Op Haldern Pop 2018 excelleren o.a. Shortparis, Marlon Williams en King Gizzard & The Lizard Wizard

Mehrsamkeit is het thema van Haldern Pop 2018; een woordspeling op Einsamkeit (eenzaamheid). Be True, Not Better is een spreuk die al jarenlang te lezen is op het terrein in de prachtige streek Rees, die sterk doet denken aan de Achterhoek. Haldern Pop is een festival waar het om meer draait dan louter muziek, al vormt die wel de hoofdmoot. Ook dit jaar valt er zeer veel te genieten. 

Tekst Pieter Visscher

Foto’s Sander Brugman

Donderdag

Uitstekende festivalaftrapper is Tamino, wiens hoge stem goed uit de verf zou moeten komen in de kerk van Haldern. Dat gebeurt ook, ware het niet dat het geluid vrij matig is afgesteld. De falset van de uit Antwerpen afkomstige singer-songwriter is nu te schel, zijn gitaar te indringend, hetgeen een smetje is op het halfuur waarmee hij een groot deel van zijn toehoorders toch nog in katzwijm krijgt. Dat maakt het extra knap.

The Inspector Cluzo opent het hoofdpodium van de festivaldonderdag. Opvallend duo uit Frankrijk, dat à la The White Stripes, bijvoorbeeld, niet meer nodig heeft dan een gitaar en een drumstel om indruk te maken. Dat deden ze vorig jaar ook al. Zanger-gitarist Laurent Lacrouts ouwehoert lekker veel tussen de nummers door en dat geeft extra kleur aan het optreden, waar ruimte is voor boodschappen. Pesticiden zijn bijvoorbeeld behoorlijk slecht voor mens en dier, weet Lacrouts, die evenals zijn compagnon, drummer Mathieu Jourdain bioboer is, tussen alle muziekbedrijven door. Lacrouts meldt veel, zo ook dat talentloos muzikantenvolk dat autotune gebruikt compleet waardeloos is. Hij slaat spijkers geregeld op de kop. Muzikaal zijn de Fransen lastig in een hokje te stoppen. Het rockt en groovet, Lacrouts heeft een prettige stem en Jourdain sloopt z’n drumstel in de finale, hetzij op een vriendelijke manier. We noteren een 8-.

“Er hangt een soort kwaliteitslabel aan Fink”, zegt iemand in de Spiegeltent, waar Kevin Morby de boel aardig in beweging heeft gekregen met zijn band. Grillige singer-songwriter, met prettige stem en dito liedjes. Mooie band om zich heen verzameld. Geldt ook voor die eerdergenoemde Fink, op het hoofdpodium. Kind aan huis in Haldern, waar hij een bevlogen set afwerkt, waarin elektronica en percussie alle ruimte krijgen om zijn sterke repertoire naar een hoger plan te tillen. Wie goed luistert hoort vlagen Massive Attack de revue passeren. De man uit Bristol heeft er zin in, het weer zit mee en hij is in bloedvorm. Eerste hoogtepunt van de donderdag.

Shortparis (foto) uit Sint Petersburg, is met afstand de overweldigendste act van de donderdag. Superenergieke, licht-industriële elektronica waarin een voortdurende knipoog naar postpunk is te ontwaren. Iedereen beweegt en swingt, tot de drummer aan toe. Meerstemmig, met een sublieme hoofdrol voor zanger Nikolay Komiagin, wiens falset geen moment op de zenuwen werkt. Er wordt met name in het Russisch gezongen, terwijl ook Engels en Frans voorbij komen. Dit kan weleens een heel erg grote band gaan worden, al is het muzikaal mogelijk wat te lastig voor de grote massa. Maar binnen het indiespectrum moet dat zeker gaan lukken, want het is fenomenaal wat we te zien en te horen krijgen. De Spiegeltent barst welhaast uit z’n voegen. We noteren een tien. Met een griffel. Hup Rusland hup.

Vrijdag
Nadat de oer-Hollandse rockformatie Canshaker Pi de Spiegeltent heeft geopend met een enthousiaste set, die goed in de smaak valt bij het overwegend Duitse publiek, krijgen we op het hoofdpodium te maken met The Slow Readers Club, uit Manchester. Formatie die hartstikke goed heeft geluisterd naar The Killers en Editors en een aantal alleraardigste waverocksongs de revue laat passeren. De wat kleurloze zanger Aaron Starkie is allesbehalve een podiumdier, danst als Nico Haak in zijn nadagen, mist charisma en is een wat beperkte zanger. Dat maakt het allemaal wat jammer. Het is enigszins zielloos. Wel knap overigens om materiaaltechnisch tegen Killers en Editors aan te schuren. Voorts zijn geen complimenten uit het vuur te slepen voor het kwartet.

Dan is het wel een mooie sprong van ADHD-rapper Astronautalis in de Spiegeltent naar De Staat, op het hoofdpodium. Torre Florim en consorten zijn mogelijk op de fiets gekomen vanuit Nijmegen, dat om de hoek ligt. Drumstel, gitaren en een orgel in de bakfiets en gaan met die banaan. De Staat is inmiddels een garantie voor succes en wil dat natuurlijk dolgraag uitbreiden naar Duitsland, waar ze inmiddels flink voet aan de grond krijgen. Het is schitterend festivalweer, de zon maakt weer eens overuren en Nijmegen wordt op de kaart gezet, zo vlak over de grens. De Staat is een van Neerlands sterkste liveformaties en maakt dis status ook in Haldern moeiteloos waar. “Wir sind The Staat. Thank you very much for listening to us tonight”, zegt Florim, terwijl het een uur of half vijf is. Qua tijdstip is het nog even wennen.

The sun has decided to shine above us today. It’s a beautiful thing”, zegt Curtis Harding (foto) vanaf het hoofdpodium, waar hij De Staat heeft afgelost. Harding heeft dit jaar zijn tweede album afgeleverd en heeft zich inmiddels genesteld tussen de crème de la crème van de mondiale soulrock. Stem waar we maar geen genoeg van kunnen krijgen en de souplesse waarmee een en ander wordt gebracht, verraadt nog veel meer klasse. Harding imponeerde in Werchter een paar weken terug en windt de wei in Haldern ook in no time om zijn vinger. Benieuwd wanneer hij zijn zonnebril weer teruggeeft aan Elton John. Want zo groot en glinsterend is-ie. How wonderful life is, while Curtis is in the world. Het is een graad of 25.

De temperatuur is teruggebracht tot een graad of 19 wanneer Villagers plaatsneemt op hetzelfde podium. Het is inmiddels donker, het festivalterrein feeëriek verlicht. Dan komen de Ieren extra goed uit de verf. Het stemmige repertoire van Conor O’Brien verdient duisternis. Villagers is voor de vierde keer te bewonderen in Haldern en het is niet voor de eerste keer dat de band imponeert. Hoewel de stemmige, kleine singer-songwriterliedjes van O’Brien beter gedijen in een Spiegeltent, heeft de band de wei toch snel in zijn greep. Opvallend binnen het geluid van Villagers is de steeds prominentere rol van toetsen en andere elektronica. Het zorgt voor een wat weidsere sound, waarmee de band nog geen stadionact is – gelukkig maar – maar geschikter is voor openluchtpodia als die in het prachtige Rees.

Zaterdag 
Terwijl Joe Casey, zanger van Protomartyr (foto) de ene na de andere halve liter König Pilsener achterover gooit in de volle zon op het podium van de mainstage van Haldern Pop 2018, speelt hij met zijn band een degelijke set. Omdat het eigenlijk nooit uitbundig is wat de Amerikanen laten zien. Dat hoeft ook niet, omdat ze hun sterke postpunkrepertoire het werk kunnen laten doen. Casey praat wat meer dan anders, al blijft dat beperkt tot platitudes als “Lovely day”, “Wonderful festival” en zelfs de versteende klassieker “We’re glad to be here” passeert ongegeneerd de revue. Protomartyr kan het zich zonder meer permitteren hits als Male Plague en Don’t Go To Anacita links te laten liggen, terwijl liefhebbers dat toch graag anders hadden gezien. Door bezoekers van Rotown in Rotterdam nog gewaardeerd als beste concert van 2017; die prijs wordt in Haldern niet in de wacht gesleept. Er had een stuk meer ingezeten. Misschien toch die hitte? Het is in elk geval opnieuw een prima dag als je een zonnepaneel op het dak hebt liggen. Of misschien wel twintig. Zijn publiek licht beduusd achterlatend, trekt Casey nog snel een König open. Geef ‘m eens ongelijk.

Een van de mooiste albums die dit jaar zijn verschenen, is afkomstig van Marlon Williams. De Nieuw Zeelandse singer-songwriter laat met Make Way For Love horen dat de titelloze voorganger geen toevalstreffer was. Williams heeft niet alleen de luxe dat hij kan leunen op zijn ronduit fantastische stemgeluid, dat geregeld wat wegheeft van dat van Antony Hegarty, hij is ook begiftigd met buitengewoon songschrijferstalent. Williams vertelt dat hij het niet alleen vanwege het weer een heerlijke dag vindt, het heeft ook te maken met, verrassend, het feit dat het 30 jaar terug is dat Straight Outta Compton verscheen. Een favoriet van Williams. “The first three songs are the best three opening songs that ever appeared on an album.” Williams’ repertoire lijkt werkelijk in niets op dat van hiphopgoden NWA, maar hij heeft smaak en verstand van zaken. Williams’ folky, live groots gebrachte singer-songwriterliedjes vallen bijzonder goed in de smaak in de volle Spiegeltent. Tijdens het heerlijk swingende Party Boy gaan flink wat voeten van de vloer. Voor Nobody Gets What They Want Anymore heeft hij eigenlijk zijn begeerlijke ex Aldous Harding nodig. Het is een geweldige therapie verzekert Williams; liedjes zingen met je ex. Gitarist Ben Woolley neemt de honneurs waar en dat valt niet tegen. De song is een van de vele prachtnummers die Williams laat horen. Veel interactie met zijn publiek, hij grapt en grinnikt, krijgt zo nu en dan zelfs de bravoure van Father John Misty en maakt de meeste indruk tijdens de Haldern-vrijdag. Aankomend weekeinde te bewonderen tijdens Lowlands. Wie dat laat schieten, krijgt enórm veel spijt van kleine teen tot kruin. Wees gewaarschuwd!

Phoebe Bridgers volgt Williams op in de Spiegeltent en het is Marlon die even om de hoek kijkt hoe het gaat. Nou, dat gaat hartstikke goed. Het breekbare singer-songwriterrepertoire van de Amerikaanse is gemaakt voor de Spiegeltent, waar het publiek net zo gedisciplineerd (stil) is als tijdens Marlon Williams. Soms mist Phoebe wat pit, terwijl dat de enige aantekening is.

King Gizzard & The Lizard Wizard (foto) klinkt als een seksongeluk waar The Who en Led Zeppelin bij betrokken zijn, maar laten we in godesnaam blij zijn met dit soort kopstaartbotsingen. Het ultraproductieve zevental uit Melbourne is een van de interessantste bands van de laatste jaren en heeft sinds 2013 inmiddels 13 (!) albums afgeleverd. Van hoge kwaliteit en dat lijkt geen sinecure. Maar de frivoliteit waarmee de band zich manifesteert op het hoofdpodium zegt eigenlijk alles. Het speelplezier daarnaast is bovendien veelzeggend. Drie van de zeven beschikken ook nog eens over bovenmodale zangstemmen. Het maakt de psychedelische rock van de Australiërs nog sterker, terwijl het songmateriaal al van bovengemiddeld niveau is. Niets staat de twintigers in de weg om uit te groeien tot een van de grootste bands op deze planeet. Ja, dat zijn Grote Woorden. King Gizzard & The Lizard Wizard is een machine, die je continu bij de strot grijpt.

Stadgenoten Rolling Blackouts Coastal Fever hebben net zo’n lastige naam, evenveel sterke leadzangers (3) en maken bovendien muziek waar de kwaliteit werkelijk van afdruípt. Australië deelt de lakens uit op de Haldernzaterdag. Met enkele geweldige ep’s en een dit jaar verschenen debuutalbum op zak laat de band in de kolkende Spiegeltent horen wat ze allemaal in huis heeft. Wát een hoeveelheid sublieme indierockliedjes. Ook nu geldt: ga dat zien op Lowlands!

Terwijl afsluiter Sleaford Mods de meute voor het hoofdpodium nog een uur laat swingen op elektronische punk, die op hilarische wijze wordt gepresenteerd, realiseer je je als verslaggever dat je opnieuw een editie hebt meegemaakt van misschien wel het beste festival ter wereld. Met een organisatie die er elk jaar weer in slaagt de smeuïgste krenten uit de mondiale muziekpap te pikken. Kleinschalig in opzet (7000 bezoekers), maar groots in programmering. Het kan toch niet vaak genoeg worden gezegd.

RVG – A Quality Of Mercy (Fat Possum / Bertus)

Weer zo’n geweldige band uit Australië en ook weer uit Melbourne. Het debuut van RVG is er een om in te lijsten. Jammer dat het maar acht nummers telt en slechts een halfuur duurt.

RVG is de afkorting van Romy Vager Group, zoals de formatie vroeger heette. Vager, transseksueel, is een, tegenwoordig vrouw die in feite alles in huis heeft om heel erg groot te worden met haar band. De acht liedjes op de plaat, stuk voor stuk door Vager geschreven, kloppen allemaal, hebben stuk voor stuk een zekere urgentie en worden ook nog eens met zeer veel overtuiging gebracht door Vager, die in gitarist Reuben Bloxham een man aan haar zijde heeft die nummers muzikaal naar een hoger niveau weet te tillen.

Vager doet niet alleen qua stem denken aan Ian McCulloch van Echo & the Bunnymen, het geluid van RVG komt ook nog eens dicht in de buurt van dat van de Liverpoolse formatie. Het zijn namen als The Smiths, The Go-Betweens (de band is fan), The Cure, Patti Smith en ook Velvet Underground waaraan RVG bovendien schatplichtig is.

Het leidt tot een album dat swingt, rockt en fascineert. Een stukje drama wordt niet uit de weg gegaan, al weet Vager dat uitstekend te doseren.

Mooi is een titel als Vincent van Gogh. Een song die Vager binnen een uur had geschreven. Vager vertelt dat ze al door een flink aantal mensen is gevraagd of de tekst over hen gaat. “You really should stop drinking. You really should start thinking that you’re Vincent van Gogh. The damage you do is worse than the damage you get”, lijkt ze kunstzinnige vrienden en kennissen een veeg uit de pan te geven. Pieter Visscher

 

Deaf Wish – FFS (Sub Pop / Konkurrent)

Aan de vergelijkingen met Sonic Youth ontkom je ook niet op het zesde studioalbum van Deaf Wish, dat de titel Lithium Zion heeft meegekregen. Maar er zijn beroerdere bands actief geweest op deze planeet om het kunstje bij af te kijken. De stem van Sarah Hardiman heeft dan ook nog eens wat weg van die van Kim Gordon.

De noiserock van het Australische kwartet, waarin elementen van punk geen zeldzaamheid zijn, kwam nog niet beter uit de verf dan op deze zesde worp. Het is alsof ineens alle puzzelstukjes op hun plaats liggen. In andere woorden: het songmateriaal was nog niet eerder van zo’n hoog niveau, terwijl de band uit Melbourne ook geen gedrochten op plaat heeft vastgelegd, integendeel. Kun je nagaan.

De furie van FFS, dat door Hardiman wordt gezongen, zit als gegoten in een gejaagde song. Zoals het wat dreinerige stemgeluid van Jensen Tjhung gemaakt is voor een punkrocker als Easy, de albumopener.

Dat Tjhungs stem zich ook uitstekend leent voor uptempowerk wisten we natuurlijk al, toch kwam hij niet vaker zo goed uit de verf als in Metal Carnage. Een noiserocksong om in te lijsten.

Veel rust wordt je sowieso niet gegund op Lithium Zion, of dat moet tijdens het voor Deaf Wish-begrippen zelfs wat ingetogen Afraid For You zijn. Meteen de zwakste broeder op de plaat, terwijl de song nog een dikke 7 uit het vuur sleept. Kun je nagaan, inderdaad. Pieter Visscher

Gorillaz – The Now Now (Parlophone / Warner Music)

Het is ‘m toch weer gelukt, Damon Albarn; een paar songs op een Gorillaz-album knallen die zo verslavend zijn als de pest. Daar slaagde hij op de vier voorgangers (sinds 2001) ook al in. Albarn heeft, zoals hij zelf ook vertelt, een “zomerplaat” afgeleverd. Met voornamelijk barbecueliedjes en niet te versmaden tuinstoelsongs. Het tekent de brille van Albarn dat het allemaal weer zo vakkundig in elkaar is gesleuteld.

Neem een nummer als Tranz. Een synthpopkraker om je vingers bij af te likken. Wanneer Neil Tennant het aan die andere Pet Shop Boy Chris Lowe had laten horen, zonder dat die zou weten dat hij het niet geschreven had, zou Lowe zweren dat het wel zo zou zijn. Het doet wat denken aan het briljante Rent (1987), zonder dat er sprake is van plagiaat.

The Now Now lijkt een album waarvoor Albarn niet al te gek veel tijd heeft ingeruimd om het te schrijven. Maar wie beter luistert, hoort dat de klasse er toch weer geregeld vanaf druipt. En dat zonder al te veel gastvocalen. Dat is wel opvallend.

Tijdens de lome openingstrack Humility is George Benson van de partij en Snoop Dogg en Jamie Principle doen mee op Hollywood, een elektrosoulnummer dat zo opwindend is dat je pardoes uitschiet met de sjaslieksaus op je zwartgeblakerde satéstokken. Hoe barbecue wil je het hebben?

Albarn en consorten zijn tijdens Lowlands van de partij. Vergeet je dansschoenen niet! Pieter Visscher

LIVEDATUM 17/08 Lowlands, Biddinghuizen

 

Oneindig veel hoogtepunten tijdens zonovergoten Rock Werchter 2018

Rock Werchter 2018 had niet beter kunnen worden afgetrapt dan door Rival Sons. Schatplichtig aan Led Zeppelin en The Doors zorgen de Amerikanen voor veel sfeer op de zonovergoten weide voor het hoofdpodium. Waar velen nog de slaap uit de ogen wrijven, want het is nog maar 13 uur. Veel te veel goeie rockliedjes om nog zo onbekend te zijn en zo vroeg geprogrammeerd te staan bovendien. De band lost alle verwachtingen in. We zijn van start.

Tekst en foto’s Pieter Visscher

The Vaccines hebben recentelijk hun vierde album Combat Sports afgeleverd en de daarop geëtaleerde vorm wordt meegenomen naar België. De kracht van de Londense band zit in de wat achteloos gezongen nummers. Een glansrol andermaal, zowel op plaat als live voor Justin Young , die, net wanneer het misschien wat al te laconiek wordt, zijn toehoorders bij de les weet te houden. De massa lezen, zeggen ze dan.

Natuurlijk was de glans eraf nadat Layne Staley in 2002 te veel heroïne in een onderarm spoot en Alice In Chains zonder haar boegbeeld verder moest. De band stond noodgedwongen even op non-actief, totdat in 2005 besloten werd verder te gaan. Met zanger William DuVall, die qua uiterlijk niet doet denken aan Staley, maar zangtechnisch in de buurt komt. Sindsdien heeft de band domweg weer bestaansrecht, werd een tweetal redelijke albums opgenomen en wordt weer veel opgetreden. Krenten in de pap blijven hits als Them Bones en Rooster, terwijl Would? natuurlijk nog altijd tot de allerbeste rocksongs in de muziekgeschiedenis behoort. Ook met DuVall zorgt het voor kippenvel.

De overgang naar het poppy geluid van The Script is groot en misschien zelfs een beetje pijnlijk. De steeds meer op Brandon Flowers lijkende zanger Danny O’Donoghue zorgt voor vreugde op de Belgische ondergrond door een shirt van de Rode Duivels aan te trekken. Heimelijk is de Ier natuurlijk geen overdreven grote fan van het Engelse team, dat ook nog op het WK actief is. Al is dat een interpretatie.

Het mooiste blijft nog altijd het spelplezier dat ervan afdruipt bij Queens Of The Stone Age (foto). Terwijl er tijdens het concert op Down The Rabbit Hole, een weekeinde eerder, nog stemmen opgingen waarin de band blasé werd genoemd, is daar in Werchter geen sprake van. Josh Homme en zijn kornuiten zijn begeesterd tot op het bot en zetten een gejaagde, bij vlagen ronduit overrompelende show neer. Een dikke 9.

Terwijl Air Traffic en The Kooks tegen degelijkheid aanschurende shows afwerken op de mainstage wordt spannende muziek gebracht op het nieuwe podium The Slope, dat een blijvertje belooft te zijn. Aankomende indiegrootheden Isaac Gracie en Wolf Alice zijn het bijzónder smaakvolle voorprogramma van de uit Newcastle afkomstige Sam Fender, die in veel doet denken aan, jawel, Jeff Buckley, en als hij niet dronken de Mississippi in loopt nog véél groter gaat worden. Naar verluidt verschijnt dit jaar zijn debuutalbum. Meesterlijke singles als Play God en Leave Fast zijn daarop te vinden. Fender is een van de hoogtepunten van Rock Werchter 2018.

Het optreden van Curtis Harding in The Barn is ook groots en muzikaal rijk. Geweldige band meegenomen en vocaal is Harding een jongen van de buitencategorie. Hij laat horen waarom hij in de Eredivisie van de soulrock speelt. Had absoluut niet misstaan op het hoofdpodium. Volgend jaar? Hij speelt veel werk van zijn in 2017 verschenen plaat Face Your Fear, en die puilt werkelijk uit van de sterke songs.

Een glansrol bovendien is weggelegd voor Angus and Julia Stone, die live vele malen steviger klinken dan op plaat. The Barn is overvol, want de massa is inmiddels wel bekend met de klasse van het countryrockduo. Vooral Julia heeft iets onweerstaanbaars in haar stem. Zeker als ze een klein gehouden versie van For You brengt. Je ziet mensen wegsmelten.

Snow Patrol-zanger Gary Lightbody is zichtbaar ontroerd tijdens de bevlogen show die de Schotten neerzetten op het hoofdpodium. De waardering vanaf de afgeladen weide is enorm. Lightbody kan helemaal niet meer stuk wanneer hij een België-shirt onder zijn blouse vandaan tovert. Twee uur later hebben de Rode Duivels de Kanaries uitgeschakeld. Het is één groot gekkenhuis op Rock Werchter. Muziek wordt tijdelijk naar het tweede plan verwezen. London Grammar heeft daar behoorlijk last van. Zouden ze vaker voor zo weinig volk hebben gespeeld?

Vrijdagafsluiter The Killers kan dan wel weer rekenen op een afgeladen weide. Het speelplezier druipt eraf bij de band, die natuurlijk helemaal niet zoveel goeie liedjes hebben. Het is dan ook vooral het enthousiasme van frontman Brandon Flowers dat overslaat op zijn toehoorders, velen nog bedwelmd door het voetbalsucces dezelfde avond. Flowers moet onlangs naar dezelfde tandarts zijn geweest als Gerard Joling. Wanneer hij lacht, we zijn inmiddels de nacht ingegaan, worden alsnog zonnebrillen opgezet. Mr. Brightside, zegt u? Beste nummer van de set.

Nadat de Werchterzaterdag op overdonderende wijze is gestart met zowel Millionaire als The Last Internationale is het Stereophonics dat op het hoofdpodium muziek speelt die beter bij het weer past. Lome poprock, met niet al te veel bravoure gebracht door Kelly Jones en zijn mannen. Degelijk en zonder verrassingen. We hebben er vrede mee.

Klassiek zijn The Breeders. Graaggeziene gasten in Werchter, waar de band een volgepakte Barn verwent met oud en nieuw werk. Van de onlangs verschenen, prima plaat All Nerve bijvoorbeeld, die goed is ontvangen door fans en critici. Kim Deal heeft Gigantic in petto, van haar voormalige formatie Pixies. Niettemin gaat het dak er maar één keer echt af. Cannonball blijft magisch, onweerstaanbaar, grandioos, en elk ander superlatief dat er op los te laten is. Oké, weergaloos.

Die superlatieven zijn niet van toepassing op STIKSTOF (met hoofdletters), een Brussels hiphopcollectief, dat een equivalent is van Duitse vakbroeders Die Fantastischen Vier en het Hollandse Opgezwolle. Straffe beats en dito rhymes doen vooral het publiek voor in de volle Klub C meedeinen. Het gezelschap sleept een voldoende in de wacht.

How do you do Belgium? Standing in the sun, all day long?” Nou hebben we Jack White vaker zien schitteren op de mainstage van Rock Werchter; zo frivool als nu zagen we hem nog nooit. White zit duidelijk retegoed in zijn vel en deelt dat gevoel maar al te graag met zijn publiek. De Amerikaan heeft zelf overigens weinig van de koperen ploert gezien de afgelopen weken, of hij moet zonnebrandcrème met factor 150 op het gelaat smeren. Toch: de man heet niet voor niets Jack White. Veel werk van het dit jaar verschenen, behoorlijk experimentele Boarding House Reach komt voorbij. Belachelijke titel, maar wat een plaat hè, wanneer je ‘m na een draaibeurt of 18 doorgrondt. Wat minder analoog dan we van White gewend zijn en ook dat staat hem prima. Hij zingt afwisselend door drie microfoons. Het is een stukje stemvervorming dat misschien niet eens nodig is. Dat weet Jack ook wel. Maar het kleurt prachtig in zijn muziekpalet, dat toch al aan alle kanten schittert door de experimenteerdrift van White, die Donald Trump ook nog even een veeg uit de pan geeft. Muzikaal gezien de talentrijkste artiest van Rock Werchter en dan knalt-ie – uiteraard – ook nog even een Seven Nation Army eruit. Meegeblèrd uit 80.000 kelen. “From the queen of England to the hounds of hell.” Het mag wat kosten.

The greatest power is love!” En dan wordt Jack Johnson op het podium getoverd. Imagine van John Lennon wordt ingezet. Terwijl Pearl Jam al een bevlogen show afwerkt, wordt deze alleen maar legendarischer. 80.000 gsm’s met het lampje aan. Dat werk. “And no religion too”, zingen Johnson en Vedder harmonieus. Nou, als dat toch eens zou kunnen. Eroverheen een overweldigende versie van Once. Alsof we niet meer bij de les zouden zijn. Is het zo’n avond? Ja, het is zo’n avond. Pearl Jam is god. In levende lijve. In de finale trekt Eddie Vedder het rode tricot van België om zijn schouders. Alive wordt ingezet en de wei trilt. De band uit Seattle maakt alle verwachtingen waar.

Albert Hammond Jr. krijgt in The Barn slechts een halfuur toebedeeld op de vroege zondagmiddag. Maar dat is genoeg om te overtuigen. Hip tourshirt van AC/DC om de schouders en ‘de zoon van’ heeft een sterke band meegenomen. Het songmateriaal, zoals een sterk liedje als Far Away Truths ligt in het verlengde van dat van The Strokes, de formatie waarmee Hammond Jr. doorbrak en die al een tijdje op zijn gat zit. Het publiek wil wel meer, terwijl de stekker er na ruim 30 minuten toch echt uit gaat. Volgend jaar een uur? Even kijken of Hammonds drummer dan weer die Walt Disney-sokken aan heeft inclusief een te korte lange broek. Vakkundig inzoomwerk van de cameraman.

Een gitarist met pornosnor, die in een te klein onderbroekje op het podium staat. Dan scoor je punten. De Britse punkband IDLES (ja, weer die hoofdletters) is een van de formaties die de lakens uitdelen in het huidige punklandschap wereldwijd. Met METZ (ja) uit Canada moeten ze maar uitvechten wie nu het energiekst is. De vijf van IDLES (foto) zijn duidelijk het actiefst op het podium. Het is woest, in-your-face, ziedend en dan ook nog eens melodieus uit de hoek kunnen komen. Ik geef het je te doen. IDLES is een van de winnaars van Rock Werchter 2018.

David Byrne (66) is nooit een bijzonder sterke danser geweest, terwijl hij een merkwaardige beweging ook nooit uit de weg is gegaan. Inmiddels is het wat houterig en dat oogt dan weer vertederend. Twaalf man sterk, waaronder een vrouw, staat het imposante gezelschap dat hij heeft meegenomen op het podium van de uitpuilende Barn. Allemaal in strak blauw pak en blootsvoets. Alles beweegt. Byrne acteert en neemt geregeld opvallende poses aan. Zo lijkt hij plots op Raymond van Barneveld, nadat die voor het eerst Lakeside wint. Het zijn bijzondere beelden. De toetsenist heeft een keyboard voor zijn buik gebonden en vaak zijn zes man met mobiele percussie in de weer. Byrne cum suis spelen een staalkaart uit het imposante artrockoeuvre van de Brit, die wereldhits als Slippery People, Once In A Lifetime en Burning Down The House niet links laat liggen en zet op latere leeftijd een nieuwe standaard neer, tijdens een monumentaal optreden.

Het is rennen en vliegen op de zondag van Rock Werchter als solitaire verslaggever van Pinguin Radio. Overlappingen zijn talrijk. Zo staat Eels (geweldig volgens aanwezigen) tegelijkertijd geprogrammeerd met David Byrne en overlapt Noel Gallagher gedeeltelijk Nine Inch Nails. Gallagher, wat we ervan hebben gezien, verkeert nog immer in de bloedvorm waarin we hem de laatste keren zagen op Lowlands en Pinkpop. NIN speelt in The Barn, maar had natuurlijk veel beter op het hoofdpodium kunnen staan, want het is in no time afgeladen. We doen het in eerste instantie met het beeldscherm, op een tribune. In de schaduw, met een frisse bries in de rug. Reznor jaagt er intussen een partij hits doorheen om U tegen te zeggen. March Of The Pigs, van het klassieke The Downward Spiral, blijft magisch. Zo ook het onverslijtbare Closer. “I want to fuck you like an animal. You bring me closer to god.” En dat op zondag.
In feite is elke klap die Reznor uitdeelt raak. We kunnen Nine Inch Nails inmiddels tot een van de belangrijkste bands in de muziekgeschiedenis rekenen. Zo, dat is eruit. Het is bijvoorbeeld ongelooflijk hoe fris en urgent het uit 1989 daterende Head Like A Hole nog klinkt. Zó furieus gespeeld. Het is de afsluiter van een wervelende zegetocht. Denk je. Want dan volgt een door de ziel snijdende uitvoering van Hurt. Intens. Reznor vecht tegen de tranen. Hij weet dat hij geschiedenis heeft geschreven in de werkelijk extatische Barn.

Nick Cave speelt geen al te uitgelaten set. Wel veel kwaliteit die hij voorbij laat komen. Hoogtepunten zijn Do You Love Me?, Jubilee Street en Into My Arms, alsook afsluiter Rings Of Saturn, afkomstig van het gitzwarte Skeleton Tree, opgenomen net na het verongelukken van zijn vijftienjarige zoon Arthur. Arctic Monkeys sluiten de welhaast tropische editie van Rock Werchter, met vier dagen lang temperaturen rond de 30 graden op vlekkeloze wijze af. Amai, wat een voortreffelijk muzikaal feest toch weer in Werchter.

Nine Inch Nails – Bad Witch (Caroline Benelux)

Not The Actual Events (2016) en Add Violence (2017) zijn de voorlopers van een trilogie van korte albums, waarvan Bad Witch nummer drie. Het drieluik van Nine Inch Nails is gecompleteerd derhalve. En we kunnen definitief constateren dat de vorm waarin Trent Reznor verkeert groots is.

Een vorm waarin hij het experiment niet uit de weg gaat. Zo debuteren jazzy elementen binnen zijn muzikale spectrum in het opwindende God Break Down The Door. Terwijl Reznor zich ook van zijn allerdonkerste kant laat horen in het bloedstollende, met veel noise aangeklede I’m Not From This World, dat wat doet denken aan A Warm Place van Nine Inch Nails’ magnum opus The Downward Spiral uit 1994.

Het is een wat dystopische geluidscollage, die met de koptelefoon op het hoofd zonder meer het best uit de verf komt. Dan hoor je per draaibeurt nieuwe geluiden.

Ouderwets gebeukt wordt er in albumopener (Reznor neemt het woord ep niet in de mond) Bad Witch, als Reznors stem wat vervormd wordt en de woede nog sterker binnendringt.

Qua stemvervorming slaat de Amerikaan dan wat door in Ahead Of Ourselves, terwijl je het hem terstond vergeeft, omdat het muzikaal Nine Inch Nails in optima forma is. Er wordt je eigenlijk geen moment gegund om even adem te halen. En zo horen we de band het liefst. Het belooft allemaal nogal wat voor Rock Werchter, aankomende zondag. Pieter Visscher

LIVEDATUM 08/07 Rock Werchter, Werchter

 

Rolling Blackouts Coastal Fever – Hope Downs (SubPop/Konkurrent)

Rolling Blackouts Coastal Fever – Hope Downs (SubPop/Konkurrent)

Na twee ontzettend smaakvolle ep’s was het wachten op het debuutalbum van Rolling Blackouts Coastal Fever. De band heeft laten horen excellente indierockliedjes op plaat te kunnen zetten en doet op Hope Downs niets anders. Alsof het de gewoonste zaak van de wereld is, maar dat is natuurlijk niet zo.

Grootste wapen van de band is misschien wel het feit dat de vijf stuk voor stuk liedjes schrijven en die liedjes passen ook nog eens verdomde goed bij elkaar. Maar dan ook nog eens verdómde goed. Wanneer je die gasten ziet, heb je bovendien het idee dat ze snel tot consensus komen over de koers van de songs. Het is een vriendenteam. Dat kan niet anders. Ze zullen het langer over de albumcover hebben gehad. Iemand moet geroepen hebben: “We kunnen ook een foto doen van een wat desolaat ogend zwembad, maar dan met een berg op de achtergrond en wat bomen in de buurt.”

Hope Downs is met zijn 35 minuten muziek niet eens zo heel veel langer dan de twee ep’s die eraan vooraf gingen; Talk Tight (2016) en de fraaiste van de twee, The French Press (2017). Het niveau van die laatstgenoemde wordt geregeld gehaald op Hope Downs, waarop voor het eerst enigszins wordt gerefereerd aan The Smiths. In Bellarine bijvoorbeeld. Al is het vaak niet meer dan een gitaarriffje.

De flirt met punk en surf is veel sterker en zorgt er ook voor dat de band over een geheel eigen geluid beschikt. Zonder te constateren dat er sprake is van iets unieks. Zo is het nu ook weer niet. De kracht van Hope Downs is het feit dat de tien nummers stuk voor stuk sprankelen, opwindend zijn, vrolijk, fris en overlopen van levensgeluk. Australië is dan ook fantastisch. Je zou er maar wonen. Pieter Visscher

LIVEDATA 11/08 Haldern Pop, Rees-Haldern 17/08 Lowlands, Biddinghuizen 18/08 Pukkelpop, Kiewit 01/11 Trix, Antwerpen 03/11 Paradiso-Noord, Amsterdam 04/11 Doornroosje, Nijmegen

Father John Misty – God’s Favorite Customer (Bella Union/PIAS)

father john mistyEen nummer naar jezelf vernoemen. Dat is het in feite. Father John Misty, die Josh Tillman in zijn paspoort heeft staan, komt er uiteraard mee weg. Zoals hij overal mee wegkomt. Een artiest zó humorvol en dermate vol van zichzelf dat je maar niet weet of het nou allemaal welgemeend is, of slechts tongue-in-cheek.

Dat Mr. Tillman, want daar hebben we het over, is een gezongen gesprek dat hij voert met een hotelemployee. “Mr. Tillman, good to see you again. There’s a few outstanding charges, just before we check you in. Let’s see here, you left your passport in the mini fridge. And the message with the desk says here the picture isn’t his. And oh, just a reminder about our policy. Don’t leave your mattress in the rain if you sleep on the balcony.”

Tekstueel ouderwets onnavolgbaar en, dat is minstens zo belangrijk, muzikaal weer op de goede weg, na het wat te vlakke Pure Comedy (2017). Een album dat verscheen na I Love You, Honeybear (2015), dat zonder enige twijfel het allerbeste was dat dat jaar verscheen op muziekgebied.

Die bloedvorm is nog niet helemáál terug, terwijl we zonder meer genoegen nemen met God’s Favorite Customer, waarmee Tillman revanche neemt op zichzelf. Op weergaloze wijze, zij het zo nu en dan. Hoewel het album opnieuw zo narratief is als de pest, is het venijn dat Pure Comedy miste terug. Geregeld in volle glorie. Er staan tien nummers op de plaat en hoewel je Tillman her en der voelt zoeken in de songs – welke richting hij op wil – belandt hij toch altijd weer waar hij terecht wil komen. Neem de tijd voor deze plaat. Dat heeft Tillman ook gedaan.

Ja, Father John Misty ís God’s Favorite Customer. Zolang de Amerikaan daarvan is overtuigd gaan we hem niet tegenspreken. Alsof we dat zouden durven. Hij laat dan ook weer eens horen welk een begenadigd zanger hij is. Want laten we dat ook niet vergeten. Die onnoemelijk grote bek van ‘m, die megalomane trekjes, zijn natuurlijk niet geheel onterecht. Father John Misty ís een van de sterkste zangers die er hebben rondgelopen en nog lopen van pakweg de laatste honderd jaar. Je houdt van ‘m, of je houdt niet van ‘m, oké, maar wie zijn ongekende zangtalent miskent, moet met gezwinde spoed richting oorarts. En als songschrijver kan hij zich ook nog eens meten met de allerbesten. Pieter Visscher

LIVEDATA 10/06 Best Kept Secret Festival, Hilvarenbeek 01/11 De Roma, Antwerpen 02/11 Effenaar, Eindhoven 05/11 Paradiso, Amsterdam

Hilary Woods – Colt (Sacred Bones/Konkurrent)

Eens in de zoveel tijd verschijnt er een plaat waardoor je wordt overweldigd. Door zijn pure schoonheid. Het gaat om het debuutalbum van Hilary Woods, die sommigen mogelijk al kenden van een tweetal ep’s dat ze liet verschijnen. Daarop was haar klasse reeds te ontwaren. Maar op Colt openbaart die zich pas echt.

Colt werd in de winter van 2017 al opgenomen en verschijnt nu pas. Vast om organisatorische redenen, terwijl we toch graag een halfjaar eerder al hadden willen genieten van de acht meesterwerkjes die Woods op plaat heeft gezet. Nummers van zo’n vijf minuten per stuk.

Woods doet onherroepelijk denken aan Julee Cruise, al klinkt ze tientallen malen spannender en bovendien indringender. Aan alles hoor je dat er heel erg goed is nagedacht over dit album. Voortreffelijk geproduceerd door de betrekkelijk onbekende James Kelly, die dat deed in Kreuzberg in Berlijn. Met name de elektrische piano komt verdomd goed uit de verf.

In niets herinnert Woods aan rockband JJ72, waarmee ze doorbrak, als bassiste. Het Ierse gezelschap, dat enkele hits scoorde, waaronder het meesterlijke October Swimmer.

Colt is vooral en alleen Hilary Woods. De inwoonster van Dublin heeft een plaat gemaakt die overloopt van klasse. Atmosferische, wat onheilspellende, gedragen popliedjes met een fijne donkere rand, op intrigerende wijze gezongen. De Ierse is ontwapenend en streelt de trommelvliezen. Sprookjesachtig wordt het als ook een harp het elektronische kleurenpalet verrijkt.

Prijsnummer is Jesus Said, wanneer piano en drumcomputer lijken te vechten om de hoofdrol, terwijl ze elkaar opzwepen en heel stiekem zelfs de liefde bedrijven. Pieter Visscher

 

 

Warmduscher – Whale City

warmduscherWarmduscher – Whale City (Konkurrent)

Er zit humor in de teksten van Warmduscher en daar houden wij wel van, bij Pinguin Radio. Ook in de bijnamen die de vijf mannen zichzelf hebben gegeven. Zo gaat Saul Adamczewski bijvoorbeeld door het leven als The Saulcano. Vreemde knapen dus. Zo zien we ze graag.

Warmduscher is het Londense gezelschap dat in 2013 met debuut Khaki Tears op de proppen kwam en daarmee een soort rommelpostpunk afleverde, waarin weinig lijn viel te bespeuren en het echt zoeken was naar een aardig liedje. Daar is met opvolger Whale City verandering in gekomen. Er is sprake van een spectaculaire omslag. Een bijzonder positieve ommekeer. Met gevoel voor overdrijving: Whale City swingt bij vlagen zoals Donna Summer tijdens haar meest wulpse jaren.

Bijvoorbeeld tijdens Big Wilma, wanneer er een heerlijke surfsaus over de postpunk van de heren wordt gegoten en stilzitten geen optie meer is. Dat geldt voor meer nummers op de nieuwe plaat. Zoals Standing On The Corner en de titeltrack.

Tijd voor raadselachtige idioterie is er ook nog altijd, al is die voornamelijk gestopt in de drie korte tracks, van ongeveer een minuut: Bright Lights, No Way Out en The Beginning.

Een soulvolle song als 1000 Whispers is ook een vreemde eend in de bijt, terwijl de stem van Clams Baker Jr (Craig Louis Higgins Jr) zich er uitstekend voor leent.

Krautrock, garagerock en elementen uit de jazz maken het avontuur compleet. Whale City is een enórme sprong in de juiste richting. Vanavond in Paradiso! Pieter Visscher

LIVEDATA 25/05 London Calling Festival @ Paradiso, Amsterdam 29/06 Down The Rabbit Hole, Beuningen