J Mascis – What Do We Do Now

J Mascis – What Do We Do Now (Sub Pop)

Dinosaur Jr. bestaat veertig jaar in 2024 en dat is toch wel iets om even bij stil te staan. Omdat de formatie die toch altijd wat in de marge van de rockmuziek opereert, met alle respect, nog immer grote populariteit geniet van de hondstrouwe fans. Waaronder ondergetekende.

Je moet sowieso maar houden van die altijd en eeuwig lijzige stem van J Mascis, anders heb je sowieso een probleem om van de muziek van hem en zijn band te genieten. Die scheurende gitaren bovendien. Ook op zijn vierde soloalbum herken je de Amerikaan uit Massachusetts uit duizenden. Dat geldt ook voor de indierock die hij al vier decennia op plaat zet. Solo wat ingetogener dan met Dinosaur Jr, maar nooit dat je denkt: nou mensen, hier gebeuren momenteel wel héél erg aparte dingen. J blijft te allen tijde dicht bij het geluid van de band die hij groot maakte.

“I don’t even know if I like my own singing”, zegt Mascis over zichzelf en dat tekent ‘m wel een beetje. Er zit een stuk onverschilligheid in de muziek van J. Die ook What Do We Do Now kenmerkt. Een album waarop hij het gaspedaal wat harder intrapt dan op vorig solowerk. Maar ook weer niet heel veel harder.

What Do We Do Now is grotendeels tot stand gekomen tijdens de pandemie. Er staan tien nummers op en een zwakke broeder vinden op het album lukt je niet. Ouderwets vakwerk, zeggen we dan. Pieter Visscher

 

 

Paris van The Cure 30 lentes jong

Wat vliegt die tijd toch, denk je dan wanneer je je realiseert dat Paris, het dubbele livealbum van The Cure, 30 jaar bestaat. Drie decennia al een van de allerlekkerste livealbums die zijn verschenen wereldwijd. Om een en ander te vieren worden geremasterde 2lp- en 1cd-versies opnieuw uitgegeven met twee bonustracks.

Paris is niet geremasterd door een externe kracht, maar door Robert Smith persoonlijk, hierin bijgestaan door Miles Showell. En dan mag de locatie er ook nog eens zijn: in de Abbey Road Studios in Londen. De lp, die voor het eerst sinds 1993 op zwart vinyl verschijnt, werd door Miles Showell in Abbey Road geknipt. Paris was de tweede van twee liveplaten die de tour van de band in 1992 documenteerden ter ondersteuning van hun negende album Wish. Het eerste album Show kwam uit in september 1993 en werd in juli vorig jaar opnieuw uitgebracht.

Het veertien nummers tellende album werd opgenomen gedurende drie avonden in Le Zénith de Paris in oktober 1992 en bevat de singles Lovesong, Catch, A Letter To Elise, Charlotte Sometimes, Close To Me en livefavorieten als Play For Today en One Hundred Years.

De heruitgave van The Cure ter ere van het 30-jarig jubileum van Paris is nu uitgebreid met de toevoeging van twee onlangs ontdekte, niet eerder uitgebrachte nummers Shake Dog Shake en Hot Hot Hot!!! die nu bovenaan en achter het album staan. De startvolgorde van het album is dienovereenkomstig opnieuw geconfigureerd.

In december sloot The Cure een 90 dagen durende, 33 landen tellende Shows Of A Lost World-tour af met overweldigende fans en lovende kritieken. Er zit nog geen sleet op de band.

Tusky – Tusky

Tusky – Tusky (Suburban/Mattan)

Het nieuwe album van de Utrechtse punkrockformatie Tusky heet Tusky en dat lijkt een prima keus. Want het bekt nogal lekker. Wees eerlijk. De heren van Tusky omschrijven hun nieuwe worp als een fist-in-your-face-but-you-love-it-plaat en dat klopt wel.

Gitarist Sjors van Reeuwijk legt uit waarom gekozen is voor een sobere hoes, waarop slechts de naam van de band te vinden is en het logo met de ‘tandjes’. ‘We wilden graag terug naar de kern van Tusky. We hopen dat de hoes van de plaat mensen inspireert om de plaat The Brown Album te noemen.’

An sich zijn dat grote woorden, die een link zouden moeten suggereren met bands als The Beatles en Weezer. Die eerste gaat sowieso mank, maar met Weezer (Green Album) kunnen we wel een klein beetje uit de voeten.

De woorden van Van Reeuwijk zeggen voornamelijk iets over de ambities van de Utrechters, die met deze derde langspeler voor het eerst een collectieve prestatie hebben neergezet. Bassist Quirin Wijgers noemt de plaat een perfecte mix van vier individuele stijlen.

Tusky is een rete-energieke plaat geworden, zoals we gewend zijn van de band die nogal eens van samenstelling verandert. We horen opnieuw talrijke raakvlakken met formaties als Blink 182, Jimmy Eat World, Biffy Clyro en in de verte toch ook wel The Offspring. Maar Vladimir Stevic is een veel betere zanger dan Dexter Holland.

Tusky begint volgende week met een tournee die de band onder meer naar steden als Zwolle, Antwerpen, Groningen, Den Haag en Alkmaar brengt. Ga dat zien, want het wordt gegarandeerd feest. Pieter Visscher

The Bevis Frond – Focus On Nature

The Bevis Frond – Focus On Nature (Fire)

Nick Saloman is sinds 1986 de frontman van The Bevis Frond uit Londen. Geweldig gezelschap, dat in de loop der jaren een album of 30 opnam. Graaggehoorde gast op Pinguin Radio en da´s niet zomaar natuurlijk. Want we hebben te maken met kwaliteitsrock.

Focus On Nature is de nieuwste worp van het kwartet en wát voor een worp. Negentien nummers maar liefst en geen miskleun te bekennen. Je zou dat razendknap kunnen vinden na al die jaren en dat doen we dan ook.

Neem een punky rocksong als Empty, die je wel veertig keer achter elkaar wil horen. Het is een van de nummers waarop ook Salomans dochter Debbie te horen is. Haar geluid is zonder meer complementair aan dat van pa.

Focus On Nature is 75 minuten lang hoogstaande poprock, die zijn oorsprong vindt in de jaren 60. Waarin we absoluut vlagen Dinosaur Jr voorbij horen komen. Saloman (70) bespeelt wederom alle instrumenten en is ook weer verantwoordelijk voor de productie. Wat. Een. Geweldige. Plaat. Pieter Visscher

 

The Maureens – Everyone Smiles

The Maureens – Everyone Smiles (Meritorio Records/Mattan)

Ze geven volmondig toe dat ze flink beïnvloed zijn door The Beatles, maar we horen veel meer raakvlakken met bands uit de jaren 60, zo ook met die uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Het levert een geslaagd ratjetoe aan stijlen op. Ook op de vierde worp van de Nederlandse formatie The Maureens, oorspronkelijk gestart in Utrecht.

De ongedwongen indiepop/rock van het kwartet wordt gekenmerkt door volle arrangementen, harmonieuze zangpartijen en een hoofdrol voor de gitaar. Er zijn raakvlakken met Johan en ook Daryll-Ann is geregeld in de buurt. Het album is geproduceerd door Frans Hagenaars, die we onder meer kennen van zijn werk voor de zojuist genoemde formaties.

Wat je met name heel sterk hoort is de liefde voor muziek van Hendrik-Jan de Wolff (vocalen), Wouter Zijlstra (bas), Stefan Broos (drums) en Ruud Oude Avenhuis (gitaar). Die ligt er heel dik bovenop en levert pure liedjes op. Muziek uit het hart.

Dertien songs maar liefst staan er op Everyone Smiles en door de zonnige sound, die escapistisch werkt, is de titel van het album relevanter dan ooit. Pieter Visscher

 

Slift – Ilion

Slift – Ilion (Sub Pop)

Een mix van metal met psychedelische rock en postmetal is hoe de Franse formatie Slift zichzelf het liefst omschrijft. En wanneer je naar de nieuwe plaat van het trio luistert, denk je: daar is geen speld tussen te krijgen.

Ilion is de vierde van Slift en we horen het hoge niveau dat we van de band gewend zijn. Verzengende gitaarmuren die we onder meer kennen van Godspeed You! Black Emperor, dat zonder enkele twijfel wederom als referentie kan worden genoemd. Ze vissen vaak in dezelfde vijver.

Het geluid van Slift is diverser te noemen. Niet in de laatste plaats door de zang van Jean Fossat, die over een ongekend bereik beschikt. De loodzware riffs uit zijn gitaar in combinatie met het geweld uit synthesizers, bas en drums zorgen voor verrukkelijke geluidsmuren.

De conservatoriumgeschoolde Clémence Lagier mag zich onder meer laten gelden in het bombastische stuk Uruk, wat voor een extra dosis verrukking zorgt. Een fenomenaal opgebouwde rocksong die je meeneemt naar een wereld ver buiten ons bereik.

Ilion is een rockopera vanjewelste die geen seconde de aandacht doet verslappen en is een van de meest overweldigende albums die je dit jaar gaat beluisteren. Wat een intensiteit. Pieter Visscher

Band On The Run ziet Abraham en wordt gevierd

50 jaar na de oorspronkelijke release is de uitgebreide 50ste jubileumeditie van de iconische plaat Band On The Run van Paul McCartney & Wings verschenen. Wat een feest blijft het om ernaar te luisteren. De niet eerder uitgebrachte speciale versies van de songs op de tweede schijf zijn meer dan slagroom op de al rijk belegde taart. 

Het meervoudig Grammy-winnende album staat al tientallen jaren op de lijst met beste albums aller tijden en werd oorspronkelijk uitgebracht in december 1973. Met het onsterfelijke titelnummer, de wereldwijde hit Jet, het weemoedige Bluebird, Let Me Roll It, het veelzijdige Picasso’s Last Words (Drink to Me) en climax-afsluiter Nineteen Hundred and Eighty Five, is Band on the Run ongetwijfeld Wings’ meest succesvolle en gevierde release ooit.

De jubileumeditie van Band on the Run is beschikbaar in verschillende formaten, te beginnen met de essentiële 1lp. Deze speciale vinyleditie werd op halve snelheid geknipt met behulp van een hogeresolutieoverdracht van de originele mastertapes uit 1973 door Miles Showell in Abbey Road Studios, Londen. De configuratie op één vinylalbum weerspiegelt de Amerikaanse tracklist, waarop het nummer Helen Wheels staat en een Polaroid-poster van Linda McCartney.

De vinyleditie van de 2lp bevat het originele Amerikaanse album, geremasterd op halve snelheid, en een tweede lp getiteld Underdubbed Mixes Edition, gehuisvest in een premium slipcase. De set bevat ook twee Linda McCartney Polaroid-posters.

Een 2cd-formaat bevat het originele Amerikaanse album, ‘underdubde’ mixen en een dubbelzijdige uitvouwbare polaroid-poster gemaakt door Linda McCartney. Band on the Run (Underdubbed) verschijnt ook digitaal.

McCartney: “Dit is Band on the Run op een manier die je nog nooit eerder hebt gehoord. Als je een nummer maakt en extra partijen toevoegt, zoals een extra gitaar, is dat een overdub. Nou, deze versie van het album is het tegenovergestelde, underdubd.”

Precies 50 jaar na de release klinkt Band on the Run net zo levendig en relevant als altijd, en met het bereiken van deze prachtige mijlpaal verdient het dat het verbazingwekkende verhaal nog een keer wordt gevierd.

The Smile – Wall Of Eyes

The Smile – Wall Of Eyes (XL Recordings)

Veel meer dan debuut A Light For Attracting Attention (2022) heeft opvolger Wall Of Eyes tijd nodig om te landen. Dat is vaak een goed teken. Platen die meteen beklijven, verwelken toch vaak wat sneller. Als een bos tulpen in de zon.

Op hoog volume komt de nieuwe The Smile het best tot z’n recht. Dan horen we weer hoe veel wendingen en ontwrichtende geluiden The Smile zo doen onderscheiden van andere bands. Hoewel, weer niet van Radiohead, dat gewoon weer sterk in de buurt is. Daar ontkom je domweg ook niet aan met Thom Yorke (zang, gitaar, bas, toetsen) en Jonny Greenwood (gitaar, bas, toetsen) in de gelederen. Andermaal gecompleteerd door jazzdrummer Tom Skinner.

Het levert acht fascinerende tracks op die alsmaar verslavender worden. Neem het swingende, hypnotiserende I Quit met z’n dwingende bas en rijke orkestratie. Dromerige zang van Yorke. Zweverig. Zoals we ‘m óók kennen. Terwijl we over het algemeen een blakende, opgewekte, lucide Yorke horen. Onmiskenbaar.

Op een album dat dus steeds maar mooier wordt en met Friend Of A Friend zelfs een wat beatlesque song herbergt. De violen, die we ook op een viertal andere nummers horen, zijn van The London Contemporary Orchestra. Pieter Visscher

 

 

Nits – Tree House Fire

Nits – Tree House Fire (Werf Records)

Het leven is niet zelden een gevecht. Voor ons allen. We worden ongevraagd op die aardbol gekwakt en zoek het maar uit dan. Rozengeur en maneschijn, donder en bliksem, zon en maan, liefde en geluk, voor- en tegenspoed. Het geldt ook voor het al vijftig jaar bestaande trio Nits.

In 2022 ging de studio van de band, De Werf, in vlammen op. The fire took everything, lezen we achter op de nieuwste cd van het trio: Henk Hofstede, Rob Kloet en Robert Jan Stips. Vrienden voor het leven, al een halve eeuw. Ze zagen veel van wat ze hadden opgebouwd kapotgaan in de rücksichtslose vlammen. Hofstede kreeg het zelfs extra voor zijn kiezen omdat hij getroffen is door de zeldzame auto-immuunziekte myasthenia gravis. Deze zorgt voor spierzwakte in het gezicht. Gelukkig lijdt zijn stemgeluid er niet onder. Hofstedes geluid is helder als vanouds op het minialbum Tree House Fire, dat vrijwel geheel aandacht besteedt aan de vernietigende brand.

Een ingetogen, stemmige sound. Zwanger van melancholie. Logisch. Maar we horen een Nits in topvorm. Zes nummers die je bij de keel grijpen. ‘Listen to the sirens on the highway. The sirens of the fire trucks’, zingt Hofstede in de aangrijpende opener Month Of May. Op 16 mei 2022 is veel van de geschiedenis van de band in vlammen opgegaan.

Je voelt aan alles dat dit een album is dat de band móést maken. Om ellende te parkeren. Om met de buitenwereld te delen wat de brand heeft losgemaakt bij de drie hechte vrienden. Het heeft zes beeldschone liedjes opgeleverd. Omdat de mooiste bloemen nog altijd op de mestvaalt groeien. Ontroerend tot op het bot. Nits blijft een band om zielsveel van te houden. Nederlands erfgoed. Pieter Visscher

Sprints – Letter To Self

Sprints – Letter To Self (City Slang)

We hoorden al sinds 2019 het een en ander van de Ierse formatie Sprints. Wat singles en ep’s. Daar kan nog weleens een sprankelend debuut aankomen, dacht je dan. En zo geschiedde.

Karla Chubb is blikvangster van de band uit Dublin. Ingetogen als een song daarom vraagt en woest wanneer dat moet. Vaak vraagt een nummer om dat laatste en dan is gediagnosticeerd ADHD’er Chubb op haar best. Op een album waar postpunk en garagerock vechten om voorrang.

Chubb ziet ook dat er de laatste jaren een ware stortvloed aan nieuwe powerrockformaties is ontstaan wereldwijd. Een prettige ontwikkeling, die we hebben te ‘danken’ aan de turbulente tijden waarin we leven op onze verdwaasde globe. Zowel economisch, religieus, politiek als sociaal. Donkere tijden maken woede los en die wordt subliem geventileerd door Sprints.

Letter To Self is nu een week uit en we weten al dat het in veel jaarlijstjes gaat verschijnen. Ook in dat van ondergetekende waarschijnlijk. Omdat de plaat zo ongekend energiek is. Songschrijfster Chubb noemt Pixies, Fugazi, Patti Smith en PJ Harvey als inspiratiebronnen. Terwijl we ook wat flarden Wet Leg opvangen, maar dan een stuk wilder. Zo ook Amyl and the Sniffers. Een schitterende hoofdrol is weggelegd voor explosiviteit. Pieter Visscher