De hitkansen van Imperial Twist van No No Boy en Robert Vifian zijn zo goed als nihil. Dat neemt niet weg dat het een goed en boeiend nummer is met een mooi verhaal er achter.
Eerst even een voorstelrondje. No No Boy is de artiestennaam van Julian Saporiti uit Nashville, Tennessee. Julian’s moeder komt uit Vietnam, zijn vader is van Italiaanse afkomst.
Saparoti is musicus en historicus. Regelmatig combineert hij die twee vaardigheden en schrijft hij muzikale verhalen over zijn eigen en andere immigrantenfamilies. Vooral het lot van Aziatische landverhuizers heeft zijn belangstelling. Zijn alias heeft hij van de roman No No Boy uit 1957 van de Japans-Amerikaanse auteur John Okada. Een interessant figuur dus, die No No Boy.
Zijn partner op Imperial Twist, Robert Vifian is een in Vietnam geboren restaurateur en vinoloog uit Parijs. Eveneens een interessante man, een voormalig communist en lid van de Vietcong die pro-Amerikaans werd vanwege zijn liefde voor rock ‘n’ roll.
Hun single, Imperial Twist is verschenen op Smithsonian Folkways, een non profit label waarop eigenlijk alleen maar platen verschijnen die van historisch of cultureel belang zijn. Voor oorlogse blues, klassieke calypso, gamelanorkesten uit Indonesië, dat werk. Een zeer interessant label.
Uit dit alles volgt dat No No Boy geen gewone entertainer is, maar een man met een missie, en vol verhalen. Zijn eerste album 1942 (2018) ging over de interneringskampen waarin Amerikanen van Japanse afkomst tijdens WWII werden opgesloten. De VS waren in oorlog met Japan, en iedere Japanner, ook zij die al generaties in het land leefden was verdacht.
No No Man‘s nieuwe album, 1975 is genoemd naar het jaar van de val van Saigon. Daarmee kwam er een eind aan de oorlog in Vietnam. Dat bracht een stroom vluchtelingen op gang, waaronder Julian’s moeder, die in de VS belandde. Een groot deel van haar familie kwam in Frankrijk terecht net als Robert Vifian. De tekst van Imperial Twist gaat deels over hem en zijn Parijse restaurant. Andere onderwerpen die worden aangestipt zijn thee en tranen uit Saigon, en Purple Haze.
De muziek is folky, een beetje JJ Cale-achtig. Behalve de stem van No No Boy hoor je een vrouwelijke tweede stem, een gitaar, een orgeltje en wat lichte percussie. De sfeer is nostalgisch en berustend.
Wie zich verder wil verdiepen in de lotgevallen van Aziatische Amerikanen, op het 1975 album staan nog 11 andere verhalende songs met prachttitels als The Best God Damn Band in Wyoming, St Denis or Bangkok From A Hotel Balcony en Tony Ramone. Voor de muzikale avonturier.