Lola Marsh – Someday Tomorrow Maybe (Universal/DRG Music)
Het is altijd mooi om te horen dat bands een muzikale sprong hebben gemaakt na een debuut dat er al mocht zijn. Erop vooruitgaan met een tweede album; er zijn nogal wat voorbeelden in de muziekgeschiedenis van acts die geen stap vooruit konden zetten. Lola Marsh dus wel. Someday Tomorrow Maybe puilt uit van de poppareltjes. Dat begint al met het verrekt opgewekte Echoes. “The sun begins to shine”, zingt de bloedmooie Yael Shoshana Cohen. De koperen ploert komt tot u vanuit de luidsprekers. Wat een eruptie van uitbundigheid.
Lola Marsh kwam na een aantal ep’s met Remember Roses op de proppen in 2017 en toen wisten we al wel dat we te maken hadden met een talentvolle formatie. Met Cohen en Gil Landau als belangrijkste leden. Ze startten als duo en in de loop der jaren sloot een drietal extra muzikanten zich aan. Stuk gezelliger in de kleedkamer.
Lola Marsh komt uit Israël, om precies te zijn uit het bruisende Tel Aviv en doet het met name in de Verenigde Staten al jarenlang goed. De band geeft aan dat onder anderen – ga er even voor zitten – Sufjan Stevens, Nina Simone, Fleet Foxes, Elvis, Moody Blues, Bon Iver, MGMT en LCD Soundsystem tot de inspiratiebronnen behoren. Laten we daar Lana del Rey aan toevoegen, omdat Cohen ook vocaal doet denken aan de Amerikaanse.
Op Someday Tomorrow Maybe is een aantal sterke, maar ook ijzersterke popliedjes te ontdekken. De opener dus, alsook Like In The Movies, Give Me Some Time en het meesterlijke Darkest Hour. Uptempostukken, instrumentaal rijk en met een glansrol voor Cohen. In de wat kleinere liedjes is ze nog aaibaarder. De gitaarsong Four Long Seasons is daar een goed voorbeeld van. Hetzelfde geldt voor Strangers On The Subway, met een finale om in te lijsten. Eerdaags komt de band naar Europa. Vooralsnog niet naar Nederland of België. We verheugen ons daar wel op. Pieter Visscher