The Black Keys – Crawling Kingsnake

‘The Blues Had A Baby And They Named It Rock & Roll’ zong blueslegende Muddy Waters zo’n halve eeuw geleden. Blues is dus een van de pijlers waar popmuziek op rust. Nu is blues niet meer zo prominent aanwezig als in de jaren zestig en zeventig met bands als The Stones en Led Zeppelin, maar dankzij o.a. Stevie Ray Vaughn en The Black Crowes en in deze eeuw o.m. The White Stripes en The Black Keys is de blues nooit helemaal uit beeld verdwenen.

Als producer werpt Dan Auerbach van The Black Keys zich op als conservator van Amerikaanse roots-genres, blues en country dus. We raden iedereen die ook maar een beetje van blues houdt aan om eens naar het door Dan geproduceerde nieuwe album van Robert Finley te luisteren, een van de laatste nog levende authentieke blueszangers. Voor zijn zendelingenwerk heeft Dan nu ook zijn eigen band ingeschakeld. Het nieuwe album van The Black Keys bevat louter covers, voornamelijk van  ‘Hill Country Blues’ zangers ‘Mississippi’ Fred McDowell, Robert Lee Burnside en Junior Kimbrough. Hill Country ligt in het noordelijke deel van de staat Mississippi aan de grens met Tennessee. Met zijn accent op de groove (boogie) onderscheidt Hill Country Blues zich van andere vormen van country of delta blues.

Het Delta Kream album is zo goed als live, in slechts tien uur opgenomen. Net als vroeger zeg maar. Voor de gelegenheid is The Black Keys met twee veteranen uit het bluesveld uitgebreid tot kwartet. Bassist Kenny Brown en gitarist Eric Deaton zijn voormalige begeleiders van Kimbrough (1930 – 1998) en  Burnside (1926 – 2005). Het zijn deze twee bluesmannen die de jonge Dan Auerbach en Patrick Carney het bluespad hebben op geleid. Aan hen dankt het album ook zijn authentieke atmosfeer.

De single die de kar moet trekken is het bekendste nummer van het album, een versie van Crawling King Snake van John Lee Hooker. Aan deze titel hebben The Doors zich ook een keer gewaagd, maar met een heel andere uitkomst. Er zijn twee versies in omloop, een radio-edit en de oorspronkelijke van zes minuut plus. Uiteraard draaien wij de laatste.

King Hannah – State Trooper

Niet alleen zijn de gitaren weer terug, ook de cover lijkt in ere hersteld. Dat laatste zou best wel eens een gevolg kunnen zijn van de lockdowns. Als je als artiest de deur niet uit mag, ga je al snel doen wat je het liefst doet en het beste kan, muziek maken. En wat is er leuker dan nummers spelen van oude helden en favoriete collega’s? Zo zijn ze ten slotte ook begonnen.

King Hannah blijkt fan van Bruce Springsteen. Het duo eert The Boss met een zeer geslaagde cover van diens State Trooper. King Hannah is gespecialiseerd in broeierige rocksongs die meestal uiteenvallen in een gezongen deel en een instrumentale coda. In part one vertoont Hannah Merrick dan haar verleidelijke zangkunsten. In deel twee pakt Craig Whittle  ouderwets uit op gitaar. Dat patroon hanteert het duo ook voor hun versie van State Trooper.

Het origineel  is een donkere, galmende neo rockabilly track over een man die duidelijk iets op zijn geweten heeft. Wat blijft onduidelijk. Zijn grote angst is te worden aangehouden door een State Trooper. Het nummer staat op het meest sobere album van The Boss, Nebraska uit 1982. King Hannah haakt in op het paranoia karakter van het origineel, maar blijft uiterst cool. Eén keer maar ontsnapt er een kreet uit Hannah’s keel. Je ziet haar zo voor je, dolend in het donker op een highway ergens in Amerika. De blik niet op de weg maar gericht op de achteruitkijkspiegels.

Wolf Alice – The Last Man On Earth

‘Men’ zegt wel dat iedere halve band leuke up-tempo liedjes kan maken, maar dat het schrijven van een mooie, tijdloze ballad een kunst is die alleen echte talenten verstaan. Mocht ‘men’ gelijk hebben dan kan de conclusie niet anders luiden dan dat Wolf Alice een serieus goede band is.

The Last Man On Earth is namelijk een klasse ballad; gevoelig, gemeend en indringend zonder kitscherig of sentimenteel te zijn. De nieuwe single van de band rond Ellie Roswell is ook geen liefdes of haat liedje (zo van ‘ook al was je de laatste man op aarde dan nog zou ik niet….’), maar een zeg maar filosofische beschouwing over de arrogantie van de mens. Het idee voor de tekst heeft Ellie uit een satirisch science-fictionboek, Cat’s Cradle van de Amerikaanse schrijver Kurt Vonnegut (1922-2007).

The Last Man On Earth is het eerste nieuwe nummer van Wolf Alice in zo’n vier jaar. Loopbaan technisch gezien ligt niet voor de hand om terug te komen met een ballad en zeker niet met een nummer van wereldbeschouwelijk aard. Ballads worden meestal bewaard tot derde en/of laatste single. Wolf Alice lijkt echter lak te hebben aan conventies en precedenten. Met de release van The Last Man On Earth lijkt de band niet alleen te willen zeggen dat ze weer terug zijn, maar ook dat het leuke blonde bandje van Moaning Lisa Smile en Don’t Delete The Kisses volwassen is geworden. Album volgt in juni.

Dry Cleaning – Strong Feelings

Dry Cleaning houdt nog even vast aan de zo succesvol gebleken formule van Scratchcard Lanyard. Op een bodem van drums, bas en gitaar doet Florence Shaw weer haar verhaal. Waar ze dit keer over rept is niet geheel duidelijk of zeg maar geheel onduidelijk. Dat komt omdat er paddo’s in het spel zijn, ter waarde van 17 pond vertelt ze.

Van een refrein is niet echt sprake in Strong Feelings, of het zou de herhaling van het woord ‘Europe’ moeten zijn. Thema’s lijken te zijn; geofysica, antieke porseleinen vazen en ontstekingen aan de hoofdhuid. En mogelijk ook liefde.

Miss Shaw toont weinig emotie, haar begeleiders daarentegen gaan steeds vuriger spelen. Vooral de bassist lijkt er steeds meer lol in te krijgen. Je kunt je afvragen of een heel album met dit soort ontkleedde praatpunk-pop niet iets te veel van het goede is, maar in kleine doses zorgt Dry Cleaning voor welkome afwisseling.

Nana Adjoa – National Song

Dit mag toch wel een verrassing genoemd worden! National Song van Nana Adjoa op -1 in de Graadmeter. Eerst bescheiden gedraaid op Pinguin Indie en steeds wat vaker, net zo gestaag als de stijging van Nana in de Graadmeter. De Amsterdamse singer/songwriter en multi-instrumentalist was al een graag geziene gast in verschillende indiebands maar heeft vorig jaar het roer volledig omgegooid met het succesvolle solodebuutalbum Big Dreaming Ants. Het levert haar positieve internationale kritieken op, zelfs eerder dan dan de nationale pers. De Volkskrant kan er niet meer onder uit; Nana Adjoa is het muzikale talent van 2021 en ook op Eurosonic is Nana Adjoa talk of the town, eh internet. Nana Adjoa combineert verschillende stijlen, maar wat ons betreft is National Song wel het prijsnummer met heel veel spanning en sfeer en met iets meer pit.

Manchester Orchestra – Bed Head

Met de release van Bed Head doorbreekt Manchester Orchestra een stilte die bijna vijf jaar heeft geduurd. Eventuele klachten over het lange wachten verdwijnen als sneeuw voor de zon na het horen van de nieuwe single.

Door het typische stemgeluid van frontman Andy Hull is Bed Head direct herkenbaar als het werk van Manchester Orchestra, maar de nieuwe single is -om het in Daft Punk termen uit te drukken- harder, better, faster & stronger. Alleen al de drums hebben meer energie dan alle songs op doorbraakalbum A Black Mile To The Surface bij elkaar. En dan overdrijven we nog geen eens zo veel. Ook welkom zijn de synths die een grotere rol spelen dan voorheen. De tekst is als altijd weer serieus. Bed Head gaat over twee vrienden die ieder in hun eigen wereld leven.

De nieuwe single is de opmaat naar de release van album zes van Man-O, The Million Masks Of God. (release 30/4) .

Sleaford Mods – Nudge It ft. Amy Taylor

Vanwege hun agressieve, in plat Engels gescandeerde teksten en basale beats hebben we electropunks Sleaford Mods altijd net even te bruusk gevonden voor huishoudelijk gebruik. Dankzij bands als Fontaines D.C, Idles en Yard Act is parlando punk echter salonfähig geworden. Ook lijken ‘rapper’ Jason Williams en beatmaker Andrew Fern zich op hun nieuwe album, Spare Ribs net even iets milder op te stellen.  

Muzikaal dan. In zijn teksten neemt Williams het nog altijd op voor de minderbedeelden en fulmineert hij tegen eikels die totaal geen benul hebben van hoe het is om je leven te slijten zonder geld, zonder fatsoenlijke behuizing en zonder toekomst. De vrouwenstem die je hoort in Nudge It is van Amy Taylor a.k.a. Amyl van The Sniffers. 

Woods – Can’t Get Out

De eerste single van het nieuwe vorig jaar verschenen album Strange to Explain was Where Do You Go When You Dream. Die hebben we veel gedraaid, maar was eigenlijk niet onze favoriet van de plaat. Dat is Can’t Get Out en die bereikt deze week de hoogste positie in de Graadmeter. Ook jullie favoriet dus.

Dit is Woods op zijn fijnst, een elegante melodie die zich niet opdringt, maar toch in je hoofd blijft hangen. De bescheiden productie wordt gedragen door synths, een beetje distortion – maar helemaal folkrock met hoekige elementen. Het eindigt zelfs een beetje Beatlesque. Ook zanger Jeremy Earl en zijn ongeforceerde kopstem steken weer in topvorm. Toch valt de band niet in herhaling en dat is knap als je al twintig jaar bezig bent.

Ondanks de consequente kwaliteit van hun hun releases en hun direct herkenbare eigen geluid is Woods nooit echt doorgebroken. Dat Kevin Morby, tot 2013 bassist van Woods zijn oude maten qua bekendheid voorbij lijkt te streven is dan ook een beetje de omgekeerde wereld.

Working Men’s Club – Valleys

Working Men’s Club klinkt alsof het nog steeds 1979 is. Valleys had niet misstaan op een plaat van The Normal, Human League, New Order of een van de andere synhti-poppioniers. Hun productie klinkt iets voller, maar dat zal komen omdat de band waarschijnlijk werkt met plug-ins op hun laptop ipv van de oorspronkelijke, analoge synthesizers.

De new wave ontstond in een donkere periode in de Britse historie. Een tijd met veel werkeloosheid, stakingen en de dreiging van een atoomoorlog. De synthesizer bleek bij uitstek het instrument om de tijdsgeest te vangen. Er is sindsdien veel veranderd en verbeterd, maar met Corona aerosolen in de lucht, een snel opwarmende aarde en de opkomst van autoritaire regimes is er ook nu genoeg om je zorgen over te maken.

Blijkbaar vinden de millennials van Working Men’s Club dat er nog steeds geen geluid is dat beter past bij onzekere tijden dan dat van de goede oude synth. Je krijgt er zin van om te dansen, we kunnen niet wachten.

Steiner & Madlaina – Denk was du willst

We staan ons er op voor dat we tijdens onze niet aflatende zoektocht naar goede muziek verder kijken dan de Engels-talige landen en de Benelux. We draaien ook regelmatig Frans en Spaanstalige nummers. Wat je niet vaak hoort is de taal van onze oosterburen. Daar gaan we verandering in brengen. Op onze radar verscheen namelijk een bijzonder plaatje  van het Zwitserse duo Steiner & Madlaina.

Steiner heet Nora van voren en Madlaine van achteren Pollina. Ze komen uit Zurich en zingen zowel in het Hoch Deutsch als in hun eigen lingo, het Schwyzerdütsch. De singer-songwriters trekken sinds 2015 in tandem op. Hun achtergrond is folk, maar zoals nieuwe single Denk was du willst laat horen flirten de dames ook met (country)rock. Denk was du willst is an sich is al een mooi lied, maar de Chris Isaak-achtige elektrische gitaar tilt het nummer net even naar een hoger plan. Is, zeg maar het puntje op de i van indie.