Interview WHITE: “Alsof je door een trein geraakt wordt…”

WHITEEen naam verzinnen bleek nog het lastigst voor de heren en dame van WHITE. De band die alles tot in de puntjes perfect wilde hebben voor ze – letterlijk – het podium beklommen. Ze kwamen pas na geruime tijd samen muziek schrijven, oefenen en opnemen, met een volledige set ten tonele tijdens het Reeperbahn festival in 2014. Daarna heeft het nog drie jaar geduurd voordat het langverwachte debuutalbum eindelijk verkrijgbaar is.

Tekst Martje Schoemaker

“Geen covers!” Roepen Leo Condi (zanger) en Lewis Andrew (bassist) als antwoord op waarom ze niet meteen zijn gaan spelen met het materiaal wat ze wel al hadden. “We wilde gewoon echt uit het niets verschijnen met een complete set om te spelen, met onze eigen liedjes. Niet covers spelen om een set op te vullen.” Het wordt ze wel gevraagd, of ze een cover willen spelen en wat dat dan zou zijn. “Het is voor ons makkelijker een liedje te schrijven dan een cover te leren!” Stelt Leo lachend.

Hun debuutalbum One Night Stand Forever is volledig geschreven en opgenomen in hun eigen studio. Het is een huis, maar omgebouwd tot studio. Leo: “We hebben verbeteringen aangebracht! Beneden is nu een oefenruimte en studio. We kunnen er zelfs T-shirts printen! Maar boven kun je fatsoenlijk wonen, slapen. En zelfs douchen en naar het toilet!” De jongens zijn blij, het album is af, nu moeten ze het loslaten, maar ook er ook weer volledig in opgaan.

WHITE“Het ruimt op, nu het eindelijk af is. Een raar soort spanning is weggevallen nu alle liedjes de wereld ingezonden worden. Nu kunnen we ons weer gaan focussen op het volgende album…” Dat klinkt al een contradictie, aangezien ze nu echt gaan touren mét dit album en wij er pas echt van kunnen gaan genieten. “Het is van beide een beetje, waar we naar uitkijken. Geen zorgen! We willen niets liever dan nu helemaal vrij- en voluit te gaan spelen. We hebben niets meer te verbergen.”

De hype en druk rond de band stegen vorig jaar rap tot grote hoogte, ze worden de grootste belofte uit Schotland genoemd sinds Franz Ferdinand en iedereen bleef maar aan ze duwen en trekken om met materiaal te komen. “Het is misschien niet helemaal eerlijk, we hadden namelijk een groot deel van de liedjes al af vanaf het begin van de band. Een paar zijn er later bijgekomen. We wilden gewoon alles helemaal perfect hebben, zeker voor onszelf. En daar hoort het wachten op de juiste tijd om het uit te brengen ook bij.” In de tussentijd hebben ze wel een EP, Cuts That Don´t Bleed, uitgebracht en van niet op het podium verschijnen, hebben ze vorig jaar een stijgend aantal optredens gedaan, zo ook in Nederland; Eurosonic, London Calling, Metropolis en Where the Wild Things Are.

Als band hebben ze veel geleerd van de afgelopen drie jaar, zeker als het gaat om waar er nog meer energie (en agressie) in een liedje gestopt kan worden, zodat je ook thuis erop kan dansen. “Get it now, we’ll dance later” is dan ook niet voor niets hun slogan om het album aan de man te brengen. De muziek van WHITE klinkt bekend, maar is tegelijkertijd helemaal niet bekend. Er zitten overal kleine verrassingen in. “Als je na gaat denken over die kleine verrassingen, dan krijg je ze niet. Dat maakt het soms heel lastig om toch bij elkaar te krijgen. Het begint met een idee, goed of slecht en vanuit daar ga je alles eraan koppelen om er een liedje van te maken. Als je dat van te voren helemaal bedenkt, dan werkt het niet, dan ga je die kleine puntjes waarschijnlijk oppoetsen of zelfs verwijderen om het perfect te maken.” Al die kleine puntjes, verrassingen, zorgen voor een soort frictie die het heel aanstekelijk maakt om naar te luisteren.

Ze brengen allemaal weer wat anders aan muzikale ervaring en geluid mee de studio in. Zo zit Lewis weer meer in de hiphop, Kristin (drummer) is meer van het elektronische genre en “the hardest hitter” (and pretty amazing allround!), waar Leo meer van van het “singery bit” is, zoals hij het zelf zo poëtisch verwoord. “Het mooie is dat we alles kunnen doen wat we willen, want als we het samen gooien, dan klinkt het als ons, als WHITE. En dat singery bit… als je alle losse onderdelen zou horen, zonder de zang, dan zijn we niet WHITE. Hij (Leo) is de ‘icing on the cake that makes us us’.” De meeste van de teksten schrijft Leo zelf, maar bij de refreinen wil hij graag bij de band al polsen of het aanslaat, of het mee te zingen is, want een refrein moet niet té slim zijn, om echt lekker mee te zingen.

“Het eerste echte moment dat ik het gevoel had in een band te zitten, was toen we onze eerste headliner optreden hadden in Glasgow en we Living Fiction speelde. Dat is er eentje die zo goed aanslaat bij het publiek, omdat er een ‘call and response’ in zit, iets waar ik eigenlijk helemaal niet over had nagedacht! Het leek me gewoon leuk om zo het eerste refrein te eindigen. Maar toen we dat daar speelde en de hele zaal het terugriep had ik zoiets van; oooeeeh, dat is lekker!” Andere favoriet voor op de festivals, als anthem is Future Pleasures; “Alsof je door een trein geraakt wordt (maar dan lekker). De perfecte set-afsluiter, zelfs als je publiek het hele optreden niet hebben bewogen, zodra je deze inzet staat niemand meer stil”

Pinguin Radio presents WHITE

LIVEDATA 25/05 Cafe Cafe, Hasselt 26/05 Merleyn, Nijmegen 27/05 London Calling @ Paradiso, Amsterdam 28/05 Rotown, Rotterdam 03/06 VESTROCK, Hulst

Interview Tm Knol – Doug Sahm Tribute

Doug Sahm

Zondag 7 mei zal de Q-Factory in Amsterdam geheel in het teken staan van Doug Sahm, de ‘Texas Tornado’ die nog altijd tot de verbeelding spreekt van iedereen die de Tex-Mex-muziek een warm hart toedraagt. Een bijzondere gelegenheidsband onder leiding van Tim Knol zal de muziek van deze veelzijdige, en helaas veel te vroeg overleden Amerikaanse held op een waardige wijze onder de aandacht brengen. Met Knol blikken we vast vooruit op deze speciale middag en praten we met hem over zijn liefde voor deze geweldige muzikant en zijn prachtige muzikale nalatenschap.

Tekst Jeroen Bakker

Hij zit er ontspannen bij wanneer we hem aantreffen in een hoofdstedelijk café. Toch staat er op korte termijn veel te gebeuren rondom zijn persoon. Naast het fotograferen voor een vervolg op het boek ‘Passion for Vinyl’ wordt er gewerkt aan een nieuw solo-album en nee, The Miseries zijn niet gestopt. “Die staan even op een lager pitje”, aldus Tim Knol.

Tussen alle bedrijven door neemt hij maar wat graag de tijd om te praten over het optreden van aanstaande zondag en over de muziek van Doug Sahm, de muzikant die voor hem altijd een grote bron van inspiratie is gebleken. “In mijn jeugd werd thuis altijd muziek van Doug Sahm gedraaid. Als mijn vader thuis een feest gaf dan draaide het altijd uit op dansen met de muziek van de Texas Tornados, de band, overigens vernoemd naar een song van Sahm, waarmee hij groot succes had. Dat waren de eerste momenten dat ik met zijn muziek in aanraking kwam. Prachtig vond ik dat. Echt een geweldig stel muzikanten. Flaco Jiménez op accordeon, heeft ooit nog eens in Hoorn in het Huis Verloren gespeeld maar hij komt tegenwoordig helaas het land niet meer uit vanwege allerlei problemen, Freddy Fender, Augie Meyers en dan ook nog Doug Sahm. Daarnaast werd regelmatig materiaal van Sir Douglas Quintet gedraaid, bijvoorbeeld Dynamite Woman, ook Who Were You Thinkin’ Of van The Texas Tornados en uiteraard ook solo-werk zoals Groover’s Paradise of Is Anybody Going To San Antone waarop hij samenwerkt met Bob Dylan en Dr. John.”

Tijdens zijn bezoek op het South by Southwest Festival 2015 met The Miseries zag hij Sir Doug & The Genuine Texas Cosmic Groove, de documentaire van Doug Sahm in première gaan. “Daar werd ook een tribute gedaan maar het was niet bepaald goed te noemen. Het was een genante vertoning. Steve Earle was echter een positieve uitzondering. De zonen van Doug Sahm waren er en ook Augie Meyers kwam opdraven. Charlie Sexton, de gitarist van Dylan, had zich verkleed als Doug Sahm. Het was een beetje teveel show. Het zijn juist de liedjes die het moeten doen maar het was meer een incrowdfeestje van de familie van Doug en veel interessant-doenerij. Ik vond het maar deprimerend. Je hebt de liedjes en je hebt de muzikanten in huis. Daar mag het dus niet aan liggen denk je dan. Wij hebben toen we terugkwamen in Nederland daarna in het Huis Verloren een tribute gedaan en in september 2015 speelden wij, dat zijn Jan The Lazyman, Jur Scherpenzeel, Kees Schaper, Jeroen Tenty, Rikkie van Doorn en Melle Boersma, tijdens het Sugar Mountain Festival in Paradiso onder de naam The Special Twenties. Het bleek enorm aan te slaan bij het publiek. Het is geen imitatie, het gaat er om hoe je het brengt en de soul, het gevoel, dat je er in legt. Sahm deed het heel losjes en hij maakte ook foutjes maar dat mag. Hij kende 3000 liedjes en speelde altijd zonder setlijst. Hij liet zich, zeg maar door de whiskey ‘sturen. Wat ik zo bijzonder vind is dat hij je kan raken met zijn muziek maar het is ook feestmuziek, geschikt voor een polonaise om vervolgens weer te schuifelen zoals bij She Never Spoke Spanish To Me. In Amerika gebeurt dat dus en trouwens ook in Paradiso op die avond. Het is een vibe die de muziek in zich heeft, vaak feestelijke muziek maar dan wel met een donker randje. Hij had veel soul in zijn stem, een mystieke stem ook. Een veelzijdige artiest, blues, soul, country, folk. Kijk hij werd al als zes- jarig jongetje door de grote Hank Williams het podium opgetrokken. Dan doet dat natuurlijk wel iets met je…”

“Ik hoop dat de mensen geraakt worden door zijn muziek en dat ik ‘de soul’ van die muziek kan overbrengen. En of er nu 50 of 300 bezoekers zijn, het moet een feest worden. Wij vinden het ook ontzettend leuk om die muziek te spelen. Veel medestanders in de muziek zijn er niet te vinden in Nederland. Uiteraard is Rowwen Hèze schatplichtig aan de muziek van de Texas Tornados. Verder is er nog een accordeonist uit Limburg. Zijn naam is Dwayne Verheyden, een ontzettend goeie muzikant. Hij speelt Tex-Mex en is voor een jaar naar Amerika en Mexico gegaan om daar te spelen. Hij is heel populair in Mexico en kreeg een paar jaar geleden zelfs een Tejano Music Award in San Antonio.Verder zijn er hier maar weinig die er iets mee doen en dat maakt ons denk ik wel redelijk uniek.”

Dough Sahm overleed op 58-jarige leeftijd aan een hartaanval. Deze middag is de muziek van hem echter springlevend. Een mooie ode van een groep bevriende en bevlogen muzikanten die met hart en ziel de Tex-Mex van Doug Sahm spelen.

LIVEDATUM 07/05 Q-Factory, Amsterdam

Interview Mister and Mississippi: “You win some, you lose some”

Mister and MississippiNa het geslaagde titelloze debuut dat met een Edison werd bekroond, slaagde Mister and Mississippi er moeiteloos in om ook met de opvolger, We Only Part To Meet Again, potten te breken. De ingetogen, breekbare folk had plaats gemaakt voor meer bombast dankzij de toevoeging van zowel blazers als strijkers.
Voor Mirage, album nummer drie, werd gekozen om samen met een producer die al eens bij Bombay achter de knoppen zat en zich indertijd bezighield met C-mon & Kypski, in zee te gaan. Nog meer kabaal dus en daarom een logische keuze zou je denken. Dat dit allesbehalve vanzelfsprekend is blijkt uit het gesprek dat wij onlangs met Danny, Tom en Samgar hadden.

Tekst Jeroen Bakker

“Na die tweede plaat was het echt de vraag wat we nu wilden gaan doen. Je bent vier jaar bij elkaar als band en dan is het goed om te evalueren. Er was eindelijk een moment om even bij te komen van de enorme rollercoaster waarin wij zijn terechtgekomen sinds het uitbrengen van de eerste plaat. We zijn een weekendje naar de Veluwe gegaan en hebben gesproken over het al dan niet gaan werken aan een derde album en hoe dat dan moest klinken. We waren geïnspireerd door Carrie & Lowell, het album van Sufjan Stevens. Een verzameling zeer persoonlijke en intense folkliedjes over de pijnlijke herinneringen aan het leven van zijn moeder en het verdriet van haar dood. We hebben een paar liedjes geschreven maar toen we thuiskomen waren we er niet echt tevreden over. Dit was voor het eerst dat we niet bepaald blij waren met wat we aan het doen waren. Het was te klein”, legt gitarist Danny van Tiggele uit.”Misschien had het te maken met de tijdsgeest van toen. Wij zijn meegegaan in een tijd waarin mooie folkliedjes gewaardeerd en populair werden en nu was het voor onszelf gewoon genoeg geweest. Het bleek tijd te zijn voor iets nieuws”, vult Samgar Jacobs hem aan.

In plaats van het moeten ‘ploegen’ om sfeer te creëren bleek er nu meer behoefte aan een energieke benadering. Het bleek Tom Broshuis te zijn, de andere gitarist, die de oplossing aanreikte. Met de drumcomputer van Jacobs vertrok hij naar Groenlo en kwam terug met enkele demo’s en basisideeën, of kort samengevat: een nieuw geluid waar de andere bandleden unaniem positief op reageerden. In dat geluid zijn invloeden uit de 80’s te herkennen, de tijd van electro-pop en new wave, soundtracks van films als Blade Runner. Daarnaast bleken Disintegration, een album van The Cure en The Queen Is Dead van The Smiths van invloed.

Soundscapes maakten plaats voor grooves, beats, meer gitaren en een rauw randje.

“Wij wisten na het beluisteren van de demo’s dat we nu meer vanuit drums en bas wilden werken. Op basis daarvan ga je kijken wie de meest geschikte producer is voor die klus. Wij zijn uitgekomen bij de producer van C-mon & Kypski.” C-mon is Simon Akkermans, dj en producent, indertijd succesvol met zijn mix van hiphop, elektronica en allerlei grensoverschrijdende muzieksoorten.

Mister And MississippiHet vuur was weer terug. Een rigoreuze verandering van het geluid bleek noodzakelijk om alle neuzen weer dezelfde kant op te krijgen. Terwijl heel Nederland in augustus en september genoot van de heerlijke zomertemperaturen werd in de EpicRainbowUnicornStudio te Utrecht, gevestigd in Kytopia aan de Oude Gracht, keihard gewerkt aan Mirage. De kunstenaarsvrijplaats, ooit opgericht door Colin Benders, is een grote creatieve broedplaats waar muzikanten met elkaar in contact komen, elkaars spullen bewonderen en gebruiken, tips uitwisselen en elkaar inspireren. “Wij wisten dat we nu meer vanuit bas en drums gingen opnemen. Nog niet eerder was dit zo belangrijk op een plaat. Soundscapes maakten plaats voor grooves, beats, meer gitaren en een rauw randje. Vooral aan het drumgeluid is veel aandacht besteed. Ik drumde voorheen eigenlijk alleen dat wat het liedje nodig had maar deze keer ging het veel meer om beats dus dit was een enorme uitdaging. Ik heb daarover veel overleg gehad met Simon”, aldus Jacobs.

“We hebben al nieuw materiaal live gespeeld tijdens onze twee shows in Duitsland waar we het voorpogramma van Warpaint mochten verzorgen, iets wat op basis van de voorgaande albums nooit mogelijk was geweest. Best gewaagd natuurlijk om meteen maar iets nieuws te laten horen maar we moesten het wel doen. Men reageerde zo enthousiast dat het bijna leek alsof het publiek speciaal voor ons kwam. Het voelde heel natuurlijk met dit nieuwe geluid op het podium. Wij verwachten er veel van en zijn enorm trots. Veel andere bands hebben meer tijd nodig om die switch te kunnen maken.
Het belooft hoedanook een mooi jaar te worden. In mei zullen we veel optredens doen en ook weer terugkeren in Duitsland. Leuk om na al die theatershows nu weer met alle spullen in het busje rond te rijden naar de clubs en festivals. Deze muziek is daar uitermate geschikt voor al zijn we er ons van bewust dat onze fans van het eerste uur toch echt even zullen moeten wennen aan Mirage maar dat is logisch.‘You win some, you lose some’, weet je.”

“Wij zijn allemaal heel blij dat we als band een nieuw vuur hebben gecreëerd en dat we daarmee ook een band kunnen blijven. Dat we weer aan de slag kunnen en hier als het ware, langere tijd op kunnen teren. Het voelt als een opleving, een nieuw begin klinkt wat zwaar misschien. Ik denk dat we hiermee ook een nieuw publiek kunnen bereiken. Ik hoorde iemand zeggen dat onze muziek nu zelfs op een feestje gedraaid kan worden.”

LIVEDATA 05/05 Bevrijdingsfestival, Zutphen 11/05 OT301, Amsterdam 12/05 Vera, Groningen 13/05 Metropool, Hengelo 14/05 Paard, Den Haag

Interview Jo Harman: “Dus voor mij geen sterke drank.”

Jo Harman“Stunning. Harman’s music mainlines the human soul”. Zo omschreef een toonaangevend Brits muziekblad de zangeres Jo Harman na het verschijnen van haar debuutalbum in 2013. Het is één van de prachtige lofuitingen waarmee de zangeres in de pers werd bewierookt. De verwachtingen waren van het begin af aan al hoog gespannen. Harman liet zich er niet door van de wijs brengen en werkte in alle rust aan een opvolger die enkele maanden geleden verscheen.
Pinguin Radio had een persoonlijke ontmoeting met de getalenteerde singer/songwriter en sprak met haar over People We Become, de plaat waarmee het nu echt moet gaan gebeuren, de samenwerking met niemand minder dan Michael McDonald en diverse andere uiteenlopende zaken zoals de voordelen die sneeuwstormen aan de Amerikaanse oostkust met zich mee kunnen brengen…

Tekst Jeroen Bakker

“Stop de opnamerecorder en ik vertel je alles”, grapt ze. De vraag of ze hier veel leuke feestjes heeft meegemaakt wordt op charmante wijze ontweken. Onze hoofdstad is tenslotte geen onbekend terrein voor haar. Eerder vonden hier namelijk optredens plaats als support-act in een uitverkochte HMH, tegenwoordig AFAS Live genaamd, werd al diverse malen in Paradiso opgetreden en stond ook Theater Carré al eens vermeld op haar tourschema . “Rock ’N Roll, nachten doorhalen en feesten totdat je er bij neervalt, het is aan mij niet besteed. Ik kan het me ook niet veroorloven want ik ben erg zuinig op mijn stem. Het is mijn belangrijkste instrument en ik zou geen dag zonder kunnen. Het zogenaamde ‘life on the road’ is overigens sowieso niet meer te vergelijken met dat van vroeger. Althans, dat heb ik mij laten vertellen. De tijden zijn nu eenmaal veranderd in de music business. Het is tegenwoordig simpelweg keihard werken. Dus voor mij geen sterke drank maar thee en sapjes en vooral veel oefenen om mijn stem in goede conditie te houden. Ik heb me ontwikkeld als zangeres. Het is grotendeels een natuurlijk proces van veel optreden maar ook ervaring opbouwen en thuisraken in je mogelijkheden. Proberen de luisteraar te raken met mijn stem was en is uiteraard nog altijd het hoofddoel.”

Met lokale muzikanten werd People We Become in Nashville opgenomen. Het waren niet bepaald de minsten die de muzikale begeleiding verzorgden. Gitarist Tom Bukovac en drummer Greg Morrow verzorgden ooit al eens de muzikale omlijsting op albums van Joe Cocker, Joss Stone, Steven Tyler, Lucinda Williams, Bob Seger en de Dixie Chicks.
“Ik heb mijn invloeden kunnen combineren met hun brede scala aan stijlen. Het is een soort huwelijk geworden van Afro-Amerikaanse muziek en Britse invloeden. Die gasten hebben het in hun bloed. Ze voelden alles perfect aan. Mijn muziek en het dan op zo’n geweldige wijze vertolken, veel beter kun je het nauwelijks krijgen. Ze speelden werkelijk alles en precies zoals ik het graag wilde. Gospel, soul, jazz, country, ‘they have got the gospel-chops as well’. Zij hebben het in hun bloed. Als je hun aderen zou opensnijden dan vloeit de soul er als het ware uit… Je kunt het je toch nauwelijks voorstellen, een Britse meid komt daar in Nashville met een aantal zelfgeschreven liedjes en ziet daar in de studio een Amerikaanse band haar muziek ‘fucking brilliantly’ gespeeld worden.“

“Het zogenaamde ‘life on the road’
is overigens sowieso niet meer te vergelijken met dat van vroeger.”

Nadat Harman eerder al eens iets van oud-Doobie Brothers’ frontman Michael McDonald had opgenomen is er nu zelfs een duet te vinden op het nieuwe album. McDonald zelf wilde maar al te graag iets samendoen met de zangeres. Het resultaat van deze samenwerking heet When We Were Young. “Ik had indertijd voor mijn EP I Can Let Go Now opgenomen. Het is afkomstig van zijn album uit 1982 en volgens mij één van zijn allermooiste tracks. Ik voelde mij er sterk mee verwant. Hij heeft er naar geluisterd en stuurde mij vervolgens een prachtige mail waarin hij zijn enthousiasme liet blijken. Het was volgens hem de mooiste uitvoering die hij ooit van een van zijn composities had gehoord. De tijdsdruk en de drukke agenda’s lieten het niet toe om bij elkaar te komen en het samen in één studio te zingen. Het moest dus via de digitale snelweg maar het resultaat vind ik echt geweldig goed geslaagd. Of mijn muziek daardoor nu ook in Amerika makkelijker van de grond gaat komen durf ik niet te zeggen. De contacten zijn er en in maart staan er daar ook optredens geprogrammeerd. De kans dat ik samen met Michael op het podium zal staan lijkt me echter zeer onwaarschijnlijk maar het zou in ieder geval een droom zijn die uitkomt.”

Tijdens het opnemen ging het sneeuwen in Nashville, het leverde mij maar liefst drie dagen vertraging op. Knap vervelend aangezien studiotijd behoorlijk kostbaar is. We zaten notabene in de Sound Emporium Studios en de band was niet compleet. De Sound Emporium Studios?! Man, daar hebben Johnny Cash, Don Henley, Kenny Rogers en REM gewerkt en hebben Robert Plant, Alison Krauss en T-Bone Burnett hun mooiste muziek opgenomen. Het probleem was dat de oostkust werd geteisterd door sneeuwstormen en sommigen redden het niet om op tijd in de studio te zijn. Ik had veel thuis voorbereid en alles grotendeels al geschreven maar kon door deze vertraging enkele teksten uitwerken waar ik nog niet aan toe was gekomen. Het opnemen met die gasten verliep ook nog eens dusdanig voorspoedig dat ik bijna in de problemen dreigde te komen omdat ik nog niet alles af had. Sommige vond ik ook nog eens ronduit lastig omdat ze voor mij nogal wat impact hebben of soms zelf confronterend zijn. Het schrijven vergt soms veel van mij, soms zelfs zo erg dat ik er enige tijd helemaal niet mee bezig wil zijn, en nu had ik er plotseling alle tijd voor. Een ander voordeel was dat de omgeving heel inspirerend werkte. Het was niet zo bedoeld maar ik heb die dagen goed benut. Toen de storm geluwd was konden we probleemloos de werkzaamheden hervatten. De muzikanten daar spelen dag-in dag-uit voor de meest uiteenlopende artiesten. Helaas kan ik ze niet meekrijgen voor mijn optredens in Europa.”

Harman bekent dat het schrijven haar moeilijk afgaat maar wil hoe dan ook overtuigen met haar stem en teksten. “Mijn teksten bevatten veel persoonlijke elementen maar ik vind het nog steeds moeilijk om die met de luisteraar te delen. Eerlijk gezegd probeer ik het liefst een bepaalde afstand te bewaren. Het zijn weliswaar zaken die in ieders leven kunnen voorkomen, uiteraard de liefde en gebroken relaties maar er zijn ook andere onderwerpen die mij heel erg bezighouden en waar ik dan toch over wil schrijven.

Zo heeft de track Reformation betrekking op mijn betrokkenheid met Amnesty International. Er zit veel boosheid in verwerkt. Het komt voort uit My Body, My Rights, een zeer belangrijke campagne waarin de aandacht wordt gevestigd op het feit dat iedereen het recht heeft over zijn of haar eigen leven te kunnen beslissen. Vooral het lot van veel vrouwen in andere werelddelen heeft mij enorm aangegrepen. Sommigen zijn in gevangenissen beland omdat ze een miskraam kregen en daarom van moord werden beschuldigd. Ik ken het verhaal van een 9-jarig meisje die zwanger raakte maar verplicht werd om de hele zwangerschap te ondergaan omdat abortus in El Salvador niet is toegestaan. Door zulke voorbeelden besef je maar weer eens dat je zelf veel geluk hebt gehad door ergens anders te zijn geboren en te zijn opgegroeid. Het is voor mij, vanwege dit onderwerp, een zodanig belangrijke track geworden dat ik bijna iedereen zou willen verplichten om ernaar te luisteren en er over na te denken. Ik vind dat de boodschap moet worden gehoord. Alles wat ik kan doen is met mijn muziek hier aandacht aan te geven. Zeggingskracht en overtuiging zijn volgens mij enkele van de belangrijkste elementen in de muziek en ik probeer op mijn manier daar iets mee te doen en iets te kunnen bereiken.”

LIVEDATA 29/04 Rhythm & Blues Night @ de Oosterpoort, Groningen 04/06 Ribs & Blues Festival, Raalte

Interview: Hallo Venray wordt alleen nog maar beter

Hallo VenrayHallo Venray werd begin jaren negentig gezien als een Nederlandse indieband die het zou gaan maken in het buitenland. Het kwam er niet van. Frontman Henk Koorn heeft er nooit meegezeten. Of hij vurig hoopt dat de nieuwe plaat Where Is The Funky Party? nieuwe deuren opent? Het zou leuk zijn, meer niet. “Wij spelen deze nummers omdat wij ze goed vinden. Als andere mensen het slecht vinden, dan blijven wij het goed vinden.”

Tekst Milo Lambers

Henk Koorn ontvangt ons voor het interview in zijn huis boven de Sahara Studio in Den Haag. Ook zijn woning heeft wel iets weg van een woestijn, want ondanks dat het al april is staat de openhaard hevig te fikken. “Dat is voor mijn kat, die houdt ervan als het hier een sauna is.”

De nieuwe plaat van Hallo Venray, inmiddels nummer elf al, heet Where Is The Funky Party?. Een titel die je aan het denken zet, want woorden als ‘funky’ en ‘party’ schieten je niet meteen te binnen als je te melancholische sound van de Hagenaren hoort. “Ik vind het een hele mooie vraag: Where is the funky party?’, zegt Henk. ‘Die vraag kun je jezelf haast elke dag stellen: waar gebeurt het? Waar moet ik zijn? Waar kan het eventueel beter zijn dan waar ik nu zit?”

Toen Koorn met het schrijven begon aan een opvolger van Show uit 2014 wilde hij een bluesplaat maakte. “Maar dat mislukte faliekant.” De muzikant liet het idee los en toen kwam er een plaat uit die je kunt omschrijven als een logisch vervolg op Show. Al is de nieuwste wellicht nog wat extremer. Soms maakt de band sfeervolle Americana, andere keren trekt de band fel van leer zonder dat de muziek boos of schreeuwerig wordt. “Hoe hard we ook willen spelen, er zit altijd een heel zacht randje aan. Als ik zou schreeuwen, verlies je dat. Onze nummers zijn slaapkamerliedjes. Ze worden geschreven op een akoestische gitaar. Daardoor hebben ze altijd een sterke melodie.”

Hallo VenrayHet proces van nummers schrijven noemt Henk ‘het zware werk’. “Je legt jezelf de druk op van ‘als ik maar niet faal, als er maar niet iets middelmatigs uitkomt’. En het lukt ook niet altijd, daar moet je doorheen. Het is puzzelen: werkt dit, werkt dat? Je pleurt een heleboel dingen weg die niet goed genoeg zijn. Maar ik merk altijd weer dat het aankomt op de tekst: als die goed is, dan komt de rest vanzelf.”

Deze week verschijnt de nieuwe plaat. Uiteraard is Koorn benieuwd naar de reacties, maar wakker ligt ‘ie er niet van. Nooit gedaan ook. “In de jaren negentig was het plaatje van veel mensen dat Hallo Venray internationaal zou gaan. Ik ben gewoon een zanger, ik weet niet hoe je dat moet regelen. Daar heb je mensen voor nodig. Wij waren er gewoon niet handig in om dat te organiseren. Je kan natuurlijk achteraf gaan lopen zeiken dat je nooit door The States hebt getourd, maar ik vind dat we al mazzel hebben gehad dat we op Pinkpop hebben gestaan. Ik heb het toen prima naar zin mij gehad als muzikant. Nu ook trouwens. Het zou leuk zijn als we veel kunnen spelen met de nieuwe plaat, maar daar valt of staat mijn leven niet bij. Wij vinden onze nieuwe plaat goed. Als iedereen het slecht vindt, vinden wij het nog steeds goed.”

Fouten
De tour ter promotie van de nieuwe plaat start zondag 23 april in Patronaat. Reken er niet op dat de band dan al in topvorm is. “We gaan lekker veel fouten maken”, grijnst Koorn. Dan serieus: “Weet je? Eigenlijk bestaat fouten maken helemaal niet. Dat hoort dan gewoon op dat moment bij de show. We beginnen een tour nooit op het hoogst mogelijke niveau. En dat is heel fijn, want dat betekent dat we alleen maar nog beter kunnen worden.”

LIVEDATA 23/04 Patronaat, Haarlem 29/04 De Piek, Vlissingen 04/05 Vera, Groningen 05/05 Rotown, Rotterdam 06/05 Merleyn, Nijmegen 12/05 EKKO, Utrecht 13/05 Paard, Den Haag 19/05 Altstadt, Eindhoven 20/05 Muziekgieterij, Maastricht 26/05 Fluor, Amersfoort 27/05 Metropool, Hengelo 02/06 Asteriks, Leeuwarden

Record Store Day 2017: bijna 20 jaar Plato Groningen

Plato GroningenOp 1 januari 1998 heeft Plato De Cirkel overgenomen en dus bestaat Plato Groningen het volgend jaar 2018 alweer 20 jaar in Groningen. Je kunt ook zeggen er gaat niets boven Groningen want Plato Groningen is het filiaal wat het noordelijkst ligt in Nederland. Met zijn ruim 200 m2 verkoopvloer is het ook één van de grootste Plato winkels. Je zou het ook het kleine broertje van Concerto kunnen noemen met zijn kelder en verdiepingen. Toch is Plato Groningen ook laagdrempelig voor mensen in een rolstoel vanwege de ruime entree en grote begane vloer met zijn ruime paden. Mocht je toch iets willen hebben van uit de kelder of van een verdieping dan zijn de medewerkers Herre-Jan, Michel, Wilbert, Tjesse  en Appie je graag van dienst om je te helpen.

De keuze is reuze bij Plato Groningen zowel op cd als op vinyl. Pop/rock, punk, metal, symfo, blues, jazz, hiphop, soul, americana, wereld, reggae, 60’s, electro en Grunneger muziek maar ook boxsets, boeken, mokken en draaitafels. Maar ook dvd‘s en tv-series zijn ruim voorradig. Door de grote ruimte hebben we van vele artiesten bijna de gehele collectie aan albums staan.Naast het nieuw heeft Plato Groningen ook een ruim assortiment 2e hands cd’s en vinyl die dagelijks wordt aangevuld.

Ze verkopen niet alleen 2e hands, we kopen het ook in, dus heb jij cd’s of vinyl in de kast staan die je al tijden niet meer draait, breng ze bij ons langs we geven er een schappelijke prijs voor en zo kunnen we jouw cd’s, vinyl weer een tweede leven geven.

PlatoSonic

Vanaf 1998 zijn we begonnen met bandjes halen voor een instore tijdens Eurosonic / Noorderslag. De eerste jaren alleen voor de zaterdag, al snel werd het vrijdag en zaterdag en daarna kwam de donderdag er nog bij en PlatoSonic was een feit. Door de jaren heen werd het een instore event dat nu het Official Day Time Event van Eurosonic / Noorderslag is geworden. Samen met onze buren de Coffee-Company geven we aan 50 acts in drie dagen ruimte voor een optreden. Een paar van de namen van de vele acts die op het PlatoSonic Festival hebben gestaan: Ben Howard, Johan, Andy Burrows, Bastille, Magic Numbers,  Kodaline, Douwe Bob, Ilse DeLange, Kane, DeWolf, Dotan, Will and the People, The Kik, the Slow Club, John Coffey, Gavin James, Typhoon, Roosbeef, Oscar and the Wolf, Jett Rebel, My Baby  e.v.a.

PlatoPlanet festival

Om het tienjarig bestaan van Plato in Groningen te vieren, hebben we een feest gegeven in de Oosterpoort dat zo goed ontvangen werd dat we in samenwerking met de Oosterpoort nu jaarlijks in september het  PlatoPlanet festival organiseren. Ook daar komt jaarlijks een flink aantal bands waarvan wij vinden dat ze zeker de afgelopen tijd of juist de komende tijd in de van belang zijn voor de Nederlandse muziekscene. Een paar bands die daar de afgelopen jaren hebben gestaan zijn Black Marble Selection, Triggerfinger, The Cool Quest, Orange Skyline, The Tibbs, Robert Ellis, Eefje de Visser, Kovacs, Navarone, Swinder, Bewilder, The Brahms, Haevn e.v.a.

Door de opkomst van het vinyl hebben we weer een groep mensen die net als in het verleden weer met veel plezier naar muziek luisteren, we merken dat ook jongeren weer veel meer beleving met muziek hebben dan zo’n vijf jaar geleden.

Onze eerste en laatst aangeschafte plaatjes zijn

Appie Clermonts: mijn eerste singeltje was Roy Orbison – Oh Pretty Woman, daarna een heel veel andere singles zoals dat in de jaren zestig gewoon was, mijn eerste lp was van The Rolling Stones – Big Hits (High Tide and Green Grass). Laatste aanwinst Temples – Volcano
Herre-Jan vd Berg: mijn eerste single Alice Cooper – Schools Out, mijn eerste lp AC/DC – Let There Be Rock mijn laatste aanwinst Radiohead – A Moon Shaped Pool
Michel Weber: mijn eerste single Queen – Bicycle Race, mijn eerste lp KISS – Dynasty. Laatste aanwinst Overkill – The Grinding Wheel
Wilbert Wolters: mijn eerste single Tubeway Army – Are Friends Electric, mijn eerste lp Police – Regatta De Blanc en mijn laatste aanwinst Future Islands – The Far Field
Tjesse Riersma: eerste lp Pixies – Doolittle, laatste Nouveau Vélo – Nouveau Vélo, nooit singles gekocht.

Conclusie waar alle muziekliefhebbers het mee eens zullen zijn: een dag in Groningen is niet compleet als je niet bij Plato bent geweest.

 

 

Interview Desert Mountain Tribe: “Londen is als een magneet”

Desert Mountain TribeEen flinke scheut psychedelica gepaard met een intense geluidsmuur van gitaar, bas en drums en een zanger die qua attitude en swagger niet onder doet voor menige Britrocker. Dat zijn kort samengevat de belangrijke elementen van de muzikale trip waarmee Desert Mountain Tribe zaterdag 22 april de Amsterdamse Q-Factory in lichterlaaie gaat zetten.

Tekst Jeroen Bakker

Desert Mountain Tribe een Londense band? We menen toch echt een lichtelijk Duits accent te bespeuren bij Philipp Jahn, bassist en vocalist van het intrigerende trio. “Klopt, mijn broer Felix en ik komen uit Duitsland en zijn daar na onze studie, nu ongeveer tien jaar geleden, blijven hangen”, aldus Jahn. “Londen is als een magneet. De aantrekkingskracht is enorm. Je blijft er terugkomen. Wij waren daar al tijdens onze studietijd bezig met een band en op het moment dat wij waren afgestudeerd begon het net allemaal wat serieus te worden.”

Samen met de Britse zanger/gitarist Jonty Balls en twee andere jongens speelden de broers in Young Men Dead maar het besluit om als drietal verder te gaan was al snel genomen. “Met vijf man in één band is als getrouwd zijn met drie vrouwen terwijl je vriendin steeds in de buurt is”, legt hij uit. “Overleg, afspreken om op te nemen, te schrijven en te oefenen is met drie personen vele malen gemakkelijker. Het is nu veel eenvoudiger om alles op één lijn te krijgen.”

Inmiddels bestaat Desert Mountain Tribe al vijf jaar en zijn er enkele EP’s verschenen waarvan vooral Either That Or The Moon op lovende recensies konden rekenen. De grote doorbraak lijkt slechts een kwestie van tijd. Al hebben de mannen de reputatie nogal eigenzinnig te zijn, iets wat duidelijk terugkomt in de muziek. Vergelijkingen met Black Angels en Brian Jonestown Massacre liggen op de loer. Niet vreemd aangezien Brett Orrison, geluidsman van The Black Angels, zich met het vastleggen van het imponerende livegeluid in de studio bezighield toen bovengenoemde EP werd opgenomen. Fuzzende grooves die tegen de stoner aanschurken maar daarnaast verpakt zijn in sterke tracks die uiterst toegankelijke arrangementen bevatten. Termen als ‘epische psychtrip’, ‘ultieme space-rock’, ‘duister’ en zo ongeveer alles wat hallucinerende elementen bezit, zijn al eens gebruikt om de stijl van de band te omschrijven. Het blijkt een nogal lastige klus. Jahn legt het uit: “Ik speel de bas als een gitaar. De beats van de drums zijn heel bepalend en wij maken veel gebruik van effecten, distortion, overdrive en delays in het gitaargeluid waardoor er een soort ‘wall of sound’ ontstaat. Het is een organisch gebeuren. Expressie is essentieel in onze muziek.”

Een ander opmerkelijk iets is het feit dat, hoewel de recent uitgebrachte dubbel-EP If You Don’t Know Can You Don’t Know Köln genoemd wordt, de historische Dom-stad aan de Rijn wordt overgeslagen op de tour-kalender. “Deze keer doen we even geen Köln aangezien we daar al zo vaak hebben gespeeld. Misschien dat we er in het najaar nog terugkomen.” De band is eerder deze maand gestart in Lyon en zal via Zwitserland, Schotland, Engeland, Nederland en enkele Oosteuropese steden, eindigen op het Camden Rocks Festival in Londen waar de affiche wordt gedeeld met Reverend & The Makers, The Coral, Feeder en The Rifles. In Nederland stond DMT al eerder op o.a. Eindhoven Psychlab en Eurosonic en in Paradiso. Komende zaterdag is de band weer terug in de hoofdstad en wel in het sympathieke Q-Factory. Nieuw terrein voor de band. Jahn kijkt er naar uit. “Het is fijn hier te spelen. In tegenstelling tot veel Amerikaanse steden waar we gespeeld hebben kunnen we ons hier goed voorbereiden op de show. Speciaal voor deze tour zijn nieuwe visuals ontworpen die de show zullen ondersteunen. Het samenkomen en samenspel van sfeer, de live-dynamiek en het experimenteren met geluid en muziek zijn bij ons belangrijk. Wij werken op een manier die niet zo gebruikelijk is. Het wordt echt een bijzondere avond in Q-Factory.”

LIVEDATUM 22/04 Q-Factroy, Amsterdam

 

Interview NOSOYO: “We staan nooit stil”

NOSOYOZe hebben net hun eerste tour erop zitten met het debuutalbum Resonate onder de arm: NOSOYO (Spaans voor “Ik ben mezelf niet”). Het duo bestaande uit Daim de Rijke and Donata Kamarz, hebben na ruim twee en een half jaar muziek schrijven, spelen, oefenen en opnemen, even de tijd voor zichzelf. Wat even leuk is, maar niet te lang want ze hebben zoveel met ons te delen.

Tekst Martje Schoemaker

“Onze liedjes werken gewoon beter als we voor mensen spelen. Op tour werkt het nog beter dan als we hier in de buurt (Berlijn) akoestisch spelen bijvoorbeeld. Onderweg zijn past ook veel beter bij ons verhaal en veel liedjes zijn ook geschreven toen we op weg waren.” Daar zit de kracht van het tweetal ook, op weg zijn, wat zowel letterlijk als figuurlijk kan worden opgevat. Hun reis als NOSOYO begon in Amsterdam, maar leidde al snel naar Berlijn, wat niet zo gepland was, maar wel goed uitkwam. Donata is Duits en Daim heeft over de halve wereld gewoond, en allebei hebben ze het gevoel dat ze weer iets nieuws wilde ervaren, nieuwe steden zien, want er is zoveel in de wereld wat boeiend en interessant is.

“Na een paar jaar Amsterdam hadden we besloten de eerste kans die zich aandient te pakken. Dus toen we een hele toffe producer tegenkwamen, zijn we direct in het vliegtuig naar Berlijn gestapt om met hem te kletsen. Hij was er misschien wel meer van overdonderd dan wij!” Het bleek een goede zet, want hij wilde graag met ze samenwerken… Maar dan moesten ze wel naar Berlijn verhuizen. En daar zaten ze opeens met een nieuwe producer, in een nieuwe stad, klaar voor een nieuwe start.

Al hun liedjes zijn verhaaltjes, kleine zoektochten, herkenbare zaken waar we allemaal tegenaan lopen in het leven. Maar, alles verandert, zo ook de ervaringen en de muziek. “De meeste liedjes gaan juist over verandering. We blijven ons ontwikkelen, we blijven veranderen. Niet dat alle obstakels overwonnen zijn, maar we staan nooit stil.” De ervaringen dragen ze altijd met zich mee, ook al is een liedje jaren geleden geschreven, toch past het nog steeds, ook al is het soms in een nieuw muzikaal jasje.

Het menselijke in de muziek, in de teksten maakt NOSOYO heel persoonlijk en laat je meekijken, voelen, wat Daim en Donata ervaren. “Het zit wel in ons karakter, het verhaal wat we te vertellen hebben. Het volgende album zal hier ook nog wel over gaan. Mocht één van de liedjes niet meer bij ons aansluiten, mocht de thematiek niet meer ter zake doen, dan zullen we dat liedje ook niet meer spelen. Maar! (lachend) wellicht is het dan een paar jaar later wel weer passend.” Hoe lastig dingen soms ook lijken, wordt het leven met behulp van Donata en Daim, die het met zoveel leven, liefde en bruisende muziek neerzetten, een stukje leuker.

Interview Valerie June: De tijd is rijp

Valerie June - The Order Of Time“Goed beschouwd heb ik dertien jaar over The Order Of Time gedaan”, zegt Valerie June met een heerlijke southern drawl over haar nieuwe album. “Sommige nummers dateren al van lang terug en ze ontstonden in verschillende periodes. Je kunt niet van een conceptalbum kunt spreken, maar ik heb er wel echt de tijd voor genomen. Niet alleen voor het schrijven, maar ook voor het opnemen.”

Tekst Popmagazine Heaven | Louis Nouws

Daarvoor trok ze zich zo’n drie maanden terug in het landelijke Vermont, driehonderd kilometer van New York, samen met producer Matt Marinelli en een kerngroep van muzikanten onder wie zangeres Norah Jones, gitarist Andy MacLeod en drummer Dan Rieser. “We aten samen, dolden in de sneeuw, we hadden vooral veel lol. De meesten van ons wonen in Brooklyn, ikzelf incluis, waar je volop in het stadse leven ondergaat. In Vermont zaten we geïsoleerd. We hadden rust en tijd.”

Bij het sfeervol klinkende album waren veel meer muzikanten betrokken, die óf voor kortere periodes langskwamen, zoals steelgitarist Dan Lead, óf elders hun partijen inspeelden. “De blazers en strijkers zijn in Manhattan en Brooklyn opgenomen en de achtergrondzang van mijn broers en mijn vader in Tennessee.” Haar vader was toen al ziek en is inmiddels overleden. “Tijdens de opnamen wist ik niet dat ik het voor The Order Of Time zou gaan gebruiken, gewoon omdat je dat nooit tevoren kunt weten. Ik wist ook niet dat hij zou sterven voordat mijn nieuwe album uitkwam. We hebben als familie altijd veel samen gezongen en het voelde heel natuurlijk om dat toen ook te doen.”

Valerie JuneValerie June Hockett komt uit Jackson, Tennessee, een provinciestadje halverwege Memphis en Nashville. Niet gek dus dat ze in haar muziek van beide walletjes eet. Voeg daarbij bluegrass en gospel, twee andere muzikale pijlers van de Volunteer State, plus een harde leerschool als straatmuzikante, en je krijgt southern americana in optima forma. Met haar stem kan ze bovendien veel emotionele registers bespelen, van onschuld tot verleiding en van vreugde tot verdriet.

“Mijn vader was een harde werker. Hij had twee bedrijven. Hij verdiende de kost als aannemer en daarnaast deed hij de plaatselijke promotie voor gospel- en soulzangers, onder anderen voor Bobby Womack. Hij heeft zijn werkmoraal overgebracht op zijn kinderen. We mochten net als hem onze dromen en passies najagen, maar we mochten niet gaan zweven.” Ze gedenkt hem op The Order Of Time met het ingetogen Long Lonely Road: Pops earned his bread in dust, but his hard working hands fed us. Sun up to sun sink down, his body worked to the ground. Het contrasteert met het uitbundige Shakedown, waarop hij is te horen in de achtergrondzang: Feel it when you sing it.

Haar tegenwerping ten spijt, speelt het begrip tijd een grote rol op het album. Follow the signs, slowly but steady. Don’t rush, the day will come when you are ready. Just trust, zingt ze in Astral Plane. “Tijd laat zich niet vertragen of versnellen, laat staan bedotten. We weten niet wat in de toekomst ligt besloten. We weten dat we doodgaan, alleen niet wanneer. En als het gebeurt is het verdrietig, maar het leven gaat door. De tijd laat zich niet stoppen. Ik heb geleerd de tijd te nemen. Ik heb mijn dromen, altijd gehad, maar het heeft geen zin ze geforceerd na te jagen. Als de tijd rijp is, dan gebeurt het, daar moet je op vertrouwen. Probeer de tijd te zien als een vriend die je meeneemt naar waar je wilt komen. Werk hem niet tegen, want het leidt tot niets.”

LIVEDATA 30/04 Bird, Rotterdam 01/05 TivoliVredenburg, Utrecht 03/05 AB Flex, Brussel

HeavenDe nieuwe Heaven is is weer uit, #3 van 2017. Wat hebben Bruce Springsteen, Keith Richards, John Hiatt, James Burton, Joe Strummer, Merle Haggard en Chuck Prophet met elkaar gemeen? Ze delen hun grote liefde voor de Fender Telecaster, het Zwitserse zakmes onder de gitaren. Geert Henderickx neemt de oergitaar liefkozend onder de loep in een stuk vol overpeinzingen en anekdotes; Chuck Prophet breekt een lans voor ‘zijn Fender’ en Merle Haggard staat centraal in de muziekhistorische rubriek ‘It was xx years ago today’. Een halve eeuw dit keer, want zijn I’m A Lonesome Fugitive stamt uit 1967.

Verder grote interviews met Nederlandse artiesten die om wat voor reden dan ook niet eerder in ons blad stonden. De Zeeuwse rootsrocker Danny Vera, die een opkontje nodig had van Johan Derksen om dan toch eindelijk door te breken. Julian Sas, de bluesrocker uit het Land van Maas en Waal, die onverdroten zijn passie blijft volgen. En de boomlange pianist Joep Beving, die met zijn filmische neo-klassieke pianomuziek de wereld stilletjes aan het veroveren is.

Bijzonder wordt de theatervoorstelling Pinkpop van Toneelgroep Maastricht: een ode aan de liefde en aan het oerfestival. Jack Poels van Rowwen Hèze schreef en speelt de muziek en vertelt. Americanaliefhebbers kunnen uitzien naar interviews met de jonge revelatie Courtney Marie Andrews, het vooral in ons land populaire duo Over The Rhine en geheimtip The Black Lillies.

Als altijd staan er in het blad ook nog eens meer dan 100 albumrecensies. Popmagazine Heaven niet missen, neem dan een abonnement! En profiteer van de aanbieding: het eerste jaar Heaven voor slechts €22,50 + 3 cadeaus.

 

Interview Temples: “We wilden wat meer high fidelity”

TemplesOp Volcano, het tweede album van Temples, is niets wat het aanvankelijk lijkt. De eerste luisterbeurt kan de teleurstellende indruk wekken dat het Engelse viertal zich na het debuut Sun Structures, vol fijne psychedelische Britpop, iets teveel op synthesizers heeft uitgeleefd. Maar, vergelijkbaar met het album Currents van Tame Impala, spuwt Volcano vervolgens tot fraaie liedjes verpakte collages van geluidslagen uit. “We wilden wat meer high fidelity”, aldus bassist Tom Warmsley en drummer Sam Toms. “Dit album laat vooruitgang zien.”

Tekst Mania | Ruben Eg

Het was drie jaar wachten op Volcano. Was er druk om een totaal ander album te maken?
Tom: “We hebben Sun Structures in bijna twee jaar bijna nonstop live gespeeld. Ondertussen verander je als muzikant en als groep. En misschien verandert ook de manier waarop je naar muziek kijkt. Van alles spelen wij het liefst live. Het directe van live spelen, een geluid dat je direct raakt heeft zijn weerslag gehad op het schrijven en opnemen van Volcano. Er was geen specifieke focus op een specifieke sound, maar vooral een directe aanpak van de liedjes. We leunen met dit album minder op één geluid, en meer op de liedjes zelf.”

Zou je dan niet juist minder complexiteit verwachten?
Tom: “Juist daarom leverde dit zo’n breed scala aan geluiden op. Sun Structures zit meer in één hoek, heeft een meer algemene sound. Nu wilden we de onderliggende details verder uitdiepen. Als je een band ziet spelen wordt je altijd getroffen door een opeenstapeling van allemaal verschillende geluiden. Wat meer high fidelity, zou je kunnen zeggen. We zijn in oktober 2015 aan dit album begonnen. Pas na een halfjaar kreeg het hele proces vorm. Uiteindelijk hebben we misschien een maand in de studio opgenomen. Schrijven en reflectie vormde een belangrijk onderdeel van het werkproces. Omdat wij onze albums zelf produceren moet je ook de tijd nemen, denk ik.”

TemplesIn die periode is ook nog een korte tournee gedaan. Om het materiaal te finetunen?
Tom: “Eigenlijk helemaal niet. We hebben vorig jaar slechts een paar nieuwe nummers live gespeeld, vaak ook in een heel andere versie dan het eindresultaat. Het merendeel van de nummers op Volcano is tussen september en oktober vorig jaar geschreven. Dus alles is vrij nieuw. Ze lenen zich wel erg om live te spelen, omdat het erg directe liedjes zijn. Ik zou niet zeggen dat ze op voorhand zijn geschreven zijn om live op te voeren, maar ze passen erg goed in onze set. Veel nummers op Sun Structures waren misschien een stuk… uitdagender om goed live te kunnen spelen.”

Wat zijn de laatst geschreven nummers?
Tom: ”Oh The Saviour is één van de eerste. Die is begin 2015 geschreven. En de allerlaatste is Strange Or Be Forgotten. We hadden geen grote lading liedjes. Eigenlijk is alles dat je hoort op Volcanos letterlijk van de grond af aan opgebouwd.”

Ook dit album is zelf geproduceerd. Is in dit genre niet juist een klankbord nodig om orde te scheppen in alle psychedelische dromerigheid?
Sam: “Ik weet het niet. Het is een combinatie, denk ik. Je voelt druk in de studio om alles op tijd af te krijgen. Maar thuis voelt alles wat natuurlijker.”
Tom: “We nemen er wel het liefst de tijd voor. De manier waarop we werken, het tegelijkertijd schrijven en opnemen, kunnen we alleen maar zelf doen. We hebben er wel over nagedacht om met iemand anders te werken voor deze plaat. Maar dat zou het proces te veel verstoren. Eerst demo’s opnemen, om die dan aan een producer geven voor de arrangementen… Als we iemand van buiten de band in het productieproces toelaten moeten we onze manier van werken zó omgooien. We sluiten het niet uit, maar het moet wel een heel bijzonder iemand zijn dan.”
Sam: “Brian Eno. Die mag het wel doen.”

Toch apart dat jullie nog steeds thuis werken. Is er zo weinig veranderd sinds 2012?
Tom: “Min of meer. Je moet vasthouden aan waar je bekend mee bent en wat werkt. Met deze plaat vonden we dat we nog iets bewijzen hadden, ook creatief gezien. Als iemand onze sound opnieuw uit had moeten vinden, dan moesten we dat zelf zijn. Zo konden we ook aan onszelf bewijzen wat en wie we als band zijn.”

Wat moet je bewijzen? Dat je geen eendagsvlieg uit de NME bent?
Sam: “Ik denk het.”
Tom: ‘Drie jaar is best een lange tijd tussen twee albums. Zeker als je met een eerste album zo sterk leunt op één bepaalde sound. Mensen hebben dan snel een mening gevormd over wat voor soort band je dan bent. Terwijl geen band gedefinieerd kan worden door één bepaald nummer of één specifiek album.”
Sam: “Dit album laat onze vooruitgang na ons debuut zien.”
Tom: “Ik denk dat zo veel artiesten met een tweede album worstelen, omdat dat album zo belangrijk is. Je moet zeker zijn waar je met je muziek naar toe wilt, welke nieuwe stap je zet.”
Sam: “Maar je wilt ook niet te ver afdwalen. Want het moet als jou klinken.”

Als ik een nummer mag aanhalen: de combinatie van barok en gitaarpop op (I Want To Be Your) Mirror intrigeert.
Tom: ‘Dat is één van de nummers die tussen de muziek op Sun Structures en Volcano in zit. Het blikt terug en kijkt vooruit. De tekst gaat daar ook over. Het zweeft ergens tussen oud en nieuw. Een transitieliedje.’

Geen klassieke scholing die opborrelt?
Tom: “Nee hoor. Ik denk dat het iets Brits is. Britse folk leunt erg op barokmelodieën en strijkers. Een soort kinderlijk element. Kevin Ayers, Syd Barrett… Ik denk dat Volcano vooral heel erg Brits is. Met enige progressieve elementen erin. De Britse manier van songschrijven zal altijd een soort complexe melodie bevatten, met wat gekke klassiek-, barok- of renaissancestijlen erin.”
Sam: “Het volgende album wordt helemaal barok, toch?”
Tom: “Met heel veel hoornblazers!”

LIVEDATA 14/04 Doornroosje, Nijmegen 15/04 Paradiso Noord, Tolhuistuin, Amsterdam (Sold Out) 18/04 Botanique – Orangerie, Brussel (B)