Fenne Lily – Alapathy

Fenne Lilly  heet ze, is 24 jaar oud en afkomstig uit het Britse Bristol. Fenne debuteerde twee jaar geleden met een sterk album vol akoestische liedjes. Ze kreeg daarom het etiket folkzangeres opgeplakt. Fenne‘s On Hold album viel zo in de smaak dat je zou verwachten dat ze verder zou gaan op het ingeslagen pad. Maar nee. Ze heeft ingeplugd en is gaan rocken.  

Er zijn nu drie songs voorhanden van haar tweede album, BREACH en we kunnen wel stellen dat Fenne per nieuwe single meer lawaai maakt. Alhoewel, lawaai is niet het beste woord om haar haar integere luisterliedjes te omschrijven. Het zal ook nog wel even duren voordat ze net zo hard rockt als bijvoorbeeld PJ Harvey. Maar wat niet is, lijkt te gaan komen.

Alapathy is een verzonnen woord, een samenvoeging van apathie en allopathie. Dat laatste is de wetenschappelijke benaming van symptoom bestrijdende medicijnen. Geen echt geneesmiddel dus maar een pil die de pijn verzacht.

Fenne heeft haar nieuwe album opgenomen met Brian Deck en Steve Albini in de controlekamer. De eerste heeft een rootsy achtergrond. Hij produceerde o.a. Iron & Wine en Counting Crows. De laatste is van de punk, Albini is de producer van Nirvana’s In Utero, werkt met de Pixies en…daar is ze weer PJ Harvey.

Hoops – Fall Back

Hoops heeft nogal een ingewikkelde voorgeschiedenis.

De band uit Bloomingville, Indiana begon in 2011 als soloproject van de zanger (Drew Ascherman). In 2014 kwamen daar een bassist, een drummer en een gitarist bij. De opnames die het kwartet maakte zetten ze op een ongebruikelijk plek, Youtube. De reacties waren zo positief dat een label zich aandiende (Fat Possum) om de songs officieel uit te brengen. De eerste EP was nog maar net uit of de drummer pakte zijn biezen.

Het resterende trio bracht in 2017 een goed ontvangen debuutalbum uit met songs die sterk deed denken aan de college rock van de jaren 80. Niet lang na de release hield Hoops het voor gezien.

De bassist (Kevin Krauter) kwam met een solo-album. Van de andere twee geen kik. En nu zijn ze weer samen! Zij het nog steeds zonder de drummer. Het trio heeft zelfs een compleet nieuw Hoops album gemaakt, Halo, dat in oktober uit moet gaan uitkomen.

Fall Back mag de kar trekken en doet dat met smaak en gemak. Het zijn de gitaren die de comeback van Hoops tot een waar feest maken. Uit alle gaten en hoeken komen ze en stromen ze. Tegen de tijdsgeest in is Hoops ook geheel niet bang voor een gitaarsolo. Of twee. De laatste minuut is zelfs helemaal gereserveerd voor de gitarist. De kans dat die de band binnenkort de rug zal toekeren lijkt dan ook klein. Van de andere twee is het even afwachten.

TTRRUUCES – I’m Alive

Veel zomersers dan I’m Alive van TTRRUUCES wordt het waarschijnlijk niet in 2020. Er gebeurt zoveel in het nummer dat je bijna kunt spreken van een potpourri. Stel je voor dat Beck’s Loser een Winner was, gezongen door zijn zus en geproduceerd door Manu Chao. Zo iets.

TTRRUUCES is een duo. De vrouwelijk helft heet Natalie Findlay en is Brits. Natalie kennen we nog als de stevig rockende Findlay. Haar single Your Sister is een oude IJsbreker. Daarna werd het stil rond miss Findley. Nu weten we dus waarom. Ze heeft een partner in crime gevonden.

Hij luistert naar de schone naam Jules Appolinaire en komt uit inderdaad Frankrijk. 

I’m Alive staat op het deze week verschenen debuutalbum van TTRRUUCES dat ze zelf omschrijven als een popopera over Sad Girl Sadie en Lost Boy Syd. Afgaand op I’m Alive krijgen ze elkaar aan het eind.

Natalie en Jules hebben hun album over een periode van acht maanden opgenomen in een huis in Bretagne. Ze spelen alle instrumenten zelf en traden ook op als producer. De mix lieten ze over aan Alan Moulder die we kennen van o.a. Jesus & Mary Chain, Arctic Monkeys en Foals) en het masteren aan monsieur Chab die deed eerder deed voor o.a. Daft Punk en Christine & The Queens.

Sports Team – Camel Crew

Wij zeggen ‘doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg’. Opvallen is in ons calvinistische landje een doodzonde. Onze bands zijn daarom vaak wat bescheiden. Een beetje te. Rock ‘n’ roll en bedeesheid is een slechte combinatie. In Engeland houden ze wel van een beetje bluf. En vinden ze ambitie ook geen vies woord. Een band als Oasis is daar mede groot geworden door de grote bek van de gebroeders Gallagher. Ook Sports Team steekt niet onder stoelen of banken dat ze rijk en beroemd willen worden, de nieuwe Oasis.

Om rijk te worden kunnen ze beter een ander genre gaan beoefenen, maar beroemd moet kunnen. Sports Team is waarschijnlijk net even te ruw voor de massa. Aanvankelijk werd de band opgevoerd als lid van de nieuwe post punk golf net als Fontaines DC, IDLES en The Murder Capital. De band is zeker bekend met het erfgoed van Iggy, Lou en The Clash. Maar Sports Team is te onrustig en levenslustig om zich in een hokje te laten duwen. Los daarvan hoe punk ben je als je geboorterond de campus is van de universiteit van Cambridge?

Wat Sports Team wel is is onderdeel van de nieuwe gitaargolf. In een tijd dat de gros van hun generatiegenoten muziek maakt met de laptop sjouwen zij met versterkers, drumstellen en gitaarkoffers. Het wordt gewaardeerd, want aan aandacht en waardering geen gebrek. Dat zal alleen nog maar toenemen, want na M5, Fishing en Here’s the Thing is het brutale Camel Crew weer een schot in de roos. Het debuutalbum van Alex, Oli, Al, Rob, Ben & Henry heet Deep Down Happy en is nu uit.

Remo Drive – Ode To Joy 2

Wie kent het niet ‘Alle Menschen Werden Bruder’, de Ode An Die Freude uit Beethoven’s 9e symfonie? Erik en Stephen Paulson van Remo Drive in ieder geval wel. Vandaar de 2 die ze achter hun nieuwe single Ode To Joy 2 hebben geplakt. 

Beethoven’s Ode To Joy is een product van de Verlichting, een welgemeend eerbetoon aan de goedheid van de mens. De Joy in Ode To Joy 2 van Remo Drive is de roes tengevolge van drank en drugsgebruik. Deze Ode is dus ironisch om niet te zeggen cynisch.

Zanger Erik Paulson constateert dat zijn vrienden bijna altijd in een roes verkeren, van het blowen, van het zuipen of allebei. Dat was al zo toen hij nog studeerde en dat is nog steeds zo nu hij vaak op tournee is. Hij begint zich daar steeds meer aan te ergeren. Niet dat hij zelf geheelonthouder is, maar om nou je hele leven in een roes te verkeren. Daar past hij voor.

Een boeiend onderwerp voor een boeiende rocksong. Net als Beethoven’s 5e heeft Ode To Joy 2 een geweldig intro, een grof scheurende gitaar. Tempo en instrumentatie zijn verder bescheiden zodat de tekst goed verstaanbaar is. Het zwierige refrein lijkt – o ironie- gemaakt om lekker mee te brallen.

Ode To Joy 2 staat op Star Worship, album nummer 3 van de band uit Minneapolis dat de 26ste van deze maand uitkomt.

 

Liz Lawrence – California Screaming

Liz Lawrence is een oude bekende in Pinguinland. De Britse gitarist-zangeres verbleef maandenlang in de Graadmeter met None Of My Friends, een song over de ontdekking ineens volwassen te zijn. Liz komt uit het Bombay Bicycle kamp. Daar zong ze op de achtergrond en deed ze wat gitaarwerk. De BBC kan op zoek naar vervanging, want het ziet er naar uit dat miss Liz het te druk gaat krijgen met haar eigen winkel.

Na een succesvol tweede album, komt ze nu met een ijzersterk begin van hoofdstuk 3 van haar solo-carrière. Nieuwe single, California Screaming is een mid-tempo rocker met een apart gitaargeluid en een meeslepende solo. Die speelt Liz zelf.

Liz componeerde haar nieuwe single tijdens een verblijf in L.A. Daar at ze een keer in een restaurant met op alle vier muren een TV die op Fox News stond. Het station meldde de ene dreiging na de andere ramp, ‘killer bees’, doden door vaping, schietincidenten. Het gewone dagelijkse menu dus van een Amerikaanse 24/7 nieuwszender. Liz heeft 10 dagen lopen hyperventileren van de angstaanjagende berichten. En dat was nog voor de corona crises en de moord op George Lloyd . Kan je nagaan hoe ze zich nu voelt. Maar, zoals een kunstenaar betaamt luchtte Liz haar hart in een song.

De titel, California Screaming is natuurlijk een woordspeling op de evergreen van The Mamas & The Papa’s.

Lewis Del Mar – The Ceiling

Danny Miller en Max Harwood gaan sinds 2015 samen door het leven als Lewis Del Mar. Het New Yorkse duo debuteerde vier jaar geleden met een album dat het, dankzij singles als Loud(y), Waves en Painting (Masterpiece) bijzonder goed deed. Zo goed dat de mannen ruim de tijd hebben genomen om aan een opvolger te werken. Die is inmiddels zo goed als gereed en zal in augustus verschijnen onder de titel….. ‘August’!

De eerste voortekenen van het traditioneel moeilijke tweede album zijn gunstig. De b-kant, Border (CH III) van de nieuwe single is een stemmige, meerstemmige ballad. Uitermate geschikt voor consumptie in de late uurtjes. Het liefst met een glas in de hand en in de buurt van een haardvuur.

De A-kant heeft pit. The Ceiling is een gretig gespeeld en gedetailleerd  geproduceerd nummer met sterk gitaarwerk en gedreven zang. The Ceiling past in het indie-rockbeeld dat het duo schiep met album 1, maar is meer dan een herhaling van zetten. De kernwoorden zijn schwung en zelfvertrouwen.

Over vertrouwen gesproken. Ga er maar van uit dat Lewis Del Mar het moeilijke tweede album syndroom heeft bedwongen. Met gemak.

The Ninth Wave – Happy Days

En toen waren er vier! De laatste keer dat we The Ninth Wave tegenkwamen, zo’n half jaartje geleden waren ze nog met zijn tweeën, maar nu is het een echte band. De regie blijft echter in handen van Haydn Park-Patterson en Millie Kidd, ingezetenen van de grootste stad van Schotland, Glasgow. 

Ook muzikaal is er het een en ander veranderd. Op hun debuutalbum was The Ninth Wave nog een neo new wave band,zoals er vrij veel rondlopen op de Britse eilanden. Ook Happy Days! is zo Engels als witte bonen in tomatensaus bij het ontbijt. Maar een stuk minder makkelijk te herleiden tot een bepaald tijdperk of stroming.

De eerste single van een op later datum te verschijnen EP is een glossy synthipop track met een ietwat onheilspellende sfeer. Op drie kwart zit een verassende EDM-achtige break. Haydn Park-Patterson zingt heerlijk onderkoeld. Zijn stijl en stem roepen associaties op met goed geklede crooners als Brian Ferry en David Sylvian. Het is dus een soort art-rock wat de Schotten maken. De artistieke inslag van The Ninth Wave wordt bevestigd door de bandnaam, die komt van een schilderij van de Russische kunstenaar Ivan Aivazovsky. Happy Days! is typisch zo’n nummer dat baat heeft bij vaker luisteren. Dat kan,  want de nieuwe IJsbreker!

Queen’s Pleasure – Sitter 

 Het komt niet vaak voor dat we een IJsbreker hebben van Nederlands fabrikaat. Het komt dan ook niet vaak voor dat er een polderrocksong verschijnt van het kaliber als Sitter van Queens Pleasure!

Sitter is pas liedje drie van het Amsterdamse viertal, maar klinkt als het werk van een band die al 23 x het nationale clubcircuit is langs geweest. Zo’n sterke balans van bravoure en vakmanschap hoor je zelden. 

Net als debuut single Big Boys Loan mag de drummer aftrappen. Samen met de bassist spreidt hij het bed waarop de zanger en gitarist lekker mogen dollen. En dat laten ze zich geen twee keer zeggen. Het tempo is dat van een wielrenner in de afdaling. Met epo in de aderen. Alsof de geest van Little Richard in de boys is gevaren.

Normaal gesproken had Queen’s Pleasure dit jaar hun Lowlands debuut gemaakt. In een van de kleinere tenten. Als de band zo door rockt zou het niet verbazen als hun Lowlands doop volgend jaar gewoon plaatsvindt in de Alfa!

Fontaines D.C. – A Hero’s Death 

Een goede tip voor pub en popquizers, als je niet weet hoe een nummer heet, vul dan de tekst in, die het vaakst wordt herhaald. Negen van de tien keer is dat de titel.

Maar dus niet bij A Hero’s Death, de nieuwe single van Fontaines DC.

Zanger/tekstdichter Grian Chatten herhaalt meteen aan het begin van het nummer de strofe “Life Ain’t Always Empty” wel zes keer. In totaal komt de regel dertig keer voorbij. A Hero’s Death, het titelnummer van album 2 van de Ierse punkpoets laat zich nog het best omschrijven als een preek, een opsomming van goede raad en levenswijsheden met het zinnetje “Life Ain’t Always Empty” als mantra. De oude punks mochten dan een nihilistische kijk op de wereld hebben, de postpunks, in ieder geval deze club uit Dublin straalt positivisme uit.

Tenminste dat is de bedoeling, maar in Chatten’s performance hoor je ook twijfel. De muziek staat volledig in dienst van de tekst. Er zijn geen breaks, geen solo’s, geen tempowisselingen. De enige versiering bestaat uit een koortje.

Voordat je denkt dat is wel heel serieus allemaal, ik pas even. A Hero’s Death  swingt een kangoeroe. En de titel? Die komt uit een toneelstuk van de Ierse schrijver Brendan Behan. Literatuur dus en daarom voor meerderlij uitleg vatbaar.