Paul McCartney – Egypt Station (Capitol / Universal)

Het is zonder meer heerlijk oud worden, of beter gezegd jong blijven, wanneer je Paul McCartney heet, je samen met je vrienden John, George en Ringo voor een nogal invloedrijk oeuvre hebt gezorgd in de jaren 60 en je daarmee in de loop der jaren een kleine miljard euro aan inkomsten vergaarde. Dan kun je op de golfbaan gaan staan de rest van je leven of echt leuke dingen doen. En dat is het maken van albums en op je 76ste nog over de planeet trekken, met een heerlijke band om je heen. Om veel van The Beatles te spelen en veel solowerk bovendien, omdat die schat aan liedjes ook nogal imposant is geworden de laatste vijf decennia.

Op Egypt Station is het vooral Wings wat je terughoort, terwijl The Beatles veel minder nagalmen. McCartney schreef alles weer zelf en geeft de consument waar voor z’n geld, met de 16 songs die te vinden zijn op de plaat.

Prachtig uitklapbaar is het cd-hoesje, met fraai schilderwerk van de meester zelf. Want dat kan hij bijvoorbeeld ook. Polyvalent tot op het bot.

Met de vrolijke rocker Come On To Me laat Macca horen op latere leeftijd nog altijd een flirt te zijn en waarom zouden we het gênant vinden als hij nog zin heeft om te neuken? Want dat is wat hij zingt. Hoewel het een wat krampachtige poging lijkt wat jeugdige zieltjes te winnen, is de uitvoering minder beroerd dan sommigen doen geloven. Fuh You (op plaat uitgesproken als Fuck You, maar in de context duidelijk op de daad aansturend) is geproduceerd door Ryan Tedder, die meeschreef aan Halo van Beyoncé en zanger is van OneRepublic. “On the night I met you, I just wanna know how you feel.” Er wordt een zesje uit het vuur gesleept. Het kan niet altijd raak zijn.

De liefde blijft een onderwerp waar McCartney maar niet vanaf komt en dat zien we met alle plezier door de vingers. Omdat er ook venijn te vinden is op de plaat. In Despite Repeated Warnings krijgt Donald Trump er overduidelijk van langs. “Those who shout the loudest may not always be the smartest”, klinkt het bijvoorbeeld. People Want Peace klinkt veel minder urgent dan vredesliedjes van Lennon, is geen compositorisch hoogstandje en toch is het hoopgevend.

McCartney laat op Egypt Station horen een gewoon mens te zijn, een working class hero, die zo nu en dan worstelt met zichzelf, domweg twijfels heeft en soms meer drinkt dan echt noodzakelijk. McCartney bespeelt op de plaat onder meer elektrische en akoestische gitaar, piano, diverse orgels, synthesizers, drums en andere percussie en de harmonica én is goed bij stem.

Alhoewel die wat breekbaarder wordt, emotioneert hij daardoor ook meer.
Niets, maar dan ook niets wijst erop dat we te maken hebben met een levende legende die de dood in de ogen kijkt. Op naar de 100. Tekst Pieter Visscher