MJ Lenderman – Knockin’

Laten we er maar weer eens een voorspelling tegenaan gooien. MJ Lenderman gaat een grote worden. Niet zo mega als Neil of Bruce of Bob aan wiens Heaven’s Door hij refereert in nieuwe single Knockin’, maar formaatje Jack White of Mac DeMarco moet haalbaar zijn.

MJ is al even bezig. Als gitarist van de band Wednesday en sinds 2018 ook onder eigen naam. Vorig jaar kregen we MJ in ons vizier met een nummer van zijn derde album, Boat Songs. We riepen Tastes Likes It Costs uit tot IJsbreker en zagen het tot ons genoegen hoog eindigen in de GM. Opwinding alom dus toen er een paar weken geleden een nieuw nummer van MJ uitkwam. Rudolph was echter zelfs voor ons fans te freaky.

Met opvolger Knockin’ herstelt MJ weer alle vertrouwen. Zijn nieuwe single is een grofkorrelige slobberrocksong met een twang, die vergelijkingen oproept -en doorstaat- met prime time Neil Young, Stones ten tijde van Exile On Main Street en de beste momenten van countryrockpionier Gram Parsons. Die laatste bedacht ooit de term Cosmic American Music. Dat is precies wat MJ bekokstooft, een mix van country & soul & rock ‘n’ roll, op gitaarbasis.

In oktober komt hij naar Paradiso, als lid van Wednesday. Zijn volgende bezoek zal waarschijnlijk solo zijn. En in de grote zaal.

Pale Blue Eyes – Hang Out

Zou Pale Blue Eyes vernoemd zijn naar de klassieker van The Velvet Underground? De vraag stellen, is ’em beantwoorden. Pale Blue Eyes is voor ons een nog vrij nieuwe band. Vorig jaar kwam het trio uit Devon en Sheffield met een debuutalbum en draaiden we de spacende single Dr. Pong. In weinig lijkt PBE op The Velvet Underground, ook niet op het aanstaande tweede album This House dat op 1 september uitkomt.

De band maakt melancholische indie met veel aandacht voor psychedelische tunes en synths met een lekkere groovy gitaar en sixties zang zoals op IJsbreker Hang Out. Wij krijgen van de nieuwe single een Django Django gevoel. Die melancholie is niet zo vreemd als je weet dat het debuutalbum handelt over de dood van de vader van Matt Board’s, de zanger/gitarist van de band. Het nieuwe, tweede album is dan weer gemaakt in de nasleep van zijn moeders overlijden in hun eigen teruggetrokken home studio. Gelukkig weet Matt daar met zijn vrouw Lucy (drums, synths) het verdriet om te zetten in creativiteit. Samen met bandlid, bassist Aubrey Simpson en mixer Dead Honer van The Moonlandingz (werkte al met Róisín Murphy, Jane Weaver en The Human League) is een boeiende, sterke sound neergezet waar we veel van verwachten.

Royel Otis – Adored

Het verbaasde ons inderdaad ook dat Royel Otis nog geen IJsbreker op hun c.v. heeft staan. Wel was Oysters In My Pocket natuurlijk een dikke Graadmeterhit (en Popwarmer) en stond ook Going Kokomo dit jaar al flink op de playlist. De sound van de band uit Sydney vonden we voor IJsbreker net wat te lichtjes, maar Adored brengt daar een lichte verandering in. Nog steeds die super aanstekelijke gitaarpop die je gewend bent van Royel Maddell en Otis Pavlovic, maar het duo klinkt nu dreigender en urgenter met stuwende instrumentatie. En door de productie. We hebben hier namelijk te maken met anno 2023 de belangrijkste alternative producer Dan Carey; de man achter het hippe Speedy Wunderground label (Black Midi, Squid), producer van Fontaines D.C. en Wet Leg en hij heeft ook zijn eigen band Miss Tiny.

Royel Otis is te zien op 18 augustus op Pukkelpop. 20 augustus in Paradiso. 19 augustus Lowlands zou nog leuk zijn…? We noteren een invaller in ieder geval.

Bas Jan – At the Counter

Bas Jan komt op 10 november met hun vierde album Back To The Swamp. Wacht even, hier moeten we onszelf even achter de oren krabben. Vierde album? Nog nooit van ze gehoord.. En, Bas Jan? Hebben we hier met een Nederlandse band te maken?

Nee. Bas Jan is een experimenteel post-punkkwartet (voorheen trio) uit Londen en heeft nog weinig plays. We hoeven ons dus niet te schamen. En Bas Jan is vernoemd naar de jawel Nederlandse conceptueel kunstenaar Bas Jan Ader.

At the Counter is dus voor ons een eerste kennismaking. En we vallen vooral voor het mega aanstekelijke intro. Weinig punk op At the Counter en dat is ook wel eens verfrissend tegenwoordig. Maar veel synths en sterke zang van de vrouwen (waarvan Serafina Steer en Emma Smith al ervaring opdeden in de band van Jarvis Cocker) . Ze laten zich inspireren door o.a. Pet Shop Boys en Kate Bush. Wij horen er ook wel wat Pumarosa in terug die eerder bij ons ook hoge ogen gooiden. Het album is geproduceerd door Kristian Craig Robinson (The Comet Is Coming, Ibibio Sound Machine) en Leo Abrahams (Wild Beasts, David Byrne/Brian Eno). Dus dat belooft veel goeds.

In november staan er concerten in de UK op het programma. London Calling, lezen jullie mee?

Snõõper – Running

Snõõper komt uit Nashville en telt tussen de twee en zeven leden. Aanstichters zijn zangeres/visual artist Blair Tramel en gitarist Connor Cummings.

In 2020 bracht Snõõper in eigen beheer een EP uit waarvan maar één nummer langer duurde dan twee minuten, Running. Inderdaad Snõõper is van de punk, een dansbare ADHD variant, die egg punk of Devo-core wordt genoemd. De band heeft Running opnieuw opgenomen voor hun officiële debuutalbum. Dat is vorige week uitgekomen op Third Man Records, het label van Jack White. Nu zonder grauwsluier.

Wederom is Running het langste nummer. De nieuwe versie klokt een riante vijf minuten, zo’n 5x langer dan de meeste andere liedjes op het Super Snõõper album.

Niks mis met de clip van Running, maar als je echt wilt weten wat Snõõper veroorzaakt als ze op het publiek worden losgelaten, moet je op Youtube even hun recente concertregistratie checken. Je ziet dan een waanzinnig strakke band tekeer gaan alsof morgen de wereld vergaat. Hun optredens duren maar een half uurtje, langer zou onverantwoordelijk zijn. Ze sluiten af met Running. Het bleef nog lang onrustig in Nashville.

Babe Rainbow – Loading Quicksilver with Pitchfork  

Een van de bijdragen van de hippies aan de popmuziek is de zogenaamde jamsessie, een vrije oefening voor bands vaak aangevuld met aangewaaide collega’s of toevallige passanten. Er kwam al vrij snel verzet tegen het vaak oeverloze gepiel, o.a. van MC5 ( Kick Out The Jams!), maar het jammen heeft zich nooit echt laten wegjagen.

Vanwaar deze inleiding? Loading Quicksilver with Pitchfork van Babe Rainbow is ongetwijfeld ontstaan tijdens zo’n jamsessie. Het resultaat is echter niet oeverloos en ook geen gepiel. Waarschijnlijk heeft de producer uren zitten editen om van een urenlange sessie een compact en coherent geheel te maken, maar dat is dus gelukt.

Loading Quicksilver with Pitchfork is een fris en funky nummer met een spannend basje, een ouderwetse wah wah gitaar en een fijne serie solo’s. Plus percussie, heel veel percussie en weer mooie zang van de beach bums uit het Australische Byron Bay.

Loading Quicksilver with Pitchfork staat op een nieuwe EP van Babe Rainbow met een al even intrigerende titel, Fresh As A Head Of Lettuce.

Telescreens – Lost

Het was even graven, maar we kunnen je uiteindelijk toch vertellen dat Telescreens, de makers van de IJsbreker van deze week uit NYC komen, met zijn vieren zijn en voorin de twintig.

Het bekende probleem is dat de bandnaam te vaag is. Telescreens, beeldschermen kom je overal tegen. Als je er band achter zet, wat normaal wel wil helpen kom je uit bij diverse telescreens enkelvoud. O.a een Telescreen uit Melbourne en eentje uit Brighton.

Maar de aanhouder wint dus weten we nu dat Telescreens in 2020 een eerste album uitbracht, dat nogal anders is dan de morsige garagerock van nieuwe single Lost. De verbindende factor is de lekker nasaal zingende Jackson Hamm. Verder staat het album vol barokke popsongs met violen en electronica a la Foster And The People. Tijdens corona heeft de band blijkbaar het licht gezien en zich omgeschoold tot rumoerig rockorkest.

Het herboren Telescreens heeft nu twee nummers uit, Phone Booth en Lost die het opvallend veel beter doen dan het oude werk. Logisch, want ook veel beter. Met name Lost vinden we zo lekker dat we hem gewoon maar hebben gebombardeerd tot IJsbreker!

 

Queen’s Pleasure – Playboy’s On

Queen’s Pleasure verrast met een prachtige ballad. De verrassing zit hem niet in het feit dat Playboy’s On zo’n schoon lied is, maar dat de boys ook een gevoelig kant blijken te hebben.

QP kennen we als een onstuimige orkest, dat naam maakte met enerverende op Britse leest gestoelde braniebeat. Het soort band dat zaaleigenaren doet vrezen voor dak en fundament van hun etablissement. Ook Playboy’s On is zo Brits als een wolkje melk in een kopje Earl Grey, maar heeft met zijn jazzy drums en akkoorden ook iets eigens dat nog eens wordt versterkt door de onorthodoxe gitaarsolo, die klopt, veegt en zuigt alsof hij op een Dyson V11 wordt gespeeld.

Na twee sterke nieuwe singles mogen we wel concluderen dat Queen’s Pleasure geen last lijkt te hebben van het gevreesde ‘second album syndrome’. ‘shy bairns get nought’ staat voor na de zomer. 

BIG SPECIAL – THIS HERE AIN”T WATER 

Geen wonder dat BIG SPECIAL hun naam in hoofdletters schrijft. Alles aan BIG SPECIAL is groots, hun sound, hun ambitie en niet op de laatste plaats de hitpotentie van THIS HERE AIN”T WATER.

BIG SPECIAL is een duo, Joe Hicklin zingt, rapt en schrijft de teksten, Callum Molonet drumt en tekent voor de muziek. De stijl van BIG SPECIAL heeft elementen van zowel rap als postpunk en een typisch Britse ‘working class’ ethos. Naaste verwanten zijn Sleaford Mods en Fontaines D.C. Hicklin zingt uit volle, getatoeëerde borst met het vuur en de overtuiging van een blues of gospelzanger. Of hij dit een optreden lang volhoudt valt te bezien, maar is van later zorg.

Het duo komt uit het deel van Engeland dat The Black Country wordt genoemd, een steenkoolrijk en al vroeg geïndustrialiseerde gebied tussen Birmingham en Wolverhampton. In april verscheen in eigen beheer een eerste EP, maar die is weer terug getrokken, waarschijnlijk voor een herlancering met meer tam tam door een ‘echte’ platenmaatschappij. Nu staan er twee songs online, het eveneens niet te versmaden SHITHOUSE en met misschien net even betere THIS HERE AIN”T WATER. Op basis van die twee nummers durven we de bewering aan dat BIG SPECIAL wel eens heel BIG kan gaan worden.

Allah-Las – The Stuff  

Altijd al willen weten hoe Lou Reed’s Velvet Underground zou hebben geklonken als de wieg van die band had gestaan in een zonovergoten garage in L.A. i.p.v. een kille kelder in New York? Dan hoef je niet verder te zoeken dan The Stuff, de nieuwe single van ons aller Allah-Las.

De band blijft zijn inspiratie dus in het verleden zoeken. Het subtiele gebruik van elektronica geeft The Stuff echter het hoognodige eigentijds tintje. Allah-Las heeft onlangs de sessies afgerond voor hun 5e album. Daar zullen we nog wel even op moeten wachten, want de release is pas in oktober. De titel is al bekend, Zuma 85. Het titelnummer is een surf-achtig instrumentaaltje dat tegelijk met The Stuff online is gekomen.

Op 11 september komt Allah-Las concerteren in de grote zaal van de Paradiso.