Weyes Blood – And In The Darkness, Hearts Aglow

Weyes Blood – And In The Darkness, Hearts Aglow (SubPop)

Fascinerende vrouw blijft dat toch, die Natalie Laura Mering, die als haar alter ego Weyes Blood opereert in de wereld van de alternatieve popmuziek. De Amerikaanse, 34 inmiddels, had voor haar doorbraakplaat Titanic Rising (2019) al behoorlijk wat in de melk te brokkelen, maar het was de vraag of ze een passend antwoord zou kunnen vinden op dat Titanic Rising, toch wel haar magnum opus. Het is knap dat ze het niveau weet te evenaren. Stemmigheid voert andermaal de boventoon. Dat jasje zit Mering als gegoten.

Zij die nooit te beroerd is haar diepste zielenroerselen aan de grote klok te hangen. Ze maakt van haar hart geen moordkuil en dat is niet eens zo gek in tijden waarin we toch wel wat opener naar elkander lijken te worden dan vroeger. Gooi het eruit en pak de buit. Een nieuw adagium plotsklaps, dat op een tegel mag worden gekladderd, mocht daar behoefte aan zijn. Zo heeft Mering haar slapeloze nachten van de afgelopen jaren, en alle gepieker die daaruit voortvloeide, gevangen in een tiental indiepopliedjes die erg goed passen in een herfstige wereld. Folky popsongs.

“Ik heb een obsessie voor de duistere kanten van het leven”, liet Mering zich onlangs ontvallen in een interview met NRC. Waarbij we toch onherroepelijk weer moeten denken aan die bloemen op de mestvaalt. Weyes Blood plukt ze. We vergeven haar dan ook terstond licht narcistische trekjes, zelfs die van Morrissey-achtige proporties. Zo blijven uitklapposters vermomd als cd-boekje steevast iets potsierlijks hebben. Mering is een plaatje, maar ze loopt er misschien wat al te fanatiek mee te koop op al die albumcovers.

Het leidt af van alle pracht en praal waarmee ze haar liedjes inkleedt. De rijke instrumentatie, die je bij vlagen naar de keel grijpt. Ze is de vocale overlevering van Karen Carpenter, wier bandgeluid bij vlagen ook nog eens raakt aan dat van Weyes Blood. Beiden bekend met de worstelingen des levens. En och hemel, wat levert dat prachtmuziek op. Pieter Visscher