Je zou The Good, the Bad & the Queen kunnen beschouwen als een soort hobbyproject van Damon Albarn. Want koud teruggekeerd van een wereldtournee met de Gorillaz, staat ex-Blur-zanger Albarn met zijn The Good The Bad And The Queen een week later alweer in het live-programma van Jools Holland in een totaal andere setting de sterren van de hemel te spelen met Merrie Land, het titelnummer van het tweede album van The Good The Bad And The Queen.
Je vraagt je af wanneer ze dit hebben opgenomen. ‘Ze’, dat zijn naast Albarn ex-Clash bassist Paul Simenon, Afrobeat-drummer Tony Allen en ex-Verve-gitarist Simon Tong. Een soort van supergroep. Ze bewezen zich in 2007 al met het zelfgetitelde debuut en zijn nu terug met opnieuw een conceptalbum, met de teloorgang van Engeland als onderwerp.
Net als met Blur is Albarn ook nog steeds geobsedeerd door het typisch Britse. Maar datzelfde Albion is aan het instorten en de Brexit komt eraan. In trage, sferische songs met glijdende toetsen en bonkende piano zingt Albarn zijn weemoedige, maar vooral ook sarcastische teksten op een Costelliaanse wijze. Een en al verwijt en kritiek.
Muzikaal is het album meesterlijk gearrangeerd rondom de inmiddels 77-jarige drummer Tony Allen en bassist Paul Simenon; een soepeler ritmetandem lijkt nauwelijks voorstelbaar. De luie groove geeft het album ruggengraat, diepte ook.
En dat leidt, samen met sfeervol toetsenspel en onderkoeld gitaarwerk, tot fenomenale songs als Gun To The Head, Nineteen Seventeen, Ribbons en Lady Boston, compleet met koorzang. Een idioom op zichzelf dit treurigstemmende Albarn-universum, maar anderzijds houden we daar dus wel een bijzonder indrukwekkende plaat aan over. Tekst Mania | Wiebren Rijkeboer