 22/07 Zwarte Cross, Lichtenvoorde
BABYMETALBabymetal – Metal Resistance (EAR Music) 
Su-Metal, Yuimetal en Moametal zijn de drie leden van Babymetal. Su-Metal zingt, Yuimetal en Moametal grunten en dansen op de combinatie van glampop, emopunk en springerige synthesizerrock. De dames zijn vooral populair in Japan en maken volgens eigen zeggen “schattige metal.” Metal Resistance is na een aantal in Japan succesvolle singels en de release van debuut Babymetal de tweede langspeler. KARATE, YAVA!, No Rain, No Rainbow en From Disk Till Dawn zijn titels die in eerste instantie nieuwsgierigheid opwekken. De drie leden van de groep verkleden zich voor optredens als schoolmeisjes, die lijken mee te willen doen aan een karaokewedstrijd. Al deze informatie leidt in Nederland vooral tot ongeloof en een grote glimlach.

Echter, Babymetal trekt in Japan volle zalen en stond in 2015 in Tokyo voor een razend enthousiaste menigte van 13.000 bezoekers. Later dit jaar heeft de groep het overal bekende Tokyo Dome geboekt. Slechts Kiss, Aerosmith en The Rolling Stones verkochten de Dome uit. Babymetal schaart zich in die exclusieve rij. Kobametal is de producer van de band en vertelde in een interview dat de naam Babymetal als “in een goddelijke boodschap” tot hem kwam. Tijdens het luisteren naar Metal Resistance is het moeilijk om niet te glimlachen.
Opener Road Of Resistance is een theatraal en bombastisch stuk muziek waarop de dames volop grunten. Onverstaanbaar maar het zullen Yuimetal en Moametal zijn. Daarbij zijn de gitaarsolo’s snoeihard en indrukweekend snel. Nummers als Awadama Fever en Amore zijn voorbeelden van in een studio opgenomen stukken, waarbij vooral de partijen op de synthesizer over elkaar buitelen. De melodielijnen klinken bekend en ontzettend commercieel. Voor zover de teksten zijn te verstaan gaan ze over liefde of de afloop van een liefdesrelatie.

En toch, en toch, na vaker beluisteren van deze curieuze release groeit het respect voor Babymetal en producer Kobametal. De glimlach verdwijnt niet geheel, maar het respect groeit. Leuk ook dat de groep naar Nederland komt voor een optreden. En dan gewoon een minuut in DWDD laten spelen. Jaks Schuit

LIVEDATUM 05/06 Fortarock, Nijmegen

Album Reviews: PJ Harvey en Supersonic Blues Machine

PJ HarveyPJ Harvey – The Hope Six Demolition Project (Warner)
Na het winnen van de Mercury prijs voor haar laatste album Let England Shake, komt PJ Harvey met dit nieuwe album dat geproduceerd werd door Mark Ellis, beter bekend als Flood, die onder andere werkte met Sigur Ros, Nick Cave en Warpaint.

Tussen 2011 en 2015 bracht de Britse veel tijd door in Kosovo, waar de hoofdstad Pristina zorgde voor de inspiratie voor de title-track The Wheel. Harvey zei over haar in 2011 uitgebrachte Let England Shake dat ze anders muziek is gaan schrijven en wel op een manier waardoor ze de focus op de woorden legt en zich daarnaast bezighoudt met het instrumentale deel.

Als we naar de elf nummers luisteren van dit nieuwe album dan is deze manier van muziek maken duidelijk te horen. De politiek geladen teksten zijn als een soort regenboog over een heuvelachtig landschap dat gevormd wordt door verschillende instrumenten waarin Pink Floyd en Cat Power als een kleine beek door de vallei stromen. Hoewel The Hope Six Demolition Project een album is uit 2016, heeft PJ Harvey het in zich om een geluid te creëren dat voelt als een samenvatting van de afgelopen jaren en zelfs een futuristische verdieping geeft aan sommige nummers. Dat de 46-jarige het meer dan in zich heeft om sterke teksten te schrijven werd met het album Let England Shake al duidelijk. The Hope Six Demolition Project is hierop nog een extra bevestiging. Tekst Mania | Linda Rettenwander

LIVEDATUM 24/06 Down The Rabbit Hole, Beuningen 02/07 Rock Werchter, WerchterSupersonic Blues Machine - West of Flushing, South of FriscoSupersonic Blues Machine – West of Flushing, South of Frisco (Provogue/ Mascot Label Group)
De naam Fabrizio Grossi zal niet meteen bij iedereen een belletje doen rinkelen maar wie zich verdiept in het arbeidsverleden van deze bassist, geluidstechnicus en producer uit Los Angeles, zal moeten erkennen dat de beste man zich kan beroepen op een indrukwekkende staat van dienst. Zo zouden albums van bijvoorbeeld Steve Vai, Alice Cooper, George Clinton, Joe Bonamassa, Ice-T en Slash heel anders geklonken hebben, nooit het beoogde succes bereikt hebben, of zelfs nooit uitgebracht zijn. Volgens ingewijden is het geen toeval dat iedereen zo graag met hem wilt samenwerken. De Italiaanse Amerikaan staat bekend als een bezeten muzikant die in staat is om met zijn enthousiasme menig artiest naar een hoger plan te tillen.

Dat het met zijn netwerk bovendien geen probleem is om diverse muzikanten zover te krijgen om mee te werken aan zijn Supersonic Blues Machine, is dus ook niet verwonderlijk. Het is al vier jaar geleden dat hij samen met de Texaanse gitarist en singer/songwriter Lance Lopez de eerste plannen voor dit project ontvouwde. Nadat hij Toto’s Steve Lukather liet weten dolgraag eens met drummer Kenny Aronoff te willen samenwerken, kon dat nog dezelfde avond worden geregeld. De agenda’s werden afgestemd, waarmee John Mellencamp, Smashing Pumpkins, John Fogerty, Joe Cocker en Meat Loaf plotseling zonder drummer kwamen te zitten, en de eerste opnamen van het ‘supertrio’ konden spoedig worden vastgelegd.

Grossi zul je nergens horen spreken over ‘een project’ wanneer Supersonic Blues Machine ter sprake komt. Dit gaat volgens hem veel verder en liever spreekt hij over een bijzonder ‘kameraadschap’. Dit kameraadschap bestaat uit een drietal gelijkgestemden die samen uit een smeltkroes van creativiteit maar liefst dertien tracks in een moordend tempo op de band wisten te slingeren en, sinds enige tijd, ook uit te brengen. Met behulp van enkele zeer interessante muziekvrienden en label-maatjes is een ijzersterke collectie samengesteld waarin veel variatie te bespeuren valt maar waarin ook een zeer herkenbaar geluid doorklinkt van het powertrio Grossi/Aronoff en Lopez. Billy F. Gibbons van ZZ Top stond als eerste te popelen om deel uit te maken van ‘het kameraadschap’. In Running Whiskey is het hem uitstekend gelukt om zijn stempel te drukken. De meesterlijke slide-gitaarbijdragen op Remedy zijn onmiskenbaar afkomstig van Warren Haynes, de gitarist van Gov’t Mule die met zijn vocalen het geheel van een heerlijk vettig en soulvol sausje voorziet. Wij hebben de gitarist nog nooit op een foutje kunnen betrappen en ook deze keer lijkt de zwaar ondergewaardeerde Haynes zichzelf weer te overtreffen. Naast een dozijn sterke eigen composities is er daarnaast ruimte gemaakt voor een vertolking van Bobby Bland’s Ain’t No Love (In The Heart Of The City) die, zoals hier uitgevoerd, wel heel erg lijkt op de uitvoering waar Whitesnake ooit succes mee had.

Grossi moest tijdens de opnamen vaak denken aan de manier waarop bands als The Who en Rolling Stones indertijd vaak te werk gingen. Iedereen die al dan niet toevallig in de buurt was werd uitgenodigd in de studio om een bijdrage te leveren. Het blijkt dus nog steeds mogelijk om zoiets ook in deze tijd te realiseren. Zelfs Walter Trout die na een wonderbaarlijk herstel van een levensbedreigende leveraandoening fitter lijkt dan ooit, levert hier een prestatie van formaat in het intens bluesy en met soul doordrenkte Can’t Take It No More dat als hoogtepunt van het album mag worden beschouwd. Spectaculaire gitaarduels en fenomenaal drumwerk met enkele geweldige stemmen, je moet er van houden. Fabrizzio Grossi heeft met Supersonic Blues Machine iets geweldigs neergezet dat hopelijk, met of zonder gastbijdragen, een vervolg gaat krijgen want West Of Flushin, South Of Frisco smaakt absoluut naar meer. Jeroen Bakker

Album Reviews: Michelle David en Roald van Oosten

Michelle DavidMichelle David – The Gospel Sessions, Vol. 2. (Excelsior)
Heel even schiet het door me heen. Zat de verkeerde LP in de hoes? Een heruitgave van een mij onbekende diamant op, ongetwijfeld, Atlantic ergens midden jaren zestig? Het is echter wel degelijk My Praise, het losjes op Walk Around Heaven All Day gebaseerde openingsnummer van het tweede deel van de samenwerking tussen Beans & Fatback mannen Onno Smit en Paul Willemsen en zangeres Michelle David.

Was het op deel 1 een zo kaal mogelijke variant, op deel 2 pakken ze uit met rijk gearrangeerde Gospel/Soul, diep gedrenkt in traditie, maar volstrekt eigentijds klinkend. De schitterende productie en de ijzersterke songs zijn echter slechts de opmaat voor het vocale talent van David, die we natuurlijk wel kennen van Big, Black & Beautiful, maar hier luidkeels de indruk geeft de plek te hebben gevonden die ze altijd al zocht. Deel 1 was een geslaagd experiment, Deel 2 is een meesterwerk. De kerken gaan weer vollopen. Tekst Mania | Jurgen Vreugdenhil

LIVEDATA 13/04 Huis Verloren, Hoorn 01/05 Noorderkerk, Sneek 08/05 Here Comes The Summer, Vlieland 04/06 Nacht van de Kunst & Wetenschap, Groningen 28/07 Stortemelk, Vlieland 31/07 Zomer op het Plein, Alkmaar

Roald van OostenRoald van Oosten – Oh Dark Hundred (V2)
Toch handig voor de recensent: een artiest die zelf duiding aan zijn album geeft. Van Oosten vat de sfeer van zijn album al aardig samen in de albumtitel en de titel van het openingsnummer. Laten we beginnen met de albumtitel, Oh Dark Hundred. Dat is een uitdrukking die vooral door militairen wordt gebezigd en betrekking heeft op een tijdstip in het holst van de nacht. Een nachtplaat dus. Het eerste nummer van de plaat heet Snug, wat te vertalen is als ‘warm en comfortabel’. Ook dat is treffend; Oh Dark Hundred voelt als een warme popplaat die meteen al vertrouwd aandoet.

Roald van Oosten is overigens geen nieuwkomer dus een korte samenvatting van zijn carrière kan geen kwaad. Zo halverwege de jaren ’90 maakt hij furore als frontman van de band Caesar, een band die de eer heeft om de allereerste Excelsior-release op hun naam te hebben. Ze bouwen in die tijd een stevige live-reputatie op met hun gruizige opzwepende rock en cult-hit Situations / Complications. Na zo’n tien jaar (waarin ze zelfs met Steve Albini hebben samengewerkt) komt er een einde aan de band, waarna Van Oosten zich richt op filmmuziek en een album opneemt met de nieuwe band Ghost Trucker, ook met een filmische sfeer. In een recent interview geeft hij aan niet alwéér een nieuw bandje te willen opstarten en dus is zijn nieuwe worp onder zijn eigen naam.

Een bandgeluid is er echter wel degelijk te horen op Oh Dark Hundred maar toch voelt het inderdaad aan als een solo-aangelegenheid. Het album draait namelijk om ingetogen, melancholische popliedjes. Fans van Caesar opgelet: scheurende gitaren blijven achterwege. Daarvoor in de plaats komen subtiele geluidseffecten die de muziek zo nu en dan iets spookachtigs geven. Juist, een nachtplaat dus. Ook in de teksten komen thema’s als dromen en het duister veelvuldig terug. Van Oosten zelf vertelt in een interview dat hij gewoon maar liedjes over ruimteschepen en katten schrijft, maar daar doet hij zichzelf te kort mee; op Oh Dark Hundred is de zanger juist persoonlijker dan ooit. Ruimteschepen komen weliswaar aan bod maar regelmatig doen de teksten reflectief aan, passend bij de melancholie van de liedjes.

Aha, het is dus een terneergeslagen singer-songwriterplaat? Nee, zeker niet! Er zit juist een aangename vaart in de muziek, de melodieën voelen opgewekt aan, en de sfeer is weliswaar nachtelijk maar ook warm en gloedvol. Het is een knappe prestatie: aan de ene kant schrijft Roald van Oosten liedjes die je vanaf de eerste luisterbeurt al inpakken, maar aan de andere kant doet dat niets af aan de gelaagdheid en diepgang. Het doet denken aan Pergola, de Nederpopklassieker van Johan. Maar ook aan een band als dEUS in de jaren ’90, niet in de laatste plaats vanwege de gelijkenis in stem met Stef Kamil Carlens (ook bekend van Zita Swoon).

Hoogtepunten zijn er in de vorm van het meeslepende Snug, het quasi-lichtvoetige A Different Light, het licht psychedelische Let’s Go Spacey en de mijmerende afsluiter A Great New Town, maar eigenlijk is elk liedje raak. Liedjes die je steeds meer in je hart sluit. Daarmee is Oh Dark Hundred een plaat om te koesteren. Arnout de Vries

LIVEDATA 13/04 Paradiso, Amsterdam 15/04 W2 Poppodium 16/04 Vera, Groningen 17/04 Hedon, Zwolle

Album Reviews: Ben Harper en John Coffey

Ben HarperBen Harper & The Innocent Criminals – Call It What It Is (Caroline)
Vroeger, toen de lucht nog schoon was en de seks vies. Met dat flauwe cliché opent Ben Harper Call It What It Is, het album dat het hem na acht jaar weer verenigt met de Innocent Criminals. Gelukkig doet hij dat muzikaal zo sterk, dat je het hem direct vergeeft. Rauw, groovend en krachtig, zoals Harper op zijn beste momenten klinkt.

In het aansluitende Deeper And Deeper horen we direct zijn andere karakteristieke kant: gevoelig en breekbaar, met een falsetto die je op slag kippenvel bezorgt. De reünie met zijn oude begeleidingsband heeft Ben Harper duidelijk teruggebracht in een comfortabele en vooral ijzersterke vorm. Op Call It What It Is horen we Harper weer vertrouwd laveren tussen blues, soul, gospel en rock. Met zijn herkenbare Weissenborn, fantastische stem en vooral ook kritische kijk op de wereld.

De bluesy titeltrack laat wat dat betreft weinig aan de verbeelding over: “They shot him in the back, now it’s a crime to be black.” Inderdaad, Call It What It Is noemt Amerika’s complexe kwesties bij hun naam. Dat is indrukwekkend en inspirerend, zeker als je bedenkt dat Harper dergelijke boodschappen al meer dan twintig jaar vertolkt zonder ook maar iets van relevantie of felheid te verliezen. Wie nog wel eens met weemoed terugdenkt aan zijn geweldige albums uit de jaren 90 heeft er met Call It What It Is absoluut een nieuwe favoriet bij. Tekst Mania | Martijn Koetsier

LIVEDATA 18/10 Vorst Nationaal, Brussel 24/10 Paradiso, Amsterdam

Bestel en win een gesigneerde canvas!!!

John Coffey - A House for TheeJohn Coffey – A House For Thee (V2)
Op doorbraakplaat The Great News van vorig jaar klinkt John Coffey toegankelijker dan ooit. Steeds vol energie, branie en agressie, maar met songs bruisend van melodie. Een plaat met een hoog popgehalte dus. Dit tussendoortje lijkt daar een reactie op, want A House For Thee klinkt donker en een tikje serieuzer.

Het onderwerp van de songs leent zich hier ook voor, want de Utrechters snijden tekstueel de vluchtelingencrisis aan. Een gevoelig onderwerp dat door de punkrockers messcherp en met veel ironie wordt verwoord. Opener No House For Thee gaat over een badgast die niets van vluchtelingen moet weten tot hij een drenkeling aantreft. De boosheid en verontwaardigheid van de band over het lot van deze mensen klinkt door in de muziek. Zanger David Achter de Molen schreeuwt dit keer weer meer dan dat hij zingt. De meeschreeuwrefreintjes waar de band op The Great News zo in excelleert, ontbreken dit keer.

No House For Thee en Nails on the Blackboard missen muzikaal een beetje richting, maar weten de luisteraar tekstueel te boeien. In slepende songs Needless en One Size Fits All horen we een kant van John Coffey die we nog niet zo vaak hebben gehoord; een indrukwekkend staaltje sfeervol beukwerk. Als dit een voorproefje voor het nieuwe volledig album is, hoor je ons niet klagen. Milo Lambers

LIVEDATA 05/05 Bevrijdingsfestival Zwolle 05/05 Bevrijdingsfestival Haarlem 05/05 Bevrijdingsfestival Utrecht 28/05 Graspop Festival, Rasquert 03/06 Vestrock, Hulst 11/06 Retie Rock, Retie (B) 24/06 Jera On Air, Ysselsteyn  09/07 Stonerock, Dalfsen 16/07 Valkhof Festival, Nijmegen 22/07 Zwarte cross, Lichtenvoorde 26/08 Nirwana Tuinfeest, Lierop 02/09 City Rock, Leeuwarden

Album Reviews: Yeasayer en Giant Tiger Hooch

YeasayerYeasayer – Amen & Goodbye (Mute)
2007. Brooklyn trio Yeasayer brengt All Hour Cymbals uit en waar zij de wereld ontdekken, ontdekken wij Yeasayer. Middels experimentele neopsychedelische pop en een gesmolten matrix van Oosterse en Afrikaanse geluiden schitteren nummers als 2080, Sunrise en Wait For The Summer. Opvolger Odd Blood is meer indie en glansrijk dankzij onder meer O.N.E. en Madder Red. In 2013 komt Fragrant World uit. Een ietwat dromerige plaat, maar fier overeind blijvend door tracks als Fingers Never Bleed en Henrietta.

Is Amen & Goodbye gezien de titel de laatste langspeler? Hopelijk niet. Per album lijkt Yeasayer iets vager en ongeregeld te worden, maar ze komen er telkens mee weg. Zo ook nu. Instrumentaal gepriegel en minder pakkende nummers als Dead Sea Scrolls en Divine Simulacrum worden weggevaagd door juweeltjes als I Am Chemistry, Silly Me, Half Asleep en Gerson’s Whistle. Drie luisterbeurten en ik was om. Verslavend album van een geweldige band. Tekst Mania | Jelle Teitsma

LIVEDATA 12/06 Handelsbeurs, Gent 19/06 Best Kept Secret, HilvarenbeekGiant Tiger HoochGiant Tiger Hooch – Panda! Panda! Panda! (Sounds Haarlem Likes Vinyl)
Het had maar weinig gescheeld of de langverwachte opvolger van het succesvolle ’76 dat Giant Tiger Hooch enkele jaren geleden uitbracht, was er nooit gekomen. “Je moet stoppen op het hoogtepunt”, verklaarde frontman Jeroen Ligter toen vervolgens de twijfel over het al dan niet doorgaan, toesloeg. De gitarist van de band was bijna naar Engeland vertrokken en er was ook nog onzekerheid of en waar de plaat zou worden uitgebracht. Grote opluchting is er nu de opvolger toch nog, volgens Ligter: “is uitgepoept”.

We kunnen er kort over zijn. Het wachten wordt beloond. Gestoken in prachtig stijlvol door Everaldo Pechler ontworpen artwork, springt de luid ‘Panda! Panda! Panda!’ brullende Giant Tiger je tegemoet, om je vervolgens met zijn uitgestoken klauwen meedogenloos bij de kladden te pakken en gedurende een ruim half uur niet meer los te laten. Onder vakkundige leiding van Mischa den Haring (bekend van o.a. T-99 en eerdere mooie produkties van Big Blind, Sugar Boy & The Sinners en Death Letters) en Ralph Verdult, zijn met een rotgang tien tracks opgenomen en afgemixed. Wie het schorem van Giant Tiger Hooch ooit van dichtbij heeft gemaakt zal zich realiseren dat dit een prestatie is die zijn gelijke niet kent. Het eerste lintje in de categorie ‘onmogelijke verdiensten’ kan alvast worden klaargelegd.

Rauw, ongepolijst, vuig, smerig maar vol energie is men in de studio tekeer gegaan. “Wij gaan niet heel diep in de muziek hoor. Zolang we maar tegelijk starten en samen eindigen is het goed”, aldus Ligter die met dit album onbewust de hele Nederlandse muziekindustrie die zichzelf veel te serieus neemt, te kakken zet. Hier worden nergens concessies gedaan. Gewoon inpluggen en vol overgave alles geven, luidt het devies. Luister naar de beukende opener Head en je begrijpt wat hier wordt bedoeld: “I Keep My Head Up High”, terwijl je de microfoon bijna tegen zijn huig aan hoort hikken.

Voor compromissen hoef je bij deze heren duidelijk ook al niet aan te kloppen maar voor een portie volvette boogie in de geest van John Lee Hooker zoals in Miles kun je altijd een beroep op ze doen. De opgefokte ritmetandem en zeker ook de stuwende gitaarloopjes van Jorrit Makkinga verraden dat er wel degelijk meer achter zit dan alleen maar ‘gelijk beginnen en samen eindigen’. Tijd voor bezinning is er met Ho Ho Ho waarvoor de band zich in de gospel heeft ondergedompeld. Dan kan Ligter heel oprecht beweren ‘A New Way Of Life’ te zijn ingeslagen maar volgens ons is het al te laat. Tegen deze mate van bezetenheid is werkelijk niets bestand. Dit komt gelukkig nooit meer goed. Jeroen Bakker

LIVEDATA 16/04 Record Store Day @ Sounds, Haarlem (11:00) 16/04 Record Store Day @ Concerto, Amsterdam (14:00) 16/04 10 jaar Goomah @ Hedon, Zwolle 21/04 Sugar Mountain Festival @ Paradiso, Amsterdam (release party) 24/04 Ekko, Utrecht (+ Black Box Revelation) 05/05 Bevrijdingstrash Pacific Parc, Amsterdam