Wives – So Removed

Wives – So Removed (City Slang/Konkurrent)

Ze zullen de meeste albums van Pixies hebben beluisterd, de mannen van Wives en dat doen ze goed, want er zijn mindere bands op deze aardkloot voorbijgekomen om inspiratie uit te putten.

So Removed is het debuut van de vier uit Queens en het mag er zijn. Met name de het-zal-me-wel-even-lekker-allemaal-aan-m’n-reet-roesten-gast!-mentaliteit spreekt aan. Die attitude staat de band uitstekend. Komt met name door het zanggeluid van James Beach, die bovendien de gitaarpartijen voor zijn rekening neemt. Want dat kan-ie ook.

Wives haalt de mosterd niet alleen bij Pixies, want we horen ook flarden Sonic Youth en Nirvana en The Velvet Underground duikt zelfs op zo nu en dan. Een ratjetoe aan referenties, zonder dat er overdreven veel leentjebuur wordt gespeeld. Dat verdient extra applaus. The Strokes, zegt u?

Het rammelt en rockt en kan bij de platenboer met speels gemak tussen de punkplaten worden gezet, omdat ook uit die stroming flink wordt gepeurd. Maar dan is zo’n enigszins stroperige rocker als Even The Dead met zijn 5.41 minuten weer veel te lang en zeker niet puntig genoeg. Gelukkig wordt een Whatevr (één e te weinig inderdaad, maar whatever) onder de twee minuten gehouden en zou Johnny Rotten er glimlachend zijn goedkeuring aan geven. Net als aan Hideaway. Een liedje met cocaïne als thema. Dat horen we vaker bij gelijkgestemden.

Het gros van de songs schommelt rond de drie minuten. Een lengte waarmee we zonder meer uit de voeten kunnen. Wives komt er wel. Pieter Visscher

LIVEDATA 18/11 Le Botanique, Brussel 19/11 Cinetol, Amsterdam 20/11 Vessel 11,
Rotterdam

Kim Gordon – No Home Record

Kim Gordon – No Home Record (Matador/Beggars)

Is dat Kim Gordon zelf op de hoes van haar eerste soloalbum? Dat is het eerste wat je je afvraagt wanneer je de plaat eruit haalt. De 66-jarige noisegodin uit New York heeft gelaatstrekken die bij haar leeftijd passen, maar is geestelijk en lichamelijk nog zo fit als de pest.

Gordon richtte een kleine veertig jaar terug Sonic Youth op, met onder anderen Thurston Moore, met wie ze later trouwde en van wie ze na een langdurig huwelijk scheidde. Het betekende ook het einde van Sonic Youth. Moore stortte zich op soloplaten, bleef daarmee zeer succesvol en ook vaak in de buurt van het geluid van de band waarmee hij groot werd.

Gordon maakte weliswaar ook platen naast Sonic Youth, met gelegenheidsformatie Free Kitten, maar geheel op eigen benen stond ze nog nooit. Daar is op haar 66ste dus verandering in gekomen. Op No Home Record zijn nog sporen van Sonic Youth terug te horen, maar niet overdreven veel.

Kim Gordon zit er uitermate warmpjes bij door alle successen met Sonic Youth en had ervoor kunnen kiezen de rest van haar leven op het platteland te gaan wonen, met kippen, varkens en een schaap. Maar nee, het muzikantenbloed kruipt waar het niet gaan kan en je wil uiteindelijk toch wat doen met die muzikale ideeën die maar blijven binnenkomen. Ze nam contact op met producer Justin Raisen (oa John Cale) en ze doken de studio in. Niet in New York, maar in Los Angeles. Even weg van alles moet ze hebben gedacht.

Op No Home Record horen we een Kim Gordon die vocaal niet veel anders doet dan op platen van Sonic Youth. Ze zet geen rare falset op, gaat niet grunten, noch hysterisch schreeuwen. Dat wulpse is er nog altijd, die eeuwige jeugd. Dat nog wel, gelukkig.

Het is bijna opwindend hoe ze kwinkeleert tijdens de opwindende punksong Hungry Baby, als ze niet alleen de bas- maar ook de gitaarpartijen voor haar rekening neemt. Air BnB is al net zo wild en schuurt tegen industrial aan. Don’t Play It is gevuld met tapeloops, waardoor Gordon enigszins in de voetsporen treedt van Lee Ranaldo, die daar in Sonic Youth ook weleens mee experimenteerde. Op Confusion Is Sex (1983) bijvoorbeeld.

Drumcomputers komen eraan te pas in Get Yr Life Back en Cookie Butter, het filmische Earthquake is net zo broeierig als subversief. No Home Record weet steeds dieper binnen te dringen, draaibeurt na draaibeurt. Een album net zo meeslepend als avontuurlijk als enerverend. Uitdagend daarenboven. Neem er de tijd voor en je wordt beloond. Pieter Visscher

 

 

 

Metronomy – Metronomy Forever

Metronomy – Metronomy Forever (Because Music/Caroline)

Het uitdagendste aan Metronomy is misschien wel dat de band vrijwel continu weet te balanceren op de scheidslijn tussen kunst en kitsch. Dat doen de Britten sinds het debuut Pip Paine, waarop nog duidelijk wordt gezocht naar een identiteit.

Alhoewel, band, het is voor 99 procent muziek die bij Joseph Mount uit de koker komt. Ik interviewde hem een paar jaar terug. Levensgenieter pur sang. Uitstekende songsmid bovendien. Dat bewijst hij met name sinds 2011, wanneer het verrukkelijke The English Riviera verschijnt. Volgestopt met uitmuntende popliedjes. Vaak met een zekere nonchalance gebracht. Dat jasje zit als gegoten.
Ook Love Letters (2014) puilt uit van de snel beklijvende en retedansbare popsongs. In iets mindere mate geldt dat voor Summer 08 (2016).
Dat de sterk op elektronica gefundeerde indiepop nog niet door het grote publiek omarmd is, is wat raadselachtig. Veel nummers lijken toch uiterst geschikt voor de commerciële radiozenders, al heeft Mount zich nog nimmer bezondigd aan autotune. Zal dat het zijn?

Enfin, we hebben hier Metronomy Forever voor ons liggen. Cd in een kartonnen uitklaphoes om u tegen te zeggen. Met fraai artwork van Française Anne Zeum, die dat al eerder voor haar rekening nam. Fleurig ingekleurde landschappen, die recht doen aan het geluid op de plaat. Nergens een sikkeneur te bespeuren. Escapisme waar we soms zo naar hunkeren. Metronomy deelt lekkernijen uit.

Subtiel is de op de bekende gitaarriff uit Nirvana’s Smells Like Teen Spirit lijkende riff in Insecurity, die net genoeg afwijkt om de erven Cobain niet naar de smartphone te doen grijpen. En hoorden we dat basloopje niet eens eerder? Mount blijft een ouderwetse knutselaar wat dat betreft. Prince, een van zijn grote voorbeelden, is ook weer geregeld in de buurt.

Walking In The Dark is een geheel elektronisch uitstapje waarin met reggae wordt geflirt. Mount heeft zichzelf nog nooit beperkingen opgelegd; hij doet wat-ie wil. Zoals rechtgeaarde kunstenaars zichzelf te allen tijde geen beperkingen opleggen. De spot drijven met conventies, dat kan Mount als geen ander. De band staat maandag in de Melkweg. Stijf uitverkocht natuurlijk. Pieter Visscher

 

LIVEDATA 28/10 Melkweg, Amsterdam

 

Iggy Pop – Free

Iggy Pop – Free (Caroline)

Het grootste geheim van Iggy Pop is dat, hij zegt het zelf, hij altijd het kind in hem levend heeft gehouden. Don’t grow up als levensvisie. Zegt de man die zo’n beetje alles in zijn leven heeft gedaan wat onhandig is. Met name al die drugs. Hij is 72 inmiddels en laat op het muzikaal uitdagende Free horen nog wel een aantal jaren mee te kunnen.

Fijne uitklap-cd-hoes met dito liner notes van Iggy, waarin hij zijn ziel blootlegt. Chronisch onzeker; hij deelt het met de massa. Zijn hoeveelste album is dit eigenlijk? We zijn de tel kwijt. Zijn achttiende soloplaat? Dan laten we de platen met The Stooges gemakshalve even achterwege. Wat nauwelijks achterwege kan worden gelaten is de geest van David Bowie, die rondwaart op Free. Bowie, die Iggy geregeld bij de hand nam muzikaal, galmt overduidelijk na in Sonali, een song die niet had misstaan op Bowies Blackstar. Dirty Sanchez verraadt schatplichtigheid aan, ook niet de minste, Ennio Morricone. De trompet van Leron Thomas is niet te versmaden. Tijdens Glow In The Dark flikt-ie hetzelfde kunstje. Net zo fijnzinnig is het welhaast hypnotiserende drumwerk van Thibaut Brandalise, die de song episch en onweerstaanbaar maakt. Jazz en rock omhelzen elkaar.

Leron Thomas’ trompet is tijdens het vrijwel tekstloze openings- alsook titelnummer het prominentst aanwezig. Mooie opmaat naar Loves Missing, waarin vlagen van Joy Division zijn terug te horen. De trompet van Thomas wordt naar de achtergrond verdrongen door gitaar en drums, maar is belangrijk voor de spanningsopbouw van het nummer. Iggy’s vocalen komen in de finale uit zijn tenen. Je voelt dat-ie knokt, hetgeen net zo aandoenlijk als meeslepend is. Op drums ditmaal Chris Berry.

De ruim een halfuur durende plaat wordt afgesloten met het indringende The Dawn. Een soundscape met spoken word van de rocker. “If all else fails. It’s good to smile in the dark. Love and sex are gonna occur to you. And neither one will solve the darkness.” Pieter Visscher

 

LIFE – A Picture Of Good Health

LIFE – A Picture Of Good Health (Afghan Moon/PIAS)

Onduidelijk of het beklijvende basloopje in Burn Hour schatplichtigheid vindt in The Breeders’ Cannon Ball. Het heeft er zeker wat van weg in elk geval. Verder is LIFE vooral LIFE op A Picture Of Good Health, dat de opvolger is van het prima debuut Popular Music (2017), waarvan de titelsong ongeveer het beste was wat in dat jaar op plaat werd gezet. LIFE schrijf je in kapitalen, net als IDLES in kapitalen wordt geschreven. Gelijkgestemden, vrienden bovendien, uit Engeland. Voortrekkers van de huidige punkscene, die heter dan ooit is. Sterke releases volgen elkaar in hoog tempo uit. Komen de bands niet uit Amerika, dan komen ze wel uit Engeland.

LIFE is niet meer het LIFE van twee jaar geleden, want er is een vrouw binnen de gelederen. Lydia Palmeira is de vervangster van Loz. Haar vocale inbreng is minimaal, want handelsmerk van de band uit Hull is voor een groot deel het stemgeluid van Mez Green. Woest als het moet, melodieus net zo makkelijk.

De band kwam op Popular Music met politieke thema’s als Brexit en Donald Trump op de proppen, A Picture Of Good Health is een stuk persoonlijker. Het punkgeluid is wat breder, hoekiger ook en wat meer to the point. Er staan meer songs op die snel blijven hangen, waardoor je zou kunnen concluderen dat de hitgevoeligheid wat sterker is en dat doen we dan ook. Neem een Moral Fibre, dat een dikke anderhalve minuut knalt. Dat strookt met de punkgedachte, maar het is zo’n sterk liedje dat je zou willen dat het wat langer duurde. “I love your cocaine tables’, zingt Mez. “Moral Fibre is a stinging and frenzied shut up and step aside”, duidt hij de tekst. “A tongue in cheek reflection on the music industry, that beige scene, those that pimp poverty from mummy’s detached house, those that trade in fair-trade cocaine and those that preach behind their keyboard. I’m taking the piss, but I’m deadly serious!”

Een hit van het niveau Popular Music staat niet op A Picture Of Good Health, hoewel It’s A Con qua drive en gejaagdheid in de buurt komt. Al met al is het een sterker album, met domweg beter songmateriaal en sterker geproduceerd bovendien. Door Luke Smith (Foals) en Claudius Mittendorfer (Parquet Courts, Weezer, Johnny Marr). Pieter Visscher

LIVEDATA 19/10 Left of the Dial Festival, Rotterdam 20/10 Cinetol, Amsterdam 21/10 Kavka, Antwerpen

 

TaxiWars – Artificial Horizon

TaxiWars – Artificial Horizon (sdban/DGR Music)

Die tenorsaxofoon van Robin Verheyen in de door Tom Barman gedragen ballade Irritated Love is om bij weg te smelten. Zo fraai is het vaker op het derde album van TaxiWars, het Belgische gezelschap rondom Barman en zijn compagnon, jazzmuzikant Verheyen.

Barman, dat wisten we al veel langer, is veel te creatief om zich louter met dEUS bezig te houden en het levert ook nog eens pareltjes op. Ook met het dancegeoriënteerde Magnus. Barman haat stilzitten. Barmannen zijn überhaupt wat drukkig.

Artificial Horizon is de derde worp van de Belgen, die met Nicolas Thys (bas en backing vocals) en Antoine Pierre (drums, backing vocals en keyboard) niet de minste musici bij zich hadden in de studio. Barman zelf zingt en rapt, zit achter de piano en doet wat met percussie. Verheyen speelt naast de saxofoon op orgel, keyboards, piano en verzorgt de vioolarrangementen.

Er kan volop gedanst worden op het verrukkelijk swingende Sharp Practice, waarin ook een glansrol is weggelegd voor het scherpe stemgeluid van Kelly de Brabanter, in het dagelijks leven vooral muziektherapeut. Hetzelfde geldt voor Ellen Steegen, in het bezit van een master uitvoerende muziek jazz/pop, die ze behaalde aan het Gentse conservatorium. Cellist Pieter Stas krijgt alle ruimte om te excelleren tijdens Infinity Cove.

Vioolkwartet Quatuor Alfama wordt tijdens het wiegende Different Or Not omhelst door Verheyen, die niet schroomt uit de bocht te vliegen wanneer daar ruimte voor is. Tijdens The Glare neemt hij nog wat sterker de regie in handen. Het levert uitdagende, hoekige jazz op. Vrijwel nergens krijg je op Artificial Horizon de ruimte om te twijfelen waar Barmans roots liggen: in de rock. Pieter Visscher

LIVEDATA 08/11 Grenswerk, Venlo 09/11 Paradiso Noord, Amsterdam 10/11 Ancienne Belgique, Brussels 11/11 Reflektor, Luik
14/11 LantarenVenster, Rotterdam

Sam Fender – Hypersonic Missiles

Sam Fender – Hypersonic Missiles (Polydor/Universal)

Hoe je het ook wendt of keert, de intrede van digitaal aangeboden muziek sloeg een krater in de romantiek van muziekbeleving.
Gelukkig niet volledig de nek omgedraaid, want er zijn nog platenzaken. Pareltjes in de door eenheidsworsten gedomineerde stadsharten. Laten we ze koesteren.
Want wees eerlijk: er gaat niets boven een fysieke geluidsdrager in je handen. Zo’n plaat uit de hoes halen; natuurlijk, het is geen orgasme, dat is wat gechargeerd, maar je wordt er zó verdomd gelukkig van. Het cd-boekje, met al die details, de liedteksten. Waar is de handel opgenomen, hoe heet die producer?

Jongen die het snapt is Sam Fender (25). Oude ziel in een jong lichaam. Dat hoor je terug in zijn muziek en lees je terug in zijn teksten. Hij werd geboren toen het cassettebandje al lang uit de gratie was. De compactdisc en cd-speler werden immers grootschalig aan de wereld gepresenteerd in 1982. Wat een gemak en wat een vooruitgang, met alle respect, ten opzichte van de cassetteband. Je had dat potlood ook niet meer nodig als de boel weer eens was vastgelopen. Fuck!

Niettemin, in een hang naar eerdergenoemde nostalgie, beleeft het cassettebandje, door sommigen muziekcassette genoemd, een soort renaissance. Ook Sam Fenders debuutalbum Hypersonic Missiles is op cassette verschenen. Met name in de Verenigde Staten is deze geluidsdrager bezig aan een nieuwe opmars. Toch zijn er weinigen in de muziek die er naast vinyl en cd voor kiezen. Maar die oude ziel in een jong lichaam dus wel. Lang leve Sam Fender. Mind you: Hypersonic Missiles is ook gewoon op plaat en cd verkrijgbaar.

Sam Fender is die Engelse gozer die de muziekwereld in 2017 uit het niets veel mooier maakte met de prachtsingle Play God. Tekstueel ‘flirtend’ met dystopie, schatplichtig aan George Orwell. Bij ondergetekende ging het subiet tienmaal op repeat. Verslavend ritme, tekst die stevig binnenkomt en een stem die in de verte doet denken aan die van Jeff Buckley. Jongen om in de gaten te houden.

En nu, twee jaar later, is er het debuut van de man uit Newcastle. Dertien nummers staan erop. Geen mispeer te vinden. Is de indiepop en -rock muzikaal wat minder spannend – Two People en Call Me Lover? Fenders stem redt de zaak. Hij heeft er de tijd voor genomen en het resultaat is er naar. Geen haastwerk. Heeft ie vast geleerd van z’n zingende pa, die de nodige honneurs krijgt in de liner notes. “When that pimary school teacher said I was shit at everything, you said “What about his drawing?” Who the fuck likes maths at 7 years old anyway?”

Hypersonic Missiles is geen typische singer-songwriterplaat geworden, maar een bandalbum. Met multi-instrumentalist Fender geregeld zelf op bas, gitaar, achter synthesizer, piano en orgel en drummend. Het levert een coherent geheel op, dat wordt afgesloten met bonustrack Use. Live opgenomen. Sam Fender achter de piano in een gedragen song waarin hij zangtechnisch alle registers opentrekt en in de finale wel heel erg raakt aan Jeff Buckley. Pieter Visscher

LIVEDATA 05/11 Melkweg, Amsterdam (uitverkocht) 06/11 La Madeleine, Brussel (uitverkocht)

 

Whitney – Forever Turned Around

Whitney – Forever Turned Around (Secretly Canadian/Konkurrent)

Opeens is Whitney daar, met de heerlijke hit No Woman. Het is 2016 en je weet meteen dat het raak is. Het hele album van de band klopt ook nog eens en die falset van zingende drummer Julien Ehrlich went sneller dan gedacht. De Amerikanen teren inmiddels ruim drie jaar op het album Light Upon The Lake en daarom is het fijn dat de nieuwe plaat er is.

Forever Turned Around is geen album geworden dat laat horen dat de band muzikaal enorme sprongen heeft gemaakt. Het is een album dat voortborduurt op de kwaliteit van het debuut. De folky countrypoprock van het in Chicago residerende gezelschap ademt nog altijd gemoedelijkheid en zorgzaamheid. Zwaarmoedig wordt het gelukkig nooit. Past ook niet echt bij die stem van Ehrlich, eerlijk gezegd.

De instrumentatie is andermaal rijk, met strijkers en blaasinstrumenten. Het voorkomt min of meer dat een enkele song mogelijk iets te sterk voortkabbelt. Echte uitschieters zijn dan ook niet te vinden op Forever Turned Around, dat een soort herfstachtige kleurenpracht oproept, wanneer je de ogen sluit. De albumcover sluit daar naadloos op aan.

Speels is het instrumentale, ruim twee minuten durende Rhododendron. Lekker jazzy, een trompet pakt de hoofdrol. De heren moeten gelachen hebben bij het bedenken van die titel: Rhododendron. Had Tol Hansse nog geleefd; hij zou er zonder twijfel zijn goedkeuring aan hebben gegeven. Achter de Rhododendron was immers een van zijn grote hits, in 1978.

Mooie woorden van de band op de cd-hoes voor geliefden en zij die meespelen op Forever Turned Around. De wereld wordt een stuk mooier van bands als Whitney. Dat er geen nieuw No Woman te vinden is op de tweede worp zien we daarom moeiteloos door de vingers. Pieter Visscher

LIVEDATA 18/11 Paradiso, Amsterdam  19/11 Ancienne Belgique, Brussel

 

 

Seratones – Power

Seratones – Power (New West Records)

Het is goed mogelijk dat Seratones nog niet is opgepikt door het grote publiek omdat debuut Get Gone (2016) te veel kanten uit waaide. Van punk, naar garagerock, naar soul. Mijn schoonmoeder zou er nerveus van worden. Nu definitief een richting lijkt te zijn gekozen, althans met tweede album Power, lijkt de band klaar om een groot publiek te gaan bereiken. Want Power is een klassealbum.

Voornaamste wapen van de band uit Shreveport, Louisiana is het stemgeluid van voormalig gospelzangeres A.J. Haynes, die doet wat ze maar wil met haar stem. Met speels gemak zet ze de nummers op Power naar haar hand.

Met teksten over rassengelijkheid, het recht op abortus, milieutoestanden, poëzie en persoonlijke sores word je net zo bij de les gehouden als muzikaal. De (rauwe) soulrock waarvoor gekozen is, lijkt een blijvertje. Al draait Haynes haar hand dus ook niet om voor punk of garagerock. Niet alle klappen zijn raak op Power, maar de meeste wel – erg raak zelfs. Terwijl het nogal een klus was om alle neuzen dezelfde richting in te krijgen bij het tot stand komen van het album.

“We went through a pretty dramatic shift with this record,” legt Haynes uit. “The band lineup, the creative process, the sound: all of it changed in ways that really reflected our growth and evolution. With this album, I knew that I really wanted to draw from the pantheon of soul music. Soul was what I danced to in the kitchen with my mother. It’s what I’d come home at night and listen to on my record player. Things are really heightened and scary and overwhelming in this country right now, and returning to soul music was a way of reaching for comfort and security in all of that.”

In feite is Haynes dus heel dicht bij zichzelf gebleven en dat heeft geleid tot een van de allersterkste nummers die dit jaar zijn verschenen: titelnummer Power (sublieme, heerlijke video ook!). Voor de productie, lekker rauw, is Cage the Elephant-gitarist Bradley Shultz verantwoordelijk. Hij moet met gepaste afgunst hebben geluisterd naar het eindresultaat, vergeleken met het geluid van zijn eigen, niet onsuccesvolle bandje. Ja, had je A.J. Haynes maar gehad hè.

Want wat schiet ze ook zálig uit de startblokken in het gejaagde Heart Attack, dat ook al tot het beste behoort wat dit jaar is verschenen. Ook wanneer gas wordt teruggenomen op Power is het smullen geblazen. Gaat in vele eindlijstjes verschijnen in december. In die van ondergetekende bijvoorbeeld. 22 november speelt de band in Cinetol, Amsterdam. Pieter Visscher

 

 

 

Rory Gallagher – Rory Gallagher

Rory Gallagher – Rory Gallagher (Universal) 

Tijdens de laatste editie van Bospop viel het ook weer op hoe immens populair Rory Gallagher nog altijd is. Om de haverklap liep je iemand tegen het lijf met een T-shirt van de Ier. Die op 47-jarige leeftijd overleed, in 1995. Gallagher heeft wereldwijd nog een immense fanschare. Mensen die elkaar geregeld opzoeken. Gallagher leeft voort.

Prachtig is het geremasterde debuut van Gallagher dat nu is verschenen op 180 gram heavyweight vinyl. Het resultaat mag er zijn. Zo nu en dan klinkt het alsof je er bij bent wanneer je je ogen sluit. Bij Rory in de studio. Kraakheldere bluesrock, gezongen en gespeeld door een van de grootste gitaristen die de wereld heeft gekend. “The man who changed my musical life was Rory Gallagher. I picked up a guitar because of him”, vertelt een andere gitarist van bijzonder grote klasse: Johnny Marr. Brian May zegt zelfs dat hij zijn geluid te danken heeft aan Gallagher en ook U2’s The Edge is groot fan.

Gallaghers solodebuut, dat titelloos was en daarom Rory Gallagher heet in de volksmond, verscheen in 1971, nadat hij de Ierse bluesrockband Taste had verlaten. Onder meer Mitch Mitchell, bassist en drummer in The Jimi Hendrix Experience, deed auditie om in Gallaghers band te komen. Gallagher koos uiteindelijk voor twee muzikanten uit Belfast; drummer Wilgar Campbell en bassist Gerry McAvoy. Het powertrio knalde meteen uit de startblokken met een tien songs tellende klassieker – inmiddels.

Het speelplezier dat je terughoort, wordt misschien wel het best samengebald in het betrekkelijk korte (2.38) maar ook retevrolijke It’s You. Gallagher leeft zich uit op de mandoline en luisterend naar het drumwerk van Campbell weet je zeker dat hij met een lach van oor tot oor in de studio moet hebben gezeten. Gerockt wordt er uiteraard ook genoeg. Laundromat is een typische Gallagher-song, wat ook geldt voor Hands Up. Hoe vaker je luistert, des te sterker dringt de grootsheid van Gallagher weer tot je door. Neem ook zo’n I Fall Apart; wat een schoonheid. Wat een perfecte bluessong. Pieter Visscher