Pinguin Radio presenteert Volkskrant Radio – editie augustus 2018

Elke eerste maandag van de maand op Pinguin Radio van 20:00 tot 22:00 uur de beste tracks van de beste albums van het moment samengesteld door de muziekredactie van de Volkskrant. Deze editie hebben we overigens de beste albums van het afgelopen jaar voor je geselecteerd.

de Volkskrant

De kroniek van de nieuwe muziek

Lees hieronder alle cd-reviews van de albums van het moment volgens de redactie van de Volkskrant.

ChastityChastity – Death Lust (Captured Tracks/ Konkurrent)
Wat een mooi en rijk bandgeluid etaleert de Amerikaanse band Chastity op de debuutplaat Death Lust. We herkennen Sonic Youth en de noiserock van Big Black en Shellac, én een soort doorontwikkelde hardcore en postmetal van Converge, in het scheurende  schreeuwnummer Chains. Genoeg namen genoemd, Chastity is het waard is om even op eigen merites te beoordelen.

Tekst Robert van Gijssel

De band van zanger en liedschrijver Brandon Williams speelt het spel van de dynamiek in het beladen en getergde nummer Suffer, dat vertrekt bij een gekwetste stem en een breekbare gitaar, en arriveert in giftig rockende euforie van tegen elkaar in meppende riffs. Goed, nog één naam dan: het epische en gecultiveerd rommelige rockwerk van Sebadoh lijkt hier de inspiratiebron.

Je ontkomt er niet aan: luister naar Chastity en de gedachten gaan uit naar de platenkast, en dan vooral de herriekratten uit de jaren negentig. Het mooie aan Death Lust is dat de gitaartraditie uit die tijd in een heel natuurlijk klinkend mengel is geroerd, in liedjes mét emotionele meezingrefreintjes. En waar vind je die nou nog, in bijvoorbeeld de hardcore?

RVGRVG – A Quality of Mercy (Fat Possum/Bertus)
Compleet weggeblazen worden door een gitaarplaat. Het mag gerust een uitzondering heten in de hedendaagse popmuziek. Maar het Australische, uit Melbourne afkomstige RVG krijgt het voor elkaar. Debuutalbum A Quality Of Mercy verscheen in eigen land al een jaartje eerder, en wordt nu pas wereldwijd uitgebracht. Gelukkig maar, want de door de transgender Romy Vager geleide band sprankelt, kriebelt en ontroert. Niet alleen dankzij Vagers felle stem, die zich ergens bevindt tussen die van Marc Almond en Ian McCulloch (Echo & the Bunnymen).

Tekst 

Ook gitarist Reuben Bloxham drukt nadrukkelijk zijn stempel op het melancholieke bandgeluid. Met sierlijk, lyrisch lijnenspel geeft hij de liedjes extra lading.

Het geluid van RVG (een afkorting van Romy Vager Group, zoals de band aanvankelijk heette) roept dat van Australische (The Go-Betweens) en Britse gitaarbands uit de jaren tachtig (The Smiths) in herinnering. Niet alle liedjes zijn even briljant en met een speelduur van een klein half uur is dit debuut wat aan de korte kant. Maar een nummer als Vincent van Gogh, waarin Vager hen de maat neemt die vinden dat je voor grote kunst zwaar moet lijden, heeft alles in zich een indieklassieker van deze tijd te worden.

The JayhawksThe Jayhawks – Back Roads and Abandoned Motels (Legacy Recordings / Sony Music)
The Jayhawks, countryrockband uit Minneapolis die ons in de jaren negentig vaak het kippenvel op de rug zong, dat was toch de band van die gelijkwaardige tandem, Gary Louris en Mark Olson?

Tekst Menno Pot

Ja, dat wás zo. Ze kregen ruzie, omarmden elkaar weer, maar waar de magie rond 2010 verdwenen leek, leefde de groep weer op toen Olson vertrok en Louris de enige kapitein op het schip werd.
Gary Louris schreef door de jaren heen aardig wat mooie liedjes voor andere artiesten en dus dacht hij: laat ik die eens zélf opnemen met The Jayhawks en de artiest aan wie ik het liedje ooit schonk.

Zo horen we Louris dus als het ware zijn eigen weggegeven liedjes coveren: Jayhawks-versies van fonkelende juwelen als Everybody Knows en Bitter End, die er bij de immens populaire countrypopgroep Dixie Chicks al uitsprongen. Ook prachtig: het berouwvolle Long Time Ago, hier een duet van Louris en de man die het op plaat mocht zetten, Emerson Hart van de hier niet zo bekende rockband Tonic.

Twee fraaie nieuwe liedjes erbij om het af te maken (Carry You To Safety en Leaving Detroit) en kijk aan: een Jayhawks-album dat een buitenbeentje in de discografie is, maar wel tot de mooiste hoort.

Janne SchraJanne Schra – OK (Concerto Records)
De hoes oogde zonnig en veel van de liedjes klonken ook zo, maar de schijn bedroog: Janne Schra’s succesvolle album Ponzo (2015) was een plaat van spanning en stemmingswisselingen, waarop je de hand van haar toenmalige geliefde Torre Florim (De Staat) hoorde.

Tekst Menno Pot

Nee, dan OK, het derde album onder haar eigen naam, al een paar weken uit, maar te prachtig om onbesproken te blijven. Jazzy, zomers, licht en dromerig klinken de liedjes, soms haast als haar oude succesband Room Eleven, al zouden we OK-liedjes als Light en het prachtige Paris Syndrome voor geen Room Eleven-song willen inruilen.

Schra is moeder geworden en in Amsterdam neergestreken. Florim is niet langer haar geliefde, maar hij speelt hier en daar subtiel mee. Er is rust, loutering en geluk. Er is een swingend Motown-moment (Sun) en ondertussen gaat Schra per plaat mooier zingen: haar stem is onderhand uit duizenden herkenbaar, zo makkelijk, elegant en soepel.

Misschien was OK met een klein mespuntje venijn nog beter geweest, maar niettemin: dit is Janne Schra’s mooiste plaat. De zomervakantie kan niet zonder.

BlawanBlawan – Wet Will Always Dry (Ternesc)
Jamie Roberts alias Blawan zou eens serieus moeten overwegen in Nederland een appartementje aan te schaffen: de man speelt hier de technofestivals en -tenten plat. Terecht, want de Brit is al jaren een van de heersers in de techno, onder zijn alias Blawan maar zeker ook als de hardware-live-act Karenn.

Tekst Robert van Gijssel

Op zijn eerste volwaardige album laat Roberts horen dat hij in de kunst van de harde, elektronische vierkwartsmaten echt ongenaakbaar is. De groove van de drumcomputers en basslines in tracks als Tasser en Venter is ijzig en onweerstaanbaar: mysterieus en donker, maar zó sfeervol. In Careless bouwt Blawan een mooie spanning op: in de spookachtige stemmetjes aan het einde van dat nummer gloort bijna iets van een popliedje. In Kalosi wordt de stemming gelukkig weer streng Duits, en hier doet Blawan even denken aan de baanbrekende Berlijnse techno uit de jaren negentig, van bijvoorbeeld Basic Channel.

Blawan bewijst dat in het soms wat kille en barse idioom van de techno nog heel veel opwindende nieuwe verhalen verteld kunnen worden.

Let's Eat GrandmaLet’s Eat Grandma – I’m All Ears )Transgressive/PIAS)
Het tweede album van het Britse meidenduo Let’s Eat Grandma is al een maandje uit, maar de plaat blijft fascineren. Jenny Hollingworth en Rosa Walton zijn nog maar 19 jaar oud en verrasten twee jaar geleden al met hun debuut I, Gemini. Een plaat vol elektronisch gelaagde, wat springerige pop, gedragen door de bewust kinderlijke stemmetjes van Hollingworth en Walton.

Tekst Gijsbert Kamer

Hun spel met gender en leeftijd zetten ze nadrukkelijk voort op het tweede album I’m All Ears. De stemmen en muzikale grilligheid doen opnieuw denken aan CocoRosie. De arrangementen en elektronische soundscapes waarin de liedjes worden ondergedompeld zijn altijd van een knisperende frisheid, maar toch blijft er iets knagen waardoor je je niet helemaal aan de muziek kunt overgeven. Hoe mooi bijvoorbeeld de elf minuten durende suite Donnie Darko ook is opgebouwd, uiteindelijk glijdt het allemaal van je af. De nummers zijn net iets te ongrijpbaar en te zelfbewust opgebouwd om echt meeslepend te worden. Waar het verstand heel hard ja roept, zwijgt het gevoel.

GaikaGaika – Basic Volume (Warp/ V2)
Een douche op de oren. De Londenaar Gaika spot met de genres en graait onbeschaamd uit de rijke zwarte en vooral ook Britse muziekcultuur, om er eigenhandig een verfrissend nieuw geluid mee te creëren. Zijn eerste volwassen album Basic Volume, op het deftige dancelabel Warp, is een toppertje van de vernieuwende dance en elektronische pop en zou zomaar wat in werking kunnen zetten.

Tekst Robert van Gijssel

Gaika Tavares, zo heet hij voluit, groeide op in de Londense wijk Brixton, de plek waar eind jaren zeventig reggae en punk op elkaar klapten om daarna wonderlijk harmonieus samen op te trekken. Die cultuurgeschiedenis moet Gaika hebben geïnspireerd tot zijn eigen stijlenmix. Hij draait sinistere Londense dubstep- en hiphopbeats onder zijn eigen, subtiel vervormde vocalen, die in stijl en teksten steeds terugwijzen naar de muziekcultuur van Jamaica: de dancehall en de reggae. Maar in tracks als Hackers & Jackers en 36 Oaths hoor je ook de door drugs en wanhoop gevoede Amerikaanse emo-rap. Toe maar.

Overdreven gekunsteld klinkt Gaika toch niet. In persoonlijke nummers als Immigrant Sons en Seven Churches for St Jude vertelt hij over emigratie, zijn angsten en zijn plek in de wereld, bij gure drumcomputers en toch ook gelikte synthesizers: al met al best toegankelijke dancetracks, die echt nieuwe perspectieven bieden. In Crown & Key en Born Thieves gooit Gaika dancehall, dubstep, horrorsoundtracks en r&b in de mix, en het kan niet anders of die nummers worden de komende maanden dikke dansvloerhits in de beter verduisterde clubs. En natuurlijk op festival Lowlands, waar Gaika met vooruitziende blik maar vast geboekt stond. We mogen hem daar niet missen.

Dirty ProjectorsDirty Projectors – Lamp Lit Prose (Domino/V2)
Het vorige album van de New Yorkse art-rockband Dirty Projectors was een soort echtscheidingsplaat: voorman Dave Longstreth trachtte het stuklopen van zijn relatie met medebandlid Amber Coffman in woord en geluid te vangen. Maar op Lamp Lit Prose, is de toon weer luchtiger en de muziek speelser.

Tekst Gijsbert Kamer

Niet dat het daardoor een rechttoe, rechtaan liedjesalbum is geworden. Longstreth speelt opnieuw met melodie- en zanglijnen, keert liedjes het liefst vanaf het intro binnenstebuiten en vertikt het om de luisteraar en zichzelf even rust te gunnen met een gemakkelijk meezingbaar refreintje.

En toch word je ook door dit achtste album van Dirty Projectors, het tweede zonder Coffman, onmiddellijk gegrepen. Dit keer zijn het de subtiele, West-Afrikaans klinkende akoestische gitaren en de aan de Memphis-soul ontleende blazers die het meest frapperen.

In I Feel Energy lijkt Longstreth met een klein citaat zelfs even te knipogen naar Michael Jacksons Wanna Be Startin’ Somethin’. Maar voordat je de dansschoenen erbij kunt aantrekken heeft hij het nummer al weer omgegooid tot iets ongrijpbaarders. Het fraaist zijn de twee meer richting folk opschuivende slotliedjes. Hier krijgt Longstreth vocale ondersteuning van Robin Pecknold (Fleet Foxes); een betoverend mooie combinatie.

Lamp Lit Prose is dus opnieuw geen gemakkelijke plaat, maar wel een met  experiment, speelsheid en knap ambachtelijke compositiewerk. Het album brengt Dirty Projectors terug in de voorhoede van de New Yorkse artpopscene. Naar verluidt gaat de band ook weer op tournee. Iets om naar uit te kijken.

YOBYob – Our Raw Heart (Relapse Records)
We mogen de Amerikaanse band Yob best het geweten van de harde muziek noemen. Het trio, met gitarist, liedschrijver en zanger Mike Scheidt als boegbeeld, volgt het bijna antieke spoor van de doommetal, dat ooit in de aarde is geploegd door Black Sabbath. En de band weet, zonder overdreven vernieuwend te zijn, steeds diepere lagen in het genre aan te boren en in sommige epische treurliederen zelfs een tunnel onder de ziel te graven.

Tekst Robert van Gijssel

De vorige plaat Clearing the Path to Ascend uit 2014 was van een verpletterende schoonheid. Vooral dankzij het nummer Marrow, dat onwrikbaar in de top 10 van mooiste metalsongs aller tijden staat. Het probleem na zo’n meesterwerk: hoe ga je daar als band nog overheen? lees meer

AMMAR 808Ammar 808 – Maghreb United ( Glitterbeat/ Xango)
Natuurlijk: er komt een keer iemand op het idee de transachtige gnawa-muziek uit de Maghreb, van Tunesië tot Marokko en Algerije, te produceren naast dreunende elektronica en dikke beats. De hele wereld heeft al een dance-bewerking ondergaan. Maar de plaat Maghreb United van de band Ammar 808 is toch origineel. Vooral omdat de vocale kunst intact wordt gelaten en de keiharde drumcomputers uit de klassieke Roland TR 808 de muziek alleen maar nog intenser en hypnotiserender maken. Geen opsmuk en gelikte modernisering, maar juist verharding.

Tekst Robert van Gijssel

Luister hier naar de vorige editie!
Volkskrant Radio – juli 2018

Iedere eerste maandag van de maand tussen 20:00 en 22:00 uur live te beluisteren bij Pinguin Radio en een dag later terug te vinden op Volkskrant.nl als podcast en uiteraard ook bij ons op de site!

 

The Jayhawks – Back Roads And Abandoned Motels (Legacy Recordings)

The JayhawksDe altcountry band The Jayhawks uit Minneapolis draait alweer drieëndertig jaar mee in de muziekbusiness. Op zich best een wonder als je bedenkt dat er aardig wat gedoe is geweest in de band. Respectievelijk tussen oprichters Gary Louris (elektrische gitaar en zang) en Mark Olson (akoestische gitaar en zang). Twee kapiteins op een schip bleek uiteindelijk niet mogelijk.

Alle nummers op het titelloze debuut uit 1985, later opnieuw uitgebracht als Blue Earth in 1989, werden geschreven door Olson. Op de tweede plaat, Hollywood Town Hall (1992), kreeg ook Louris een vinger in de pap en schreef mee aan de teksten. Dat, evenals de samenzang tussen hem en Olson, zorgde voor de definitieve doorbraak van The Jayhawks. Het derde album Tomorrow The Green Grass uit 1995 verkocht echter niet zoals verwacht en Mark Olson verliet nog dat jaar de band. Volgens fans het einde van The Jayhawks aangezien hij veel van de songs schreef en de samenzang met Gary Louris een deel van de aantrekkingskracht was. Toch toert de band sindsdien nog steeds met grote regelmaat en brengt verschillende cd’s uit.
In de winter van 2005 en de zomer van 2006 deed Olson twee korte toers met Louris en namen de heren  in 2008 samen het album Ready For The Flood op. In 2011 voegde hij zich wederom bij The Jayhawks, nam met hen de plaat Mockingbird Time op en deed nog één toer voor hij opnieuw de band verliet. In 2016 bracht de band Paging Mr. Proust uit en stond dat jaar onder andere op het TakeRoot festival in de Oosterpoort in Groningen.

Inmiddels is het tiende studioalbum Back Roads And Abandoned Motels een feit. Hierop staan liedjes die Gary Louris door de jaren heen schreef voor andere artiesten. Hij bewerkte de songs, stopte ze in een Jayhawks jasje en nam ze samen met de band en de artiest aan wie hij het liedje ooit gaf, opnieuw op. Zo komen onder andere de liedjes Everybody Knows en Bitter End, bekend geworden door de Dixie Chicks, aan bod. Ook het bekende El Dorado, gebruikt door Carrie Rodriguez en Gonna Be A Darkness,gezongen door Jakob Dylan (de zoon van) hebben hun plekje op het album veroverd. Stuk voor stuk mooie uitvoeringen van talentvolle muzikanten, maar toch wel het allermooist van de groep waarbij deze nummers echt thuis horen. Het klopt als een bus. Het is intens, melancholisch, puur en echt. Zowel de muziek als de zang komt direct binnen en laat je niet meer los. Back Roads And Abandonded Motels is een echt Jayhawks album en misschien wel één van de betere uit het repertoire van de band. Het is er eentje om door een ringetje te halen. Het verrassende is dat de laatste twee songs nieuw zijn. Het wachten is dus nu op een plaat met uitsluitend nieuw werk. Tekst BluesMagazine.nl | Ella-Milou Quist