Album Reviews: Iggy Pop en lùisa

Iggy PopIggy Pop – Post Pop Depression (Loma Vista / Caroline)
Iggy Pop draait al bijna een halve eeuw mee in de muziekwereld, aanvankelijk met The Stooges, gevolgd door een succesvolle solocarriere. Pop’s 17e album is in samenwerking gemaakt met Josh Homme (Queens of the Stone Age). Na een telefoongesprek besloot Pop een aantal songteksten naar Homme te sturen, waarna na een paar maanden Homme op zijn beurt teksten naar Iggy stuurde, waarna de heren voor Post Pop Depression de studio in doken en het album in twee weken opnamen met onder meer Artic Monkeys drummer Matt Helders.

Bij opener Break Into Your Heart – bijna croonerachtig gezongen – wordt meteen al de aandacht vastgepakt. Het commercielere Gardinea zou qua stemming en zang bijna een David Bowie song kunnen zijn. Ook het sterke (walsachtige, zij het met tempowisselingen) German Days zou een verwijzing kunnen zijn naar de Berlijn-periode met Bowie. Maar elk nummer klinkt weer anders dan het vorige.

Sundays wordt afgesloten met een prachtige orkestratie en het broeierige Vulture is bijna een soundtrack voor een Spaghettiwestern. “I’m nothing but my name”, mompelt Iggy aan het eind van American Valhalla. Een onterechte veronderstelling want Post Pop Depression moet het meer van de kwaliteit van het album dan slechts van de naam van Iggy Pop hebben. Tekst Mania | Ron Bulters

LIVEDATUM 10/05 Heineken Music Hall, Amsterdam (uitverkocht)lùisalùisa – Never Own (Nettwerk Music Group)
Je hebt tegenwoordig veel popartiesten die een heel team achter zich hebben. Songschrijvers, producers, arrangeurs, noem maar op. Lùisa niet gezien. Zij doet juist zo veel mogelijk in haar eentje, waarbij ze ook overal de regie over houdt. Ze schrijft folkliedjes die ze fraai inkleurt met elektronische arrangementen. Live brengt ze haar muziek soms met band, maar ook regelmatig staat ze alleen op het podium met een akoestische gitaar, een hoop elektronica, en de middelen om haarzelf op te nemen en te loopen.

Elektronica, ja, maar toch voelt haar muziek helemaal niet zo elektronisch aan. Ze gebruikt de elektronische elementen op subtiele wijze om haar liedjes net wat meer sfeer te geven en net wat meer te laten sprankelen. Liedjes die tussen folk en pop inhangen en tekstueel erg persoonlijk aandoen. De Duitse zangeres zingt echter geen moment in haar moedertaal. Wel zingt ze voornamelijk in het Engels, en een enkele keer in het Frans en in het Italiaans. En dan te bedenken dat ze slechts 22 jaar is.

Toegegeven, je kan aan de Engelste teksten wel enigszins merken dat het niet haar eigen taal is. De woordkeuze lijkt soms wat beperkt, waardoor de teksten wat aan diepgang missen. Toch geven de teksten een mooi kijkje in het hoofd van de vrouw, die op haar jonge leeftijd nog zoekende lijkt te zijn, en haar eigen emoties mooi onder de loep neemt.

De echte pracht zit hem echter in de muziek. De plaat, Never Own, zit vol met prachtige melodieën, het ene moment weemoedig, het andere moment juist bijzonder opgewekt. Lùisa zelf zingt vaak ingetogen, terwijl op andere momenten blijkt hoe krachtig haar stem kan zijn. Het is net waar het liedje om vraagt. En de combinatie van akoestische instrumenten en lichte elektronica zorgen voor een prachtige symbiose, de twee komen fantastisch samen en zorgen voor een eigen geluid dat als een warme deken aandoet. Gelaagd, vol met details. De liedjes an sich zijn prima, de teksten ook, haar stem weet je te raken maar waar het album écht tot leven komt zijn de rijke en sfeervolle arrangementen.

Hoogtepunten zijn, toevallig of niet, net de twee anderstalige nummer. Ten eerste L’hiver en Juliet. Hierop heeft de muzikante zweverige synthesizerklanken onder haar gitaargetokkel gelegd. In de loop van het nummer worden er voorzichtig wat percussie en andere geluiden aan toegevoegd, zonder dat de intieme sfeer ook maar enigszins teniet wordt gedaan. De titel van het nummer (vertaald: winter in juli) is bijzonder toepasselijk voor het gehele album. Het heeft namelijk een winterse sfeer zonder koud aan te doen. Een knappe prestatie.

Het andere hoogtepunt, All’Inizio, wordt in het Italiaans gezongen, en heeft ironisch genoeg lichte bossanova invloeden (bossanova is juist een Braziliaans genre, dat vaak in het Portugees wordt gezongen). Bossanova is een genre dat aardig ver van haar muziek afstaat, maar lùisa weet het zo subtiel toe te passen dat het naadloos in het nummer verweven zit. En die subtiliteit vinden we in het gehele album terug. Het maakt Never Own tot een bijzonder album dat per luisterbeurt groeit. Melodieuze, sfeervolle folktronica vol details. Een album dat met wat meer aandacht zo tot een klassieker uit zou kunnen groeien. Arnout de Vries

LIVEDATA 21/04 Huis 23, Brussel 22/04 Paradiso, Amsterdam

Album Reviews: Ray LaMontagne en Idiots

Ray LaMontagneRay Lamontagne – Ouroboros (Sony)
Met zijn vorige, door Dan Auerbach geproduceerde album Supernova maakte Ray Lamontagne een opmerkelijke stap, waarin hij zijn in de Americana roots gedrenkte songs een mooie, en stevige gitaarsound meegaf. Met Ouroboros gaat Lamontagne nog een stap verder. Met behulp van Jim James (My Morning Jacket) weet hij een eigentijdse psychedelische sfeer neer te zetten, waarin zijn songs alleen nog maar tot hun recht lijken te komen.

Eerste single Hey No Pressure is een ijzersterke rocksong, waarin Lamontagne de moeite die hij heeft met de snelle, veeleisende wereld tegen een breed uitwaaierend gitaargeluid en een stevige beat neerzet. Tekenend voor kant één van de LP, want kant twee is bepaald van een ander kaliber. Het tempo gaat omlaag, maar de psychedelica neemt toe. Een hypnotiserend geluid, waarin vooral de troef van Lamontagne’s gruizige stemgeluid prachtig wordt uitgespeeld.

Songtitels als Murmuration Of Starlings en Wouldn’t It Make A Lovely Photograph geven al aan dat de songs een diepzinnige laag kennen waarmee Jim James als producer wel raad mee weet. Lamontagne kan hoorbaar al zijn emoties in de songs kwijt, waardoor een luisterbeurt een behoorlijke intense ervaring is, en bepaald niet weggelegd voor watjes. Opnieuw een opmerkelijke stap van de introverte man, die buiten zijn muziek om zelden zijn mond opendoet, maar in zijn muziek werkelijk alle grenzen opzoekt en nergens voor terug deinst. Tekst Mania | Jurgen VreugdenhilIdiotsIdiots – II  (Waste My Records)
Het leven is soms poepsimpel. Breng een tweede album uit en doop het II. Eenvoudig is ook de muziek op het spiksplinternieuwe album van Idiots dat uitgerekend vandaag op de vierjaarlijkse schrikkeldag voor het eerst naar levensadem hapt. Maar laten we wel wezen: simpel staat hier niet voor debiel, idioot of een volslagen miskleun. II klinkt als een vat vlot glycerrine dat elk moment letterlijk door het dak dreigt te exploderen.

De leden van Idiots, met o.m. Luc – lid van de Bende van de Roste in het illustere Bevergem – verlekkeren zich duidelijk op vettige garagerock met olievette licks waarover je best niet al teveel nadenkt. Avant-gardisten beleven hier ongetwijfeld weinig pret aan, maar wie van de overtuiging is dat rock & roll in de eerste plaats nog steeds werkmanskunst is, geniet zonder meer van de tien vlijmscherpe, gebalde songs van deze Gentse posse. Single Backk vormt een goede inleidng op dit onvervalst stuk Easy Rider op vinyl. Maar een song als Bricks To Dust scoort zich ook probleemloos door het ingangsexamen van de nieuwste Tarantino of de HBO-serie Vinyl, vormgegeven door Scorsese en Jagger themselves. Leuk is ook het Frans tussendoortje dat we geserveerd krijgen tijdens High (track 9). Zalving met een pervers onderonsje, gevolgd door vlijmharde zweepslagen waarvan ze in Saoedie-Arabië lichtjes rood aanslaan.

Idiots worden her en der gedefinieerd als een Vlaamse copy van The Hives. En ook al zijn we zelf fan van de losgeslagen Scandinaven, dat doet Idiots oneer aan. Want deze band heeft ondanks de rechttoe-rechtaan aanpak wel degelijk een eigen smoel, waar zij en wij trots op mogen zijn.
Samengevat: ga deze band live zien en dans de Urang Utan Boogie (track 7), maar laat je thermisch ondergoed aub thuis. Zweten als een rund doe je sowieso. Tot slot nog een tip van het Ministerie van Volksgezondheid: breng toch maar die oordoppen mee, want de Big Bang is nooit ver weg. Ruud Van Der Locht

LIVEDATA 23/03 Muziekodroom, Hasselt 25/03 De Kreun Kortrijk 26/03 Het Bos, Anstwerpen 14/04 Het Depot, Leuven

Album Reviews: Birth Of Joy en Bombay

Birth of JoyBirth Of Joy – Get Well (Suburban Records)
Het zijn mooie tijden voor liefhebbers van psychedelische rock van Nederlandse bodem. We hebben Jacco Gardner, Pauw, DeWolff en Birth Of Joy. Die laatste band maakt al een paar platen lang zompige rock met slechts gitaar, orgel en drums. Get Well moet de opvolger worden van doorbraakplaat Prisoner en dat is meer dan gelukt.

Het trio gaat tekeer met intensiteit en urgentie, waarbij de gejaagde zang van Kevin Stunnenberg beurtelings aan Jim Morrison en Robert Plant doet denken. Het tempo ligt behoorlijk hoog; songs als Blisters, Carabiner, You Got Me Howling en Hands Down denderen lekker door, terwijl Midnight Cruise bluesy swingt.

Op Numb wordt de spanning langzaam opgebouwd en Meet Me At The Bottom vliegt op het eind heerlijk uit de bocht. Het titelnummer, een uitgesponnen, hypnotiserende psychotrip, steekt daar weer mooi bij af. Get Well is tien nummers lang een ijzersterk groovende rocktrein, die weinig te wensen overlaat. Tekst Mania | Louk Vanderschuren

Birth Of Joy doet op 12 maart een INSTORE in Plato Deventer/De Hip!
Aanvang 14:00 uur. Toegang uiteraard gratis!

LIVEDATA 03/03 ‘t Beest, Goes 04/03 Asteriks XL, Leeuwarden 05/03 Grenswerk, Venlo 06/03 Where The Wild Things Are Festival, Zeewolde 10/03 TivoliVredenburg, Utrecht 11/03Vera, Groningen 12/03 Burgerweeshuis, Deventer 13/03 Paradiso Noord @ Tolhuistuin, Amsterdam 23/03 Muziekodroom, Hasselt 26/03 Paaspop, Zieuwent 28/05 Dauwpop, Hellendoorn 23/07 Zwarte Cross, Lichtenvoorde

BombayBombay – Show Your Teeth (V2)
Als jochie kreeg ik eens een obscure druk van Iron Maiden’s Seventh Son of the Seventh Son in mijn handen gedrukt. De volgorde was alfabetisch. Dat wist ik niet, maar toch hoorde ik dat de volgorde van songs niet logisch was. Dat zelfde gevoel bekruipt me bij Dolly Doesn’t want to Face the Facts van het Amsterdamse Bombay. Zonder twijfel het mooiste nummer van deze plaat, maar een opener? Nee, echt niet.

Het getuigt wel van lef om als rockband zo sfeervol te beginnen. Bovendien is het liedje exemplarisch voor de nieuwe koers van de Amsterdamse indierockers. De band spint songs meer uit en moet het meer van sfeer dan van riffs hebben. Bombay klinkt – pak alvast maar een teiltje – volwassen. Hier horen we een band met een duidelijk beeld van wat het wil. Of het nu gaat om compromisloze songs als Sea en Bored of het spannende Friendly Fire, de overtuiging spat er constant van af. Zoete koek voor indiekids, hipsters en verstokte rockers. Bombay kan z’n stek op de festivalkalender gaan vastleggen. Milo Lambers

Livedata 17/03 Patronaat, Haarlem 18/03 Asteriks, Leeuwarden 19/03 Metropool, Hengelo 24/03 Hedon, Zwolle 25/03 013, Tilburg 26/03 Ekko, Utrecht 27/03 Paaspop, Schijndel 27/04 Oranjepop, Nijmegen 30/04 Pinguins in Paradiso, Amsterdam

Album Reviews: Animal Collective en Teramaze

Animal CollectiveAnimal Collective – Painting With (Domino)
Nadat Avey Tare en Panda Bear zich allebei op een solo-avontuur hebben gericht en Geologist voor zijn dochter heeft gezorgd is de band weer samengekomen voor een album. Dat album, Painting With, klinkt aan de ene kant als typisch Animal Collective, maar heeft aan de andere kant weer net een andere focus. De band noemt het zelf hun Ramones-album. Oftewel: korte liedjes en snel to the point. Maar waar de Ramones hun liedjes vaak juist heel kaal en simpel hielden, gooit Animal Collective hun liedjes propvol met extra beats en arrangementen.

Zoals we van de groep gewend zijn, stuiteren de liedjes hyperactief in het rond en doen ze flink psychedelisch aan. Het knappe aan Animal Collective is echter dat ze net de grens weten te vinden tussen pakkende liedjes en psychedelische chaos. Met aan de ene kant bijvoorbeeld het refrein van leadsingle FloriDada dat niet meer uit je hoofd te branden is, en aan de andere kant vervreemdende electronica, gekke ritmes, en een hoog tempo waarbij je voor je het weet weer in een ander liedje terecht bent gekomen. Vergeleken met vorige albums zijn de liedjes, tussen alle ritmes en geluiden door, net wat moeilijker te doorgronden. Luister je echter goed, dan hoor je de Ramones-achtige popliedjes ergens wel terug als basis, waar vervolgens met veel plezier op z’n Jackson Pollocks overheen is geverfd. De band kleurt op Painting With dan ook continu buiten de lijntjes maar niet zó ver buiten de lijntjes dat het onherkenbaar wordt. Tekst Mania | Arnout de Vries

LIVEDATA 01/04 Botanique, Brussel (sold out) 02/04 Rewire Festival @ Paard van Troje, Den HaagTeramazeTeramaze – Her Halo (Music Theories Recordings/Mascot Label Group)
De vier leden van Teramaze noemen Tool, Dream Theater en Pantera als invloeden. Daarbij zijn de leden ergens in een carrière van drieëntwintig jaren bekeerd. Op Her Halo wordt geen enkele keer gerefereerd aan seks en drugs en gaat het vooral om progressieve metal met een boodschap. Terrormaze was de naam van de groep in de jaren na de oprichting in 1993. Uit die naam sprak agressie en negativisme en dus werd de naam veranderd en de teksten aangepast.

Voorganger Esoteric Symbolism scoorde positieve recensies en liet de zalen volstromen. Niet meer dan logisch dat de Australiërs hebben gekozen voor een release met meer van hetzelfde en opnieuw goede kwaliteit. Opener An Ordinary Dream duurt bijna dertien minuten en houdt de luisteraar in de stoel gevangen. Roffelende drums, strakke gitaarpartijen en lekker lopende baslijnen zorgen voor een progressief, muzikaal fundament waar zanger Nathan Peachy zijn teksten – zonder prekerige boodschappen – op kwijt kan. Singel Out Of Subconscious ging het album vooraf en scoorde in alle metabladen positieve recensies. Acht nummers en Her Halo klokt ruim zesenvijftig minuten muziek. Trapeze is een instrumentaal nummer dat minutenlang van hoogtepunt naar hoogtepunt laveert, terwijl Delusions Of Grandeur de juiste afsluiter is. Teramaze heeft een release uitgebracht die geen moment irriteert door de boodschap en in veel van de nummers fascineert door de strakke drum- en gitaarpartijen. Jaks Schuit

Album Reviews: El Pino and the Volunteers en Joe Louis Walker

El Pino and The VolunteersEl Pino and the Volunteers – El Pino and the Volunteers (Excelsior)
Happy Camper, TIKA, de Daryll-Ann, allemaal redenen waarom we lange tijd niets hoorden van El Pino and the Volunteers. Gelukkig zijn de prioriteiten verlegd en is er eindelijk het derde album, als vanouds op Excelsior. Ook nu geldt weer dat de gehele rock- en popgeschiedenis als invloed heeft gefungeerd, met een lichte voorliefde voor de Americana rock van alle tijden, denk aan The Byrds, The Buffalo Springfield en, meer recent, Wilco.

Opener Top Of Everything combineert dat weer met een Beatlesque en fungeert gelijk als aanjager van een album waar de energie van afspat. Het tempo ligt, gemiddeld, hoog, de composities zijn compact en van een constant hoge kwaliteit. De, uiteraard, gitaar georiënteerde begeleiding is lekker stevig zonder uit de bocht te vliegen, en zanger David Pino klinkt geïnspireerder dan ooit. Het was een lange pauze, maar als je dan met zo’n tijdloos album terugkomt is dat meteen vergeven. Tekst Mania | Jurgen Vreugdenhil

LIVEDATA 03/03 W2, Den Bosch 06/03 Ekko, Utrecht 10/03 Rotown, Rotterdam 11/03 Luxor Live, ArnhemJoe Louis WalkerJoe Louis Walker – Everybody Wants A Piece (Provogue/Mascot label Group)
Debuut Cold In The Night verscheen in 1986! Everybody Wants A Piece is bijna dertig jaren later het tweeëntwintigste album van deze electric blues veteraan. Het is fascinerend om de geschiedenis van Walker te lezen. Geboren op 25 december 1949 pakte het kerstkind pas op veertienjarige leeftijd de gitaar op. Walker ontmoette Mike Bloomfield, die hem introduceerde bij Jimi Hendrix en Grateful Dead. De daarop volgende omzwervingen zijn op de door de jaren heen verschenen albums te horen. Walker werkte onder meer samen met Branford Marsalis, James Cotton, Tower Of Power, Bonnie Rait, Buddy Guy, Taj Mahal, Ike Turner en Clarence Brown. Een rij namen om aan te geven dat Walker niet alleen beïnvloed is door de grote muzikanten uit de blues scene, maar ook zijn invloed heeft achtergelaten.

Het titelnummer Everybody Wants A Piece opent en zet de toon. Het is een uptempo bluesnummer waarop Walker naar hartenlust soleert. Duidelijk is dat deze release geen grote verrassingen bevat. Walker speelt en zingt met veel plezier en laat horen dat de blues tijdloos is. Afsluiter 35 Years is het laatste nummer van een klein uur bluesmuziek zoals alleen enthousiaste, begeesterde muzikanten die kunnen maken. Titels als Gospel Blues en Wade In The Water vertellen over de muziek die JLW (Joe Louis Walker) al meer dan dertig jaren maakt. Everybody Wants A Piece! Joe Louis Walker lijkt te willen zeggen dat het niet OK is om alleen maar het eigen stuk te willen claimen. Walker geeft alle liefhebbers van de blues voor de tweeëntwintigste keer een gloeiend nieuw album waar de geschiedenis vanaf spat. Jaks Schuit

Album Reviews: Wolfmother en Stargaze

WolfmotherWolfmother – Victorious (Universal)
De heruitgave, vorig jaar, van de eerste plaat van Andrew Stockdale´s Wolfmother, diende kennelijk als opmaat voor de nieuweling Victorious. Vanaf de eerste tonen is duidelijk dat de krullenbol uit Australie en producer Brendan O´Brien terug willen naar dat zo succesvolle startpunt.

Net als toen strooit Stockdale, die het gehele instrumentarium voor zijn rekening neemt op de drums na, want daarvoor zijn Josh Freese en Joey Waronker ingehuurd, met voortreffelijke riffs. Deze stutten zijn puntige hardrock songs uiterst solide. Die staan dan ook alle tien als een huis.

Alleen Pretty Peggy rockt wat minder maar is een fraai romantisch rustpunt met die welluidende tamboerijnbelletjes. Stockdale´s zang is weer als vanouds ´Robert Plant proof´. Het enige bezwaar dat tegen deze voltreffer kan worden ingebracht is de korte speelduur, een dik half uur. Maar eigenlijk is dat ook een compliment. Tekst Mania | Wim Koevoet

LIVEDATA 26/04 Paradiso, Amsterdam (uitverkocht) 27/04 AB, Brussel 29/04 De Oosterpoort, Groningen 30/04 013, TilburgStargazeStargaze – Deerhoof Chamber Variations (Transgressive/PIAS)
Deerhoof is een band met lef. Een band die grenzen verlegt, en nooit voor de makkelijke weg gaat. Dat blijkt ook nu weer. Greg Saunier, de drummer van de band, timmert de laatste jaren al aan de weg als componist in de moderne klassieke muziek en de filmmuziek, en heeft nu een manier gevonden om dit met zijn bestaan als rockmuzikant te combineren. Twaalf nummers uit het fraaie oeuvre van Deerhoof heeft hij volledig opnieuw gearrangeerd, met daarbij in gedachten een kamerorkest. Deze twaalf nummers heeft hij vervolgens zo bij elkaar gezet dat ze één mooi geheel vormen, en laten uitvoeren door een gerenommeerd ensemble; s t a r g a z e, bekend van hun flirts met moderne popmuziek.

Om een indruk te geven wat een transformatie deze nummers hebben ondergaan; Data is van oorsprong een elf minuten lang, traag voortslepend, intens en dissonant rocknummer. In de versie van s t a r g a z e is het een lieflijk liedje van drie minuten, met opbeurende strijkers en haast engelachtig zang. Ook de andere nummers zijn nauwelijks herkenbaar. Dwarse, lawaaiierige rocknummers klinken plots als de soundtrack van een Disneyfilm.

Toch heeft Greg Saunier de composities volledig intact gelaten (hoogstens wat ingekort), en worden exact dezelfde noten gespeeld als op de originelen. Zijn eigen bijdrage aan de nummers, de drums, heeft hij wel weggelaten. Het is een bijzonder experiment, waarbij twee ogenschijnlijk onverenigbare genres toch worden verenigd. Bovendien laat Saunier horen wat een arrangement allemaal kan veranderen aan een nummer, en hoe een sterke compositie ook in een heel ander jasje nog overeind kan blijven.

Allemaal leuk en aardig, maar is het naast interessant ook mooi? Laat ik vooropstellen dat de gemiddelde Deerhoof-liefhebber, en tevens de gemiddelde Pinguin Radio-luisteraar, totaal uit zijn comfortzone moet stappen en zich open moet stellen voor een andere muzikale ervaring. Met pure rockmuziek heeft het immers weinig meer te maken. De speelsheid van Deerhoofs muziek blijft echter behouden, en ook het kleine ensemble, met onder andere strijkers en piano, weet de muziek veel sfeer mee te geven. Nu eens zwierig, dan weer indringend of zelfs ietwat onheilspellend.

Deerhoof-drummer, en tevens componist en arrangeur Greg Saunier heeft in samenwerking met kamer-ensemble s t a r g a z e een fascinerend muzikaal project neergezet, dat een brug bouwt tussen alternatieve rock en klassieke muziek, en dat zowel theoretisch interessant als aangenaam voor de oren is. De moeite waard om je eens aan te wagen! Arnout de Vries

LIVEDATUM 01/04 Rewire Festival, Den HaagJTNDaWZyYW1lJTIwc3JjJTNEJTIyaHR0cHMlM0ElMkYlMkZwbGF5ZXIudmltZW8uY29tJTJGdmlkZW8lMkYxMTUzNDIyMjUlMjIlMjB3aWR0aCUzRCUyMjUwMCUyMiUyMGhlaWdodCUzRCUyMjI4MSUyMiUyMGZyYW1lYm9yZGVyJTNEJTIyMCUyMiUyMHdlYmtpdGFsbG93ZnVsbHNjcmVlbiUyMG1vemFsbG93ZnVsbHNjcmVlbiUyMGFsbG93ZnVsbHNjcmVlbiUzRSUzQyUyRmlmcmFtZSUzRQ==

Album Reviews: Motorpsycho en Soulsavers

MotorpsychoMotorpsycho – Here Be Monsters (Rune Grammofon)
Here Be Monsters werd ooit geschreven voor eenmalige uitvoering tijdens het 100-jarig jubileum van het Noorse Techniek Museum in 2014. De muziek verdiende meer, werd verder uitgewerkt en uiteindelijk met behulp van toetsenist Ståle Storløkken opgenomen. Het resultaat laat meest opvallend, de band van een zachtere kant zien.

Na een prelude met enkel pianospel, gaat het album met Lacuna/Sunrise over in een atmosferische trip. Een avontuurlijk zestiger jaren gevoel heerst er over het album, als I.M.S. onheilspellend uitmondt in ouderwets stevige psychedelica. De donkere lucht weer opgetrokken pakt Motorpsycho de draad relatief kalmpjes op met prikkelende kunststukjes die zorgen dat er aan het album veel te ontdekken blijft. Tekst Mania | Corné Ooijman

LIVEDATUM 30/04 TivoliVredenburg, Utrecht

SoulsaversSoulsavers – Kubrick (San Quentin/PIAS)
Het Engelse producersduo Soulsavers is vooral bekend van hun met electronica en gospel doorweven rockmuziek, waarop ze samenwerken met zangers als Mark Lanegan, Mike Patton (Faith No More) en Dave Gahan (Depeche Mode). Na hun laatste album met Dave Gahan kregen ze echter inspiratie voor een ander project. De mannen komen in een Stanley Kubrick-fase terecht en raken verslingerd aan de films van deze befaamde regisseur. Ze zijn vooral onder de indruk van de personages en hoe sterk Kubrick deze neerzet. Vol met inspiratie besluiten ze een instrumentaal album te maken rondom deze personages.

Dit heeft, niet geheel verbazingwekkend, geresulteerd in een zeer filmisch album. Het betreft slechts acht compacte composities die qua stijl laveren tussen de klassieke muziek, de filmmuziek en vooruit, ook de rockinvloeden zijn zo nu en dan duidelijk merkbaar. Elk van deze acht nummers is vermoemd naar een personage uit een film van Stanley Kubrick. Zo opent het met Delarge uit A Clockwork Orange, om via onder andere Torrance uit The Shining en Hal uit 2001: A Space Oddyssey te eindigen bij Ziegler uit Eyes Wide Shut.

Natuurlijk is het lastig om het verhaal en de karaktertrekken van filmpersonages te verwerken in korte, instrumentale stukken. Daarom is het soms niet geheel duidelijk waar de link met het personage zit. Dat is niet erg, want ook zonder het Kubrick-thema is het een aangenaam sfeeralbum. De nummers bestaan voornamelijk uit fraai samenspel tussen strijkers en piano, en worden op dynamische wijze opgebouwd. Ze spreken tot de verbeelding en zijn de ene keer dramatisch aangezet, de andere keer wat subtieler.

Dat het op momenten wat klassiek aandoet is niet heel verrassend. Stanley Kubrick gebruikte namelijk volop klassieke muziek in zijn werk. Zo had het slotstuk Ziegler best een vergeten stuk van een oude componist kunnen zijn. Op hun beurt kunnen de liefhebbers van het typische Soulsavers-geluid hun hart ophalen bij Joker, met het broeierige orgeltje en de ietwat gruizige gitaar. Ook compositoneel weet het duo te overtuigen, met mooie, soms aangrijpende melodieën.

Kortom, het album vormt een prima tussendoortje en laat eens een andere kant zien van de band. Het is slechts een kwestie van tijd voor de twee mannen gevraagd worden voor een film-soundtrack, want ze bewijzen op Kubrick dat ze dat prima in de vingers hebben. Het album biedt een mooie mogelijkheid om je eens in de personages van Stanley Kubrick te verdiepen, maar staat ook prima op zichzelf en is net zo goed een aangename soundtrack voor tal van dagelijkse activiteiten. Arnout de VriesJTNDaWZyYW1lJTIwd2lkdGglM0QlMjIxMDAlMjUlMjIlMjBoZWlnaHQlM0QlMjI0NTAlMjIlMjBzY3JvbGxpbmclM0QlMjJubyUyMiUyMGZyYW1lYm9yZGVyJTNEJTIybm8lMjIlMjBzcmMlM0QlMjJodHRwcyUzQSUyRiUyRncuc291bmRjbG91ZC5jb20lMkZwbGF5ZXIlMkYlM0Z1cmwlM0RodHRwcyUyNTNBJTJGJTJGYXBpLnNvdW5kY2xvdWQuY29tJTJGdHJhY2tzJTJGMjI4MzQxOTc4JTI2YW1wJTNCYXV0b19wbGF5JTNEZmFsc2UlMjZhbXAlM0JoaWRlX3JlbGF0ZWQlM0RmYWxzZSUyNmFtcCUzQnNob3dfY29tbWVudHMlM0R0cnVlJTI2YW1wJTNCc2hvd191c2VyJTNEdHJ1ZSUyNmFtcCUzQnNob3dfcmVwb3N0cyUzRGZhbHNlJTI2YW1wJTNCdmlzdWFsJTNEdHJ1ZSUyMiUzRSUzQyUyRmlmcmFtZSUzRQ==

Album Reviews: The Cult en Die Nerven

The CultThe Cult – Hidden City (Cooking Vinyl / V2)
Hidden City is de opvolger van het uit 2012 stammende Choice Of Weapon. Ook deze keer is de plaat geproduceerd door Bob Rock, de man die ook medeverantwoordelijk was voor het grote succes van Sonic Temple. Zijn techniek zorgt er opnieuw voor dat ook deze plaat sprankelt en open klinkt. The Cult ziet het zelf als afsluiter van een trilogie die begon met Born Into This in 2007.

Muzikaal is de plaat flink gitaargericht zonder in de relatieve, maar zeker aantrekkelijke lompheid van Love te vervallen. Hidden City hangt ergens tussen de Gretch-gitaarklanken van Love en het stevigere melodieuze geluid van Sonic Temple. Het gevolg is dat Hidden City een spannend en bezwerend karakter krijgt. Dreef het goede Choice Of Weapon misschien wel wat veel op het verleden, met Hidden City lijkt de band een prachtig amalgaam gevonden te hebben tussen verleden en toekomst. De twaalf tracks die het album telt bewijzen dat The Cult nog steeds een band is die er toe doet. Tekst Mania | Hermen Dijkstra

Die Nerven - OutDie Nerven – Out (Glitterhouse Records)
‘Duits is de lelijkste taal ter wereld’, zo zeggen ze wel eens. Onzin, luister maar eens naar deze plaat van Die Nerven. Het monotoon geprevelde Duits vergroot de impact van deze toch al desolaat klinkende postpunk. We zijn met deze plaat weer terug in de 80’s.

Out zit vol met dreiging, alsof de Koude Oorlog ze op de hielen zit. Onzin natuurlijk, want de Stuttgarters waren net geboren toen de muur viel. Toch klinken ze donker en meeslepend. Saai wordt het nergens, want ze zetten je geregeld op het verkeerde been. Zo worden we meerdere keren overvallen door vreemde accentjes, angstaanjagende gitaartaferelen en snijdende refreintjes In Den Tag Vergessen krijgen we zelfs blazers voor onze kiezen. Out verveelt dan ook geen moment. Laten we alleen hopen dat de albumtitel geen hint is naar een wijziging van de voertaal. Milo Lambers

Album Reviews: DeWolff en Flying Colors

DeWolffDeWolff – Roux-Ga-Roux (Electrosaurus Records / Suburban Records)
Sinds een jaar of zeven maken deze branieschoppers uit Geleen de podia in ons land en omstreken onveilig. Het wapen: een meeslepende mix van psychedelica, blues, heavy en southern rock. De bronnen: Jimi Hendrix, Cream, The Doors, Deep Purple en Allman Brothers. Het resultaat: vier ijzersterke platen (zes als je de debuut-ep en een live-plaat meerekent) en nummer vijf (of zeven dan) is bij deze een feit.

Op Roux-Ga-Roux (Louisiana dialect voor weerwolf) gooien ze daar een peut soul bij, met wulpse vrouwelijke achtergrondzang, alsmede een handje countrylicks. Dit neo-traditionalisme of (erger nog) retro noemen doet onrecht aan de onweerstaanbare muziek die DeWolff ervan maakt, nog los van het feit dat ze van al die invloeden hun eigen geluid brouwen. Het swingt en rockt op pakkende songs als Black Cat Woman, Sugar Moon en Easy Money. En op uitgesponnen nummers als What’s The Measure Of A Man en Tired Of Loving You groeit DeWolff pas echt tot grote hoogte, als gitarist Pablo van de Poel en toetsenist Robin Piso lekker los gaan. Binnenkort te zien op een podium bij u in de buurt, gaan dat zien. Wij zeggen Toux-Da-Loux! Tekst Mania | Louk Vanderschuren

DeWolff Live In De Plato Winkels
06/02
Plato Deventer 14:30 uur 06/02 Plato Apeldoorn 16:15 uur 07/02 Concerto Amsterdam 15:30 uur 11/02 Plato Zwolle 18:00 uur 12/02 Plato Groningen 17:00 uur

LIVEDATA 04/02 Paradiso, Amsterdam (releaseshow) 20/02 Scumbash, Rotterdam 24/03 Vera, Groningen 25/03 Burgerweeshuis, Deventer 25/03 Paaspop, Schijndel 26/03 Asteriks, Leeuwarden 31/03 Nieuw Nor, Heerlen 01/04 Doornroosje, Nijmegen 02/04 Metropool, Hengelo 03/04 Mezz, Breda 06/05 Moulin Blues, Ospel 07/05 TivoliVredenburg, UtrechtFlying ColorsFlying Colors- Second Flight: Live At The Z7 (Music Theories Recordings / Mascot Label Group)
Flying Colors is een Amerikaanse supergroep. Leden van Deep Purple, Dixie Dregs, Kansas en Spock’s Beard kregen in 2008 een schrijven van Bill Evans. De producer meldde de missie van Flying Colors en deze omvatte het toegankelijk maken van ingewikkelde muziek. Daarbij wilde Evans de nummers kort houden, werken met een charismatische zanger en humor in de nummers stoppen. Samenvattend wilde Evans progrock met een knipoog maken.

Neil Morse, Dave LaRue, Steve Morse, Mike Portnoy kwamen met Evans overeen de weinige vrije dagen die de muzikanten hadden te besteden aan Flying Colors. Casey McPherson (Alpha Rev) werd na een lange zoektocht gevraagd om de vocalen voor zijn rekening te nemen. Vier jaren later verscheen het debuut Flying Colors. De groep debuteerde op 4 september 2012 in Los Angeles. Dertien shows later moesten de groepsleden in Londen afscheid nemen. Verplichtingen vulden de agenda’s en dat betekende voor Flying Colors opnieuw een lange pauze.

Opvolger Second Nature verscheen in 2014. De groep had exact veertien dagen de tijd om te repeteren voor een aantal optredens. Op 12 oktober 2014 trad de groep op in Z7 Konzertfabrik in Pratteln, Zwitserland. Opnames van die show zijn te vinden op Second Flight: Live At The Z7. Drie schijfjes bij deze release. Op twee cd’s musiceert de groep de van de twee studioalbums bekende nummers. Het derde schijfje, de dvd, bevat de beelden van het optreden. Niets nieuws onder de zon dus. Voor de fans is het waarschijnlijk prettig om een of twee keer naar een optreden van Flying Colors te kunnen kijken, maar om voor dat genot bijna €35,- neer te leggen is wat veel.

Op het begeleidende schrijven allerlei informatie over de technische kanten van het opnameproces. Interessant om te lezen over de 24 camera’s voor de opnames, de ultra-HD versies en de 3D koptelefoonmix, maar in de meeste huiskamers zullen al die technische snufjes voor weinig meerwaarde zorgen. Second Flight: Live At The Z7 is een pas op de plaats van een groep zeer getalenteerde muzikanten. Overvolle agenda’s stonden ditmaal nieuwe muziek in de weg. Jaks Schuit

Album Reviews: Bloc Party en King Charles

Bloc PartyBloc Party – Hymns (Infectious / PIAS)
Hymns staat symbool voor de hergeboorte van Bloc Party. Onenigheden zorgden lange tijd voor onrust binnen de groep. De band stopte. En begon weer. Gordon Moakes en Matt Tong vertrokken, Justin Harris en Louise Bartle kwamen. Zanger Kele Okereke en gitarist Russell Lissack bleven.

Vergeet het geluid van Helicopter, Banquet en Song For Clay. Ja, live komen ze voorbij en nog steeds even fantastisch en aanstekelijk als altijd. Maar Hymns is anders, aftrappend met het opzwepende en elektronische The Love Within. So Real is niet veel later ingetogen fraai, opgevolgd door de soulvolle rock ’n roll groove van The Good News, het zweverige Fortress en Massive Attack’s Unfinished Sympathy look-a-like Different Drugs. Het sterke Living Lux sluit als nummer elf de rij. Het album schiet qua geluid en genres de nodige kanten op, waarbij alles nog maar nét aan elkaar blijft hangen. Maar wel weer aan de goede van de streep. Als altijd eigenlijk. Tekst Mania | Jelle Teitsma

LIVEDATA 02/03 Q-Factory, Amsterdam 05/03 La Madeleine, Brussel 17/06 Best Kept Secret, HilvarenbeekKing Charles - Gamble for a RoseKing Charles – Gamble For A Rose (Kobalt/V2)
In 2007, toen King Charles een jonge twintiger was, kwam hij terecht in de Londense folkscene. Die bestond uit artiesten als Mumford and Sons, Noah and the Whale, en Laura Marling. Naast hun muzikale verwantschap vormden ze ook één grote vriendengroep; ze speelden met plezier bij elkaar en tourden samen. Laura Marling heeft zelfs zowel een relatie met de zanger van Mumford & Sons als met de zanger van Noah and the Whale gehad. Het zijn ook artiesten waarvan bekend is dat ze veel samen deden en daarnaast artiesten die flink zijn doorgebroken. Dat King Charles daar ook bij hoort is echter nauwelijks bekend. Hij is tot nog toe altijd in hun schaduw gebleven.

Het is wat vreemd als je bedenkt dat hij in 2009 zelfs de ‘International Songwriting Competition’ heeft gewonnen, gejureerd door o.a. Tom Waits en Jeff Beck. Aan zijn schrijvaardigheid ligt het dus niet. Het probleem is echter dat zijn debuutalbum nogal op zich laat wachten. Loveblood verschijnt pas in 2012, als de folkhype al zowat weer op zijn retour is. Bovendien is het achteraf bezien niet het album dat de zanger wilde maken. Hij is naar zijn eigen mening niet trouw aan zichzelf gebleven. Daarom besluit King Charles om toch eindelijk het album te maken dat hij had moeten maken nadat hij die felbegeerde songwriters-prijs won. En daarvoor zoekt hij zijn oude vrienden weer op.

Gamble for a Rose is namelijk geproduceerd door Marcus Mumford, frontman van Mumford & Sons, en bevat bijdragen van andere leden van Mumford & Sons en Noah and the Whale. Daarmee doet het ook al snel denken aan het werk van beide bands. Dat kan aanvankelijk weliswaar overkomen alsof hij dergelijke artiesten kopieert maar in de praktijk maakte hij zulke muziek in 2007 zelf ook al, samen met diezelfde mensen. Dit is precies het album dat hij in zijn hart al jaren wilde maken. En dat zorgt voor oprechte, gepassioneerde muziek.

King Charles heeft ook genoeg eigen identiteit om het bekende folk-geluid uit Londen in een ander jasje te stoppen. Charles pakt de zaken anders aan, verwacht dus geen Mumford-banjo’s. De muziek ligt dichter bij de meeslepende dramatiek van Dry the River, met een licht-barok sausje à la Fanfarlo. King Charles blijkt in zijn teksten een onvervalst romanticus, waar de soms zwierige begeleiding perfect bij past.

In de opener, Loose Change for the Boatman, is er op liefdesgebied echter nog sprake van een pijnlijke breuk. Het resulteert in een emotioneel nummer dat zeer intiem begint maar opbouwt naar een climax waarin King Charles al zijn pijn eruit speelt. Na dat nummer is de zanger namelijk al snel weer met andere vrouwen bezig. “Well you floated into the room as I started to play / Oh my mind went blank and my fingers lost their way”, verzucht de zanger verliefd in het titelnummer.

Het is slechts een voorbeeld van de romantische teksten waar Gamble for a Rose vol mee staat. Op momenten wel erg sentimenteel, maar het blijft net aan de goede kant van de lijn doordat King Charles ze zo gepassioneerd over weet te brengen. Die passie wordt ook volop uitgestraald in de muziek. Soms zorgt het voor een vleugje kitscherigheid, maar over de gehele linie is Gamble for a Rose een overtuigende, uitbundige folkplaat, waarmee King Charles toch nog zijn belofte heeft waargemaakt. Te laat voor een grote doorbraak, maar dat is een kleinigheid. Tekst Arnout de Vries