Rasverteller Daniël Lohues innemend en briljant in PHIL Haarlem

Gezien: Daniël Lohues (Nou), PHIL Haarlem, 11 april 2024

Tekst en foto’s: Pieter Visscher 

Rasmuzikant en rasverteller Daniël Lohues geheel solo is een lust voor het oor in de schitterende kleine zaal van de PHIL in Haarlem. Waar zijn collega Blaudzun een van de toeschouwers is. Lohues betovert zijn gehoor ruim twee uur lang en is een open boek. Zoals we ‘m kennen. Briljant.

De Drent uit Erica vertelt net zoveel als dat hij zingt en koppelt humor aan diepzinnigheden. En verborgen boodschappen, voor de aandachtige luisteraar. Over zijn reizen door Amerika. Het land waar hij net zo verliefd op lijkt te zijn geworden als op zijn bloedeigen Drenthe. Dat Lohues zo veel mogelijk onaangetast wil blijven zien. De provincie waar we nog een horizon kunnen waarnemen. Uniek in steeds maar voller wordend Nederland. In de auto naar Haarlem wordt het met de kilometer drukker voor de innemende singer-songwriter.  Hij verwerkt zijn zorgen in een van z’n prachtsongs. Gespeeld op diverse gitaren, soms met harmonica in de mond. Ook op piano en een zo goed als antiek orgeltje. Daniël Lohues is Nederlands beste en meest geëngageerde singer-songwriter en het Drents blijft een dialect om zielsveel van te houden. Terwijl Lohues ook vlekkeloos Goois onder de knie heeft. Hij neemt de Randstad maar al te graag op de hak. En terecht.

Over die Randstad gesproken; ook Erica is inmiddels in de ban van de drugsproblematiek, waar het gezinnen verwoest. “Ik zie ‘s avonds laat de autootjes op het plein in het dorp en weet dat er dan gedeald wordt. Synthetische troep. De Drent heeft medelijden met ouders die hun kroost kapot zien gaan. Het zijn stevige noten die af en toe gekraakt worden, maar Lohues in Haarlem is vooral luchtigheid. Relativeren met humor. Alle relaties die hij heeft versleten. Het heeft ‘m net zo veel geweldige momenten opgeleverd als verdriet. Allennig is Lohues op z’n best. Hij houdt de boot geregeld af. Zoals veel van Lohues’ songs gaan over alleen zijn.

Neem een nummer als Van De Liefde: “Want ik hou van de liefde. Ben gek op de liefde. Mar liefde houdt niet van mij. Dansen en zweben, nemen en geben. Mar dan is ‘t ok zo weer veurbij. En dan ben ‘k weer rustig en vrij.”

In het moment leven, jezelf leren kennen. Het is een hoop gedoe, vindt Lohues. Vaagheden zijn niet besteed aan de man, die pas een jaar uit de rouw is, nadat zijn moeder vijf jaar terug overleed. Hij is er open over en speelt ma’s favoriete lied, met wat extra emotie in z’n stem. Om af te sluiten met Op Fietse, van Skik, dat al weer bijna dertig jaar terug op plaat is gezet. Het lijkt de afsluiter, maar Lohues komt nog een keer terug om Allennig te spelen, van zijn gelijknamige soloalbum uit 2006. Het is na afloop druk bij het standje met T-shirts, vinyl en cd’s. Lieve mensen zat, mar uuteindelijk, uuteindelijk, uuteindelijk is iederien allennig. Wat een machtig mooie avond.

Sowieso ouderwetse kwaliteit Lohues

Dat is toch wel een gave van Daniël Lohues; platen afleveren waar steevast een kwaliteitsstempel op kan worden gedrukt. Momenteel zit een van Neerlands fijnste songsmeden thuis om gezondheidsredenen, werd een complete tournee afgezegd, maar kunnen we ons even redden met zijn twaalfde (!) soloalbum sinds 2006. Een drukke baas en dat is-ie.

Sowieso is een album met dertien songs die kort voordat Lohues’ gezondheid hem in de steek liet werd geschreven en opgenomen. “Sommige songs heb ik in één keer opgenomen met de band waar ik de laatste jaren zo graag mee speel, andere nummers in dezelfde studio, in mijn eentje, bij een schemerlamp. Deze plaat wilde ik sowieso maken. Nu begint later”, zegt hij over de plaat die opnieuw in het Drents wordt gezongen.

Fraai is de banjo van vast bandlid Bernard Gepken, die her en der opduikt. Zelf neemt Lohues gitaar, mandoline en toetsen voor zijn rekening. Het album is sowieso ouderwets rijk geïnstrumenteerd met ook banjo, saxofoon, zingende zaag en cello. Teksten wederom uit het leven gegrepen.

Een prachtig nummer als Wat Doen We Nou grijpt je naar de keel. De schoonheid, maar ook de pijn van het leven zijn terugkerende thema’s in de liedjes van Lohues. Steken onder water worden ook uitgedeeld, in Over Joe. In het heerlijk bluesy Hart An Flarden leeft Lohues zich uit achter zijn orgel, terwijl hij en Gepken zich ook vermaken op gitaar. Album twaalf en Lohues flikt het gewoon opnieuw.