Met twee EP’s, een debuutalbum en een samenwerking met Kurt Vile op zak heeft de Australische Courtney Barnett de indierockscene al zo goed als om haar vinger gewonden. Het hierbij laten? Natuurlijk niet. Binnenkort komt ze naar Utrecht om het nieuwe album Tell Me How You Really Feel te laten horen. Wij spraken haar alvast in Amsterdam, waar de schuwe indierocker laat weten hoe je successen boekt als muzikant in Melbourne: uit pure verveling.
Tekst LiveGuide | Philip Schotte
Pfoe, diepe titel hoor. Is dat iets waar je mee worstelt, mensen vertellen hoe je je echt voelt?
“Ja.”
Lukt dat beter nu je zo vaak op het podium je gevoelens uit naar een publiek?
“Op het podium wel, maar daarbuiten is het eigenlijk hetzelfde gebleven. Die verlegenheid is een onderdeel van mij, dus ik geloof niet dat het volledig om te gooien is. Sommige dingen horen nu eenmaal bij wie je bent.”
De eerste single van het nieuwe album is Nameless, Faceless. Wens jij dat weleens te zijn?
“Om even niet gezien te worden? Nee, dat lijkt me dan weer niks. Mezelf terugtrekken doe ik al wanneer ik wil. Deze erkenning als muzikant zie ik als een groot privilege. Zo verlegen voel ik me namelijk ook weer niet op het podium. Door op te treden, zie ik die angst dus juist een beetje onder ogen.”
Is deze ultragevoelige plaat dan jouw persoonlijke dagboek?
“Mijn nummers gaan zeker over mijn eigen gedachtes, maar het is niet zo dat ik die woord voor woord opschrijf. Het gaat om het ontleden, verder doordenken en concreet maken van deze gedachten. Door ze in een muzikale vorm te gieten kan ik ze bestuderen. Het is daarom eerder een soort werkstuk.”
Hopefulessness, de hypnotische opener, sprong er voor mij heel erg uit. Het is heel erg tegenstrijdig met de rest van het album, dat juist klinkt als de energieke indierock die we van je gewend zijn. Was dit een experiment?
“Dat nummer heeft me even geduurd om bij elkaar te krijgen en ja, ik heb daarmee een beetje geëxperimenteerd. De intentie was om met zo weinig mogelijk muziek een zo lang mogelijk nummer te maken. Zowel het instrumentale gedeelte als de songtekst speelt in een soort loop, wat ik nooit eerder heb gedaan. Ik heb het een hele tijd laten liggen omdat ik er niet uitkwam. Het eindresultaat pakte inderdaad nogal hypnotisch uit.”
Je hebt tijdens eerdere interviews laten weten jezelf niet zo’n heel goede songwriter te vinden. Genoeg mensen zijn dat denk ik met je oneens. Kijk je daar zelf ook anders tegenaan na het schrijven van deze nieuwe nummers?
“Misschien een beetje. Ik zie mezelf in ieder geval niet per se als een slechte songwriter, maar ik realiseer me dat er geen rechte weg is naar het maken van een nummer. Je kunt veel verschillende paden nemen om bij het uiteindelijke nummer te komen. Er zijn geen regels. En daarom is het ook lastig om te stellen dat iemand goed of slecht is in nummers schrijven. Zo benader ik het ook voor mezelf. Anything goes.”
Nog even over in de spotlights staan: je hebt de laatste tijd opgetreden in de band van je vrouw, Jen Cloher. Is het fijn om dan even op de achtergrond te treden?
“Ja, maar ik zie het niet als binnen of buiten de spotlights staan. Of ik nu met mijn eigen band speel of met een andere artiest: ik voel toch wel de drang om mijn best te doen. Niet alleen om mezelf van mijn beste kant te laten zien, maar ook om de muziek eer aan te doen. Dat is voor mij het belangrijkste.”
Die drang om jezelf terug te trekken en weer even thuis te komen, neem je die mee als je met Jen speelt?
“Op een bepaalde manier wel, maar toch ook weer niet. We zijn dan samen voor een lange tijd, dus in dat opzicht is dat gevoel van ‘thuis’ nog steeds bij me. Maar om écht thuis te komen, in je eigen vertrouwde omgeving, zonder verplichtingen; dat gevoel gaat boven alles, toch?”
Jen komt ook uit Melbourne, net als veel andere indie-artiesten. Hoe komt het dat Melbourne zo’n bruisende indie-scene heeft?
“Het is natuurlijk een van de grootste steden van Australië en het stroomt er inderdaad over met indiemuzikanten. Vroeger dacht ik daar nooit zo over na, omdat het verschil natuurlijk pas opvalt als je buiten Melbourne komt. Maar mijn theorie is dat mensen daar gewoon niets anders te doen hebben. Melbourne is een hopeloos gedoe. Je moet dus wel die gitaar oppakken of naar een concert gaan om het er naar je zin te hebben. In Sydney en Brisbane heb je nog mooie stranden waar je heen kan.”
Hey, Melbourne heeft toch ook mooie stranden?
“Nee joh, die zien er niet uit.”
LIVEDATA 30/05 Ancienne Belgique, Brussel (BE) 31/05 TivoliVredenburg, Utrecht
Klinkt als: de mellow poppy indierock die je in de namiddag opzet om jezelf door een overweldigende kater te slepen
—
Concert- en festivalkrant LiveGuide is toe aan de 41e editie! Daarin staat de maand mei in livemuziek centraal.
Elias Bender Rønnenfelt siert deze maand de cover van LiveGuide. De geniale tekstschrijver en zanger van Iceage vertelt in de krant samen met gitarist Johan Suurballe Wieth uitgebreid over het waanzinnig sterke nieuwe album Beyondless, waarom er vier jaar niks werd uitgebracht door de artpunkers en het opvallende gegeven dat zij het Deense koningshuis op Instagram volgen in de hoop een keer geridderd te worden.
Vrouwenblad
In het maandblad worden verder opvallend veel vrouwen gefeatured. Opvallend omdat het Buma/Stemra laatst juist was opgevallen dat het aandeel dames in de muziekindustrie aan de karige kant is. Daar valt in LiveGuide dus weinig van te merken, want daarin staan bijvoorbeeld interviews met Courtney Barnett, Superorganism en Blackbird. En o ja, ook eentje met de dwarse nu-jazz-meester Kamaal Williams, maar dat is dan weer een vent.
Staatsvijand
Verder wordt in LiveGuide #41 teruggeblikt op Paaspop, wordt staatsvijand nummer #1 Famke Louise opvallend fel verdedigd, delen de indieboys van The Brahms hun merkwaardige rider, doet EUT een heuse Thom Yorke-quiz, vertelt een Lily Allen-groupie over haar gig in Sugarfactory en wordt even uitgebreid als prettig verwarrend gesproken met de Tilburgse meesterabsurdisten Gummbah & Leonard Bedaux, die met hun voorstelling Sexboerderij Het Gouden Kalf op onder meer Donnerwetter Day en Zwarte Cross staan.