Album Reviews: Leon Bridges en zZz

Leon Bridges - Coming HomeLeon Bridges – Coming Home (Colombia / Sony Music)
Leon Bridges verdiende zijn geld in een restaurant ergens aan de kant van de weg in Texas toen hij werd gelinkt aan gitarist Austin Jenkins van White Denim omdat hij evenals Jenkins Wrangler jeans droeg, opgehesen tot aan zijn middel. Een week later kwam Jenkins naar een van Leon’s shows en hier zijn we nu; een klein jaar later waarin het eerste album van Bridges een feit is.

Je vraagt je af of Bridges misschien familie is van Sam Cooke, geadopteerd is door Penny & The Quarters of dat het wellicht de avonden waren die hij doorbracht op de front porch van Jackie Wilson die hebben bijgedragen aan zijn stijl. De oorspronkelijk uit Atlanta, Georgia komende Leon is nog maar een kwart eeuw oud, maar klinkt als een doorgewinterde soul-artiest. Het luisteren naar zijn nummers Shine en River zorgen er zonder al te veel moeite voor dat je je in gedachten in de jaren 60 begeeft en je een oldtimer ingestapt bent op weg naar de drive-in bios ergens in de heuvels van Los Angeles. Leon Bridges slaagt erin om de oude soul een verjongingskuur te geven waarbij een gegarandeerd blijvend effect inclusief is. Tekst Mania | Linda Rettenwander

LIVEDATA 28/06 Rock Werchter, Werchter 04/09 Paradiso, Amsterdam 05/09 Ancienne Belgique, Brussel

zZz - JuggernautzZz – Juggernaut (Excelsior Recordings)
zZz
is een unieke band binnen de Nederlandse rockmuziek. De band bestaat uit Björn Ottenheim op zang en drums, en Daan Schinkel op keyboard. Met deze opstelling weten ze al ruim tien jaar een heel eigen geluid te creëren. Een vuig, smerig rockgeluid, en dat zonder gitaar! Bovendien zijn ze berucht om hun heftige optredens. De twee leden waren een tijdje bezig met andere projecten maar nu zijn ze weer terug, en hoe!

Juggernaut doet in vele opzichten aan de jaren ’70 denken. Ten eerste is daar de tweedeling van het album. In de seventies had je vele progrockbands die op de tweede plaatkant een lang, episch nummer zetten. Met progrock heeft zZz weliswaar niet veel te maken, maar het trucje hebben ze wel overgenomen, met als laatste nummer een twintig minuten durend ‘instrumentaaltje’, met krautrock-invloeden. Ha, krautrock, nog meer jaren ’70. En dat geldt ook voor de overige invloeden: When I Come Home heeft de pure lust en opwinding die Mick Jagger ook zo goed kon overbrengen, en My Girl klinkt als The Doors op speed. Bovendien is het vermengd met post-punkinvloeden.

Dit doet denken dat het om een retro-plaatje gaat, maar dat is zeker niet het geval. zZz weet de jaren ’70 invloeden juist in een modern jasje te stoppen, met dank aan de keyboard-klanken van Daan Schinkel, waar zelfs dance-invloeden in zijn te horen. Dat doet echter niets af aan het ruige, wilde rockgeluid dat de band voortbrengt. Björn Ottenheim heeft een lekker rauw stemgeluid, en zingt er toepasselijke teksten mee. Titels als Blood en vooral Wild Girl spreken boekdelen. De eerste helft van het album klinkt inderdaad als een enorm wilde meid.

De laatste twee nummers houdt Ottenheim echter zijn mond, en laat zZz de instrumenten spreken. Red Beat klinkt al aangenaam, maar lijkt vooral een opmaat naar Juggernaut, het titelnummer. Het woord ‘juggernaut’ betekent zoiets als ‘een vernietigende kracht die niet te stoppen is’. Een betere titel hadden de mannen niet kunnen bedenken voor dit nummer. Het nummer is als een draaikolk die je opslokt, en je twintig minuten lang door elkaar schudt. In dit nummer lijken alle invloeden samen te komen, en lijken Björn en Daan volledig op hun plek te zijn gekomen, elkaar perfect aanvoelend.

Juggernaut is een opwindend rockalbum, met een daverend eindstuk. zZz laat eens te meer horen dat ze een fantastische toevoeging zijn aan het Nederlandse muziekklimaat. Arnout de Vries

Lees HIER het interview met zZz

LIVEDATA 26/06 Down The Rabbithole, Beuningen 17/07 Welcome To The Village, Leeuwarden 18/07 Polderfest, Sint-Jan-In-Eremo (België) 23/07 Valkhof Festival, Nijmegen 25/07 WeitjeRock, Biervliet 31/07 Sleazefest, Wijk aan Zee 15/08 La Truite Magique, Tavigny (België) 05/09 Into The Great Wide Open, Vlieland

Album Reviews: The Darkness en Neal Schon

The Darkness - Last of Our KindThe Darkness – Last Of Our Kind (V2 Benelux)
De meest spraakmakende Britse rockband van de afgelopen twaalf jaar is zonder enige twijfel The Darkness. Geen band uit Engeland wist sinds The Spice Girls zoveel exemplaren van het debuutalbum in Amerika te verkopen. Onlangs is het vier-koppige rockmonster onder leiding van de broertjes Dan en Justin Hawkins weer losgebroken om Last Of Our Kind op ons los te kunnen laten.

Hoewel er nog altijd gegronde redenen bestaan om deze band niet al te serieus te nemen worden we in de openingstrack Barbarian toch echt verrast met een belangrijk stukje geschiedenisles. The Darkness neemt ons mee naar het jaar 800, een tijd waarin de Deense Vikingen het op Angelsaksisch Engeland gemunt hebben en waarin kopstukken als Ivar de Beenderloze en Halfdan Ragnarsson er flink op los hakten. Het had weinig gescheeld of Engeland was in Deense handen gevallen. Met de door, van Transformers bekende, Nick Roche getekende bijbehorende clip wordt alles op zodanig weerzinwekkende wijze gevisualiseerd dat zelfs een bruut en monsterlijk stel als GWAR van kleur zou verschieten.
Je zou bijna voorbijgaan aan het muzikale vernuft dat er zoal op Last Of Our Kind te vinden is. En natuurlijk liggen de diverse invloeden uit de roemruchte jaren zeventig er dik boven op en zeker dat het gitaarwerk in Open Fire regelrecht van The Cult is gejat. Maar zelfs dan blijft er nog steeds genoeg te genieten voor de liefhebber van de betere over-the-top-rock.

Hoewel hier met afstand de allerlelijkste hoes (red. meningen kunnen verschillen) van 2015 is afgeleverd en dan we zijn nog maar net halverwege het jaar. Verder lijkt het er sterk op dat de band een andere muzikale weg is ingeslagen. Je zou ze bijna serieus gaan nemen en ach… Dat we de mysterieuze verdwijning van een drummer al eens tegenkwamen bij Spinal Tap zal vast en zeker op toeval berusten. Jeroen BakkerNeil Schon - VortexNeal Schon – Vortex (Mascot label Group)
Vanaf 1975 maakte Neal Schon veertien langspeelplaten met Journey. Daarnaast werkte hij mee aan releases van Paul Rodgers, Jan Hammer en Bad English. Onder eigen naam verschenen er negen albums. De reeks releases op naam van Neil Schon is lang en indrukwekkend. Daarbij is de rij artiesten waar hij als gastmuzikant mee heeft gewerkt minstens zo imposant. Joe Cocker, Sammy Hagar, The Allman Brothers Band en Betty Davis, het is maar een greep uit de te noemen namen. In 1969 sloot Schon op 15 jarige leeftijd aan bij Carlos Santana en werkte mee aan twee albums van Santana. Het verhaal gaat dat Eric Clapton hem vroeg om mee te spelen in Derek and The Dominos.

Vortex is een dubbelaar, twee schijfjes met in totaal achttien nummers. Bijna honderd minuten met vooral instrumentale progrock. Negen instrumentale nummers op elk schijfje. Neal Schon is een gitarist met een eigen geluid, maar hij schuwt niet om in andere genres te winkelen. Eternal Love op het eerste schijfje is een pianoballade. Na vier progrock nummers met veel gitaarsoli is er een nummer met gevoelig pianospel. In Irish Cream speelt Schon leentjebuur bij The Edge van U2. Met groot gemak tokkelt hij een Iers sausje door het nummer.

Op het tweede schijfje neemt Schon pas gas terug in het zevende nummer Mom. Het is een akoestische ballade van 1.35 minuut. Twee nummers later brengt afsluiter White Light de rust terug in de huiskamers. Bijna drie minuten rustig gitaarspel om de honderd minuten nieuwe muziek af te sluiten. Vortex is een release van een geweldige gitarist. Schon laat fantastisch gitaarspel horen, maar slaagt er in honderd minuten niet een keer in om te verrassen. Vortex is vooral voor de fans die Neal Schon al tientallen jaren volgen. Jaks Schuit

 

https://soundcloud.com/mascotlabelgroup/cd1-04-el-matador/s-ypy4I

 

Album Reviews: Flo Morrissey en Lifehouse

Flo Morrissey - Tomorrow Will Be BeautifulFlo Morrissey – Tomorrow Will Be Beautiful (Glassnote/Caroline)
Pas 20 is ze, maar zowel in binnen- als buitenland heeft Flo Morrissey met haar volle lippen, lange bruine haren, nog langere benen en loepzuivere stem diepe indruk achtergelaten. Zo ook in Groningen, waar de Londense singer-songwriter begin 2015 tijdens Eurosonic een halfvolle zaal in het Groninger Forum vol verrukking en ontzag huiswaarts liet gaan. Pop, folk en indie worden subtiel gemengd en overgoten met een jaren ’60 geluid dat herinneringen oproept aan grote namen als Joni Mitchell en Vashti Bunyan, terwijl ook Kate Bush, Karen Dalton en Lana del Rey qua sfeer, stemgeluid en tijdloosheid moeiteloos in dat rijtje passen. Haar debuutalbum Tomorrow Will Be Beautiful is van een zeldzaam hoog niveau en bevat louter pareltjes van nummers, zoals het breekbare en emotionele Show Me en de al eerder uitgebrachte single Pages Of Gold. Vooral die laatste neemt je mee terug naar vervlogen tijden. Het moet ontzettend raar lopen wil deze grote belofte, doch klein van stuk, niet worden ingelost. Tekst Mania | Jelle Teitsma

Lifehouse - Out of the WastelandLifehouse – Out of the Wasteland (Ironworks Music/V2 Benelux)
Zo’n tien jaar na de doorbraak van de grunge (Nirvana, Pearl Jam, etc.) is er een stroom aan bands die onder post-grunge worden geschaard. Een denigrerende term, want veel rockliefhebbers vinden het maar een slappe kopie van de grunge, zonder de oprechtheid ervan. Het gaat hierbij om bands als Nickelback, 16 Doors Down en Creed, maar ook Lifehouse onderging dat lot. Net als veel andere post-grungebands scoorden ze grote hits (denk aan Hanging By a Moment) maar werden ze onder de critici weggehoond als een soort ‘Pearl Jam light’.

Toch heeft de band zich niet uit het veld laten slaan. Ondanks de nodige kritiek blijft de band steevast om de paar jaar een nieuw album uitbrengen. Het laatste album, Almeria, werd echter wel heel slecht ontvangen en was commercieel gezien een enorme flop. De band besloot om niet te toeren, maar voor een tijdje uit elkaar te gaan en zich op andere dingen te richten. Zanger Jason Wade richtte zich op een solo-album, en schreef daarvoor tientallen liedjes in tal van genres, maar merkte op een gegeven moment dat hij zijn liedjes toch wel heel erg graag weer met zijn band zou opnemen. Lifehouse kwam daarom, tot opluchting van de fans, weer samen en ging de studio in om Out of the Wasteland op te nemen. Met één verschil: gitarist Ben Carey is er niet meer bij.

Een hele voorgeschiedenis dus, die eigenlijk precies aangeeft hoe het album klinkt. Het is heel goed te horen dat veel liedjes op Out of the Wasteland aanvankelijk solomateriaal waren. Ook is duidelijk te horen dat de gitarist afwezig is (de zanger doet nu zelf het gitaarspel). Een groot deel van het album bestaat namelijk uit kleine, intieme liedjes. In de nummers waarin er wel een rockgeluid wordt neergezet voel je dat er iets mist. De stevigere nummers weten gewoonweg niet te overtuigen zonder het gitaarspel van Carey.

Gelukkig draait het dus voornamelijk om de rustige kant van Lifehouse, die al eerder in hun carrière zo nu en dan naar voren kwam. In 2005 scoren ze met het intieme You and Me één van hun grootste Amerikaanse hits. Out of the Wasteland ligt in het verlengde van dat nummer en voelt meer als een akoestisch popalbum, met af en toe een klein rockrandje. Jason Wade wist altijd al veel emotie in zijn teksten te leggen, maar dit album voelt persoonlijker dan ooit. Het is allemaal weliswaar nogal gelikt geproduceerd, maar de liedjes komen oprecht over. Zonder gitarist Ben Carey draait het helemaal om Wade en dat was wellicht precies wat hij wilde en de verandering die Lifehouse nodig had. Arnout de Vries

LIVEDATA 15/09 Melkweg, Amsterdam 16/09 Oosterpoort, Groningen 17/09 Tivolivredenburg, Utrecht

Album Reviews: Gengahr en Tremonti

Gengahr - A Dream OutsideGenghar – A Dream Outside (Transgressive / PIAS)
Wie in februari tijdig arriveerde in de Amsterdamse HMH voor het concert van Alt J, maakte reeds kennis met de intelligente indiepop van Gengahr. Het Londense viertal verzorgde die avond namelijk het eerste deel van het voorprogramma. Anderen zouden Gengahr ook al kunnen kennen van uitstekende singles She’s A Witch en Heroine. Twee uiterst aanstekelijke liedjes die zich snel in je hoofd nestelen, maar rafelig genoeg klinken om niet al snel te vervelen. Beide nummers staan uiteraard ook op dit debuutalbum, dat enerzijds lijkt geïnspireerd op de slackerrock uit de jaren negentig en anderzijds aansluit bij het eigentijdse geluid van bands als Alt J. Daarbij lijkt zanger/gitarist Felix Bushe iets te lang aan de helium gezeten te hebben en laat John Victor zijn gitaar met enige regelmaat plezierig uit de bocht vliegen. De ritmesectie, bestaande uit Hugh Schulte (bas) en Danny Ward (drums), houdt de boel bij elkaar en zorgt voor de fijne en afgemeten tempowisselingen. Genoemde singles blijken zeker niet de enige hoogtepunten op deze opvallende plaat, want nummers als Bathed In Light, Dark Star en Powder zijn al even verslavend. Tekst Mania | Marco van Ravenhorst

LIVEDATA 21/06 Best Kept Secret festival, Hilvarenbeek 20/08 Pukkelpop, HasseltTremonti - CauterizeTremonti – Cauterize (Fret12)
Drie jaar na het verrassend sterke debuutalbum is er nu eindelijk Cauterize, de lang verwachte opvolger van Tremonti, de naar gitarist/zanger Mark Tremonti vernoemde band.

Terwijl Scott Stapp, zijn oud-collega van het ooit zo succesvolle Creed, naar een zorgwekkend niveau dreigt af te glijden en Myles Kennedy furore maakt in de band van Slash heeft Tremonti zich met een geweldig stel muzikanten in de studio terug getrokken. Er bleek dusdanig veel inspiratie aanwezig te zijn dat er zelfs al besloten werd om volgend jaar een derde album uit te brengen met de titel Dust. Sterker nog, het is al opgenomen. Met gitarist Eric Friedman, drummer Garreth Whitlock en bassist Wolfgang Van Halen is Tremonti er in geslaagd om een ultra-strak, goed op elkaar gespeeld team om zich heen te verzamelen dat ook nog eens het beste bij hem zelf naar boven weet te halen. Als zanger heeft hij namelijk grote sprongen gemaakt en bovendien blijkt de inbreng van zijn bandleden ook nog eens een positieve invloed op de arrangementen van het songmateriaal te hebben gehad.

De teksten zijn van Tremonti afkomstig en die laten er, op zijn zachtst gezegd, geen gras over groeien. Er zijn nogal wat zaken geweest op het persoonlijke vlak, een soort Dark Trip, die een behoorlijke wissel hebben getrokken op zijn gemoedstoestand. Daarnaast zijn er ook diverse gebeurtenissen in de rest van de wereld die hem niet onberoerd hebben gelaten zoals te horen valt in de poepruige titeltrack. Hoog tijd dus voor een Radical Change, de snoeiharde opener met bijhorende medogenloze en brute killer-riffs. Het zijn slechts een paar voorbeelden waarin de band op onnavolgbare wijze imponeert en overtuigt.

De kans dat Creed ooit nog bij elkaar komt wordt steeds minder relevant wanneer Tremonti zich op deze manier blijft ontwikkelen. Met Cauterize heeft Mark Tremonti in ieder geval een heel dikke streep onder zijn verleden gezet en is de kans bijzonder groot dat alle pijlen in de toekomst op deze band worden gericht. Jeroen Bakker

LIVEDATUM 17/06 Melkweg, Amsterdam

Album Reviews: Muse en British Sea Power

Muse - DronesMuse – Drones (Warner)
‘Your ass belongs to me now!’, schreeuwt een sergeant. Luttele secondes later schiet er een karakteristieke Muse-riff langs. Het nummer Psycho klinkt hecht, hard en bot. Muziek en tekst combineren wat dat aangaat goed: na inventarisatie van de teksten blijkt dat Drones een conceptalbum (hallo Pink Floyd!) is geworden. Een soldaat wordt getraind tot meedogenloze moordmachine. Empathie verdwijnt volledig, alles wat er in de wereld gebeurt, scheelt de hoofdpersoon feitelijk geen zier meer.
Die muzikale botheid geldt vrijwel voor alle nummers. Producer Robert John ‘Mutt’ Lange (onder andere verantwoordelijk voor het hechte geluid van albums van rockacts AC/DC, Def Leppard, Foreigner) heeft daar zeker (geweldig gitaargeluid) invloed op gehad.

Muse grijpt op hun zevende album naar eigen zeggen een beetje terug naar z’n roots. Onbevangen en compromisloos. Minder vol en minder massaal. Minder piano- en synthesizergedreven, maar juist meer rechtlijnige, puntige, meedogenloze rock met her en der losse flarden uit een keyboard. Dat was op de volgeproduceerde vorige albums toch wel anders.
Hoe dat dan klinkt? Mercy is gestoeld op een verzengende akkoordenreeks die ingenieus gecombineerd is met een verfijnd Queenkoortje. Opener Dead Inside klinkt op eerste gehoor wat lichtvoetiger van toonaard, het is eightiesrock à la Duran Duran. Maar toch wordt daar wel een gierende Bellamy-solo aan toegevoegd. De powerriff van The Handler loopt over in een toespraak van John F. Kennedy en het poppy Defector brengt de luisteraar naar misschien wel het beste nummer van dit album: Revolt. Dit nummer is Muse in topvorm, inclusief killerriff, inclusief toffe tempowisseling, inclusief verslavende zanglijn.

Daarbij lijkt het trio meer dan ooit te doen waar ze zelf zin in hebben. Neem de gemiddelde lengte van de nummers: die is lang. The Globalist blijkt een 10 minuten durend ronddolend epos, het rauwe Reapers en het rustige Aftermath (met een te gekke opbouw) tikken de zes minuten aan. Het slotstuk grijpt zelfs terug op middeleeuwse koorzang en plaatst de sufgebeukte luisteraar weer op aarde. Het is een beetje zoals die sergeant meldt in Psycho: ‘wij zijn in control en jullie luisteren toch wel. Luisteraar: your ass is ours’. Toegegeven? Ze hebben nog gelijk ook. Tekst Mania | Dennis Dekker

LIVEDATA 12/06 Pinkpop, Landgraaf 28/06 Rock Werchter, WerchterBritish Sea Power - The Decline of British Sea PowerBritish Sea Power – The Decline Of British Sea Power (Golden Chariot Records/Bertus)
In 2003 verscheen debuut The Decline Of British Sea Power. De groep uit Brighton scoorde met deze release alleen maar positieve recensies. In de tijd van Britrock viel de groep op door de volwassen rockmuziek. Natuurlijk waren er invloeden te noemen, maar groepen als The Cure, Joy Division en Pixies misstaan niet op een muzikaal c.v.

Rock, punk en post-punk, uiteindelijk kwamen de criticasters in de recensies op deze etiketten. De groep maakte in de loop van de jaren vijf langspeelplaten en naast veel optredens waren er drie soundtracks. In 2015 besloot de groep dat het tijd was voor een feestje. Het debuut werd in hetzelfde jasje opnieuw uitgebracht aangevuld met een schijfje b-kantjes. Twaalf extra nummers voor een carrière van twaalf jaar, getrokken van singels en in 2004 verschenen E.P.’s. Opvallend bij de release van The Decline Of British Sea Power is de nog steeds sterk klinkende rockmuziek. Geen moment klinkt de muziek gedateerd.

The Decline-Era B-sides, het tweede schijfje, is een muzikaal feest. Geen van de nummers klinkt als een routineus in elkaar gespeeld b-kantje. British Sea Power heeft de andere kant van de singels gebruikt om muzikale paden verder te verkennen. BSP, zoals de groep door fans in Engeland wordt genoemd, zal doorgaan op die lang geleden ingeslagen wegen. The Decline Of British Sea Power is een pas op de plaats, een terechte terugblik. Deze jubileumschijfjes zullen niet alleen de fans plezieren. Voor iedereen die de groep in 2003 en de jaren daarna heeft gemist, is deze release de perfecte manier om een van de leukste groepen uit Engeland te leren kennen. Jaks Schuit

Album Reviews: SOAK en FFS

Soak - Before We Forgot How to DreamSOAK – Before We Forget How to Dream (Rough Trade/de Konkurrent)
SOAK is de artiestennaam van de Ierse zangeres Bridie Monds-Watson. Ze is nog maar achttien jaar oud, maar bracht rond haar zestiende al haar eerste EP’tjes uit. Beetje bij beetje wist ze meer aandacht te genereren. Vorig jaar ging dat ineens heel hard toen de groep CHVRCHES een nummer van haar remixte, en ze bovendien op de longlist van BBC Sound of 2015 werd geplaatst, een lijst met de meest veelbelovende artiesten voor het volgende jaar. Dat mag ze nu waarmaken met haar debuutalbum, Before We Forget How to Dream.

Het jonge, schuchtere en ietwat jongensachtige meisje zingt breekbare folkliedjes. Liedjes die bovendien ondergedompeld zijn in sfeer. De subtiele aanpak van de arrangementen doet denken aan The xx, maar SOAK weet toch een heel eigen geluid neer te zetten. In tegenstelling tot The xx zorgt ze ook voor wat vlottere, luchtigere liedjes als aangename afwisseling. Bovendien is het vaak net wat rijker gearrangeerd, hoewel dat niks afdoet aan de subtiliteit.

Die subtiliteit is de kracht van het album. Hierdoor ademt het album, het straalt een natuurlijke rust uit. Over die basis zet Monds-Watson voorzichtig wat schetsen van liedjes neer. Een aantal liedjes weet meteen te pakken. Nummers als Be a noBody en Sea Creatures blijken niet voor niets de singles te zijn: ze blijven het beste hangen, en zijn simpelweg ijzersterke liedjes. De overige liedjes grijpen je niet meteen bij je nekveld maar trekken je heel zachtjes mee in de dromerige wereld van het achttienjarige meisje.

Tekstueel komen we de vertwijfelingen tegen die de tienerjaren zo typeren. Ook Bridie Monds-Watson lijkt gewoon een wat onzeker meisje te zijn, al komt ze bij momenten verrassend volwassen over. Regelmatig zingt ze over een jij-persoon en haar relatie tot die jij-persoon Wat voor relatie of persoon dat is, wordt echter nooit duidelijk. Het maakt de teksten boeiend, de manier waarop ze alles wat mysterieus houdt. Zo stelt ze op Sea Creatures dat er anderen zijn die de liefde niet begrijpen. Daarom wil ze weg, haar stad ontvluchten, samen met die andere persoon. Het lijkt over een liefdesrelatie te gaan die niet wordt geaccepteerd, maar het blijft gissen, zoals ook muzikaal gezien alles op Before We Forget How to Dream een beetje rondzweeft in het vage.

De eerdergenoemde afwisseling met vlotte liedjes is daarom wel heel aangenaam. Het weet net te voorkomen dat je aandacht verslapt. Verder ligt het qua sfeer in het verlengde van Mazzy Star, Sumie of een luchtige versie van The xx. Prima wegdroommuziek dus. Daarbij heeft ze het waargemaakt: een veelbelovend debuutalbum. Arnout de Vries

LIVEDATA 20/07 Valkhof Festival, Nijmegen 25/09 Paradiso, Amsterdam 26/09 Rotown, Rotterdam 30/09 Botanique, Brussel
FFS - FFSFFS – FFS (Domino)
De Schotse band Franz Ferdinand en de Amerikaanse synthrockers van Sparks (u weet wel: This Town Ain’t Big Enough For Both of Us) hebben hun muzikale krachten verenigd. Franz Ferdinand heeft er in interviews nooit een geheim van gemaakt dat ze zeer geïnspireerd waren (ze coverden het nummer Achoo vaak) door deze band die al bijna een halve eeuw zeer diverse muziek maakt. Het kwam ooit tot een ontmoeting en jaren geleden werd er al eens een nummer heen en weer gestuurd. Piss Off (het slotstuk van dit debuut) bleek uiteindelijk de eerste stap naar een serieuze samenwerking die anno 2015 resulteert in een heuse collaboratie met de naam FFS. Een debuutalbum, een tour, het is voor beide bands echt een serieus project te noemen. En wat blijkt? De compositorische kwaliteiten van Ron Mael (én de bekende ijle stem van zijn broer Russell) zijn een perfecte aanvulling op de muzikale ideeën van de Schotten. Nee, het is geen verzameling van leftovers van beide bands. Het zijn stuk voor stuk nummers die deze supergroep samen bedacht heeft. En allen hebben een heerlijke eigenzinnigheid in zich. Soms schieten complexe ritmes heen en weer (Dictator’s Son, Police Encounters), soms hebben nummers pure hitpotentie (Johnny Delusional), soms hoor je de lichtvoetige eighties (Call Girl), dan weer is het juist meer rocky (Piss Off, The Power Couple) wat de klok slaat. Maar altijd staat de humor (The Man Without A Tan, Collaborations Don’t Work) pal bovenaan. Ook al lijkt laatstgenoemde titel veelzeggend: één plus één is heel duidelijk drie, wanneer je naar FFS luistert. Bijkomend aspect? Door deze reeks toffe songs kun je er ook al veel zin in krijgen wanneer deze gelegenheidsformatie zich live gaat wagen aan interpretaties van nummers zoals Take Me Out en This Town Ain’t Big Enough For Both of Us. Tekst Mania | Dennis Dekker

LIVEDATA 24/06 AB, Brussel 02/07 Melkweg, Amsterdam (uitverkocht) 21/08 Pukkelpop, Hasselt 22/08 Lowlands, Biddinghuizen

Album Reviews: Birth of Joy en Hot Chip

Birth of Joy - Live at UbuBirth Of Joy – Live At Ubu (Suburban Records)
Birth Of Joy is bij uitstek zo’n band die je live moet ondergaan. Begin dit jaar gaf de band twee uitverkochte concerten voor een uitzinnige menigte in Ubu in het Franse Rennes. Niet geheel toevallig is gekozen om dit concert op te nemen, want niet alleen is Birth Of Joy hier mateloos populair, deze plaats stond aan het begin van de Europese triomftocht van dit drietal.

Al vanaf het eerste nummer The Sound is het menens voor zanger/gitarist Kevin Stunnenberg, drummer Bob Hogenelst en organist Gertjan Gutman en wordt meteen uit de doeken gedaan tot welk geweld ze in staat zijn.
Inmiddels kan men putten uit een hoop sterk materiaal (Make It Happen, Life In Babalou en Prisoner). Uiteindelijk duurt dit live optreden ruim 2 uur en 14 minuten en is het publiek tot pulp gespeeld. Rock met hoofdletter R, sixties on steroids en exportproduct om trots op te zijn. Mania | Erik Damen

LIVEDATA 13/06 Beeckestijnpop, Velsen 25/07 Weitjerock, IJzendijke

Hot Chip - Why Make Sense?Hot Chip – Why Make Sense? (Domino)
Hot Chip is een gevestigde naam in zowel de alternatieve pop- als de dancewereld. Hun muziek ligt namelijk precies op het raakvlak tussen deze genres. Op hun vorige vijf albums heeft de band hierin een heel eigen stijl ontwikkeld, en daar sluit Why Make Sense? prima op aan. Een weinig verrassend album dus, maar dat doet niets af aan de kwaliteit.

Hot Chip varieert in hun muziek tussen ballads die soms wel heel glad aandoen, en knallende dance-tracks. Het grootste gedeelte van hun muziek bewandelt echter een mooie middenweg tussen deze twee uitersten. Dat geldt ook voor het leeuwendeel van hun zesde album. White Wine and Fried Chicken is de gladde ballad, die zelfs wat aan Elton John doet denken. Op de singles Huarache Lights en Need You Now laten ze daarentegen hun door house en disco beïnvloede kant zien. Huarache Lights laat bovendien Kraftwerk-invloeden horen, en bouwt ijzersterk op naar een extatisch einde. Dit is Hot Chip op topniveau.

Ondanks dat de band heel erg zichzelf gebleven is, laten die twee singles toch wel wat nieuwe elementen horen. Zo is het voorgenoemde nummer eigenlijk onvergelijkbaar met elk ander Hot Chip-nummer, en laat Need You Now een soulsample horen; ook nieuw terrein. Dat geldt al helemaal voor de raps van De La Soul-rapper Posdnuos op Love Is the Future. Bovendien klinkt afsluiter Why Make Sense? vrij uniek: de haast dissonant klinkende electronica en trage opbouw maken het tot een bezwerend nummer en daarmee een fantastische apotheose.

De rest van het album is uitermate degelijk. Fijne grooves, prima liedjes, en een organisch geluid, de band doet gewoon waar hij goed in is. Het klinkt aangenaam en verdienstelijk, maar het album moet het toch vooral hebben van de twee uitschieters: de opener en afsluiter. De meeste nummers op het album weten prima te vermaken, maar die twee nummers verrassen, overtuigen en mogen zich onder de Hot Chip-hoogtepunten scharen. Arnout de Vries

LIVEDATA 25/06 Rock Werchter, Werchter 03/07 Pitch Festival, Amsterdam 22/08 Lowlands, Biddinghuizen

Album Reviews: Douglas Firs en Ash

Douglas Firs - The Long Answer Is NoDouglas Firs – The Long Answer Is No (Excelsior Recordings)
Gertjan van Hellemont maakte naam als gitarist bij de Vlaamse folkzanger The Bony King of Nowhere. Ook werkte hij mee aan de albums van allerlei Vlaamse artiesten, van lieve folkmeisjes Love Like Birds tot de door Neil Young geïnspireerde rocker Admiral Freebee. Toch kon hij zijn creatieve ei niet helemaal kwijt, daarom stelde hij in 2012 een eigen band samen, bestaande uit een aantal Belgische topmuzikanten. Onder de naam Douglas Firs hebben ze nu hun tweede album uit.

Eigenlijk heeft Van Hellemont al de invloeden van de bands waar hij mee heeft samengewerkt én de bands waar zijn bandleden in hebben gepeeld mooi samengebracht. Zo speelde de bassist ook bij Balthazar, en hé, verrek, Can You Tell Her I Said Hi doet eigenlijk best wel denken aan het lome geluid van Balthazar! Ook invloeden van o.a. folk, country, en rock, en dan voornamelijk de jaren ’70-varianten, zijn terug te horen. Toch weet de band uit al die invloeden iets eigens te creëren, wat grotendeels te danken is aan het kenmerkende en soms ietwat zeurderige stemgeluid van Gertjan van Hellemont.

Wat The Long Answer Is No ook typeert is de vakkundigheid waarmee alles is neergezet. Dat is het resultaat van professionele muzikanten bij elkaar zetten. Elk arrangement lijkt tot in de puntjes uitgedacht: ‘een orgeltje hier, wat achtergrondzang daar, en dan komt de gitarist precies op dit punt het nummer binnen’. Het zorgt aan de ene kant voor een rijk gearrangeerde plaaf, en ook zeker voor een boeiende plaat, maar aan de andere kant doet het wat af aan de emotie en spontaniteit. Het album bevat uitstekende rocksongs, de kwaliteit druipt eraf, maar soms klinkt het net wat té gelikt.

Hoogtepunten zijn er echter zeker. Aan de ene kant in de vorm van een klein, puur en oprecht liefdesliedje (That Kind of Thing), en aan de andere kant als de band zichzelf toestaat om los te komen en een beetje uit de bocht te vliegen (Pigs in the Sky). Verder een zeer degelijk folk/rock-album, dat alleen net wat spannender had gemogen. Arnout de Vries

LIVEDATA 05/06 Metropool, Hengelo 06/06 Naked Song Festival, Eindhoven 29/08 Amsterdam Woods FestivalAsh - Kablammo!Ash – Kablammo!  (Ear Music/V2 Benelux)
Een muur van gitaren, knallende drums en de scherpe stem van Tim Wheeler. Drie elementen die de muziek van ASH kenmerken. De melodielijnen die Wheeler schrijft zijn sinds 1992 herkenbaar. De muziek van ASH werd in de beginjaren weggezet als Britpop, de groep speelde in de schaduw van groepen als BLUR en Oasis. Eigenlijk is dat heel lang de plek van de groep geweest. De muziek van de groep veranderde door de jaren heen nauwelijks.

In 2007 verscheen Twilight Of The Innocents, waarna het rustig werd rondom ASH. In 2011 verscheen er een Best Of en de groep speelde op wat festivals. Kablammo!, een titel die het plezier moet verwoorden waarmee de groep in de studio de nummers opnam, komt als een verrassing, een prettige verrassing. ASH klinkt fris, energiek, af en toe bijna nonchalant en in alle twaalf gevallen enthousiast en begeesterd. Eerste singel Cocoon en Let’s Ride openen de plaat en lijken in een vloek en een zucht voorbij. Zoveel kwaliteit in zeven minuten. In het derde nummer Machinery neemt de groep even gas terug. Daarna gaat het tempo weer omhoog. Opvallend is het plezier dat continue uit de speakers spat. Dit is geen routineuze langspeler van een groep, die drieëntwintig jaar geleden werd opgericht.

‘If it is possible it’s done. If it is impossible it will be done,’ lijkt het motto geworden van de groep. De woorden openen het instrumentale Evel Knievel. Precies 1.44 minuut fenomenaal jatwerk van een melodie die geschreven zou kunnen zijn door Ennio Morricone en Wheeler vult aan met wat surfgitaar. De Italiaanse meester wordt schaamteloos gekopieerd en ASH doet dat zo goed dat de repeatknop gebruikt wordt. Evel Knievel mag keer op keer uit de boxen knallen. Het is een van de hoogtepunten op deze release. Kablammo! barst van de kwaliteit. ASH is terug! Jaks Schuit

Album Reviews: Death Alley en Jamie xx

Death Alley - Black Magick BoogielandDeath Alley – Black Magick Boogieland (Tee Pee Records / Suburban)
Wanneer je de nieuwsberichten moet geloven is onze hoofdstad ‘één grote poel des verderfs’ waarin allerlei soorten criminaliteit alleen maar lijken toe te nemen. Zakkenrollen, mishandeling, liquidaties en onveilige drugs zijn aan de orde van de dag en dat de rust op korte termijn zal terugkeren lijkt met het verschijnen van Death Alley’s Black Magick Boogieland al helemaal uitgesloten. Dat we hier niet te maken met een stelletje amateurs maar met zeer professioneel gespuis blijkt wel uit het cv waarop we namen tegenkomen als Gewapend Beton en The Devil’s Blood. Zelfs buiten de landsgrenzen zijn de activiteiten van deze gasten niet onopgemerkt gebleven. Grote kans dus dat dit album ook daar iets gaat losmaken.

Het zou niet meer dan terecht zijn. Vooral de stijlvolle vinyl-uitvoering is de aanschaf meer dan waard. In een bijna drie kwartier durende trip wordt de luisteraar meegesleurd in een tijd dat de hallucinogene drugs overal voor het grijpen lagen en dat men zich nauwelijks raad wist met explosieve high energy muziek van bands als MC5 of de zwaar betonnen geluidsmuren van Black Sabbath. Death Alley voegt daar nog eens diverse elementen uit aanverwante stijlen aan toe waarmee het er in slaagt een eigenzinnig en bruut geluid neer te zetten zonder daarbij het spoor bijster te raken.

Hoogtepunt is het maar liefst dertien minuten durende psychedelische epos Supernatural Predator. Nergens bekruipt het gevoel dat hier gepoogd wordt om het wiel opnieuw uit te vinden. Black Magick Boogieland is gewoon crimineel lekker en wat ons betreft mag het nog lang onrustig blijven. Jeroen Bakker

LIVEDATA 07/06 Patronaat, Haarlem 11/06 Paradiso, Amsterdam (Releaseshow) 04/07 Rosrock, Rossum 24/07 Zwarte Cross, LichtenvoordeJamie xx - In ColourJamie xx – In Colour (YoungTurks / Beggars)
Hoewel het na drie jaar eigenlijk wel tijd is voor een nieuw album van The xx moeten we het voorlopig doen met het eerste solo-album van Jamie Smith, de man die zowel de elektronica als de productie voor zijn rekening neemt binnen de Britse indieband die veel indruk maakte met haar eerste twee albums. Helemaal los van zijn bandmaatjes komt hij op In Colour niet, want Romy Madley Croft zingt twee nummers en Oliver Sim is op één track te horen, maar verder richt Jamie xx zich veel meer dan zijn band op de nachtclub. Qua sfeer zijn er wel overeenkomsten, maar de gitaar speelt geen enkele rol, want alles draait om onderkoelde beats en synths. Meest opvallende track is I Know There’s Gonna Be Good Times, dat begint met een doowopintro, waarna de Amerikaanse rapper Young Thug en de Jamaicaanse dancehall artiest Popcaan het overnemen, met een fijn feestje als resultaat. Het zal geen verbazing wekken dat Stranger In A Room (met Sim) en Loud Places (met Madley Croft) het meest naar The xx neigen. Beide tracks behoren tot de – overigens vele – hoogtepunten op deze afwisselende en kleurrijke plaat. Album nummer 3 van The xx schijnt in de maak te zijn, maar totdat die verschijnt – en waarschijnlijk ook daarna nog wel – luisteren wij met veel plezier naar dit fraaie album. ManiaMarco van Ravenhorst

LIVEDATA
04/07 Pitch, Amsterdam 21/08 Pukkelpop, Hasselt 22/10 Paradiso, Amsterdam (uitverkocht) 23/10 AB, Brussel (uitverkocht)

Album Reviews: Metz & The Cribs

METZ - IIMetz – II (Sub Pop)
Wat een mokerslag gaf de eerste plaat van Metz ons in 2012: wat was dat losgeslagen, loeihard, meedogenloos en toch verdomd goed in elkaar gezet. Bij ondergetekende belandde het album op plaats 1 in de jaarlijst. Zie daar maar eens over heen te komen. Het goede nieuws is dat de Canadezen werkelijk niets aan hun formule hebben veranderd. Fuck nuance, de gainknop wordt weer tot de max opengedraaid. Ook op II mag en gaat alles kapot. Gierende gitaren, pompende bassen, bizarre breaks en slopende drums vliegen je in een krap halfuur om de oren.  En ook aan het hysterische gekrijs van Alex Edkins ontsnapt niemand. Alles goed dus? Tot zover wel, want II begint naarmate de plaat vordert wel erg op een herhalingsoefening van het debuut te lijken. Sommige songs zijn gewoonweg inwisselbaar voor nummers van de eerste. Het debuut kwam met zijn agressie, energie en geweldige drieminuten-composities in de buurt van mijlpalen als pak ’em beet Nevermind. II mist daar net de overtuiging en urgentie voor.  Al blijft Metz bij vlagen ongrijpbaar. Stuur iedereen het huis uit (bij voorkeur ook je buren), zet de versterker op 10 en laat deze plaat over je heen walsen. Milo Lambers

LIVEDATA 17/06 Botanique, Brussel 19/06 Best Kept Secret, Hilvarenbeek

The Cribs - For All My SistersThe Cribs – For All My Sisters (Sony Music)
Met regelmaat zijn het Britse media weer op zoek naar de nieuwe redders van de Engelse rockmuziek. Een paar jaar terug werden de Palma Violets vol lof onthaald, maar iets meer dan tien jaar geleden waren het nog The Libertines, én The Cribs. Deze band trok flink de aandacht met het album The Cribs uit 2004. Met opvolgers New Fellas en Men’s Needs, Women’s Needs, Whatever wisten de mannen nog meer waardering en populariteit te oogsten, zelfs bij de grote Johnny Marr (gitarist van The Smiths) die een aantal jaar meespeelde in de band. For All My Sisters is het tweede album sinds Marrs vertrek en het succes lijkt wat tanende. Terecht?

The Cribs is een echte familieband, bestaande uit tweelingbroers Ryan en Gary Jarman op gitaar en bas, en hun jongere broer Ross op de drums. Ze maken garagerock, die eens niet rommelig maar juist scherp klinkt, en bovendien bijzonder energiek. Althans, dat is hoe ze altijd klonken, maar de mannen worden een dagje ouder, en de energie lijkt ietwat minder te worden. Zo scherp en venijnig als ze vroeger klonken, klinken ze nu helaas niet meer. Zeggen dat ze uitgeblust zijn zou overdreven zijn, maar het zijn duidelijk geen jonge honden meer. En dat terwijl ze nog wel jonge hondenmuziek proberen te maken. Dat komt niet overal even lekker uit de verf.

Toch staan ook op dit nieuwe album wel weer de nodige knallers. Zo klinken Mr. Wrong en de single Different Angle ouderwets goed, en is het kenmerkende scherpe gitaargeluid, dat continu door de muziek heen snijdt en het van een aangenaam kartelrandje voorziet, nog altijd aanwezig. Halverwege wordt het ietwat eenzijdige rockgeluid afgewisseld met Simple Story, een zeer aangenaam rustpunt. Toch is het oude venijn niet verdwenen, want die blijkt letterlijk in de staart te zitten. Op Spring on Broadway lijkt de band zijn jeugd ineens weer terug te vinden, en dat blijkt nig maar een opwarmertje voor het daverende slot. Pas bij het laatste nummer beseft de band dat ze het misschien eens anders moeten aanpakken. Pink Snow is namelijk een meeslepend rocknummer, wat meer uitgesponnen, met sterke afwisseling tussen de rustige en stevige stukken. De band musiceert er met een hernieuwd elan, en weet er het ietwat wisselvallige album mee te redden.

For All My Sisters is weliswaar geen hoogtepunt in het oeuvre van The Cribs, maar weet prima te vermaken, en gelukkig: bij vlagen horen we de band nog in topvorm! Arnout de Vries