Ty Segall – Fudge Sandwich (In The Red Records/Konkurrent)

Ty SegallIk heb even zitten tellen en zie dat dit Ty Segall’s tweeëntwintigste soloalbum is sinds zijn solodebuut in 2008. En dit is zijn vierde album al van dit jaar. En dan heb ik de limited edition cassette ‘Orange Rainbow’ voor het gemak maar even niet meegeteld. En dat geldt ook voor zijn singles en de tijd waarin hij lid was van bands als The Perverts en The Sic Alps.

Het is dan ook niet zo gek dat Ty nu gekozen heeft voor een album vol covers. Maar zelfs dan kiest Ty niet voor de makkelijke weg. Hij speelt de nummers niet klakkeloos na maar maakt er totaal onverwachte en zelfs af en toe onherkenbare versies van. Uiteraard ontbreekt er bij Ty nooit een ontzettend rauw garagefuzz geluid. Maar ook dat geldt niet voor alle covers.

Zo klinkt de opener Low Rider totaal anders dan het latinofunk geluid van het origineel van de band War. Bij Ty verzuipt het nummer in trage industriële synthesizerklanken waarover Ty griezelig gromt in de beste Marilyn Manson traditie. Van het origineel blijft dus geen spaan heel. Wat overblijft is een indrukwekkende versie waarin Gary Numan met Marilyn Manson lijkt te spelen. De versie van de Spencer Davis Group klassieker I’m A Man blijft, qua zang in elk geval, nog het dichtst bij het origineel. Qua muziek is hier sprake van een funky soort industrial rhythm & blues.

John Lennon’s Isolation was al nooit een echt gezellig nummer maar klinkt hier supertraag en dreigend. De oorspronkelijke p-funk van Funkaderlic’s Hit It And Quit It wordt compleet verpletterd door brandende fuzzgitaren waarin slechts in de verte een gonzende funkgroove te horen is. t-funk?
Voor velen is de Californische punkband The Dils totaal onbekend. Deze band uit eind jaren 70 werd destijds gezien als Amerikaans antwoord op The Clash. Hier verwacht je in hun Class War van Ty dan een ziedende punkuitvoering maar, eigenzinnig als hij is, heeft hij gekozen voor een semi-akoestische versie. Neil Young’s The Loner krijgt daarentegen wel een full speed fuzzpunk behandeling en klinkt ontzettend woest.

Gong was een Australisch/Engelse hippieband, die zoveel van de psychedelica snoepte dat zij regelmatig last had van vliegende theepotten. In de versie van Ty klinkt hun Pretty Miss Titty erg beklemmend en een zios strofe als “masturbating a potato” zegt genoeg over het psychedelica gehalte in dit nummer.
Het Duitse Amon Düül II was al even psychedelisch. Hun Archangel Thunderbird klinkt hier als een funky soort spacerock met overdonderend harde fuzzgitaarriffs. De Britse punkband Rudimentary Peni zal ook niet bij iedereen bekend zijn. Ty’s versie van hun Rotten To The Core komt als een ware fuzzstorm over je heen denderen. De oer hippies van Grateful Dead zouden nooit hebben kunnen vermoeden dat hun St. Stephen ooit als een woest spuitende fuzzpunker te horen zou zijn. Ty’s versie klinkt harder dan hard!

Als afsluiter is Slowboat van The Sparks te horen. Hun van oorsprong neurotische rock is door Ty teruggebracht tot een akoestische ballad met warme zang maar wel weer met waanzinnig slidegitaarwerk!
Elke cover op dit album is verrassend en daarom is dit coveralbum van Thy Segall meer dan geslaagd! Tekst BluesMagazine.nl | Peter Marinus

J Mascis – Elastic Days (SubPop/Konkurrent)

j mascisJoseph Mascis kennen we beter als J Mascis, omdat hij sinds halverwege de jaren 80 onder die naam opereert. Niet alleen als boegbeeld van Dinosaur Jr., maar ook als soloartiest. Elastic Days is het vijfde soloalbum van de Amerikaan, die bijna 53 jaar op onze aardbol te vinden is. Meestal met een gitaar om de nek.

Muzikaal is Mascis nooit gek ver verwijderd van het geluid van de band waarmee hij groot werd en dat geldt ook voor Elastic Days, met zijn twaalf songs.

Vocaal, niet dat dat nodig is overigens, wordt hij vergezeld door onder anderen Pall Jenkins (Black Heart Procession), Marc Mulcahy (Miracle Legion) en Zoe Randall van Luluc, terwijl je goed moet luisteren om dat waar te nemen. Het is vooral Mascis wat de klok slaat. Dat uit duizenden herkenbare, wat lijzige stemgeluid, drukt te allen tijde een zwaar stempel op zijn muziek en wie ervan houdt, zit gebeiteld.

De steevast met veel gitaarsolo’s ingekleurde folky indierock van Mascis, die muzikaal weer geregeld uit hetzelfde vaatje tapt als pakweg Neil Young (niet geheel toevallig een muzikale held), is ook op Elastic Days nooit gek verrassend en toch is zijn kwaliteitsstempel op elke song te vinden. Dat is knap en Neil Young zal dat ook erkennen, want hij is de beroerdste niet. Pieter Visscher

Trentemøller – Harbour Boat Trips 02. Copenhagen (Rough Trade)

TrentemøllerDe Deense muzikant Trentemøller verrast al jaren met albums die het midden houden tussen indie, new wave en elektronisch. Net als op volume 1 uit 2009 zocht de man uit Kopenhagen voor Harbour Boat Trips Vol. 2 een aantal van zijn favoriete nummers bij elkaar, zowel uit zijn thuisland als van internationale artiesten.

Met al die nummers dook hij de studio in en smeedde ze tot een eenheid aan elkaar. Het levert verrassende uitvoeringen op, met als meest opvallende uitschieter Abba’s Knowing Me Knowing You. Ondanks dat Trentemøller de nummers uit alle hoeken van de wereld opduikelde, weet hij er toch een mooi geheel van te maken.

Een uur lang neemt hij je mee op een muzikale rondreis langs de fraaiste landschappen in de wereld. Soms klinkt er een vleugje Moby door, maar meestal klinkt Trentemøller toch vooral als… Trentemøller. Fijne plaat om het nieuwe jaar mee in te gaan. Tekst Mania | Hans van der Maas

Navarone – Salvo (Suburban Records)

NavaroneNavarone brengt op Salvo weer een lekkere dosis authentieke hardrock van Nederlandse bodem. Qua sound waan je je meteen in de 80s, maar dat is niet helemaal terecht. Salvo klinkt eigentijds en productioneel gezien is alles moddervet. Alles is voor de verandering live ingespeeld, enkele overdubs daargelaten, om het samenspel strak vast te leggen.

Van de rockende intro op The Strong Survive tot de heerlijke koortjes op Reset, het werkt perfect voor de band. En dan die uithaal na de korte opbouw van Cerberus. Wauw! Met een dijk van een stem en een bereik om U tegen te zeggen weet zanger Merijn de haren op je rug overeind te zetten.

Op Surrender vliegen de lekkere riffjes voorbij, een heerlijke uptempo track met een geweldige solo maar bovenal.. Het is zo’n ontzettend aanstekelijk nummer. Barstensvol van dit soort hoogtepunten laat Navarone op Salvo horen dat ze een ontzettend volwassen en lekker rockplaat kunnen maken. Tekst Mania | Tim Jansen

LIVEDATA
08 december Come As You Are Festival @ Effenaar, Eindhoven
25 januari Podium Victorie, Alkmaar
26 januari
EffenaarEindhoven
02 februari Metropool, Hengelo
09 februari
Groene Engel, Oss
16 februari
LuxorLive, Arnhem
23 februari De Helling, Utrecht
28 februari Patronaat, Haarlem
01 maart
Vera, Groningen
02 maart
Rotown, Rotterdam

Jacco Gardner – Somnium (Excelsior Recordings)

Jacco GardnerSomnium, ofwel De Droom, is een boek van de Duitse astronoom en astroloog Johannes Kepler dat in 1634 postuum verscheen. Het is een belangrijk werk in de geschiedenis van de astronomie, omdat het onder meer de natuurkunde én de selenografie van de maan weergeeft. Somnium is tevens de titel van de langverwachte plaat van niemand minder dan Jacco Gardner.

Enkele maanden voordat het album op de markt verscheen, liet Gardner ons al kennismaken met het voorproefje Volva. Rijk aan synthesizers en, welhaast uiteraard, psychedelisch. Een mystiek, exotisch nummer met klanklijnen die we van deze Nederlandse trots gewend zijn. Instrumenteel, ook dat. Net als de gehele plaat overigens. Verwacht dus geen opvolgers van prachtig gezongen tracks als Find Yourself en Clear The Air. Nee, Gardner heeft ditmaal geen stem nodig om de ruimte te beschrijven.

Hij verhuist enkele jaren geleden naar het enigmatische Lissabon. En leest daar over verre werelden en bijzondere personages. Hij weet deze werelden en personages te vertalen naar muziek. Zonder woorden. “Het verleden voelt voor mij zo levend, zo mysterieus, dat ik moet concluderen dat het heden en de toekomst waarschijnlijk niet anders zijn”, aldus Gardner.

Somnium gaat diep. De plaat voelt als een visionaire ervaring, waarin diverse delen van de wereld voorbijkomen. Of ja, de wereld. Het heelal! Telkens op een andere manier. Zo is opener Rising een kosmisch geheel, Volva speels, Langragian Point een tikkeltje traag en gaat gedurende Levania het tempo weer iets omhoog. Gardner wil de luisteraar op avontuur sturen. Dat lukt hem uitstekend. Tekst Mania | Jelle Teitsma

The Aints! – The Church Of Simultaneous Existence (Agitated/Konkurrent)

aintsWat in het vat zit, verzuurt niet. Zo luidt het adagium. Dat je daar een klein beetje in door kunt slaan bewijst Ed Kuepper, die de nummers die op The Church Of Simultaneous Existence zijn te vinden aan zijn brein liet ontspruiten in de periode tussen 1969 en 1978. Jawel. Nu pas op plaat gezet dus en het klinkt geweldig. Alle 12 goed! Fris en fruitig, want met nieuwe arrangementen opgenomen.

Ed Kuepper, de in het Duitse Bremen geboren Australiër, was tussen 1973 en 1978, actief in punkband The Saints, die hij verliet, om andere muzikale paden te bewandelen en een oeuvre op te bouwen om U tegen te zeggen. The Saints ging verder zonder hem, en sloeg een andere, bluesy weg in. The Aints! (met hoofdletter) is een vilein knipoogje naar die bandnaam.

The Church Of Simultaneous Existence is een album dat zéker nog punk ademt, maar waarin veel meer invloeden te vinden zijn. Zo opent de plaat met het met bigbandelementen sprankelende uptemponummer Red Aces, dat een voorproefje is van alle moois dat nog komen gaat. Zoals gezegd: het is gewoon twaalf keer raak en als er niet bij was verteld dat de songs 40 (!) jaar terug zijn geschreven had daar geen haar naar gekraaid. Goed dat de boel is afgestoft en opgepoetst. Kuepper, 62 inmiddels, klinkt nog net zo vitaal als in zijn jongste jaren.

Van de cd-versie zijn slechts duizend exemplaren geperst en in de hoes is ook een instrumentale versie van het album te vinden. Leer de teksten uit je hoofd, zing hardop mee en word een ander mens. Ja, met The Church Of Simultaneous Existence komen we die donkere dagen voor en na Kerstmis wel door. Pieter Visscher

 

Mumford & Sons – Delta (V2 Records)

Mumford & SonsDe Londense multi-instrumentalisten Marcus Mumford, Ben Lovett, Winston Marshall and Ted Dwane richtten Mumford & Sons op in 2007. De ‘gewone’ popmuziek bezetting werd aangevuld met traditionele folk instrumenten zoals de banjo en mandoline.

Inmiddels heeft de groep al dusdanige faam vergaard dat een beetje muziekliefhebber er al niet meer omheen kan. Grote festivals als Glastonbury en Bonnaroo doen ze al jaren succesvol aan. Grote concertzalen verkopen moeiteloos uit en worden ronduit plat gespeeld. Kortom, Mumford & Sons is een begrip en naar het nieuwe album Delta is dan ook reikhalzend uitgekeken.

Gelukkig voldoet het album ruimschoots aan de verwachtingen. Na de eerste paar tracks, die veel weg hebben van Bruce Hornsby’s succesvolle sound van weleer, is het The Wild dat alle snaren weet te raken met een heerlijke melancholische sfeer en fantasievol arrangement. Gelukkig worden dan ook de snaren geraakt van de banjo waardoor de folk invloeden weer even de kop opsteken.

Diezelfde melancholie is ook aanwezig op October Skies, Wild Heart en Forever. De afwisseling met meer commercieel geproduceerde liedjes als 42, Guiding Light, Slip Away en Rose Of Sharon werkt balancerend en goed. De meeste liedjes zullen vermoedelijk het best uit de verf gaan komen tijdens de live concerten die gaan volgen.

Dat zal vooral gelden voor titelsong en album afsluiter Delta. Na een contemplatief intro volgt een lang opbouwend en stuwend slot, hét recept om een enthousiast publiek nóg enthousiaster te krijgen. In mei 2019 staan ze weer in de Ziggo Dome. Wacht niet te lang met het kopen van kaarten… Tekst Mania | Luc van Gaans

LIVEDATA
09 mei Ziggo Dome, Amsterdam
29 juni
Rock Werchter, Werchter (BE)

Charles Bradley – Black Velvet (Dunham/Daptone Records)

Charles BradleyRuim een jaar geleden overleed Charles Bradley, waarmee de wereld niet alleen een bescheiden, zeer sympathiek mens armer was, maar ook een uit het juiste hout gesneden soul zanger, die in staat was om de traditie van James Brown en Otis Redding springlevend te houden.

Debuterend op zijn 63e, heeft hij slechts drie volledige studio albums achtergelaten. Als troost voor het gemis wordt nu Black Velvet uitgebracht, bepaald geen Greatest Hits, wel een alternatieve reis door de carrière van Bradley. Zijn vaste kompaan Thomas TNT Brenneck heeft de mooiste outtakes van de drie albums gekoppeld aan obscure single kantjes, en levert in chronologische volgorde een mooie staalkaart van ’s man’s kunnen.

De veel ruimer geïnstrumenteerde versie van Victim Of Love is minimaal net zo mooi als de uitgebrachte versie. En daar waar we dachten dat de cover van Black Sabbath’s Changes op zijn laatste album een toevalstreffer was, kunnen we nu ook genieten van gloedvolle soulbewerkingen van Heart Of Gold (Neil Young), Slip Away (Rodriguez) en vooral Stay Away (Nirvana).

Van outtakes als de soulballad I Feel A Change moeten ze toch nog eens uitleggen waarom dat niet eerder uitgebracht is. Uptempo werk was ook prima besteedt bij Bradley, getuige Luv Jones, een funk duet met LaRose Jackson. Met slechts drie albums op zijn palmares is het een bijzonder aangename verrassing dat er nog zoveel ijzersterk werk in de archieven lag, waarmee dit eerbetoon aan Charles Bradley van een waardigheid is, die hij meer dan verdiend heeft. Tekst Mania | Jurgen Vreugdenhil

The Grand East – What A Man (BB Records)

The Grand EastIn 2013 ontdekte ik via 3 voor 12 een nieuwe band. Texas Radio was de naam van deze band uit Diepenheim en bij de aanvraag van hun eerste EP’tje kreeg ik een persoonlijk berichtje met als opening “Ha Martijnemans”. Dit vrij droogkomische mailtje toverde een glimlach op mijn gezicht, maar ik vroeg me wel af wat ik van het EP’tje moest verwachten. Na ontvangst per post heb ik hem direct in mijn auto radio gestopt en ik was aangenaam verrast.De heerlijke mix tussen blues, rock en soul klonk enerzijds vertrouwd, maar tegelijk ook vrij eigenzinnig. Invloeden van bands als The Doors en Captain Beefheart waren terug te horen, maar ook een duidelijke eigen draai.

Na de EP verloor ik ze wat uit het oog, tot de eerste single van The Grand East verscheen. Het stemgeluid, de sound, ze kwamen me erg bekend voor. Het duurde even, maar uiteindelijk kwam ik erachter dat het hier om dezelfde band ging. Een nieuwe naam, geweldige eerste singles en later een sterk “debuut” album (met dito artwork) met een eigen geluid wat zich nog verder heeft doorontwikkeld. Inmiddels heb ik ze ook een aantal keer live gezien en ben ik een groot liefhebber van deze band.

De lezers van deze site weten dat ik ook liefhebber ben van DeWolff en The Dawn Brothers. In mijn recensie van het tweede album van The Dawn Brothers schreef ik al over de studio en productie werkzaamheden van Pablo van de Poel. Naast het album van The Dawn Brothers heeft hij zich namelijk ook bezig gehouden met het tweede album van The Grand East. Een album wat ze hebben bekostigd via crowdfunding.

Het eerste wat opvalt bij het beluisteren van de plaat is het geweldige geluid. Dit is niet alleen te danken aan de mix van Pablo van de Poel, maar ook de wat meer experimentele productie van Simon Akkermans. Nog steeds voert de bluesrock met flinke scheut soul de boventoon. En dankzij de stem (en het voorkomen) van zanger Arthur Akkermans hangt de sfeer van The Doors in elk nummer. Tegelijkertijd is de muziek op dit tweede album avontuurlijker, vuiger en melodieuzer. De groove die ze erin leggen is onweerstaanbaar. Elk nummer is spannend en dansbaar.

Ze hebben wederom een stap gezet in de ontwikkeling van een volledig eigen smoelwerk. Bij het beluisteren (en zien) van de band moet ik echter wel telkens denken aan DonnerwetterMogelijk komt het door de dansbaarheid van de muziek of The Doors invloeden. Of het komt door het charisma van beide voormannen. Bij beide bands lijkt het namelijk of je door een priester in een soort voodoo kerkdienst wordt toegezongen.

Het moge duidelijk zijn, ik ben erg enthousiast over dit tweede album. Vanaf het eerste nummer tot de laatste noot is het genieten. Er is geen zwak moment te bespeuren. Met dit album maakt The Grand East duidelijk dat ze één van de interessantste en spannendste Nederlandse bands binnen de (blues)rock zijn. Tekst BluesMagazine.nl | Martijn Wesseling

LIVEDATA
22 november Ekko, Utrecht
24 november Merleyn, Nijmegen
25 november Paradiso, Amsterdam
30 november
Hedon, Zwolle

The Good, the Bad & the Queen – Merrie Land (Studio 13)

The Good, the Bad & the QueenJe zou The Good, the Bad & the Queen kunnen beschouwen als een soort hobbyproject van Damon Albarn. Want koud teruggekeerd van een wereldtournee met de Gorillaz, staat ex-Blur-zanger Albarn met zijn The Good The Bad And The Queen een week later alweer in het live-programma van Jools Holland in een totaal andere setting de sterren van de hemel te spelen met Merrie Land, het titelnummer van het tweede album van The Good The Bad And The Queen.

Je vraagt je af wanneer ze dit hebben opgenomen. ‘Ze’, dat zijn naast Albarn ex-Clash bassist Paul Simenon, Afrobeat-drummer Tony Allen en ex-Verve-gitarist Simon Tong. Een soort van supergroep. Ze bewezen zich in 2007 al met het zelfgetitelde debuut en zijn nu terug met opnieuw een conceptalbum, met de teloorgang van Engeland als onderwerp.

Net als met Blur is Albarn ook nog steeds geobsedeerd door het typisch Britse. Maar datzelfde Albion is aan het instorten en de Brexit komt eraan. In trage, sferische songs met glijdende toetsen en bonkende piano zingt Albarn zijn weemoedige, maar vooral ook sarcastische teksten op een Costelliaanse wijze. Een en al verwijt en kritiek.

Muzikaal is het album meesterlijk gearrangeerd rondom de inmiddels 77-jarige drummer Tony Allen en bassist Paul Simenon; een soepeler ritmetandem lijkt nauwelijks voorstelbaar. De luie groove geeft het album ruggengraat, diepte ook.

En dat leidt, samen met sfeervol toetsenspel en onderkoeld gitaarwerk, tot fenomenale songs als Gun To The Head, Nineteen Seventeen, Ribbons en Lady Boston, compleet met koorzang. Een idioom op zichzelf dit treurigstemmende Albarn-universum, maar anderzijds houden we daar dus wel een bijzonder indrukwekkende plaat aan over. Tekst Mania | Wiebren Rijkeboer