Aeon Station – Observatory

Aeon Station – Observatory (Sub Pop)

De laatste keer dat we concreet iets van Kevin Whelan hoorden, is zo’n achttien jaar terug, toen hij met indierockformatie The Wrens de zwanenzang van die band uitbracht: The Meadowlands. De plaat werd goed ontvangen en scoorde op het toonaangevende Pitchfork zelfs een 9,5. Dat was wat overdreven.

En nu is Kevin Whelan terug. Het debuut van zijn huidige band Aeon Station is zo’n plaat die we goed kunnen gebruiken in pandemische tijden. Muziek redt de wereld sowieso sinds mensenheugenis. Whelan heeft er lang over gedaan, maar dat voorkomt dus dat er miskleunen op het album zijn te vinden. Alle tien goed. Nu al zin in de outtakes!

Observatory is een langspeler geworden die overloopt van kwaliteit, emoties en beklijvende songs. Een kerstcadeau, zo aan het eind van het jaar en met een beetje fantasie kunnen we het afsluitende Alpine Drive zelfs een kerstliedje noemen. “I’m on my way, I’m on my way back home”, zingt Whelan. Het is een heerlijk, zalvend, hartverwarmend nummer, dat troost biedt in toch wat dystopische tijden. It’s beginning to look a lot like Christmas. We moeten er wat van maken. Nietwaarrrrrrrr?

Daarbij helpt het zo veel mogelijk draaien van Observatory, dat niet alleen die troost biedt, maar ook de mogelijkheid verschaft jezelf even te verliezen in verrukkelijk uptempowerk met scheurende gitaren; Queens en Better Love. Terwijl het absolute hoogtepunt van de plaat het ruim vijfenhalve minuut durende Fade is en we niet voor de eerste keer merken dat Whelan de afgelopen jaren inspiratie opdeed bij Arcade Fire. Fade – check die video ook! – is zonder twijfel de beste rocksong die dit jaar is verschenen wereldwijd. Opbeurend, ontroerend, opzwepend, knallend en en en en én episch. Is dit jaar wél een betere rocksong verschenen? Laat het dan meteen weten: p.visscher@hotmail.com. Pieter Visscher