Tramhaus – The First Exit

Tramhaus – The First Exit (Subroutine)

In 2023 de beste band op Down The Rabbit Hole en een jaar later dan uiteindelijk de debuutplaat van Tramhaus. Uit onze enige echte metropool Rotterdam. Het wachten meer dan waard.

Het verhaal rond de vijf muzikanten is genoegzaam bekend. Ze speelden in diverse bandjes. Ontstaan tijdens de pandemie, gevormd door en wegens pure verveling. Tijdens de eerste keer jammen was al duidelijk: dit klopt werkelijk aan alle kanten. Hier gaan we mee door.

Er volgden twee ep’s en nu is er het langverwachte album. Niet superlang met z’n negen nummers. Het mag de pret niet drukken. Tramhaus zet zichzelf nog sterker op de kaart in het alsmaar uitdijende wereldje van de postpunk. Een stroming die met het jaar aan populariteit lijkt te winnen. Woede en frustratie vinden er zo prettig een uitweg. Broodnodig in tijden van continu teleurstellend oorlogsgeweld op een alsmaar gestoorder lijkende aardkloot.

De geregeld ziedende sound van de Rotterdammers wordt gedragen door het feilloze gitaarspel van Nadya van Osnabrugge en Micha Zaat, het venijnige drumwerk van Jim Luijten, de vernuftige bas van Julia Vroegh en uiteraard het woeste stemgeluid van Lukas Jansen, die eenmaal naast het podium een van de liefste mannen van Nederland blijkt te zijn. Ingetogen. Fideel tot op het bot.

Pixies en Joy Division lijken het vijftal te hebben beïnvloed. Tramhaus’ gecontroleerde wanhoop en opstandigheid die we horen op The First Exit gaat de hele fucking wereld veroveren. Daar bestaat geen enkele twijfel over. De band klinkt net zo rauw als kwetsbaar in de verhalen die verteld worden in de songs. Melancholisch, meeslepend en soms snoeihard. Verslavend goed vooral. Pieter Visscher

 

The BBC Collection van Rory Gallagher puur bluesgenot

Een set van 20 discs met achttien cd’s met radioconcerten en sessies van 1971 tot 1986 en twee Blu-ray discs met BBC-tv-concerten en studio-optredens van 1973 tot 1984. Onmisbaar voor bluesrockfanaten.

Met meer dan driekwart van de audio-opnames die nog nooit eerder officieel zijn uitgebracht en de concerten op de Blu-ray discs die voor het eerst officieel zijn uitgebracht, is deze allesomvattende set een must-have voor Gallagher-fans en is het de perfecte demonstratie van zijn rauwe kracht en energie live.

Daarnaast worden er 2cd- en triple-lp The Best of Rory Gallagher at the BBC-sets uitgebracht met elf van Gallaghers beste BBC-studio-opnames en een dertien tracks (twaalf op 3lp) 1979 BBC In Concert Live from The Venue-optreden. Deze zal ook digitaal beschikbaar zijn. Alle drie de versies zijn inmiddels uitgebracht.

Deze releases vieren het belang van Rory Gallagher, die mogelijk de meest opgenomen muzikant van de BBC was in de jaren 70. Deze set is samengesteld uit de BBC-archieven en Rory Gallaghers eigen transcriptieschijven en off-air cassetteopnames. De boxset beslaat 16 jaar van zijn carrière (1971-1986) en bevat hoogtepunten zoals het Sight & Sound-concert in 1977, de hoofdact van Gallagher op het Reading Festival in 1980 en het emotionele At Midnight-concert live vanuit de Ulster Hall in Belfast in 1984.

Onlangs aangekondigd zal veilinghuis Bonhams The Rory Gallagher Collection veilen, die bestaat uit een uitzonderlijke selectie gitaren, versterkers en accessoires uit Rory Gallaghers leven en carrière, en wordt geleid door zijn iconische Fender Stratocaster uit 1961, die is beschreven als “de meest herkenbare Strat in de rockgeschiedenis” vanwege zijn versleten uiterlijk. Deze gitaar werd oorspronkelijk in 1963 door Rory gekocht voor £ 100 op krediet van de eigenaar van Crowley’s Music Store in de Zuid-Ierse stad Cork en wordt beschouwd als de eerste Stratocaster die het naar Ierland heeft gehaald. Gallagher speelde het beroemd gedurende zijn hele carrière en dat is uitgebreid te horen op de opnames in dit BBC-pakket.

Nick Hornby, auteur (Tore Down): “Dat was het eerste nummer dat ik ooit hoorde spelen… Het is een BBC-opname van Rory Gallagher die in juli 1972 speelde in het Paris Theatre in Londen. En ik zat in het publiek, 15 jaar oud, en die openingsmaten waren genoeg om me te laten beseffen dat dit iets was dat ik steeds opnieuw wilde doen… Tore Down was mijn introductie tot live, luide, versterkte blues en toen Gallagher klaar was, kon mijn 15-jarige ik zijn opwinding niet bedwingen. Hij rende naar voren om Rory’s hand te schudden… Toen de BBC het concert uiteindelijk uitzond, nam ik het op door de microfoon van mijn logge cassetterecorder tegen de luidspreker van onze oude transistorradio te houden en ik luisterde steeds opnieuw naar die band.”

Gurriers – Come And See

Gurriers – Come And See (No Filter/Mattan)

Ze maken een verpletterende indruk tijdens Haldern Pop 2023. Zo’n optreden waaraan je louter goede herinneringen bewaart. De spiegeltent verandert in no time in een grote pogo, waaraan zanger Dan Hoff maar al te graag even deelneemt. Gurriers’ explosieve punk en noise is aanstekelijk en loopt over van de kwaliteit. Erg veel goeie postpunkliedjes, met shoegaze-elementen. Dublin stond al láng op de kaart en nu nog wat steviger.

“We’re angry, but we’re lovely people”, heeft Hoff weleens laten aantekenen in een interview. Over de essentie van de muziek van zijn band. Die sociaal geëngageerde teksten niet uit de weg gaat. Zoals in een van de prijsnummers Prayers. ‘And now the pope says his prayers to those empty rows of chairs.’ Een melodieuze song, met tempowisselingen, waarin beukende drums en krassende en schurende gitaren toch ook hun werk doen.

Opvallend is het ruim een minuut durende Interlude. Een prettig intermezzo, als rustpunt, baken of hoe je het ook wil noemen, in het midden van een plaat die verder weinig momenten van bezinning kent.

Come And See is een album waarop je heel goed kunt horen dat er niet over een nacht ijs is gegaan. Geweldig geproduceerde plaat bovendien, door Alex Greaves, die eerder al vakwerk afleverde voor bijvoorbeeld Yard Act en Working Mens Club. Dublin blijft maar kwaliteit leveren. Ongelooflijk. Pieter Visscher

 

 

 

Bright Eyes – Five Dice, All Threes

Bright Eyes – Five Dice, All Threes (Dead Oceans)

Hij is niet de makkelijkste jongen, die Conor Oberst van Bright Eyes. Geregeld spelend met alles wat zijn omgeving maar zou kunnen verwarren. Van openlijke suïcidegedachten tot veel te veel alcohol. Maar Oberst lijkt wel in de beste vorm van zijn leven, opeens, wat leidt tot een prachtplaat, vol hartstocht en opvallend veel optimisme. Five Dice, All Threes is overheerlijk.

Niettemin zou Oberst Oberst niet zijn om met een liedje als Tiny Suicides op de proppen te komen. Spelend met zijn macabere gevoel voor humor. Laten we het zo maar noemen.

Er zijn dertien songs te vinden op het album en het lukt maar niet om daar een zwakke broeder tussen te vinden. Zelfs niet als Matt Berninger van The National zich ermee gaat bemoeien. The Time I Have Left is weliswaar niet het sterkste wat we voorbij horen komen, maar we noteren ook nu een voldoende.

Five Dice, All Threes is indiepoprock die we de hele dag wel willen beluisteren. We horen opvallende strofes voorbijkomen, waaronder ‘Elon Musk in virgin whites/ I’ll kill him in an alley over five dice.’ Maar ook: ‘I hate prophets / I hate L.A. shamans / Abraham, Adam and Isaiah and Mohammed / David Koresh, Jim Jones and Boeddha.’ Waardoor we kunnen concluderen dat ook Oberst niet al te veel op heeft met alle knotsgekke religies en hun zogenaamde goden.

Verfrissend daarnaast zijn de diverse filmdialogen die door het album zijn verwerkt. Wat Oberst ook doet met zijn dobbelstenen, hij gooit continu vijf zessen. We geven een staande ovatie, dansen massaal de horlepiep en trekken in alle enthousiasme ook nog eens twaalf flessen champagne open. Wát. Een. Plaat! De aarde krijgt plots weer wat kleur op de wangen. Halleluja. Pieter Visscher

Fontaines D.C. – Romance

Fontaines D.C. – Romance (XL Recordings)

Fontaines D.C. heeft een eenvoudig, doch mooi eerbetoon in petto in het cd-boekje van vierde worp Romance. R.I.P. Shane and Sinéad staat er geschreven. Beiden overleden in 2023. Zowel MacGowan als O’Connor hebben hun voetafdrukken overduidelijk staan in de Ierse hoofdstad, evenals Fontaines, uit Dublin City.

Romance zou je met enige fantasie het meest romantische album van de band kunnen noemen. Het is in elk geval de sterkst ingetogen plaat van de vijf rockers, die (tijdelijk?) wat van de postpunk zijn afgedreven, maar dit jasje zit ze ook als gegoten.

De stijlbreuk lag niet geheel voor de hand, terwijl de Ieren al ruimschoots hebben bewezen ook in het wat lichtere segment moeiteloos overeind te blijven. Dat horen we immers al sinds debuut Dogrel van vijf jaar terug. En dan te bedenken dat Romance reeds de vierde is. En dan heeft belangrijkste liedjesschrijver en zanger Grian Chatten ook nog eens een (verdomd lekker) soloalbum afgeleverd, in 2023: Chaos For The Fly.

James Ford is voor het eerst actief als producer voor Fontaines D.C. We kennen hem van zijn werk voor onder meer Arctic Monkeys, Depeche Mode en Gorillaz. Ford zit achter talloze toetsen en knoppen op Romance, waaronder de legendarische Moog-synthesizer. Hij speelt bovendien gitaar. Laten we ‘m het zesde bandlid noemen op het album.

Een plaat zonder teleurstellingen. Elk nummer wil je veel vaker horen. Fontaines D.C. is in een kort tijdsbestek uitgegroeid tot belangrijkste band in Ierland. Alle klappen zijn tot nu toe raak geweest en dat met zo’n ongekend arbeidsethos, hoewel nog ver verwijderd van dat van King Gizzard & The Lizard Wizard (eenzame hoogte).

De teksten van Chatten zijn vaak een open boek. Bijvoorbeeld over zijn paniekaanvallen, in Starburster. Waarin je hem ook letterlijk naar adem hoort happen. Meesterlijke vondst.

Hoewel de Ieren zeggen beïnvloed te zijn door artiesten als The Cure, Velvet Underground, Joy Division en The Fall is Fontaines D.C. toch vooral een band die met name klinkt als Fontaines D.C. Een formatie die ontzéttend hard op weg is een van de grootste bands op deze rare aardkloot te worden. Pieter Visscher

Malice K – Avanti

Malice K – Avanti (Jagjaguwar)

De Amerikaanse multi-instrumentalist Alex Konschuh gaat schuil achter het pseudoniem Malice K. Hij woont tegenwoordig in New York en daar is de wildebras tot muzikale daden gekomen. Hoppend van feest naar feest, met gebruik van de nodige middelen.

Een zeer persoonlijk debuut is dit Avanti. Zo is het lekker stevige You’re My Girl, waarin we overduidelijk (ook) invloeden van Nirvana bespeuren, een liefdesliedje, waarin hij zijn tijd als dakloze beschrijft: “I’ve been around from couch to couch and made the most of what I’ve got. You know it’s not a lot.” De zelfkritische Konschuh heeft meeslepende liedjes op plaat gezet. Elf stuks. En elf stuks lang stelt hij niet teleur. “My love’s like a hand grenade; might kill us both if I let go tonight.”

Muzikaal lastig te vangen en dat maakt Avanti des temeer een uitdagende plaat. We horen dus wat grunge, maar vooral veel rauwheid; ongepolijste nummers die ronduit uitstekend passen bij het rasperige stemgeluid van Konschuh, die ook nogal wat gevoel in zijn stem weet te leggen. Het vrij ingetogen startende Fade is daar een goed voorbeeld van. De erupties komen wat later.

Avanti is een album waarop de chaos in Konschuhs briljante koppie op uiterst knappe wijze wordt gekanaliseerd richting goeie rockliedjes. De Amerikaan beeldhouwt er ook nog naast. Maakt extra nieuwsgierig na het horen van deze plaat. Steengoed debuut. Pieter Visscher

Bonny Light Horseman – Keep Me On Your Mind

Bonny Light Horseman – Keep Me On Your Mind (Jagjaguwar)

Anaïs Mitchell, Eric D. Johnson en Josh Kaufman zijn de drijvende krachten achter Bonny Light Horseman. Gestart als gelegenheidsband, maar inmiddels is dit plaat drie. De eerste twee kennen we van diverse, uiteenlopende formaties, Mitchell voornamelijk van soloalbums. Niet de minste soloalbums.

Keep Me On Your Mind staat stijf van de mooie liedjes. Anaïs Mitchell en Eric D. Johnson beschikken beiden over een prettig stemgeluid, goed gedijend in de smaakvolle indiesongs waarin we de nodige invloeden uit de folk en country horen, met een vleugje soul her en der en zelfs wat jazz. Een zomerse plaat, met de nodige samenzang. We dansen er voorzichtig op. Dat kan allemaal.

Dat de plaat erg consciëntieus tot stand is gekomen is goed hoorbaar aan de smaakvolle arrangementen van het drietal. Hier is niet over een nacht ijs gegaan. Ze deden er vijf maanden over om de verhalende liedjes samen te smelten tot een coherent geheel.

Is Old Dutch een ode aan Nederland? Het zou zomaar kunnen. Het is een van de fraaiste liedjes op de plaat. Een betoverende melodie zorgt voor iets verleidelijks waardoor je als luisteraar vrijwel subiet voor de bijl gaat. Keep Me On Your Mind is een schitterende verzameling nummers geworden. Onthoud dat. Pieter Visscher

 

McCartneys ‘smokkelwaar’ One Hand Clapping eindelijk officieel beschikbaar

Het wachten is voorbij: met de release van Paul McCartney & Wings’ One Hand Clapping heeft een van de meest gesmokkelde livealbums in de muziekgeschiedenis eindelijk een echte release gekregen.

In augustus 1974, toen Band On The Run zeven weken lang op rij op nummer 1 stond aan de top van de Britse albumcharts, gingen Paul McCartney en Wings naar Abbey Road Studios voor de opnames van een videodocumentaire en mogelijk een livestudioalbum: One Hand Clapping. Ondanks de overweldigende vraag naar nieuw opgenomen materiaal van de grootste band ter wereld van dat moment, werd One Hand Clapping nooit officieel uitgebracht.

De release van One Hand Clapping, gedurende vier dagen gefilmd en opgenomen en geregisseerd door David Litchfield, is een historisch moment voor fans van Paul McCartney. Door de jaren heen zijn verschillende delen van One Hand Clapping met wisselend succes gesmokkeld. Een deel van het materiaal is ook verschenen op officiële McCartney-releases. De release van One Hand Clapping, met het originele artwork dat voor het project is ontworpen, inclusief een tv-verkoopbrochure voor de destijds nog niet uitgebrachte film, is echter de eerste keer dat de audio voor de film wordt opgenomen.

One Hand Clapping toonde de nieuwe line-up van Wings, vers van hun terugkeer uit Nashville, waar ze de klassieke single Junior’s Farm opnamen. Na het plotselinge vertrek van Denny Seiwell en Henry McCullough vorig jaar, aan de vooravond van de opname van het Wings-meesterwerk Band On The Run, kregen Paul, Linda en Denny Laine nu gezelschap van gitarist Jimmy McCulloch en drummer Geoff Britton. Daarnaast kwamen orkestarrangeur Del Newman en saxofonist Howie Casey bij de band in de studio, die eerder met Paul in Hamburg had gespeeld en zich bij de Wings-tourband zou voegen.

Het album begint met een instrumentale jam die het One Hand Clapping-themalied zou worden en bevat live-in-studio-vertolkingen van Wings-megahits Live And Let Die, Band On The Run, Jet, My Love, Hi, Hi, Hi, Junior’s Farm, Paul’s geliefde solonummer Maybe I’m Amazed, herwerkte fragmenten van Beatles-klassiekers Let It Be, The Long And Winding Road en Lady Madonna, de Moody Blues-hit Go Now met zang van Denny Laine, en een Paul-solo-pianoversie van de Harry Akst/Benny Davis Tin Pan Alley klassieker Baby Face.

One Hand Clapping is uitgebracht in meerdere formaten, waaronder een online exclusief 2lp + 7”-pakket met een exclusieve vinylsingle van niet eerder uitgebrachte solo-optredens opgenomen op de laatste dag van de sessies in de achtertuin van de Abbey Road-studio’s. Deze omvatten het nog niet uitgebrachte nummer Blackpool, het iconische Blackbird van The Beatles, Wings B-kant Country Dreamer en coverversies van Eddie Cochran’s Twenty Flight Rock (het eerste nummer dat Paul voor John Lennon speelde toen ze elkaar in 1957 ontmoetten) en Buddy Holly’s Peggy Sue.

 

One Hand Clapping dient als een viering van de blijvende erfenis van Paul McCartney en Wings. Het legde een moment vast waarop Wings hun kenmerkende geluid had gevonden en gedefinieerd – net zoals Paul het decennium daarvoor de populaire cultuur had vormgegeven met The Beatles, deed hij dat in de jaren zeventig opnieuw met Wings. Deze opname geeft inzicht in de innerlijke werking van de band terwijl ze samen in de studio werken en spelen. Het onderstreept ook het ongelooflijke talent van Paul als live-artiest: vijftig jaar later speelt Paul nog steeds veel van deze nummers in volle stadions over de hele wereld.

King Hannah – Big Swimmer

King Hannah – Big Swimmer (City Slang)

Toen King Hannah ruim twee jaar terug debuteerde met het prima I’m Not Sorry, I Was Just Being Me had je meteen al het idee dat er veel meer in het vat zou zitten. En zie nu: Big Swimmer is een immense stap voorwaarts. Een hinkstapsprong? Zonder twijfel.

De invloeden die je hoort op de plaat zijn wat diverser dan op het debuut. Zo kopieert Hannah Merrick in New York, Let’s Do Nothing bijna het stemgeluid van Florence Shaw van Dry Cleaning en zou de song ook niet misstaan op een van de albums van de Londense postpunkformatie. Merrick raakt wel wat vaker aan Shaw.

Hannah Merrick uit Liverpool heeft met Merricks kameraad Craig Whittle een avontuurlijke gitarist naast zich staan die voor veel extra diepte zorgt in het geluid van de in de studio en live met twee man uitgebreide formatie. Het bedaarde timbre van Merrick doet niet alleen denken aan dat van Shaw, ze moet de laatste jaren ook hebben geluisterd naar Kurt Vile.

Extra kers op de taart is de aanwezigheid van Sharon Van Etten op Big Swimmer. De mix van experimentele pop en rock en folkrock zorgen voor een rijk palet aan melodieuze uitspattingen op een plaat die een heel prettige soort gruizigheid als sluier om zich heen heeft gewikkeld. King Hannah staat in september driemaal op Nederlandse podia. Ga dat zien. Pieter Visscher

 

 

 

Goat Girl – Below The Waste

Goat Girl – Below The Waste (Rough Trade)

Zestien nummers maar liefst op de derde plaat van Goat Girl. De band uit Londen die niet eerder zo experimenteel voor de dag is gekomen. Het bevalt over het algemeen prima.

Leadzangeres Lottie Pendlebury is ouderwets in vorm. Haar stem, net zo rauw als uitdagend als lieflijk blijft er een om zielsveel van te houden. Past zo geweldig bij de met veel poppie elementen ingekleurde postpunk van de band.

Below The Waste is een heerlijk diverse plaat geworden, waar we luisterbeurt na luisterbeurt enthousiaster over worden. Neem het opstandige geweld van TCNC met Pendlebury die het op haar heupen heeft. Worden we bij Pinguin Radio erg blij van, zoals we al vanaf het begin van de band een bepaald soort begeestering nooit onder stoelen of banken hebben gestoken.

Wanneer Pendlebury lichtjes kreunt, in het wat ingetogen, maar speelse Tonight, merk je des temeer dat Below The Waste anders klinkt dan de twee voorgangers. Het lijkt muzikaal allemaal wat doordachter. Het is niet uit te sluiten dat de rol van producer John Spud Murphy (onder meer Lankum en Black Midi) een schot in de roos is geweest. Pieter Visscher