Katie Gavin – What A Relief (Saddest Factory)
Katie Gavin kennen we als frontvrouw van de Amerikaanse indiepopformatie Muna, die drie albums uitbracht. Als singer-songwriter vond ze het tijd om ook solo aan de slag te gaan en zo is geschied.
What A Relief is een rijk geïnstrumenteerde plaat geworden, vol met liedjes die niet meteen beklijven, maar dat na meerdere draaibeurten steeds sterker gaan doen. Tekstueel vliegt Gavin er meteen in, in openingssong I Want It All: “I want you to see me when you’re not looking. I want you to fuck me when we’re not touching.” Gavin laat haar hart spreken en dat komt de zeggingskracht van de nummers zonder meer ten goede.
Je hoort, maar ook ziet dat ze niet over een nacht ijs is gegaan bij de totstandkoming van het album. Het aantal thankyous dat we lezen in de binnenkant van de kartonnen cd-hoes liegt er niet om. De bekendste die ze bedankt is de minstens zo getalenteerde Phoebe Bridgers: “For believing in me and in this project. And for pushing me making it as good as it can be.”
Lieve woorden van Katie Gavin, die goed passen bij haar zoetgevooisde stemgeluid, terwijl we muzikaal moeten denken aan de indiepop van Fiona Apple. Tracy Chapman is ook een inspiratiebron. De nummers zijn fraai ingekleurd met mandoline en viool, cello, tamboerijn, trompet, piano, orgel, synths en allerhande gitaren. Her en der vangen we wat folky elementen op. Melancholische herfst/winterplaat waar je heel stilletjes steeds verliefder op wordt. Houd het niet tegen. Pieter Visscher