Goat Girl – On All Fours (Rough Trade)
Het tot stand komen van de tweede plaat van Goat Girl was een “ongelooflijke trip, met een lach en een traan en veel krankzinnigheid. Een album dat het verdient om in deze gedesoriënteerde wereld te verschijnen”, aldus leadvocalist/gitarist Lottie Pendlebury, gitarist/vocalist Ellie Rose Davies, bassist/vocalist Naima Redina-Block, en drummer Rosy Jones. Vrouwen die elkaar ontmoetten in de Londense uitgaanswereld en in 2016 besloten een band te beginnen.
Goat Girl heeft zich laten inspireren door uiteenlopende formaties als Metronomy en Sonic Youth. Wat leidde tot een behoorlijk tegendraads, titelloos debuut in 2018. Met punk, country en indierock als voornaamste ingrediënten. On All Fours is een stuk coherenter, heeft zes songs minder dan het maar liefst negentien liedjes tellende debuut en heeft de balans waar de vier vrouwen wellicht een beetje naar zochten. Evenwicht en eenheid.
On All Fours betekent dat het experiment is ingewisseld voor consistentie. Dat houdt binnen muzikale kaders niet altijd een vooruitgang in, maar in het geval van Goat Girl wel degelijk. Er is opeens sprake van intimiteit. En die kunnen we wel gebruiken in tijden van uitgestorven stamcafés, lockdowns, mondkappen, avondklokken en anderhalve meters afstand. Gelukkig: Goat Girl omarmt de luisteraar plotsklaps.
De gitaar hoeft niet meer meedogenloos te zijn om te imponeren, Goat Girl laat veel elektronica toe en Lottie Pendlebury heeft haar mooiste stem gevonden. De vier hebben hun wilde haren zeker nog niet verloren, al zijn ze wat uitgeraasd. Alles in dienst van het liedje. Betoverende indiepoprock zonder pretenties.
Tijdens het maken van het album werd bij Ellie Rose Davies een vorm van bloedkanker geconstateerd, ze kreeg er corona bovenop. Hoewel ingrijpend, heeft dat niet zijn weerslag gekregen op het geluid van de band. On All Fours is geen zwaarmoedige plaat geworden. Eerder hoopvol en troostend. Een opgewekt, dansbaar nummer als P.T.S.Tea is veelzeggend. Evenals het heerlijk huppelende Sad Cowboy, paradoxaal genoeg, wanneer je op de titel afgaat. Pieter Visscher