Cut Worms – Hollow Ground (Jagjaguwar/Konkurrent)
New Yorker Max Clarke is nog geen 30 jaar, maar heeft met zijn band Cut Worms een debuutalbum afgeleverd dat ook in 1965 had kunnen worden gemaakt. Zó retro krijgen we het niet vaak voorgeschoteld en dat is knap.
Clarkes muzikale helden zijn natuurlijk Bob Dylan en The Beatles, hoewel The Everly Bothers, Buddy Holly en Beach Boys ook overduidelijk de kop opsteken. En laten we Simon & Garfunkel niet vergeten. Maar vergelijk ‘m er niet te veel mee. “I think comparing me or any other young act to one of the greats is like comparing the guy who invented the laser pointer to the guy who invented lasers. The former wouldn’t exist without the latter, and the former is also, generally not exploiting the full potential of the groundwork laid for them. With that in mind, what I do isn’t exactly like what those guys have done.”
Clarke schreef al liedjes op zijn gitaar toen hij een jaar of 12 was en dat is niet zo uitzonderlijk. Wel het feit dat hij en zijn Cut Worms een plaat hebben afgeleverd die zó zestiger jaren klinkt dat je als leek niet zou kunnen geloven dat de songs in 2017/2018 zijn geschreven en op cd en vinyl zijn verschenen. En het is nog hartstikke mooi ook.
Neem een song als Like Going Down Sideways. Een gevoelig gitaarliedje, waarmee Clarke zijn gevoeligste kant laat horen. Zo nonchalant als The Beatles op hun eerste albums kan hij ook klinken. Zoals in het lichtvoetige Think I Might Be In Love, met een hoog shalala-gehalte. Zo’n onbezorgd barbecueliedje, dat vaker voorbij komt op Hollow Ground. Soms misschien iets te vaak en dan ligt vervlakking op de loer. Pas daar de volgende plaat mee op, Max. Pieter Visscher