Fink – Resurgam

FinkFink – Resurgam (R’Coup’D)

Resurgam is het zesde album van Fink en na het succes van voorganger Hard Believer ligt de lat hoog. Heel hoog. Dat we mede dankzij het niet onsmakelijke tussendoortje Fink’s Sunday Night Blues Club Vol.1 inmiddels met smart op een nieuw album zaten te wachten maakte Fink de pis gelukkig niet lauw.

Resurgam is net als Hard Believer een groeibriljant; een plaat die zich niet in een keer laat vangen. Het album staat bol van experimenten en ligt weliswaar in het verlengde van zijn voorganger, vertoont zeker ontwikkeling, en er gaan diverse luisterbeurten aan vooraf voordat individuele nummers beklijven.
Samen met bandleden Tim Thornton (drum, gitaar) en Guy Whittaker (bas) heeft Fink weer gezocht naar onontgonnen gebied om heerlijk buiten de lijntjes te kleuren. Dit wordt direct duidelijk door het openings-, en tevens titelnummer, dat begint met onheilspellende drums, en een ijl basloopje. Het nummer, dat bijna negen minuten duurt is zeker gezichtsbepalend, maar niet per se representatief voor wat volgt.

Net als Hard Believer telt Resurgam tien tracks, maar het is – ook na diverse luisterbeurten – net iets harder werken voor de luisteraar. In eerste instantie lijkt het alsof de nummers in elkaar overvloeien. Zo eindigt het openingsnummer in een blur, waaruit Day 22 logisch tevoorschijn lijkt te komen, met een pompende, enigszins funky bas. En ook het derde nummer, Cracks Appear, lijkt na de uitdijende apotheose van Day 22 een logisch vervolg. Pas op Word To The Wise wordt de luisteraar door een summier pianospel gesommeerd bij de les te blijven. En terecht, want het blijkt een melancholische tranentrekker vanjewelste.
Noemenswaardig is ook Godshead, dat laag voor laag wordt opgebouwd, hoewel het net als de overige nummers per saldo slow/mid-tempo blijft, om vervolgens uit te doven als een kaars in de regen, terwijl we enigszins onbevredigd achterblijven en ons afvragen hoe de extended version mag klinken. Wordt hopelijk vervolgd met een 12”…

Toch kunnen we niet anders dan concluderen dat Resurgam onder de bezielende leiding van topproducer Flood, die we kennen van o.a. U2, The Killers, Warpaint en PJ Harvey, is uitgegroeid tot een spannend album met een indringend geluid. Loodzware drums, diepe bassen, fijne gitaren, maar vooral de stem van singer-songwriter Fink, maken het luisteren de moeite meer dan waard. Fink flikt het weer, en maakt met Resurgam opnieuw een indrukwekkende plaat! Tekst Muzine | Theo Stepper

LIVEDATA 20/11 AB, Brussel 21/11 Doornroosje, Nijmegen (sold out) 22-23/11 Paradiso, Amsterdam (sold out) 24/11 013, Tilburg 03/12 Oosterpoort, Groningen 04/12 Paard van Troje, Den Haag

 

The National – Sleep Well Beast

the nationalThe National – Sleep Well Beast (4AD)

Gelukkig, The National heeft weer een beetje scherpte teruggevonden in hun muziek. Dat maakt Sleep Well Beast weer een plaat die de moeite waard is tot je te nemen. Al zitten er ook weer genoeg kenmerken in die ‘m gevaarlijk slaapverwekkend maken.

Trouble Will Find Me ligt al weer wat jaren achter ons. Een teleurstellende plaat voor wie The National waardeerde om een venijnig nummer als Mistaken For Strangers van Boxer, 10 jaar geleden alweer. In vergelijking daarmee is veel van het huidige werk van The National te bedachtzaam, te zeer op het zachtaardige gericht in een streven gewoon mooi te zijn. En op hun voorlaatste release kreeg dat wel erg de overhand.

Het is alsof The National zich wat heeft aangetrokken van die voor de hand liggende kritiek. Op Sleep Well Beast horen we de overstuurde gitaren terugkeren, en klinken er weer wat scherpe randjes door in de melancholieke liedjes. Day I Die lijkt haast een boodschap te zijn. Op positie twee op de plaat, na het wiegende Nobody Else Will Be There, werkt die song als een schop onder je reet die begint met het voor de band typische hyper drumwerk. Uptempo, de stem van Matt Berninger nu eens ragfijn ondersteun door een tweede stem; in termen van The National een bijna barokke uitspatting.

Een enkele keer keert die scherpte terug. Met als rare uitschieter Turtleneck; hier lijkt het wel of de band zich voor de gelegenheid in leer heeft gehuld met als inzet een echte rocker te maken. Gelukt: dit nummer steekt als een zwerende vinger uit op de plaat, maar is helaas niet het beste liedje. Maar het getuigt in elk geval weer van een beetje durf om buiten de lijntjes te kleuren.

Wie nu schrikt omdat al die ingehouden schoonheid op Trouble Will Find Me hem of haar juist bekoorde, geen nood, want ook jij komt ruimschoots aan je trekken op deze nieuwe plaat. Weer zijn er van die voortrollende liedjes als Empire Line of mooie ballades gebaseerd op pianoklanken en de bariton van Matt Berninger zoals in Guilty Party. Zelfs zoveel dat zijn stem toch ook op deze plaat op den duur als een slaapmiddel dreigt te gaan werken. Mooi hoor die stem, en wat heeft hij een gekke timing. Maar dat weten we nu wel. Dat verrast ons niet meer, laat geen ontwikkeling zien van de band, maar dat zal veel fans die gewoon meer van dit moois willen vast worst wezen. Want toegegeven, er zitten weer pareltjes tussen die rustige liedjes. Tekst Muzine | Wim du Mortier

LIVEDATA 25 & 26/10 AFAS Life, Amsterdam (sold out)  30 & 31/10 Palais des Beaux-Arts, Brussel (sold out)

Foo Fighters – Concrete And Gold

foo fightersFoo Fighters – Concrete And Gold (SONY)

“De grootst klinkende rockplaat, van reusachtige proporties. Met het gevoel voor melodie en arrangement van producer Greg Kurstin.” (Adele, Beck, The Shins). Hij zat achter de knoppen tijdens de totstandkoming van Concrete And Gold, het negende album van Foo Fighters. Dave Grohl vervolgt: “Motörhead, dat een interpretatie geeft van Sgt. Pepper.” Zo zou Concrete And Gold moeten klinken, volgens Grohl. Niet meer en niet minder. Ongelooflijke ambities van een van de allergrootste rockformaties van de laatste decennia en zeker vandaag de dag. Missie geslaagd? Gedeeltelijk.

Voorloper van het album, eerste single Run, is een meesterlijke, vernietigende rocksong die alle pretenties waarmaakt. Maar Make It Right, bijvoorbeeld, is met alle respect een track die ook geschreven had kunnen zijn door Jesse Hughes van Eagles Of Death Metal. Je vraagt je zelfs af óf hij niet heel stiekem de ghostwriter is van het nummer. Grohl is groot fan van EODM. Daarom zien we het maar als een ode en wat is er eigenlijk mis met Eagles Of Death Metal? He-le-maal niets.

Maar staan er meer nummers van het niveau Run op Concrete And Gold? Want dat is dus ongeveer wat Grohl voor ogen had met de “grootst klinkende rockplaat ooit”. Het antwoord op die vraag luidt: ja. Het wat potsierlijk getitelde La Dee Da is net zo overtuigend, krachtig en in your face. Zonder het gevoel voor melodie te verliezen bovendien. Ook Arrows is zo’n rocksong van hoog niveau, edoch allesbehalve het “grootst klinkende” wat de Foos tot op heden op plaat hebben gezet.

Happy Ever After (Zero Hour) is, echt waar, een kampvuurliedje, met Dave Grohl op akoestische gitaar en de beeldschone Jessy Greene op viool. Het zou geschreven kunnen zijn door Paul McCartney, die nota bene de drumpartij voor zijn rekening neemt tijdens het niet al te bijzondere, gezellig wiegende Sunday Rain, met drummer Taylor Hawkins als zanger en de tweede stem voor Grohl. Kurstin zit achter de synthesizer. Zo is hij sowieso sterker bij de plaat betrokken dan alleen productiewerk, ook niet te beroerd voor onder andere wat achtergrondzang (Dirty Water) en piano en vibrafoon (Arrows).

Concrete And Gold is best een prima album, maar wie zich had verheugd op de “grootst klinkende rockplaat ooit van Foo Fighters” komt van een koude kermis thuis. Resumé: we zijn op het verkeerde been gezet door Grohl. Belhamel! Tekst Pieter Visscher

 

Susanne Sundfør – Music For People In Trouble

susanne sundforSusanne Sundfør – Music For People In Trouble (Bella Union)

De Noorse muzikante Susanne Sundfør is een bijzondere zangeres, met een engelachtige stem. Haar muziek is dromerig en stemmig en wordt geschaard onder pop, maar is beïnvloed door klassiek, jazz en ambient. Ze werkte met artiesten als Röyksopp, Nils-Petter Molvaer en Madrugada, maar is ook solo een niet te missen artiest. In Noorwegen is ze inmiddels beroemd. Music For People In Trouble is haar zesde album en ze ontving al een paar prestigieuze prijzen voor haar werk. Dit album is ook weer wonderschoon. Dromerig op een ongrijpbare manier, het beste te luisteren tijdens een heldere en donkere sterrennacht. Ze wordt vergeleken met Björk, Kate Bush en Lana del Rey, maar ze heeft een heel duidelijke en originele stijl, die wijst op een groot creatief talent. Er zijn ook wat verwijzingen naar folk en in haar muziek klinkt een oeroude traditie, die zij op een moderne manier weet vorm te geven. Een heel verrassende artieste, die muziek maakt, en afspiegeling is van haar veelzijdigheid. Tekst Mania Erik Mundt

LIVEDATA 15/09 Botanique Orangerie, Brussel (sold out) 18/09 Vondelkerk, Amsterdam (sold out)

Nothing But Thieves – Broken Machine

nothing but thievesNothing But Thieves – Broken Machine (RCA Records)

Broken Machine is het tweede album van de Engelse alternatieve rockband Nothing But Thieves. Opgericht in Southend-on-Sea in 2012, debuteerden ze in 2015. Er waren al wat optredens, maar na hun debuut ging het echt lopen. Ze werden opgepikt door de pers en er waren lovende woorden.

Er volgden twee succesvolle Engelse tournees en het album deed het uitstekend als vinyluitgave. Het vijftal maakt goed in het gehoor liggende popmuziek, die invloeden uit zowel pop, rock als elektro kent. Uiteindelijk vraagt Muse ze om mee te gaan op tournee en blijkt de band alleen maar beter te worden. Twee jaar na hun debuut verschijnt dan dit tweede album en is de band strakker en volwassener geworden. In Nothing But Thieves hoor je het verleden en de toekomst van de Britse popmuziek. Er zijn doortimmerde en uiterst strak uitgevoerde composities, versterkt door de creatieve arrangementen en de vaardigheden van de muzikanten. Mooi! Tekst Mania | Erik Mundt

LIVEDATA 23/11 Botanique, Brussel (sold out) 24/11 AFAS Live, Amsterdam (sold out)

Jake Bugg – Hearts That Strain

Jake BuggJake Bugg – Hearts That Strain (Virgin)

In 2012 werd Jake Bugg nog juichend binnengehaald als de nieuwe Dylan, maar dat etiket heeft nog nooit iemand goedgedaan. Desondanks wist hij zijn overrompelende debuut te laten volgen door twee totaal verschillende albums, het rockende Shangri-La, en het door beats en elektronica bevolkte On My One. Wat dat betreft mag het geen verrassing zijn dat Hearts That Strain weer totaal anders klinkt. Opgenomen in Nashville, weet hij heden, verleden en toekomst van de roemruchte stad te vangen in een zeer fraai album. Gene Chrisman en Bobby Woods speelden in de legendarische huisband van de American Studios, en vormen nu de ruggengraat van dit in de americana en country gedrenkte materiaal, waarin de pedalsteel en strijkers niet van de lucht zijn. Het tempo blijft opmerkelijk laag, ook in de drie nummers die met Dan Auerbach zijn opgenomen, wiens herkenbare rauwe geluid mooi contrasteert met het ingetogen songmateriaal. En, zoals het hoort op een echte countryplaat een meeslepend duet, in dit geval met Noah Cyrus, zus van Miley. Een zeer fraai nieuw hoofdstuk in een uiteenlopende carrière. Tekst Mania | Jurgen Vreugdenhil

LIVEDATA 28/10 Arenberg Theater, Antwerpen 31/10 De Duif, Amsterdam (sold out)

Together Pangea – Bulls And Roosters

Together-PangeaTogether Pangea – Bulls And Roosters (V2)

“Het is belangrijk niet tweemaal achter elkaar hetzelfde album af te leveren.” Was getekend: William Keegan, zanger en gitarist van Together PangeaDaar heeft Keegan natuurlijk een punt en we moeten ‘m gelijk geven. Bulls And Roosters is inderdaad een totaal ander album dan bijvoorbeeld voorganger Badillac (2014). Together Pangea heeft (voorlopig) enigszins afscheid genomen van de punkattitude die hun muziek zo kenmerkte.

Is daarmee ook sprake van een stijlbreuk? In zekere zin wel, omdat de band nu wel in staat lijkt het grote publiek te gaan bereiken. Of dat de achterliggende gedachte is geweest tijdens het maken van deze plaat is onduidelijk, maar je kunt het niet uitsluiten. We blijven mensen.

Bulls And Roosters is een veel radiovriendelijker album dan de drie voorgangers. Een songtitel als Too Drunk To Come (pure punk), van Living Dummy (2011) treffen we dan ook niet meer aan op Bulls And Roosters. Together Pangea is muzikaal gegroeid, volwassen geworden – bassist Danny Bengston geeft het volmondig toe – en laten we het daar op houden. Al blijven dat jeuktermen en gelukkig heeft de band niet te veel concessies gedaan aan hun geluid.

William Keegan (gitaar, zang), Danny Bengston (bas), Erik Jimenez (drums), en Roland Cosio (gitaar) hebben hoogstwaarschijnlijk een periode veel naar muziek uit de jaren 60 geluisterd en zich daardoor laten inspireren. Want het is dat decennium dat geregeld (o.a. Sippy Cup, The Cold, Bulls And Roosters en Stare At The Sun) de kop opsteekt op Bulls And Roosters. Het is nog altijd garagerock met een punkinslag en toch klinkt het anders. Gepolijster vooral.

Bulls And Roosters betekent 36 minuten kwaliteitsrock. Dertien nummers en alle dertien goed. Met het gejaagde, ruim anderhalve minuut durende Better Find Out als uitschieter. Sterker: een van de beste rocksongs die dit jaar zijn verschenen. Tekst Pieter Visscher

LIVEDATA 18/11 Het Bos, Antwerpen 19/11 Café De Zwerver, Oostende 20/11 Paradiso-Noord, Amsterdam 22/11 Effenaar, Eindhoven

LCD Soundsystem – American Dream

lcd soundsystemLCD Soundsystem – American Dream (SONY)

James Murphy (47) is een kind van de jaren 80 en meer dan ooit weerklinkt dat decennium op een album van de Amerikaan, die met zijn geesteskind LCD Soundsystem opnieuw laat horen dat hij een van de belangrijkste namen is in de wereld van de elektronische muziek.

Murphy liet die wereld vertwijfeld achter toen hij niet lang na This Is Happening (2010) bekendmaakte te stoppen met LCD Soundsystem. Tijdens het hoogtepunt, zei hij toentertijd. Gelukkig is-ie er op teruggekomen. “Opeens kreeg ik spijt”, vertelt hij aan The New York Times. Hoewel de twijfel bleef, want waren hij, en zijn band, nog wel in staat een relevant album te maken? Het antwoord is gekomen in de vorm van American Dream. Tien songs en het is zeven keer raak. Een cijfer waar we vroeger op school hartstikke tevreden mee waren.

Murphy laat er op American Dream muzikaal geen gras over groeien dat hij in de loop der jaren beïnvloed is geraakt door Joy Division, Depeche Mode, The Cure en Talking Heads. Bands die zonder meer hun stempel drukken op deze (pas) vierde worp van Murphy en consorten. Een album dat hijzelf produceerde en heeft afgemixt. Het tekent de kwaliteiten van de alleskunner uit New York.

Het intro van How Do You Sleep? is bijna plagiaat, zo sterk schuurt het tegen Joy Division aan. We zien het maar als eerbetoon. De negen minuten durende song is een van de indrukwekkendste stukken op de plaat, met een gitzwarte tekst over het cocaïnegebruik van een vriend. “One step forward, and six steps back”, laat weinig aan duidelijkheid te wensen over. Na de drieënhalve minuut durende ‘ode’ aan Joy Divisions Atmosphere neemt een beukende synthesizer de regie over en worden de drums een stuk agressiever. De song is plots zo dansbaar als de neten en die donkere tekst zijn we dan allang vergeten.

Er kan wel vaker gedanst worden, zoals op het tekstueel vrij kolderieke Emotional Haircut, met zijn ADHD-achtige drumritmes, overstuurde synths en beukende gitaarpartijen, tijdens een explosieve finale. Wat een fantástische track en opnieuw is Joy Division in de buurt. Opgejaagde postpunk, waarmee Murphy laat horen in absolute bloedvorm te steken. Dat belooft nog wat voor de concerten van 11 en 12 september in Paradiso. Tekst Pieter Visscher

LIVEDATA 1112/09 Paradiso, Amsterdam (sold out)

 

 

 

Starsailor – All This Life

starsailorStarsailor – All This Life (Cooking Vinyl)

Na acht jaar is Starsailor terug met een nieuwe plaat. Negen maanden na de release van het teleurstellende All The Plans kondigde zanger en liedjesschrijver James Walsh in november 2009 aan zich voortaan te concentreren op zijn solocarrière, en dat er dus geen plaats meer was voor de band die in 2001 het prachtige album Love Is Here uitbracht, en zowaar ook met het tweede album nog volop meedeed middels single Four To The Floor, hun grootste hit tot op heden.

Maar ondanks een aantal pogingen kwam de solocarrière van Walsh nooit echt van de grond, en onder invloed van het aanbod om op tournee te gaan als voorprogramma van James, een van Walsh’ helden, en de release van het greatest hits-album Good Souls, begon het toch weer te kriebelen.
Dus is er nu het fonkelnieuwe All This Life, een album dat Starsailor weer volledig op de kaart zet, en door de fans van de band als een glorieuze terugkeer op het hoogste podium zal worden gezien.

Heel veel is er niet veranderd aan de sound van de Britten, maar wat is Walsh gegroeid als liedjesschrijver. All This Life opent met twee typische uptempo Starsailor-songs, Listen To Your Heart en de titeltrack, laat de luisteraar een dansje maken met Take A Little Time en pure soultrack Caught In The Middle, om vervolgens met BloodBreak The Cycle, en met name het bloedstollend mooie Sunday Best klassiekers als Lullaby en Love Is Here van de troon te stoten. Maar ook het groots opgezette, a-typische Fallout verdient een vermelding.

James Walsh is niet alleen gegroeid als liedjesschrijver. Ook als zanger is hij volwassen geworden, en schakelt met zijn stem moeiteloos van diepe klanken naar loepzuivere falsetto’s.  Dat alles bij elkaar opgeteld maakt de nieuwe Starsailor simpelweg, en tegen alle verwachtingen in, tot een heel goede plaat.

Tekst Muzine | Ronald Renirie

 

Triggerfinger – Colossus

TriggerfingerTriggerfinger – Colossus (Mascot)

Aldus besloten de heren Block, Goossens en Van Bruystegem dat ze voor album nummer vijf niet voor de makkelijke weg gingen; een frisse wind moest er door! Zodoende namen ze de plaat op met het illustere duo Mitchell Froom en Tchad Blake, dat zijn sporen verdiend heeft als producers van Elvis Costello, Los Lobos, Crowded House en Paul McCartney.

Geen producers die je zou verwachten bij zo’n zwaar, groovy rocktrio, maar let op. Wie er verwacht had dat Triggerfinger toegankelijker voor de dag zou komen, komt bedrogen uit. Veelkleuriger, jazeker, avontuurlijker ook, maar lichtvoetiger? Vergeet het. De heren zijn collectief aan het experimenteren geslagen, met instrumenten, sferen en geluidjes. Natuurlijk wordt er nog gerockt; opener Colossus knalt als vanouds de speakers uit en je kamer binnen (maar wel met twee bassen), net als Flesh Tight (maar let op die strijkers en blazers), Upstairs Box (met handclaps over fuzzy gitaarwerk) en de onbeschaamde glamrock van Bring Me Back A Live Wild One. De vernieuwingsdrang hoor je heel duidelijk op het duistere, elektronische Candy Killer en That’ll Be The Day (Depeche Mode in een gemene bui, zeg maar). Op Afterglow nemen ze wat gas terug – maar wel met een heerlijk gruizige gitaarsolo.

Ook Steady Me begint met een akoestische gitaar, maar duikt dan gelijk elektronisch de diepte in. De plaat eindigt met het galmende, instrumentale Wollensak Walk en een ouderwetse hidden track met vette knipoog. Conclusie: Colossus is een gewaagde rockplaat waarop een heleboel te ontdekken valt. Chapeau! Tekst Mania | Louk Vanderschuren

LIVEDATA 09/09 Appelpop, Tiel 18/11 Helldorado, Eindhoven 07 (sold out) en 08 (sold out) en 09/12 (sold out) Melkweg, Amsterdam 14/12 (soldout) en 15/12 (sold out) Ancienne Belgique, Brussel