Het liefst had Luke Temple Breneman zijn brood belegd als beeldend kunstenaar, maar helaas is de markt voor indoor muurschilderingen in New York niet erg groot en ziet hij zich genoodzaakt er wat bij te klussen. Als muzikant.
Dat doet hij onder eigen naam en diverse aliassen. Breneman is een boven gemiddeld goede zanger met een sterke falsetstem. Hij wordt wel vergeleken met Paul Simon, Jeff Buckley en Nick Drake. Voorwaar geen kleintjes. Een probleempje is wel dat hij zijn albums vaak opneemt op een vier-sporen cassetterecorder, wat de geluidskwaliteit niet ten goede komt. Op zijn jongste release als Art Feynman gooit hij het over een heel andere boeg en is de high fidelity juist van groot belang.
Luke alias Art heeft zich laten inspireren door albums die in de jaren zeventig en tachtig werden geproduceerd in de Compass Point Studios op de Bahamas, muziek van o.a. Sly & Robbie, Grace Jones in en Talking Heads (Remain in Light). Vooral die laatsten klinken door in All I Can Do. Luke zingt hier zelfs een beetje als David Byrne.
Met zijn frisse gitaarsolo’s, tropische dameskoortjes en funky ritmesectie klinkt All I Can Do om door een ringetje te halen. Feynman heeft er gelukkig wel voor gewaakt een en ander niet te glad te laten klinken. In november verschijnt er een heel album met dit soort tropische verassingen.