Album Reviews: Moke en Maison du Malheur

MokeMoke – The Time Has Come (PIAS)
We hebben er drie jaar op moeten wachten, maar eindelijk is het zover: vanaf 13 november ligt het vierde studioalbum van de goedgeklede mannen van Moke in de winkels, met de passende naam The Time Has Come. En de band is dit jaar al weer een decennium oud, dus sowieso tijd voor een feestje.

De vierkoppige Brits-Amsterdamse band heeft daarnaast ook nog een uitbreiding ondergaan met een vijfde bandlid in de persoon van gitarist Robin Berlijn (Kane, Fatal Flowers). Ongetwijfeld in strak gestreken overhemd en pantalon zijn de bandleden voor dit album op en neer gereisd tussen de ICP Studio´s in Brussel en Studio 150 in Amsterdam. Naar eigen zeggen heeft het nieuwe album een krachtige en dynamische ontwikkeling doorgemaakt, en het moet gezegd: het catchy titelnummer geeft al een goede indruk. Al ligt de kracht van de nummers op dit album met name op het gebied van een innemende laidback sound en niet zozeer in snoeiarde poprock.

In nummers als Dreams, Hide in the Daylight, Ballad of a Lost Soul en Stand my Ground wordt de overwegend gevoelige ballade sfeer van de songs op dit album doorgetrokken. De eerste single Let It Burn gaat nog het meest in de richting van rock. maar zoals verwacht van Moke, brengen zij met The Time Has Come wederom een kwalitatief hoogstaand album uit vol prachtige melodielijnen, rockjuweeltjes en earworms die zich de hele dag in je oor nestelen. Tekst Mania | Marjan Kok Maison du MalheurMaison du Malheur – Stomping Ground (V2 Records)
De Nederlandse band Maison du Malheur is een bont gezelschap van zeven man, dat al een flinke live-reputatie heeft opgebouwd in het land. De komende maanden zijn ze weer aan het touren. Er is namelijk een nieuw album en dat mag gevierd worden!
Op dit nieuwe album is er een smeltkroes van allerlei stijlen te horen. De titel, Stomping Ground, staat aan de ene kant gewoon voor een hangplek maar verwijst ook naar ‘stomp jazz’: een jazz-genre uit de eerste helft van de vorige eeuw, gekenmerkt door een flink tempo. De manier van dansen op deze muziek werd ook ‘stomping’ genoemd, dus het moge duidelijk zijn dat Maison du Malheur er weer één groot feest van maakt.

Naast de jazz is de band beïnvloed door andere oude Amerikaanse muziek, zoals blues en rock & roll, maar net zo goed door artiesten als Nick Cave en Tom Waits én door balkan-muziek. Dit levert een uniek eigen geluid op, wat gecompleteerd wordt door het karakteristieke stemgeluid van zanger en liedjesschrijver J.P. Mesker. Zijn ietwat rauwe en krachtige stemgeluid doet nog het meest denken aan die van Stef Kamil Carlens (Zita Swoon/ex-dEUS).

Met Stomping Ground leveren ze tien nieuwe liedjes aan, die stuk voor stuk een ander geluid laten horen, zonder dat het afdoet aan de eenheid. Zo klinkt Too Fast, Too Slow alsof ze een vergeten rock and rollhit coveren, terwijl er op Reboot juist een klezmerband lijkt te spelen. Een aantal andere liedjes zijn doorweven met een ouderwets jazz-geluid, wat de muziek flink wat schwung meegeeft. Het hoogtepunt is Your Number Is Up, dat begint als een Ennio Morricone-soundtrack en na drie minuten overgaat in een grimmige, traag voortslepende Nick Cave-pastiche.

Een gevarieerd album dus, dat naast de opzwepende rock-, jazz- en balkan-klanken ook een paar rustpunten kent. Het zijn echter vooral de muzikale nuances die alle kanten op schieten. De ene keer ligt de nadruk meer op jazz, de andere keer op bijvoorbeeld blues, maar uiteindelijk is alles overgoten met een heel fijn Maison du Malheur-sausje. Een uniek geluid, zeker in Nederland, en de moeite waard om eens live te bekijken. Arnout de Vries

LIVEDATA 19/11 De Gebroeders Nobel, Leiden 20/11 Gigant, Apeldoorn 21/11 Kroepoekfabriek, Vlaardingen 27/11 Estrado, Harderwijk 04/12 Gebouw-T, Bergen op Zoom 11/12 De Peppel, Zeist 18/12 Asteriks, Leeuwarden 23/12 Vera, Groningen

Album Reviews: Kurt Cobain en Def Leppard

Kurt CobainKurt Cobain – Montage Of Heck: The Home Recordings (Universal)
Eerder dit jaar verscheen de documentaire Montage Of Heck, gemaakt door regisseur Brett Morgan. Morgan dook in de archieven van wijlen Kurt Cobain, ontdekte tweehonderd uur aan nooit eerder openbaar gemaakte audio, muziek en zelfgemaakte video’s en vierduizend pagina’s aan geschreven teksten. De uiteindelijke docu verontrust, is indrukwekkend en geeft middels zeldzaam materiaal en bizarre scenes een vervreemde en bij tijd en wijle zelfs ongemakkelijke kijk in het vaak tragische, dan wel eenzame leven van tegen wil en dank ‘superster’ Cobain.

Met The Home Recordings kun je kiezen uit een standaarduitgave met 13 tracks en deluxe versie met 31 nummers. Er komt een breed scala aan geluidsfragmenten voorbij. Volledige nummers, demo’s, gesproken woorden, snippets, stukjes tekst die later op diverse albums zijn gebruikt, priegelwerk… Het is alsof je eind jaren tachtig bij zijn schepping bent. Olympia, Washington, het chaotische appartement van Kurt. Het gros van het materiaal is afkomstig van cassettebandjes uit versleten opnameapparatuur.

In zijn appartement hield hij zich met grote regelmaat doende met verscheidene creatieve inspanningen, doorgaans geflankeerd door zijn toenmalige vriendin Tracy Marander. Later zou blijken dat About A Girl, een van Nirvana’s beste tracks, op Kurt’s liefde voor Marander was gebaseerd. Op The Home Recordings hoor je onder meer een nummer voor zijn dochter, een cover van The Beatles’ And I Love Her, een eerbetoon aan zijn helden van The Melvins, een liedje met Britse folk-invloeden en vroege demo’s van later uitgebrachte nummers als Scoff, Sappy en Been A Son. Onmisbaar voer voor de liefhebbers van Kurt en Nirvana! Tekst ManiaJelle TeitsmaDef Leppard - Def LeppardDef Leppard – Def Leppard (e-a-r Music / V2)
Niet eerder zat er zoveel tijd tussen albums van Def Leppard. Songs From The Sparkle Lounge verscheen in 2008. Def Leppard heeft over het gelijknamige elfde album dus ruim zes jaar gedaan. De groep heeft echter in die jaren niet stil gezeten. Het vijftal muzikanten uit Sheffield treedt graag en veel op en verkoopt in zo ongeveer elke stad het stadion uit. Hits als Rock Of Ages, Foolin’ en Pour Some Sugar worden door tienduizenden fans vol overgave meegebruld tijdens optredens.

Voor het album Def Leppard ging de groep met twee of drie ideeën de studio in. Opener Let’s Go is een ruim drie minuten durend nummer, dat in elke rockparade hoog zal eindigen. Het is zo’n track die in de stadions en grote zalen kan worden opgerekt om het publiek mee te laten zingen. Veertien nummers in totaal op Def Leppard. De hit, de ballade, de rocktracks, alles is aanwezig en klinkt als Def Leppard in grote vorm. Zanger Joe Elliott meldde dat de plaat klonk als “a bit like Led Zeppelin or Queen but you can hear AC/DC or Crosby, Stills & Nash”. Gitarist Phil Collin wilde in het begeleidende schrijven bij de plaat vermeld zien, dat “it’s probably the most diverse thing we’ve ever done. It’s the loudest guitars we’ve done.” Het is allemaal waar. Na zes jaar komt de groep die in 1977 de eerste nummers schreef, met een plaat die klinkt als Def Leppard in grootse vorm. De plaat heeft geen verrassingen of het zou het verrassende hoge niveau van de nieuwe nummers moeten zijn. Def Leppard klinkt bekend en vooral verrassend vitaal. Jaks Schuit

Album Reviews: Frank Carter en Boy & Bear

Frank Carter & The Rattlesnakes - Blossom (2015)Frank Carter & The Rattlesnakes – Blossom (International Death Cult/ Kobalt/V2 Benelux)
“Even on my own, you can’t stop me!”, zo schreeuwt Frank Carter in de opener van deze compromisvrije punkplaat. Wat een zelfkennis heeft die man. De voormalige frontman van Gallows en recent Pure Love betreedt het solopad met ferme stappen.

Waar One Love meer kiest voor een wat toegankelijkere sound, wordt het gaspedaal hier weer flink ingetrapt. Geen poespas, gewoon lekkere schreeuwpunk. Simpele riffjes en catchy refreintjes. Af en toe passeren we zelfs wat sfeervolle rustpunten. Ook wel eens lekker. Eentonigheid ligt namelijk voortdurend op de loer, maar slaat eigenlijk nooit echt toe. Met dank aan klassesongs als Fangs en Paradise. Prima punkplaat. Milo Lambers

LIVEDATUM 08/12 Muziek-o-droom, HasseltBoy & BearBoy & Bear – Limit Of Love (Nettwerk)
Zo’n anderhalf jaar na Harlequin Dream en ruim vijf jaar nadat debuut Moonfire werd uitgebracht is Limit Of Love de derde langspeler van de Australische heren van Boy & Bear. Na een megatournee, waarbij honderdzeventig shows op drie continenten werden gegeven, werd besloten om met producer Ethan Johns (bekend van onder andere Kings Of Leon en Kaiser Chiefs) te gaan samenwerken.

Wat volgde was een hevige periode van schrijven, sessies aan de zuidkust van New South Wales en de primeur om in de studio gezamenlijk nummers te componeren. Dit heeft geresulteerd in een organisch klinkend, goudeerlijk album. Er zit meer diepte in de tracks, direct hoorbaar op de titeltrack. En na het naar rock neigende Walk The Wire en Where’d You Go keert de rust terug. Harmonieuze en dromerige liedjes in combinatie met synthesizers, een beetje country, repetitieve percussie en nog veel meer maken Limit Of Love anders dan beide voorgangers, maar nog steeds heel erg Boy & Bear. Tekst ManiaJelle Teitsma

LIVEDATA 03/03/2016 Annabel, Rotterdam 04/03/2016 Botanique, Brussel

Album Reviews: Josh Ritter en Trixie Whitley

Josh RitterJosh Ritter – Sermon on the Rocks (V2 Records)
Na de middelbare school besloot Josh Ritter in de voetstappen van zijn ouders te treden en neurowetenschappen te studeren. Dit hield hij echter al snel voor gezien, om daarvoor in de plaats zijn eigen studie samen te stellen: ‘american history through narrative folk music’. Deze studie vat eigenlijk heel mooi zijn muziek samen. Ritter is een verhalenverteller, die met zijn muziek de Amerikaanse samenleving beschouwt. Op Sermon on the Rocks staat het thema ‘religie’ centraal.

De titel verwijst al meteen naar een Bijbelse gebeurtenis, namelijk de ‘sermon on the mount’, oftewel de bergrede. Hierin heeft Jezus Christus een aantal praktische leefregels genoemd, een soort leidraad voor de mens, enigszins vergelijkbaar met de tien geboden. Josh Ritter lijkt zich dus te presenteren als een moderne Jezus. Bovendien kondigt hij in het openingsnummer de apocalyps aan. Dat klinkt allemaal vrij pretentieus, wat wil Josh Ritter hiermee zeggen?
Zo serieus komt Josh op het verdere album toch niet over. Door ‘rocks’ in plaats van ‘mount’ geeft hij er al een knipoog aan; hij is niet Jezus op de berg, hij is slechts Josh op wat rotsen. Maar hij heeft wél wat te zeggen.

Zo verhaalt het lied Getting Ready to Get Down over een meisje dat in de ogen van haar ouders zondig is, onder andere door haar seksuele activiteit, en telkens maar naar bijbelstudie wordt gestuurd. Seksualiteit is nog altijd een lastig onderwerp in de Verenigde Staten, en een onderwerp waar Josh Ritter op het album veel over zingt. Op dit nummer neemt hij het voor het meisje op; hij lijkt de rol van christendom in het dagelijks leven te groot te vinden, en ziet weinig fouts aan het genieten van seks. Dat deed hij zelf immers ook; onder andere in het nummer Homecoming, waarin hij terugblikt op de mooie momenten van zijn puberteit, waarin hij met een meisje naar een geheim plekje ging om daar elkaar te ontdekken.

Muzikaal gezien is het een gevarieerd folkalbum, met veel country- en rockinvloeden. Hij wisselt veel af in sfeer en tempo, om de muziek mooi aan te laten sluiten bij de teksten. Zo heeft Homecoming, waarin hij zijn jeugd opnieuw beleeft, een groots en euforisch geluid. Seeing Me ‘Round is echter heel slepend en spookachtig. Daarin zingt hij namelijk, vanuit de ogen van een moordslachtoffer, over de moord en over de zoete wraak die hij zal nemen. Muziek en tekst komen hier op sterke wijze samen om een verhaal te vertellen.

Ondanks dat de titel op een preek duidt en er geopend wordt met de apocalyps, voelt het ten opzichte van zijn voorgaande albums wat opgewekter aan. Er zit over de gehele linir aardig wat tempo in, met zelfs wat lekkere feelgood-countryrock. De meeste nummers laveren tussen de folkrock en de countryrock, aangekleed met smaakvolle arrangementen. Josh Ritter heeft een sterke band achter zich, en heeft prima composities geschreven, waardoor het album al meteen zeer aangenaam in het gehoor klinkt. Dankzij de uitstekende teksten is er bovendien de nodige diepgang. Het is Ritters visie op het Amerika van nu (met nu en dan een persoonlijke noot), verpakt in de muziek waar duidelijk zijn passie ligt; country en folk. Alweer een geslaagd album van deze moderne troubadour. Arnout de VriesTrixie WhitleyTrixie Whitley – Porta Bohemica (Unday Records)
Kinderen van bekende ouders hebben er maar mee om te gaan, maar een vergelijking van Trixie Whitley met haar vader laten we hier buiten beschouwing. Waarom? Omdat ze voor de tweede keer (na Fourth Corner uit 2013) een dijk van een plaat aflevert. Ze begon al jong met drummen, raakte in de ban van electronica en hiphop en speelt inmiddels ook gitaar en piano. Schrijft bovendien haar nummers zelf, zo iemand dus.

Haar stem is intens en haar muziek ademt blues en soul, maar is ook helemaal van deze tijd, met duidelijke invloeden uit indie en electronica. Porta Bohemica gaat negen nummers lang heen en weer tussen ballads en uptempo songs. De meeste indruk maken de indringende opener Faint Mystery, de ingetogen afsluiter The Visitor, het gejaagde Hourglass en Soft Spoken Words. Daar tegenover staan wat luchtiger songs als Salt en Witness, zodat de plaat blijft boeien maar nergens te zwaar wordt. Vakwerk van een buitengewoon jong talent. Tekst ManiaLouk Vanderschuren

LIVEDATA 30/11 Ancienne Belgique, Brussels (SOLD OUT) 01/12 Ancienne Belgique, Brussel 08/12 Paradiso Noord, Tolhuistuin Amsterdam 10/12 Poppodium Gebouw-T, Bergen Op Zoom

Album Reviews: Guy Garvey en Walter Trout

Guy GarveyGuy Garvey – Courting The Squall (Polydor)
In de loop van de jaren heeft deze frontman van Elbow een rij songs geschreven, die misschien niet zo geschikt zijn voor zijn band. Vandaar, een solo-album. En omdat hij het leuk vond een plaat op te nemen met zijn favoriete muzikanten buiten Elbow, zoals Ben Christophers, Pete Jobson (I Am Kloot) en Jolie Holland.

Geen reden voor de Elbow-fans om zich zorgen te gaan maken overigens. In plaats van de vertrouwde toetsen van Craig Potter zijn er soms blazers (Harder Edges, Broken Bottles And Chandeliers, Belly Of The Whale; zoek de verwijzing naar George Michael!) en er is een late night-jazz duet met Jolie Holland (Electricity). Voor de rest grijpt hij veel terug op het geluid van de eerste twee Elbow-albums. Met die prachtige, wat hese stem van Garvey uiteraard centraal, in stuk voor stuk fraaie, sfeervolle songs. Een soort Elbow De Luxe dus, horen we iemand klagen? Tekst ManiaLouk Vanderschuren

LIVEDATA 26/11 Ancienne Belgique, Brussel 29/11 Paradiso, AmsterdamWalter TroutWalter Trout – Battle Scars (Mascot Records)
Begin 2014 lag Walter Trout in het ziekenhuis. Hij was te zwak om te bewegen, communiceren lukte op geen enkele manier en hij herkende zijn bezoek niet. De gitaar in de hoek van de kamer bleef wekenlang onaangeraakt. Op 26 mei kreeg Trout een nieuwe lever en begon hij aan een lang revalidatieproces.

Battle Scars, de nieuwe langspeler opent met Almost Gone. De titels van de nummers lezen als het verhaal van de ziekte en het proces van genezing. Tomorrow Seems So Far Away en Haunted By The Night zijn nummers die een muzikant zou kunnen schrijven in een eenzaam ziekenhuisbed. My Ship Came In en Gonna Live Again lezen als composities van een patiënt die aan de beterende hand is. Op zijn eigen site vertelt Trout na wat riffs op zijn gitaar in een videoboodschap het volgende: “Hi there, this is Walter Trout. I have a new album coming out. It’s called Battle Scars and it is the story of what I went through the last couple of years with some severe liverdisease and a livertransplant and almost dying. And I took that story and set it to music.”

Walter Trout beweegt zich op Battle Scars niet op nieuwe muzikale wegen. Een ziekteproces bevat voldoende verhalen voor dertien nummers pure blues met hier en daar een rockend rafelrandje. Trout is fit genoeg om zijn verhaal naar de fans te brengen. Op 28 november staat hij met zijn begeleidingsband in Carre, Amsterdam. Jaks Schuit

LIVEDATUM 28/11 Carré, Amsterdam

Album Reviews: BOY en EL VY

BOYBOY – We Were Here (Groenland / V2)
Valeska Steiner en Sonja Glass zijn twee muzikanten die vanuit Groenland de wereld bestoken met ingetogen, melodieuze popmuziek. Debuut Mutual Friends verscheen in 2011 en leidde tot tournees over de hele wereld. In 2014 lastte het duo een lange radiostilte in. Glass schreef muziek waar Steiner teksten en melodieën aan toe voegde. Producer Philipp Steinke combineerde al de elementen tot negen popsongs, die een plek kregen op We Were Here.

In vergelijking met het debuut is er niet zo heel veel veranderd bij BOY. Gitaren bepalen voor een groot deel het bekende geluid en de sound van de nummers, waarbij de aanvulling van elektronica en de invulling door synthesizers groter is geworden. Invloeden als Cocteau Twins en Dead Can Dance zijn er nog altijd, maar vooral op de achtergrond. Nummers al New York en Hotel laten duidelijk horen waar Boy de inspiratie heeft gevonden voor de nieuwe nummers. Tijdens het toeren hebben de twee muzikanten geschreven aan nieuw materiaal. Fans van de groep zullen We Were Here onthalen als een langspeler, die aan de hoge verwachtingen voldoet. Boy hoopt met deze tweede release nieuwe bewonderaars te vinden. We Were Here is een indrukwekkende release voor de luisteraar die van ingetogen, emotionele popmuziek houdt. Jaks SchuitEL VY - Return to the MoonEL VY – Return To The Moon (4AD / Beggars)
Kameraden Matt Berninger (The National) en Brent Knopf (Menomena en Ramona Falls) hebben de handen ineengeslagen voor hun muzikale project EL VY. De heren liepen al lange tijd met het idee rond om samen te werken, maar drukke tourschema’s hielden dat tegen.

Return To The Moon trapt af met de gelijknamige titeltrack. De verwachting dat je ook ditmaal kunt meereizen in de gedachten van de doorgaans ietwat zwaarmoedige Berninger vervliegt al na enkele seconden. Het nummer is verrassend luchtig en ontspannen, waarbij Knopf verantwoordelijk is voor een wendbare instrumentale context waarbij tempo en textuur subtiel schommelen tussen de gestripte, langzame verzen en het snelle ritme van het refrein. Rijkelijk gearrangeerde nummers en diverse genres en invloeden volgen elkaar vervolgens op, zoals rockplaat I’m The Man To Be, het meer elektronische Sleepin’ Light, het prachtige, bombastische Happiness, Missouri en The National afgezanten Silent Ivy Hotel, It’s A Game en albumafsluiter Careless. Deze samenwerking vraagt nadrukkelijk om een vervolg. Prachtige plaat! Tekst ManiaJelle Teitsma

LIVEDATA 03/12 Melkweg, Amsterdam (uitverkocht) 07/12 Ancienne Belgique, Brussel (uitverkocht)

Album Reviews: PAUW en Peaches

PAUWPAUW – Macrocosm Microcosm (Caroline Records)
Met hun eerste EP en een speciale single voor de Hubble telescoop heeft het psychedelische kwartet al een introductie van formaat achter de rug. De nieuwsgierigheid naar meer werk hoeven we gelukkig niet lang te bedwingen want het eerste volwaardige album is een feit. Met twee nummers van de EP in de herhaling, waaronder het ijzersterke Shambhala, wordt gelijk duidelijk dat Pauw de ingeslagen weg voortzet en ons meer trakteert op een flinke dosis psychedelica blues.

Tegelijkertijd weten ze de verleiding om los te gaan in lang uitgesponnen solo’s te weerstaan, waardoor ook de kracht van de uitstekende composities volledig overeind blijft. Wat dat betreft lijken ze meer gemeen te hebben met de eerste albums van de Steve Miller Band, terwijl ze tegelijkertijd ook waarschijnlijk wel een album van Oasis in de kast hebben staan, getuige vooral de muzikale referentie in Visions, het Hubble nummer. Uiteraard zijn ook de Temples een meer actuele referentie, maar Pauw weet meer dan hun Engelse collega’s het verleden te gebruiken om vooruit te komen, waardoor dit bepaald geen reis naar een tijdperk is dat ooit geweest is, maar juist een vooruitstrevend album met psychedelica anno nu. Tekst ManiaJurgen Vreugdenhil

LIVEDATA 30/10 Vera, Groningen 06/11 Grenswerk, Venlo 07/11 Metropool, Hengelo (albumrelease) 10/11 L’eden, Charleroi 14/11Tivoli De Helling, Utrecht 27/11 Muziekgieterij, Maastricht 29/11 AB, Brussel 03/12 Rotown, Rotterdam 04/12 Effenaar, Eindhoven 10/12Glimps, Gent 17/12 Doornroosje, Nijmegen 20/12 Paradiso, Amsterdam (w/Birth of Joy)PeachesPeaches – Rub (I U She Music / Bertus Distributie)
Peaches is de alias van Merill Nisker, een Canadese muzikante. Als je enigszins bekend bent met haar muziek, zou je kunnen denken dat die alias verwijst naar het straattaalwoord voor het vrouwelijk geslachtsdeel. Niskers teksten zijn namelijk uitermate seksueel getint. Het verwijst echter naar een nummer van Nina Simone; Four Women. In dit lied worden vier vrouwen beschreven die symbool staan voor de zwarte vrouw in Amerika. De vierde vrouw staat voor degene die zich met volle overtuiging verzet tegen de blanke medemens en de slavernij. Hier herkende Merill Nisker zich in: ook zij vecht tegen bestaande normen en waarden. Haar seksueel getinte teksten hebben dan ook altijd een onderliggende boodschap.

Met haar nieuwe album Rub is ze terug om genderproblematiek aan te kaarten en taboes te doorbreken. Man en vrouw zijn in onze maatschappij behoorlijk afgebakende concepten, grotendeels gevormd door onszelf. Natuurlijk is er het lichamelijke verschil, maar met de culturele verschillen (bijvoorbeeld: blauw is een jongenskleur, roze een meisjeskleur) word je niet geboren. Sterker nog: het wordt je haast opgedragen, zo denkt Peaches er in ieder geval over. Bij haar lopen man en vrouw nog weleens door elkaar: zo maakt ze op het album Fatherfucker een statement door als vrouw met baard op de albumhoes te staan, ruim voor Conchita Wurst het songfestival won. Ook op feministen als Miley Cyrus en Nicki Minaj heeft ze grote invloed gehad.

Conchita Wurst? Miley Cyrus? Nicki Minaj? Dat is toch niks voor Pinguin Radio? Laat ik dan wat andere namen noemen: op haar nieuwe album werkt ze o.a. samen met haar oude huisgenoot Feist en met Sonic Youth-zangeres Kim Gordon. Toch is haar muziek met geen van de genoemde namen vergelijkbaar. Peaches maakt electroclash, een genre dat begin jaren ’00 opkwam. Het genre mixt allerlei genres als new wave, techno en popmuziek met elkaar, en werd populair door artiesten als Felix Da Housecat en Miss Kittin (naast Peaches zelf).

Op haar nieuwe album gaat ze terug naar die electroclash-roots. Opzwepende ritmes, in combinatie met bijtende vocalen. Wel is het album opvallend poppy, met veel pakkende refreinen, en zonder veel uit de bocht te vliegen. Het blijft bij momenten ook wat aan de vlakke kant, waarbij je zowel muzikaal als tekstueel het gevoel krijgt het allemaal wel eerder van haar gehoord te hebben.

De hoogtepunten zijn dan ook net de afwijkende nummers. In Free Drink Ticket fantaseert ze over hoe ze haar ex-geliefde de ergste dingen aandoet (gedachtes waarvan ze denkt dat velen het weleens hebben ervaren). Dit doet ze op een zodanig koele toon, dat het haast psychopatisch aanvoelt, wat in combinatie met spannende elektronische begeleiging tot een fantastisch nummer leidt. Op Lights in Places sluit ze wat meer aan bij de moderne synthpop met fraaie, aanzwellende keyboardtonen, en meeslepende melodieën. Ook Vaginoplasty is memorabel; hierin ageert ze tegen o.a. schaamlipcorrecties.

Peaches mag dan wat in herhaling vallen; toch is Rub weer een onderhoudend album, met enkele waardevolle toevoegingen aan haar oeuvre. Bovendien is het niet verkeerd als de taboe’s eens wat worden opgeschud. Peaches is hierin haar unieke zelf, grofgebekt maar niet zonder reden. Alleen daarom al is Peaches zelf ook een waardevolle toevoeging aan de popmuziek. Arnout de Vries

LIVEDATA 14/12 Paradiso Noord, Amsterdam 18/12 Orangerie, Brussel

Album Reviews: Joe Bonamassa en Wavves

Joe BonamassaJoe Bonamassa – Live at Radio City Music Hall (Mascot Label Group / Provogue)
Op het moment dat de inkt van de vorige recensie nog maar nauwelijks is opgedroogd komt Joe Bonamassa al weer met zijn nieuwe release. De Amerikaanse zanger/gitaarheld begint zo onderhand een prestatiedrang te vertonen die iets dwangmatigs lijkt te hebben en er blijkt heel wat voor nodig om zijn succesvolle opmars te stoppen. Je zou menen dat het verzadigingspunt met het uitbrengen van Live at Radio City Music Hall, inderdaad alweer een live-registratie, toch wel heel erg dichtbij komt. Na de luxe Tour de Force-box, het akoestische Vienna Opera House-optreden, Muddy Wolf at Red Rocks, Beacon Theatre en Live at Amsterdam, waar hij het samen deed met zangeres Beth Hart, wordt de trouwe fan met het uitbrengen van Live at Radio City Music Hall nogmaals gedwongen om tot aanschaf over te gaan. Het album bevat namelijk niet alleen nooit eerder uitgebracht live-materiaal maar er zijn hierop ook nog eens twee geheel nieuwe tracks te beluisteren.

Eerlijk is eerlijk, het van Daniel Lanois gepikte Still Water in een akoestische folk-uitvoering of het stevige en funky One Less Cross To Bear waarin ook nog eens een spetterende blazerssectie te horen is, zijn beide zeer de moeite waard. Desondanks roept de keuze voor slechts dertien tracks uit het omvangrijke oeuvre van de gitaarheld hier een licht onbevredigend gevoel op. Het gemis van enkele belangrijke steunpunten in de set doet zich te vaak gelden.

Interessanter is het dan ook om over te gaan op de bijbehorende DVD die een stuk uitgebreider is, met veel zorg is samengesteld en vanwege het vakkundige camerawerk uitermate prettig is om naar te kijken. Regelmatig is men er in geslaagd de kijker het gevoel te geven daadwerkelijk aanwezig te zijn geweest tijdens deze optredens waarmee de anderhalfjaar durende tournee op bijzondere wijze werd afgesloten.

Het bleek een langgekoesterde wens van Bonamassa te zijn om ooit eens op het legendarische theaterpodium in zijn geboortestad te kunnen spelen. In totaal tienduizend liefhebbers waren twee avonden in januari van dit jaar aanwezig bij de optredens waarin zowel een akoestische set met “The Huckleberries”, als een elektrisch versterkte set met zijn reguliere tourband te zien was. Bovendien maakte Bonamassa nog graag even van de gelegenheid gebruik om aandacht te besteden aan het verjaardagsfeestje van zijn moeder.

Met een stel zeer capabele folkies en met toetsenist Reese Wynans, onder meer bekend als begeleider van Stevie Ray Vaughan en Allman Brothers, in de gelederen is er in het onversterkte deel minstens zoveel spanning opgebouwd als in het zwaardere gedeelte. Het zal voor sommigen even wennen zijn maar in Never Give All Your Heart lijken beide werelden bij elkaar te komen en kunnen ook zij weer genieten van het vertrouwde geluid waarmee hun geliefde gitarist zichzelf weer dikwijls weet te overtreffen. En zo is het die dekselse Bonamassa toch weer gelukt om met een prachtige aanvulling op zijn indrukwekkende collectie te verschijnen. Wordt, zoals gewoonlijk, ook wel weer snel vervolgd… Jeroen BakkerWavves - VWavves – V (Caroline International / Crush Music)
Toen in 2009 Wavves hun gelijknamige album uitbrachten, was iedereen het er over eens dat dit wel een heel charmant debuut was. Met een do it yourself attitude overgenomen uit de punk en een flinke dosis urgentie in de songs vond de band aansluiting bij de huidige generatie.

De band komt uit San Diego en heeft in Nathan Williams een songschrijver die vooral in zijn teksten uitblinkt. Met onderwerpen als verveling, het roken van wiet, skaten en surfen is Williams een typische twintiger van nu. Hij is een creatief baasje die naast zijn werk voor Wavves veelvuldig te vinden is als gast op albums van bijv. Best Coast, Fucked Up en zijn eigen zijstapbandjes Sweet Valley en Spirit Club.

Deze samenwerkingen resulteerden in nieuwe inspiratie voor het vijfde album van de band waarop een uitgekleed geluid te horen is. De plaat werd vooraf gegaan door een serie boze tweets van Williams waarin hij zijn platenmaatschappij als een stel geldwolven neerzette. Het proces om deze plaat te maken was dan ook niet makkelijk, de boosheid resulteerde wel in een serie songs die wederom de urgentie van het debuut hebben. Tekst Mania | Bert Dijkman

LIVEDATUM 20/11 Autumn Falls Festival, Gent 21/11 Le Guess Who Festival, Utrecht

Album Reviews: Eagles Of Death Metal en Black Bottle Riot

Eagles of Death Metal - Zipper DownEagles Of Death Metal – Zipper Down
Na een afwezigheid van zeven jaar kon Josh Homme, naast zijn carrière als frontman bij Queens of the Stone Age, een gaatje in zijn agenda vinden om samen met zijn Brother-in-riffs Jesse Hughes een nieuwe langspeler te produceren met zijn andere band uit de Palm Desert Scene: Eagles of Death Metal.

De vuurdoop was al eerder dit jaar op Pinkpop, met als hoge uitzondering Homme achter de drumkit. Zipper Down is het uiteindelijke resultaat. Een plaat die bol staat van de vernieuwende, vuige, smerige en harde rock, zoals we gewend zijn van de Eagles of Death Metal. Het album is geproduceerd door oprichter Homme zelf, dus dat betekent garagerock doordrenkt van een onvervalst desertrock randje. Volgens Homme zelf is het album een filosofie geworden van het leven zoals het zou moeten zijn: “You should not zipper up, but zipper down and let it all hang out!”.

En dat lukt al meteen goed met het ijzersterke intronummer Complexity: uptempo en vuig. En met Got a Woman en Oh Girl wordt dit tempo nog eens extra opgevoerd. Bijzondere toevoeging is ook de cover van Duran Duran´s Save a Prayer, die voor de gelegenheid omgetoverd is van gevoelige synthballad naar ruige stoneradaptatie. Dus maak je maar vast klaar voor een oorgasme´, want dat is waar Zipper Down op aanstuurt. Tekst ManiaMarjan Kok

LIVEDATA 15/11 Koninklijk Circus, Brussel 21/11 Speedfest, Eindhoven
Black Bottle RiotBlack Bottle Riot – III: Indigo Blues (Suburban)
Op deze derde langspeler van Black Bottle Riot gaat het over drank, verloren liefdes, overleden vrienden en het verlies van werk en zelfs onderdak. Het leven als muzikant eist zijn tol. De zorgeloosheid van de eerdere releases is verdwenen. De littekens van het leven langs de weg en op het podium zijn onderwerp van de teksten in de negen nummers.

De vier leden van Black Bottle Riot uit Nijmegen doken in februari 2015 de studio in. III: Indigo Blues is het resultaat van een groep met goede en slechte ervaringen in de afgelopen jaren. De luisteraar mag de rimpels horen, een kalende kruin wordt niet verborgen, fouten worden toegegeven en zijn slechts inspiratie voor nummers als Crown Me Sinner. Deze derde release van Black Bottle Riot is met grote voorsprong de meest diverse. Elk nummer heeft een eigen handtekening meegekregen. De uptempo rocksongs zijn gedrenkt in blues.

In interviews noemen de muzikanten Lynyrd Skynyrd, Thin Lizzy en Black Sabbath als invloeden. Met III: Indigo Blues staat de groep stevig op eigen benen. ‘Time & Time Again’ opent en zet de toon voor bijna drie kwartier rauwe rock en blues. Black Bottle Riot brengt de komende maanden deze nummers naar de fans in de diverse provincies. Check de site van de groep of de agenda van de lokale muziektempel. Jaks Schuit

LIVEDATA 06/11 Wilhelmina, Eindhoven 07/11 De Witte Bal, Assen 20/11 Zwarte Ruiter, Den Haag 21/11 De Noot, Hoogland 04/12 Cafe Rocks, Enschede 19/12 De Hip, Deventer

Album Reviews: Kurt Vile en Koritni

Kurt Vile - b'lieve I'm goin downKurt Vile – B’lieve I’m Goin Down… (Matador Records / Beggars)
Het blijft een wonderlijke combinatie, de uiterste relaxte flow en vlijmscherpe focus die Kurt Vile steeds weer in zijn muziek laat horen. Een soundtrack voor de onverbeterlijke stoner, maar net zo goed een feestmaal voor de hongerige muziekverslinder. Natuurlijk viert de laid-back coolness van Vile ook weer hoogtij op zijn nieuwste album b’lieve i’m goin down… maar hij lijkt steeds beter weten wanneer en hoe hij deze het meest op de voorgrond moet toelaten.

Zo gelukzalig als op voorganger Wakin On A Pretty Daze is het daarbij lang niet altijd. Vaak genoeg keert de blik naar binnen en voeren donkere klanken de boventoon. Die herinneren aan doorbraakalbum Smoke Ring For My Halo en laat tegelijkertijd ook zien hoe enorm hij sindsdien gegroeid is. Opener Pretty Pimpin giet dat sombere gemoed bijvoorbeeld in een onweerstaanbaar bluesy en loom swingende folkrocker. De compactheid van die prachttrack is tekenend voor de rest van de plaat. Steeds minder fladdert Vile weg in zweverige gitaarsolo’s en krijgt zelfs de piano steeds meer ruimte, zoals in het wonderlijke melodieuze vlechtwerk van Life Like This. Meer dan ooit lijken elke maat, elk ritme en elke melodie met ambachtelijke precisie te zijn geconstrueerd. Je zou kunnen vrezen dat hij daarmee ook wat van zijn vrijmoedigheid verliest, maar niets is minder waar. Kurt Vile weet beter dan ooit wat hij wil en vaart op B’lieve I’m Goin Down… twaalf nummers lang in een kaarsrechte koers naar een nieuw en indrukwekkend hoogtepunt toe. Tekst ManiaMartijn Koetsier

LIVEDATA 31/10 London Calling @ Paradiso, Amsterdam 01/11 Ancienne Belgique, Brussel

Koritni - Night Goes on for DaysKoritni – Night Goes on for Days (e-a-r Music/PIAS)
We hebben hier te maken met cliché hardrock. Dat klinkt negatief, maar de band vindt het zelf ook. Zo kondigen ze in één van hun nummers, met een flinke dosis zelfspot, een instrumentale break als een ‘cliché breakdown’ aan. Hun muziek mag dan niet origineel zijn, het is wel strak en krachtig gespeeld, met sterke songs. Bandje nummer zoveel verstaat zijn vak dus wel.

Het gaat om Australiërs die geïnspireerd zijn door oude blues, door stevige jaren ’70 rock (zo coveren ze Creedence Clearwater Revival), en vooral door jaren ’80 hardrock als AC/DC en The Scorpions. Dit resulteert in veel gitaargeweld en overdreven blèrende vocalen, bijvoorbeeld in songs als Rock ‘n Roll Ain’t No Crime (de titel spreekt boekdelen) en het gedreven Seal the Deal. Krachtige nummers maar ook met oog voor detail (handclaps, goed verzorgde achtergrondzang). Gelukkig zorgen de mannen wel voor wat afwisseling en wordt er af en toe wat gas teruggenomen. Zo is er de fraaie ballad Woman in Love, en zelfs een instrumentaal stukje blues op The Mississippi Delta. Zulke momenten weten de ietwat eenzijdige plaat net wat extra kleur te geven.

Verder staat Night Goes on for Days, de titel zegt het al, toch vooral in het teken van feesten en doorknallen. Hierdoor wordt het bij momenten wel wat plat, maar Koritni draai je niet voor de diepgang. Koritni is er voor de oude rocker die zijn volumeknop weer eens helemaal naar rechts wil draaien voor wat ouderwets lekkere hardrock. De originaliteitsprijs winnen ze er niet mee, maar voor wie wel wat hardrockclichés kan hebben, is het prima vermaak. Arnout de Vries