Loma – Don’t Shy Away

Loma – Don’t Shy Away (SubPop/Konkurrent) 

Het was een aangename verrassing in 2018 toen Loma, waar nog nooit iemand van had gehoord, opeens debuteerde met een titelloze plaat. Dingen waarvan je nog nooit hebt gehoord en die opeens van voor naar achter blijken te kloppen, geven überhaupt veel kleur aan het leven. Romario’s debuut bij PSV, Koopmeiners bij AZ en dat van Messi in Nou Camp. Zoiets.

Loma bestaat uit Jonathan Melburg, actief in zowel Shearwater als Okkervil River en Dan Duszynski en Emily Cross van Cross Record. Ook nog nooit van gehoord? Dat geeft niks, want het is nooit te laat in het leven om nieuwe dingen te ontdekken. Zeker nu de lockdown ons al een tijdje trakteert op extra vrije tijd en er ruimte ontstaat voor het ontdekken van nieuwe dingen. Muziek voorop, want muziek is het belangrijkste in dit leven. Zoals onze Duitse vriend Friedrich Nietzsche zich ooit liet ontvallen: Without music life would be a mistake. Zo zei Friedrich ook: Niet het gebrek aan liefde, maar het gebrek aan vriendschap maakt ongelukkige huwelijken. In het Duits klinkt dat nog mooier: Nicht der Mangel der Liebe, sondern der Mangel der Freundschaft macht die unglücklichen Ehen.

Het muzikale huwelijk tussen Melburg, Duszynski en Cross herkent zich niet in Nietzsches filosofie. Het is een drie-eenheid om in te lijsten. Hoewel al te veel uitbundigheid ook op deze tweede plaat hardnekkig de kop wordt ingedrukt. Loma maakt nou eenmaal stemmige, gedragen liedjes en voelt zich daar senang bij. Evenals ondergetekende. Zeker wanneer de avond valt en de koptelefoon opgaat. Want Don’t Shy Away is, evenals het debuut, een zalvende koptelefoonplaat. Wát een muzikale rijkdom.

Brian Eno is fan van het eerste uur en dan weet je eigenlijk al genoeg. Hij moedigde de drie aan een vervolg te geven aan het eerste album en kwam zelfs in contact met Loma. Nog sterker: Eno schreef mee aan de serene slotsong Homing, die hij bovendien produceerde. We houden het op een geste van de fan.

Loma’s grote kracht is niet alleen het bewonderenswaardige, zoetelijke stemgeluid van Emily Cross, maar de combinatie met de rijk geïnstrumenteerde songs van de band, die in de verte het verstilde geluid van Talk Talk ademen. Soundscapes en blinkend koperwerk zorgen voor extra accenten in de gelaagde liedjes. Weelderig, meanderend en liefkozend banen ze zich een weg. Recht naar je hart. Pieter Visscher

 

Belle and Sebastian – What To Look For In Summer

Belle and Sebastian – What To Look for In Summer (Matador/Beggars)

Pakweg een kwarteeuw terug werd het Schotse Belle and Sebastian geboren in regenachtig Glasgow. Schitterend moment natuurlijk om daar even bij stil te staan en een liveplaat uit te brengen. Een dubbelalbum nog wel. Daar hebben de fans recht op moeten ze hebben gedacht. En dat is ook zo.

What To Look for In Summer is een prachtige bloemlezing uit het rijke repertoire van de band die in 1996 met debuutalbum Tigermilk op de proppen kwam en al snel werd omarmd door een groot publiek. Ook in ons land.

Op What To Look For In Summer zijn songs verzameld die de band speelde in 2019. In het jaar dat alles nog ‘normaal’ was op onze beduusde planeet. Was duiveltje corona een jaar eerder neergestreken op moeder aarde, dan was er helemaal geen liveplaat uitgekomen van de Schotten. Zo lopen dingen.

Belle and Sebastian kan bogen op een prachtig oeuvre met indiepopliedjes die kleur geven aan het leven. Die dat regenachtige weer in Glasgow al rap doen vergeten en die in zo’n coronacrisis ook het nodige vertier bieden. Zo grapt zanger/gitarist Stuart Murdoch over Boris Johnson. Luchtig, hetgeen symbolisch is voor de concerten die de band geeft. Je hoort het terug op de plaat. “What were we doing? Songs!”, zegt Murdoch, terwijl hij The Boy Done Wrong Again inleidt. Dat werk.

Hoogtepunten zijn onder andere Funny Little Frog, dat nog altijd wat onweerstaanbaars heeft, If She Wants Me, het redelijk wilde Stay Loose, met orgel en gitaaruitspattingen op de koop toe. Het levendige Wrapped Up in Books blijft bovendien niet voor niets een livefavoriet. Komen we de vaccinatieperiode wel mee door. Pieter Visscher

 

Danny Vera – The New Now

Danny Vera – The New Now (Excelsior)

Danny Vera staat met drie tracks in de voorkeuzelijst van de Snob 2000: Easier That Way (2016), In Every Way (2015) en Pressure Makes Diamonds (2019). Danny Vera is misschien wel een beetje een vreemde eend in de bijt in die lijst, die begon als een geintje, maar al snel een serieuze grap werd.

Sinds enkele jaren wordt het schitterende initiatief van de bloggers van www.ondergewaardeerdeliedjes.nl uitgezonden op Pinguin Radio. Druk aan de gang. Tot het eind van het jaar nog. Een interessantere lijst dan de Top 2000? Zonder énkele twijfel, met alle respect, omdat de Snob 2000 met veel meer liefde voor muziek wordt samengesteld. In 2012 startten de bloggers van Ondergewaardeerde Liedjes de alternatieve lijst. Met alleen maar liedjes waar je niet op kon stemmen in de voorkeuzelijst van de Top 2000. Of Danny Vera er daadwerkelijk in is terechtgekomen? Wie weet.

Onze Zeeuwse vriend, groot geworden in het borrelpraatprogramma van Johan Derksen, maakt al twintig jaar platen. Hij studeerde aan de Rockacademie in Tilburg en heeft met zijn nieuwste album zijn magnum opus afgeleverd. The New Now is inmiddels meer dan 20.000 keer over de toonbank gegaan (jawel, op cd en vinyl). Dat heeft natuurlijk te maken met The Weight, dat de sterkste song is die Vera tot op heden op plaat heeft gezet. Uptempo, subliem geproduceerd – net als de rest van het album – en bijzonder emotievol. Magnifiek! In het nummer bezingt hij de soms ondraaglijk zwaarte die verlies en verdriet op onverwachte momenten opeisen. “Mijn beide ouders zijn overleden. Dat verlies draag je altijd bij je. Maar er zijn momenten dat je denkt eroverheen te zijn, dat je het wel hebt verwerkt. Maar zo is het niet. Het komt soms ineens terug en drukt dan op me. Rouw verwerk je niet, die onderga je.”

The Weight is een van de sterkste songs die dit jaar op plaat zijn verschenen. Ja, van onze eigen Danny Vera. Het trok de schrijver van dit stukje over de streep. Hij is fan geworden. Want er valt veel meer te genieten op The New Now. Zowel uptemo als in z’n drie weet Vera te verrassen met americana die van voor tot achter klopt. Zweet bijvoorbeeld alle corona-ellende van 2020 uit je lijf op de onvervalste rock-‘n-roll van That Midnight Thang. Kom tot de ontdekking dat Red Moon veel mooier is dan dat nummer dat Queen van de troon stootte in die andere lijst. Vooroordelen opzij en Danny neemt je onder de arm, zoals ze in België zo mooi kunnen zeggen. The New Now maakt van 2020 in extremis een veel minder groot kutjaar dan het daadwerkelijk is. Pieter Visscher

Holy Motors – Horse

Holy Motors – Horse (Konkurrent/Wharf Cat Records)

Je gaat onwillekeurig heel anders naar een paard kijken wanneer er een vrouw op zit. Niet in de laatste plaats omdat het om Eliann Tulve gaat. Wie? De zangeres van Holy Motors. Uit Estland.

Dat wist ik nog niet toen ik het album Horse voor het eerst opzette. Het klinkt allemaal heel erg Amerikaans. Holy Motors zit ook nog eens in de americanahoek. Wat je natuurlijk niet uit kunt sluiten voor een band uit Tallinn. Laat dat duidelijk zijn. In Tallinn trouwens, zit al 21 jaar de Depeche Mode Baar, een café waar louter Depeche Mode wordt gedraaid. De band zelf was er ook al een paar keer te vinden. De uitstekende muzieksmaak in Estland staat buiten kijf derhalve. Maar dat terzijde.

Het debuut Slow Sundown van Holy Motors, uit 2018, werd al goed ontvangen en dat gebeurt ook met Horse. Er is opnieuw gekozen voor acht songs op het album. Dat bevalt dus prima. Maar het geluid is enigszins veranderd. Het is allemaal wat minder zweverig geworden. Wat minder Twin Peaks, wat minder shoegaze bovendien. Hoewel dat laatste ingrediënt nog altijd ruimschoots wordt geserveerd.

Holy Motors is muzikaal iets doortastender geworden. Wat resoluter? Misschien wel. Wat meer de altcountryhoek in ook. Het legt ze geen windeieren. Jesus and Mary Chain galmen na en wat directer nog The Raveonettes, die natuurlijk weer schatplichtig zijn aan die eerste.

Wie op zoek is naar mysterie blijft aan het juiste adres, hoewel er sprake is van een gedoseerde portie schimmigheid. Dat terwijl Craig Dyer zich ook met de plaat heeft bemoeid. Road Stars is een fraai duet met Tulve. Beider stemmen kleuren prachtig. Dyer maakt deel uit van The Underground Youth, dat muzikaal ook shoegazy is en zonder enige twijfel beïnvloed door Joy Division en Echo and the Bunnymen. Zijn vocale inbreng blijft beperkt tot één nummer, wat jammer is, terwijl hij wel synthesizer en bas voor zijn rekening neemt. Horse werd opgenomen in Berlijn, een waar walhalla voor wat donkerder bands. Hetgeen het allemaal wel afmaakt. Pieter Visscher

Wax Chattels – Clot

Wax Chattels – Clot (Captured Tracks/Konkurrent)

PLAY IT LOUD! Zo luidt de boodschap die op sociale media van Wax Chattels wordt meegegeven aan toekomstige luisteraars van het nieuwe album van de Nieuw-Zeelandse band.  Clot, de tweede worp na het titelloze debuut in 2018, staat dan ook vol met noise en postpunk die die aanmoediging legitimeert.

Wax Chattels is keyboardspeler en zanger Peter Ruddell, bassiste en zangeres Amanda Cheng en drummer Tom Leggett. Laatstgenoemde heeft slechts een crashbekken, een hihat, een bassdrum en een snare tot zijn beschikking. Maar dat is doelbewust uiteraard. Het knalt, beukt en klettert. Gitaar? Niet nodig om te imponeren.

Die drie van Wax Chattels ontmoetten elkaar tijdens een gezamenlijke jazzopleiding aan de Auckland University. Je hoort met name in het drumgeluid van Leggett dat hij technisch sterk onderlegd is. Al bevat de ontwrichtende elektronica in een aantal songs ook genoeg jazzy elementen. Neem een korte song als Cede.

Clot is een nog opwindender en bovenal woestere plaat geworden dan het debuut. Dat doet recht aan de tijdsgeest. Een stukje agressie uit de luidsprekers kan nu en dan geen kwaad tijdens zo’n intelligente lockdown. Wees eerlijk. Daarom sluiten we ons zonder meer aan bij het advies dat de band geeft: PLAY IT LOUD! Tip: start met track 7, Spanners & Implements. Verlies jezelf. Ga lekker los. Je hebt er recht op. Pieter Visscher

 

Nouveau Vélo – Bogland

Nouveau Vélo – Bogland (Excelsior)

Brabanders Rolf Hupkes, Bart Haverkort en Niek Leenders zijn afkomstig uit het sympathieke dorp Laarbeek en hebben met Bogland hun derde langspeler afgeleverd. Een plaat met opnieuw een hoofdrol voor de gitaar.

Hoewel er muzikaal geen sprake is van een stijlbreuk is Bogland welzeker een stap voorwaarts. Terwijl een stijlbreuk dat niet per definitie hoeft te zijn, overigens. Nummers klinken hoe dan ook wat doordachter, volwassener misschien. Een platitude waaraan je nauwelijks ontkomt in dezen. Nouveau Vélo is eindelijk waar het wil zijn. Dat gevoel bekruipt je.

Dat de band weleens wordt neergezet als het Nederlandse antwoord op R.E.M. is te kort door de bocht. De Brabanders zijn enigszins schatplichtig aan het geluid van de Amerikanen, oké, maar hebben duidelijk een eigen, herkenbare sound. Het gaat nog wat meer de postpunkkant op dan R.E.M., dat sowieso een divérser geluid had. Maar diversiteit zegt niets over kwaliteit.

Wat je vooral terughoort in het werk van Nouveau Vélo is het gegeven dat de mannen sinds 2003 al samen muziek maken en dat ze zich allengs sterker hebben ontwikkeld. Dat ze stiekem wel wat meer uit de band willen springen, hoor je ook wat duidelijker dan op de twee voorgangers en eenmaal gebeurt dat ook met het rockende Cheap Thrill. Een sound waar op een volgende plaat misschien wel op voortgeborduurd gaat worden? Wie zal het zeggen. Dat jasje past ze ook uitstekend.

Op Bogland vinden we een elftal songs (kort instrumentaaltje Flood niet meegeteld) dat redelijk snel beklijft. Luisterrijke gitaarliedjes met internationale allure. Het briljante Rolling Blackouts Coastal Fever uit Australië is ook geregeld in de buurt. Dat zegt genoeg. Pieter Visscher

 

Ela Minus – Acts Of Rebellion

Ela Minus – Acts Of Rebellion (Domino/V2 Records)

Ela Minus is het alter ego van de in Colombia geboren en opgegroeide muzikante Gabriela Jimeno. Minus woont al geruime tijd in New York. Daar startte ze een studie aan het gerenommeerde Berklee College of Music. Ze drumde ruim tien jaar in een hardcoreband. Daar hoor je niets meer van terug.

Ela Minus is een van de grote danceverrassingen van dit jaar. Ze debuteert met een fonkelend, onderscheidend album dat ze in haar eentje schreef en eigenhandig produceerde. Zo’n studie doe je ook niet voor niets moet ze hebben gedacht.

Acts Of Rebellion is een stoere titel en die staat Minus wel. Met haar charismatische, vastberaden uitstraling en de zorgvuldig geselecteerde afbeeldingen op haar sierlijke lichaam. Niet te veel en op de juiste plekken. Ook daar sijpelt de nodige klasse door.

Minus is eigenlijk dé grote Plus dit jaar op dancegebied. Alle egards op dit podium vorige week voor het onlangs verschenen album van Róisín Murphy, maar nu gaan we toch weer een stap verder in genialiteit. Het geheim zit ‘m vooral in de koelbloedigheid van het songmateriaal. Minus heeft iets ijzigs in haar stem en juist daardoor houd je terstond van haar. Hoe paradoxaal dat ook allemaal mag klinken. Magisch, licht onheilspellend, bedeesd; nog wat typeringen die te binnen schieten.

Acts Of Rebellion is een eigenzinnige, met tien smaakvolle elektronische tracks gevulde plaat. Prikkelende indie synthpop met behoorlijk wat techno-elementen. Waardoor het geregeld verdomde dansbaar wordt. Neem het prikkelende They Told Us It Was Hard, But They Were Wrong. Net zo stuiterend als indringend. Met een tekst complementair aan de onbestemde muzikale zeggingskracht. Minus fluisterzingt en zorgt voor een oorstrelend mysterieus geluid. Opwindend bovendien.

De Spaanstalige technotrack El Cielo No Es De Nadia zou kleur geven aan het nachtleven, zij het dat dat ook volledig op z’n reet ligt. Geef de nacht dan thuis maar extra glans. Improviseer. Nodig drie vrienden uit, koop een stroboscoop en zet het verslavend huppelende Dominique op hoog volume én op repeat. Dit gaat nooit vervelen. “Last night I went to bed at 7:00 a.m. My brain is getting used to the haze. Last time I did this. I had a boyfriend who cooked me dinner. Now all I have is coffee and some liquor. I should probably eat…” Overdag zwaar oké, maar veel lekkerder in het donker. Acts Of Rebellion is een soundtrack voor de nacht. Pieter Visscher

 

Roísín Murphy – Roísín Machine

Roísín Murphy – Roísín Machine (Loaded Records/BMG)

Ja zeg, nog meer accent aigu’s. Omdat Roísín Murphy haar voornaam terug laat komen in de titel van haar vijfde studioalbum op eigen benen. Hoewel ze in Moloko ook al voor een belangrijk deel verantwoordelijk was voor het tot stand komen van de tracks. Murphy (47) is in de vorm van haar leven. Ook lijfelijk, zo te zien, wanneer je de hoes van Roísín Machine openklapt en ze redelijk onverbloemd haar lichaam showt.

Roísín Murphy loopt over van het zelfvertrouwen en dat vertaalt zich ook muzikaal. Roísín Machine is het sterkste wat ze tot nu toe op plaat heeft gezet. Dat terwijl een aantal tracks al behoorlijk lang lag te wachten om uitgebracht te worden. Openingsnummer Stimulation zag het daglicht reeds acht jaar terug, werd toen ook uitgebracht, maar nu voor het eerst op een album en in een nieuwe jas.

Er kan meer dan ooit worden gedanst op de muziek van Murphy, hoewel stilstaan altijd al niet zo eenvoudig was wanneer je een plaat van haar of voorloper Moloko opzette.

Opvallend is de lengte van de tracks op Roísín Machine; vier van de zes nummers duren langer dan zes minuten en openingstrack Stimulation zelfs achtenhalve minuut. Murphy doet wat ze wil en heeft lak aan eventuele conventies op singlegebied. Want potentiële singles zijn er genoeg te vinden op Roísín Machine.

Murphy heeft tien zorgvuldig opgebouwde dancetracks op plaat gezet, met een hoofdrol voor elektronica, bas, viool en een funky gitaar. Een behoorlijke vleug disco bovendien. Daar zijn we dol op. Vocaal is ze uitdagender dan ooit. Wulps, ouderwets wulps. Zo horen we haar graag en tekstueel is ze ook nietsverhullend. In Murphy’s Law (oké, een licht obligate woordspeling) is ze duidelijk naar haar ex: “I won’t be a prisoner, locked up in this house. I feel my story’s still untold and I’ll make my own hapy ending.” Pieter Visscher

 

Nordmann – In Velvet

Nordmann – In Velvet (Unday Records/NEWS/Mattan)

Dries Geusens op synthesizers en bas, Edmund Lauret op gitaar, Elias Devoldere op drums, Mattias De Craene op synthesizers en saxofoon en Thijs Troch op synthesizers en gitaar. We hebben te maken met het uit Gent afkomstige Nordmann. Net als bij de Spar is het heerlijk winkelen bij de heren, die met In Velvet na Alarm! (2015) en The Boiling Ground (2017) hun derde langspeler afleveren bij uw platenboer.

Het geluid van de band is rijker geworden in de loop der jaren en op In Velvet geeft het aantrekken van Thijs Troch op synthesizers en gitaar de band nét dat extra schopje onder de kont om inmiddels te spreken van een superformatie. In de wonderlijke jazzrockwereld, die werkelijk waar met het jaar interessanter wordt. Wie bij jazz nog steevast denkt aan oubolligheid wordt andermaal in de hoek gezet. Ga daar maar even drie kwartier je zonden overdenken.

Want moderne jazz vandaag de dag heeft raakvlakken met rock en dance. Bijvoorbeeld. Wat we ook terugvinden bij gelijkgestemden als GoGo Penguin, Portico Quartet en Mammal Hands. Niks is meer te dol in de wereld van de moderne jazz; het experiment staat voorop. Terwijl improvisatie allang niet meer de voornaamste pijler is. Songstructuren zijn veel belangrijker geworden in vergelijking met vroeger. Het liedje in de hoofdrol.

In Velvet is geen uptempoplaat geworden. Natuurlijk sta je te swingen op het ravissante Boats/Marseille, maar her en der echoot ook het geluid uit een rokerig jazzcafé uit de jaren 70 na (Jade en Maine Cocoon en in wat mindere mate Partie Deux). Contrasteert fantastisch met het rockgeoriënteerde Cryptonym, waarin een hoofdrol voor saxofoon en gitaren is weggelegd.

Prijsnummer is Cascade(s), wanneer de sax van Mattias De Craene opzichtig flirt met de gitaren van Lauret en Troch en dat alles op een fluwelen bed van weelderige elektronica. Zo dartel en ontroerend horen we de jazz het allerliefst. Pieter Visscher 

Liefhebbers van moderne jazz luisteren natuurlijk ook naar Pinguin Grooves: https://pinguinradio.com/player/pinguin-groove

METZ – Atlas Vending

METZ – Atlas Vending (SubPop/Konkurrent)

Nooit iets maken dat toegankelijk genoeg is voor de grote radiostations is altijd het uitgangspunt geweest voor het snoeiharde METZ. De Canadese band die in 2012 debuteerde lukt dat nu ook weer. Atlas Vending, het vierde album van het meedogenloze trio schuurt en beukt zoals we dat zo graag horen. Met punk, noise en oorverdovende rock nog altijd als belangrijkste elementen.

Ondanks de wil ontoegankelijk te blijven, bespeuren we wel weer degelijk hooks en riffs die beklijven. We horen melodieën, oh welzeker. Het slechts 1.37 minuut durende punkrocknummer No Ceiling is er echt wel eentje om hard mee te blèren. Hayden Menzies slaat zijn drumstel aan flarden en gitarist/zanger Alex Edkins is meer dan ooit de verbeterde versie van Protomartyrs Joe Casey, die binnen die formatie natuurlijk dermate pragmatisch gebruik maakt van zijn vocale beperkingen dat het net zo sterk harmonieert met het geluid van zijn band als dat Edkins dat doet bij METZ.

Zonder zichzelf te overschreeuwen torent Edkins uit boven de muur van geluid waarvoor hijzelf, Menzies en bassist Chris Slorach verantwoordelijk zijn. Tekstueel snijdt de band onderwerpen aan die onze eigenaardige wereld zo kenmerken. Zeker in deze periode van vertwijfeling, onheil en zelfs wat dystopische elementen. Verpletterende sociale angsten, het vaderschap, isolement en verslaving komen voorbij. Maar ook de invloed die al die verdomde sociale media uitoefenen op een in toenemende mate verbouwereerde massa. De paranoia die wordt gecreëerd. Idioten als Lange F. hebben immers een platform gevonden. Ook in Canada krijgt dit soort mesjogge schreeuwers een podium. Rusteloosheid en het gevoel dat je beter alles achter je kunt laten, komen voorbij.

Framed by the Comet’s Tail spreekt boekdelen. Nee, dit is geen liefdesliedje:

I see nothing in your love
A crooked symmetry, a counterfeited sum
I feel nothing in your love
A broken flag hung out to dry

And I’m waiting for that comet
To come and smash the satellite
Yeah, I’m waiting for that moment
I can leave it all behind

METZ maakt muziek met een zeldzame intensiteit, waarin je je diepste worstelingen een plaats kunt geven. Vernietigend en meedogenloos. Gek genoeg kan dat hartverwarmend zijn. Zeker in de qua fysiek contact abominabele periode waarin we nu leven. METZ neemt ons bij de hand. Oprechtheid, om zielsveel van te houden. Hoog tijd ze weer eens live aan het werk te zien. Pieter Visscher