Man Man – Dream Hunting in the Valley of the In-Between (SubPop/Konkurrent)
Nog betrekkelijk onbekend, en waarom denk je dan, wanneer je het zesde album van het Amerikaanse Man Man beluistert. Tegenwoordig residerend in LA, maar afkomstig uit Philadelphia, dat wel meer geweldige formaties voortbracht. Hall & Oates, The Roots en The War On Drugs bijvoorbeeld. Dream Hunting in the Valley of the In-Between is een album dat uitpuilt van de muzikale hoogstandjes. Een definitieve doorbraak naar de massa kan nu niet uitblijven, zou je denken. Man Man, wat een plaat.
Ryan Kattner, het brein achter Man Man, weet altijd een soort schijt-aan-de-hele-wereldmentaliteit te etaleren op zijn werk en flikt dat nu ook weer. Het leidt andermaal tot een potpourri aan uitbarstingen. Als vanouds ongrijpbaar. Grote gemene deler te allen tijde is de enorme muzikaliteit die van Kattners geesteskinderen afspat. Hij laveert zoals gebruikelijk tussen een grote diversiteit aan stijlen en is tekstueel net zo uitdagend. Neem een strofe als “Sucking dicks in a motel room in Kansas City“, uit The Prettiest Song In The World.
Met name de pianogedreven nummers, waarin Kattner zijn vingervlugheid ten volle mag laten horen, springen eruit. Er zijn raakvlakken met Frank Zappa, The Black Keys en flarden Eels passeren virtueel de revue, om toch wat namen te noemen. Want het is vooral heel erg Man Man wat we voorbij horen komen. Tempowisselingen, breaks en wat niet meer zij maken Man Man ouderwets onnavolgbaar.
Het rijke instrumentarium dat opnieuw uit de kast is getrokken geeft extra kleur aan de eigenzinnige composities, die stuk voor stuk feestelijk zijn. Het is goed te horen dat er zeven jaar is gedaan over Dream Hunting in the Valley of the In-Between, dat veel kleur geeft aan deze warrige tijden. Dream Hunting in the Valley of the In-Between is misschien wel het muzikaalste wat we tot nu toe voorbij hebben horen komen in het onvervalste kutjaar 2020 en heeft veel weg van een onvervalst, verslavend meesterwerk met al zijn humor en pure levensvreugd. Extra aandacht gaat uit naar het artwork op de cover en de binnenzijde van de uitklaphoes van het album. Verantwoordelijk daarvoor is Petecia Le Fawnhawk, die al jarenlang uitblinkt met haar door surrealisme gevoede kunstuitspattingen. Pieter Visscher