Rival Consoles – Overflow

Rival Consoles – Overflow (Erased Tapes)

Rival Consoles klinkt nog altijd als een bandnaam, terwijl we sinds 2007 weten dat de Brit Ryan Lee West schuilgaat achter de act die met zijn muziek nooit de stap naar een groot publiek gaat maken, maar dat waarschijnlijk ook niet ambieert.

West schreef de muziek op Overflow voor de gelijknamige dansproductie van choreograaf Alexander Whitley. Een samenwerking om in te lijsten, omdat je aan alles voelt dat West toch wat uit zijn comfortzone wordt getrokken. Onbewust misschien. Overflow betekent een dik uur avontuurlijke elektronica van het allerhoogste niveau. Geen geplaveide wegen, geen clichés, geen overduidelijke opbouw naar climaxen, maar – licht gechargeerd – een continue climax. Mind you: voor wie beschikt over de juiste speakers of geweldige koptelefoon. Cruciaal voor het beluisteren van deze enerverende trip.

“Tijdens generale repetities van de dansvoorstelling in theaters componeerde ik in het moment korte werken op mijn laptop die uiteindelijk werden gebruikt, zoals het nummer Scanning, dat werd gemaakt van een elektromagnetische opname van de interne werking van een iPhone tijdens het gebruik van sociale media. In de big-data-wereld van sociale media en cookies is alles onzichtbaar, stil en verborgen achter een aangename, verleidelijke esthetiek. Ik dacht dat het interessant zou zijn om het tegenovergestelde te doen en een zeer krassend, mechanisch, lawaaierig scangeluid te hebben dat licht werpt op wat er werkelijk gebeurt”, duidt West zijn muziek op Overflow, dat net zo ambitieus als fascinerend is.

Een plaat die schuurt en wringt, overloopt van verrassende wendingen en soundscapes. Met een enkele track waarop vocalen worden gesampled. Zoals in het wonderlijke I Like, wanneer je een manspersoon ietwat stotterend “I like” en “It’s like” hoort brabbelen.

Op Overflow 13 pulserende, hypnotiserende tracks, vaak hoogst repetitief met veel bas en techno-elementen. Terwijl het nooit écht dansbaar wordt. Het aantal beats per minute blijft aan de lage kant, hetgeen extra nieuwsgierigheid opwekt met betrekking tot die dansproductie. Zonder twijfel net zo innovatief als de muziek die Rival Consoles er voor schreef. In de clip van het tien minuten durende openingsnummer Monster krijg je er een voorproefje van. Pieter Visscher

The Band viert abrahamstatus Cahoots

Toen The Band begin 1971 de onvoltooide Bearsville Sounds Studios in Bearsville, New York binnentrok om Cahoots op te nemen, hun vierde studioalbum in evenveel jaren, koesterden ze nog steeds het succes en de lof voor hun eerste drie historische platen. Cahoots bestaat inmiddels een halve eeuw en dat betekent een prachtige heruitgave met fraaie extra’s, waaronder een concert uit 1971.

Het baanbrekende debuutalbum van de band, Music From Big Pink uit juli 1968, liet zich inspireren door de Amerikaanse rootsmuziek; smeltkroes van country, blues, r&b, gospel, soul, rockabilly, de toeterende tenorsaxtraditie, hymnes, rouwliederen, brassbandmuziek, folk en goeie ouwe rock-‘n-roll om een ​​tijdloze nieuwe stijl aan te wakkeren die de loop van de populaire muziek voor altijd veranderde.

Toen ze hun baanbrekende gelijknamige tweede album The Band het jaar daarop in september 1969 uitbrachten – of The Brown Album, zoals het liefdevol zou worden genoemd – was er niet veel meer bekend over de teruggetrokken groep. Toch bevestigde Stage Fright van augustus 1970, opgenomen gedurende 12 dagen op het podium van het Woodstock Playhouse in de staat New York, de vervulde belofte van die eerste back-to-backalbums die The Band verstevigden als een van de meest opwindende en revolutionaire groepen van de late jaren zestig, die hun erkende uitmuntendheid zonder onderbreking rechtstreeks naar de jaren zeventig konden overbrengen.

Inderdaad, The Band, bestaande uit vier Canadezen en een Amerikaan, was rond de eeuwwisseling nog steeds doelbewust gehuld in mysterie, waardoor luisteraars en de muziekpers hun verbeelding de vrije loop konden laten over wie deze mannen waren en wat deze muziek was die anders klonk dan al het andere toen de psychedelische jaren ’60 officieel ten einde kwamen. Gekleed als 19e-eeuwse vuur-en-zwavelpredikers en rustieke, sepiakleurige liedjes zingend over Amerika en het diepe zuiden, The Band – Garth Hudson (keyboards, accordeon, hoorns), Levon Helm (drums, zang, mandoline, gitaar), Richard Manuel (keyboards, zang, drums), Rick Danko (bas, zang) en Robbie Robertson (gitaar, piano, zang) – was nog enigszins raadselachtig toen de jaren ’70 zich om hen heen begonnen te ontvouwen en ontrafelen, maar het valt niet te ontkennen hoe The Band was in staat zo’n onuitwisbare impact op de muziekscene te smeden die tot nu toe ongeëvenaard was door een groep die hen voorging, of sindsdien.

De 50e verjaardag van het klassieke vierde album van The Band, Cahoots, met een verzameling van nieuw geremixte, geremasterde en uitgebreide 50th Anniversary Edition-pakketten, waaronder een Super Deluxe 2cd/Blu-ray/1lp in meerdere formaten. /7-inch vinyl boxset samen met digitale, 2cd, 180 gram half-speed-mastered zwart vinyl en limited-edition 180 gram zwarte vinylverpakkingen. Alle releases van de Anniversary Edition stonden onder toezicht van de belangrijkste songwriter Robbie Robertson en bevatten een nieuwe stereomix van Bob Clearmountain van de originele multi-trackmasters.

De boxset, cd en digitale configuraties bevatten een groot aantal niet-uitgebrachte opnames, waaronder Live at the Olympia Theatre, Parijs, mei 1971, een spetterend bootleg-gedeeltelijk concert bestaande uit 11 nummers die zijn geplukt uit het eerste gedeelte van een Europese tour.

Courtney Barnett – Things Take Time, Take Time

Courtney Barnett – Things Take Time, Take Time (Marathon Artists/Mattan)

Als zielsverwant van Kurt Vile, met wie Courtney Barnett in 2017 het alom geprezen Lotta Sea Lice uitbracht, lag het in de lijn der verwachtingen dat ze ook op haar derde album geen radicaal andere koers zou gaan varen. En zo geschiedde.

Barnett klinkt nog altijd net zo lijzig als Vile en ze maakt liedjes die in het verlengde liggen van het timbre en dat tempo hetgeen ze omarmde om nooit meer los te laten. Op Things Take Time, Take Time is alles dan ook bij het oude gebleven en dat bevalt uitstekend. Van Motörhead verwachtten we immers ook nooit dat ze iets met ballades zouden gaan doen. Het is fijn dat schoenmakers bij hun leest blijven. Ook in een lockdown.

Things Take Time, Take Time is een titel die het album grandioos samenvat. Barnett schreef alle songs weer eigenhandig en assisteerde Stella Mozgawa tijdens de productie van de tien songs. Mozgawa, evenals Barnett afkomstig uit Australië, drumt in de indierockband Warpaint en werkte bovendien samen met Kurt Vile, alsook gelijkgestemde Adam Green. Muzikanten die een broertje dood hebben aan gejaagdheid. Al is het ook niet zo dat álles in één tempo gebeurt en dus ook niet bij Barnett, die met Write A List Of Things To Look Forward To er toch even in slaagt de voetjes van de vloer te krijgen. Geen al te wilde boel overigens.

Multi-instrumentalist Barnett, die opgroeide in Sydney en tegenwoordig op Tasmanië woont, is gewend aan een bepaalde ontspannenheid die gewoon is in Australië in het algemeen en Tasmanië in het bijzonder. Dus wat dat betreft vertaalt ze haar omgeving en belevingswereld naar liedjes. Met een hoofdrol voor haar gitaar, terwijl ze op Things Take Time, Take Time ook, onder andere, viool, basgitaar en piano speelt.

Barnett heeft met haar praatzingende stijl een indiesoftrockplaat afgeleverd die andermaal veel humor kent in de teksten en die dezelfde staat van ontspannenheid kan opleveren als die van Barnett zelf. Daar kan geen reiki tegenop. Pieter Visscher

 

 

Future Suns – Virgo

Future Suns – Virgo (eigen beheer)

Dat de rek er nog lang niet uit is, laat Robert Schuurman andermaal horen met zijn geesteskind Future Suns. Virgo is het vierde album van de veelzijdige Schuurman als bandlid van Future Suns. Hij die ook als cabaretier furore maakt.

Future Suns bestaat naast Schuurman (Scurio) uit het het Amerikaanse duo Simian Crease (multi-instrumentalist en ook verantwoordelijk voor de teksten) en Reyna, dat de vocalen verzorgt. De stemmen van de twee kleuren prachtig en geven glans en rijkdom aan de elektronische songs, geïnspireerd door acts als Nine Inch Nails. Het is een soort spacy indietronica die steeds dieper onder je huid kruipt. Onderscheidende elektropop die een eigenzinnigheid heeft die je maar weinig hoort vandaag de dag. Albumopener Crisis met zijn pompende beat, soundscapes en kenmerkende Future Suns-ritmes heeft de nodige hitpotentie. Een song die sterk contrasteert met het industrialgeweld van Saturnalia! (met uitroepteken).

Zo is Virgo een divers album geworden met een aantal tracks die de dansvloeren wereldwijd aardig vol gaan krijgen. Dat geldt ook voor het funky Displeasure, dat in de verte wat lijkt te knipogen naar The Eagles’ Life In The Fast Lane, terwijl ook David Bowie een inspiratiebron moet zijn geweest. Daar moet je maar opkomen en dan moet je het nog uitvoeren ook. Het tekent de creatieve geesten van het bijzondere trio Scurio, Simian Crease en Reyna. Virgo is een luistertrip vanjewelste geworden die vrijwel overal de aandacht weet vast te houden. Razendknap. Pieter Visscher

 

Aeon Station – Observatory

Aeon Station – Observatory (Sub Pop)

De laatste keer dat we concreet iets van Kevin Whelan hoorden, is zo’n achttien jaar terug, toen hij met indierockformatie The Wrens de zwanenzang van die band uitbracht: The Meadowlands. De plaat werd goed ontvangen en scoorde op het toonaangevende Pitchfork zelfs een 9,5. Dat was wat overdreven.

En nu is Kevin Whelan terug. Het debuut van zijn huidige band Aeon Station is zo’n plaat die we goed kunnen gebruiken in pandemische tijden. Muziek redt de wereld sowieso sinds mensenheugenis. Whelan heeft er lang over gedaan, maar dat voorkomt dus dat er miskleunen op het album zijn te vinden. Alle tien goed. Nu al zin in de outtakes!

Observatory is een langspeler geworden die overloopt van kwaliteit, emoties en beklijvende songs. Een kerstcadeau, zo aan het eind van het jaar en met een beetje fantasie kunnen we het afsluitende Alpine Drive zelfs een kerstliedje noemen. “I’m on my way, I’m on my way back home”, zingt Whelan. Het is een heerlijk, zalvend, hartverwarmend nummer, dat troost biedt in toch wat dystopische tijden. It’s beginning to look a lot like Christmas. We moeten er wat van maken. Nietwaarrrrrrrr?

Daarbij helpt het zo veel mogelijk draaien van Observatory, dat niet alleen die troost biedt, maar ook de mogelijkheid verschaft jezelf even te verliezen in verrukkelijk uptempowerk met scheurende gitaren; Queens en Better Love. Terwijl het absolute hoogtepunt van de plaat het ruim vijfenhalve minuut durende Fade is en we niet voor de eerste keer merken dat Whelan de afgelopen jaren inspiratie opdeed bij Arcade Fire. Fade – check die video ook! – is zonder twijfel de beste rocksong die dit jaar is verschenen wereldwijd. Opbeurend, ontroerend, opzwepend, knallend en en en en én episch. Is dit jaar wél een betere rocksong verschenen? Laat het dan meteen weten: p.visscher@hotmail.com. Pieter Visscher

 

Iconisch eerste album The Tea Party heruitgebracht

Het Canadese rocktrio The Tea Party heeft een Deluxe Edition en Remastered Vinyl Edition van hun iconische eerste album The Tea Party uitgebracht. De nieuwe edities komen 30 jaar na de eerste indierelease van het album en bevatten geremixte en geremasterde audio van Stuart Chatwood, bijgewerkte afbeeldingen en liner notes. 

Voor fans van de band is The Tea Party een soort verzamelalbum gebleven sinds de release in 1991. Het werd oorspronkelijk opgenomen als een demo die de band bij verschillende platenmaatschappijen inleverde. De band had echter geen platencontract getekend en besloot het album in eigen beheer uit te brengen. De albumproductie is relatief lo-fi en de band heeft verschillende nummers opnieuw opgenomen voor opvolger Splendor Solis. Er werden slechts 3.500 exemplaren van het album gemaakt, waarvan sommige cassettes, waardoor de opname een verzamelobject voor fans was.

“Dertig jaar is een belangrijke mijlpaal. Het is zeker een reis geweest in elke zin van het woord. Als je ons in 1991 had gevraagd of we deze plaat in 2021 opnieuw zouden uitgeven, hadden we misschien gezegd: ‘Natuurlijk!’, want het was dit zelfvertrouwen dat de band het soort muziek maakte dat we gemaakt hebben”, legt Stuart Chatwood van The Tea Party uit. “We zijn verheugd om deze beperkte release eindelijk te kunnen delen met al onze fans. Het is een unieke collectie, vooral de deluxe editie die zowel de originele als de nieuwe mastering laat horen. Het legt een band vast aan het begin van een sonische reis die ons van Detroit naar Delhi naar Düsseldorf naar Down Under en terug voerde. Fysiek stelde de plaat ons in staat om van een kleine oefenruimte in Toronto naar enkele van de grootste locaties ter wereld te reizen en daarvoor zijn we erg dankbaar. Genieten!”

The Tea Party, opgericht in 1990, heeft zeven studioalbums uitgebracht, waarvan wereldwijd meer dan drie miljoen exemplaren zijn verkocht. Stadions zijn gevuld met grote hits als The River, Sister Awake, Temptation en Heaven Coming Down.

Riki – Gold

Riki – Gold (Dais)

Het lijdt geen enkele twijfel dat Riki, het alter ego van de fascinerende Niff Nawor uit Los Angeles, Construction Time Again (‘83) in de kast heeft staan. Dat album van Depeche Mode waart sterk rond op Gold.

Haar tweede langspeler, want vorig jaar nog verscheen haar debuut, simpelweg Riki getiteld. Ook op die plaat hoorden we al dat de Amerikaanse zich niet alleen door het geluid van Depeche Mode aan het begin van de jaren ’80 heeft laten beïnvloeden. Wie goed luistert, hoort ook The Human League, Dead Can Dance, Eurythmics, Fever Ray, A-ha, Pet Shop Boys en zelfs Madonna in haar jonge jaren voorbij komen.

Riki vertoeft al jarenlang in de new wave-, postpunk- en gothhoek en maakt daar muzikaal gezien geen geheim van. Gold is net zo sfeervol als melancholiek als opwindend. Dat laatste niet in de laatste plaats door het zwoele, geregeld wulpse stemgeluid van Riki.

Ze schreef de negen songs zelf, terwijl ze de productie en eindmix overliet aan Joshua Leeds Eustis, die samenwerkte met Nine Inch Nails en wat intensiever nog met Maynard James Keenan van Tool, maar dan voor diens hobbyband Puscifer, waar het accent ook ligt op elektronica.

Gold is een avontuurlijke plaat geworden, met een dub-uitstapje (It’s No Secret), een Spaanstalige track (Porque Te Vas), waardoor je al weer hunkert naar de zomer en Florence & Selena, als de saxofoon van Charles Gorczynski zorgt voor hartverwarmende jazzy accenten. Riki heeft aan het eind van het jaar nog een kunststukje afgeleverd. Diepe buiging. Pieter Visscher

Curtis Harding – If Words Were Flowers

Curtis Harding – If Words Were Flowers (Epitaph/Anti)

Je zou je kunnen afvragen of Curtis Harding (42) de grootste soulstem van het moment is. Want dat doe je onherroepelijk wanneer het machtige, gevoelige stemgeluid van de Amerikaan tot je komt. Hij kan nog spelen met die stem ook. Vraag je om een falset, dan krijg je die. Want zo is Curtis.

De man die werd grootgebracht door een vader die automonteur was en een moeder met een fraaie stem. Een gospelzangeres. Harding groeide op in een familie waar soul en gospel sowieso belangrijke ingrediënten waren in het dagelijkse leven. De paplepel deed zijn werk. Zo leerde hij volgens eigen zeggen op veel te late leeftijd David Bowie kennen. Er ging een wereld voor hem open, maar Harding is de soul trouw gebleven.

Ook op zijn derde soloalbum If Words Were Flowers, dat met elf tracks gevuld geen zwakke broeders kent. Omdat als het tekstueel of qua compositie even iets minder is de song alsnog gered wordt door dat machtige stemgeluid van Harding. Of door de vier gospelzangeressen die Harding charterde. In het heerlijke jazzy Forever More zijn twee van de dames heel erg naar de achtergrond gemixt, maar net voldoende aanwezig om het nummer van nog meer cachet te voorzien, al wordt de show uiteindelijk gestolen door de trompet van Ludovic Louis. Geen onbekende van Lenny Kravitz.

If Words Were Flowers is een weelderig gearrangeerde plaat waarop de stem van Harding te allen tijde leidend is, terwijl trompet, fluit, viool, saxofoon, klarinet en toetsen net zo belangrijk zijn als gitaar, bas en drums. Is het Hardings mooiste album tot nu toe? Typisch gevalletje: kill your darlings. Pieter Visscher

Badbadnotgood – Talk Memory

Badbadnotgood – Talk Memory (XL Recordings)

De Canadese formatie BADBADNOTGOOD (het liefst geschreven in louter kapitalen) opent het nieuwe album Talk Memory met een nummer van negen minuten. Dat is lang, hoewel binnen de wereld van de jazz sowieso veel is gepermitteerd. Terwijl BADBADNOTGOOD zeker geen traditionele jazzband is. Ze zijn behoorlijk hiphopgeoriënteerd, wat bijvoorbeeld gestalte kreeg in 2015 met Sour Soul, een album met Ghostface Killah van Wu-Tang Clan. Opeens vlogen de fucks en nigga’s je om de oren. Het was even wennen.

Talk Memory is weer geheel instrumentaal en dat bevalt toch beter. Chester Hansen, Alexander Sowinski en Leland Whitty, die zich ook maar al te graag laten inhuren als producers voor hiphopacts als Kendrick Lamar, diezelfde Ghostface Killah en Tyler, The Creator namen ruim de tijd voor de nieuwe plaat en dat heeft zich vertaald naar een hoop kwaliteit. Elektronica, rock, hiphop, klassiek, funk, soul en Braziliaanse ritmes doen allemaal een duit in het rijk gevulde jazzzakje.

Talk Memory loopt over van de muzikale schoonheid. Ook al door de aanwezigheid van de Braziliaanse producer Arthur Verocai (76). Een ware jazzgod, die zich stortte op de arrangementen van de nieuwe nummers. Luister eens naar die weelderige strijkers in het avontuurlijke, wat filmische City Of Mirrors, dat extra spanning en gratie krijgt door de vele tempowisselingen. Het aantrekken van Verocai kunnen we een meesterzet noemen, evenals de aanwezigheid van pianist Laraaji, hiphopproducer Terrace Martin en harpiste Brandee Younger, die een geregeld ontsporende saxofoon met gracieus snarenspel weer bij de les krijgt in Talk Meaning. Met name in de finale is ze ronduit zalig en zalvend. Pieter Visscher

 

Kid A Mnesia verzamelt definitief de mooiste bloemen

Een goede twintig jaar terug bracht Radiohead vlak na elkaar twee albums uit  die een een behoorlijke stijlbreuk betekenden met hun voorgaande repertoire, omdat de elektronica definitief de overhand nam. Ook wat betreft het vervolg van de muzikale worpen van de Britten. Om een en ander luister bij te zetten zijn Kid A en Amnesiac opnieuw uitgebracht. In één verpakking ditmaal, samen met alle interessante B-kantjes, alternatieve versies van nummers en de zogenaamde outtakes, wat deze uitgave sowieso erg interessant maakt. Past zó in de schoen!

Kid A en Amnesiac verschenen acht maanden na elkander en werden tegelijkertijd op plaat gezet. Waardoor de albums duidelijk zijn versmolten met elkaar. Het zou een dubbelalbum kunnen zijn geworden, ware het niet dat de band daar geen zin in had. Waarom niet is onbekend. Mogelijk om geldtechnische redenen. Wie weet.

De albums verschenen in een periode waarin Thom Yorke niet al te best in zijn vel zat. Hij had het gevoel geleefd te worden. Mogelijk leidde zijn geestelijke instabiliteit tot nieuwe muzikale inzichten. Zoals we weten, de mooiste bloemen bloeien op de mestvaalt.

Kid A en Amnesiac zijn inmiddels klassieke Radioheadalbums geworden en het is een raadsel waarom een song als If You Say The Word, een prachtige ingetogen, gedragen track, nu pas wordt uitgebracht. Maar goed dat het alsnog is gebeurd.