King Hannah – I’m Not Sorry, I Was Just Being Me

King Hannah – I’m Not Sorry, I Was Just Being Me (City Slang)

Mooie, lange titel van dit debuutalbum van King Hannah. Duo dat zichzelf twee jaar terug al enigszins op de kaart zette met de ep Tell Me Your Mind And I’ll Tell You Mine. Een titel die nog wat langer is. Ze hebben er patent op, vooralsnog.

Net zoals ze patent hebben op liedjes met over het algemeen wat langere titels. Zoals nummer twee op I’m Not Sorry, I Was Just Being Me, dat So Much Water So Close To Drone heet. Niet bedoeld om meteen te beklijven, zo lijkt het, en dat is ook het geval met de muziek van de twee uit Wales. Hannah Merrick en Craig Whittle heten ze. Op de plaat bijgestaan door een drummer en een bassist, terwijl een keyboardspeler ook continu meedoet. Zo krijg je dus een band.

Merrick en Whittle leerden elkaar kennen in een café, waar ze beiden bier tapten en het goed met elkaar wisten te vinden. Ze speelden ook nog eens allebei wat instrumenten en zongen ook nog eens. Merrick wat vaker en beter. Zo ook op I’m Not Sorry, I Was Just Being Me, dat geen stijlbreuk betekent met de debuut-ep.

Dat Merrick en Whittle (een stuk minder) beiden zingen zorgt voor een aangenaam stuk variatie op het debuutalbum van de twee. Zo doet een nummer als Ants Crawling On An Apple Stork (heb ik iets gezegd over lange titels?) opeens wat denken aan The Velvet Underground. Een formatie minstens zo experimenteel en ‘ondergronds’ als King Hannah. De twee moeten de plaat met die bekende hoes met banaan, van Andy Warhol in de kast hebben staan.

Maar er zijn wel wat meer acts waaraan je moet denken terwijl je I’m Not Sorry, I Was Just Being Me beluistert. Grofweg kun je zeggen dat I’m Not Sorry, I Was Just Being Me betekent: PJ Harvey ontmoet Portishead. Voeg daar een vleug Nick Cave aan toe en, vooruit, een snuf Kurt Vile en horen we in de verte niet de gitaar van de dekselse Adam Granduciel van The War On Drugs, in het bijna acht minuten durende The Moods That I Get In? Nee hoor, het is gewoon Craig Whittle. Pieter Visscher

 

The Band viert abrahamstatus Cahoots

Toen The Band begin 1971 de onvoltooide Bearsville Sounds Studios in Bearsville, New York binnentrok om Cahoots op te nemen, hun vierde studioalbum in evenveel jaren, koesterden ze nog steeds het succes en de lof voor hun eerste drie historische platen. Cahoots bestaat inmiddels een halve eeuw en dat betekent een prachtige heruitgave met fraaie extra’s, waaronder een concert uit 1971.

Het baanbrekende debuutalbum van de band, Music From Big Pink uit juli 1968, liet zich inspireren door de Amerikaanse rootsmuziek; smeltkroes van country, blues, r&b, gospel, soul, rockabilly, de toeterende tenorsaxtraditie, hymnes, rouwliederen, brassbandmuziek, folk en goeie ouwe rock-‘n-roll om een ​​tijdloze nieuwe stijl aan te wakkeren die de loop van de populaire muziek voor altijd veranderde.

Toen ze hun baanbrekende gelijknamige tweede album The Band het jaar daarop in september 1969 uitbrachten – of The Brown Album, zoals het liefdevol zou worden genoemd – was er niet veel meer bekend over de teruggetrokken groep. Toch bevestigde Stage Fright van augustus 1970, opgenomen gedurende 12 dagen op het podium van het Woodstock Playhouse in de staat New York, de vervulde belofte van die eerste back-to-backalbums die The Band verstevigden als een van de meest opwindende en revolutionaire groepen van de late jaren zestig, die hun erkende uitmuntendheid zonder onderbreking rechtstreeks naar de jaren zeventig konden overbrengen.

Inderdaad, The Band, bestaande uit vier Canadezen en een Amerikaan, was rond de eeuwwisseling nog steeds doelbewust gehuld in mysterie, waardoor luisteraars en de muziekpers hun verbeelding de vrije loop konden laten over wie deze mannen waren en wat deze muziek was die anders klonk dan al het andere toen de psychedelische jaren ’60 officieel ten einde kwamen. Gekleed als 19e-eeuwse vuur-en-zwavelpredikers en rustieke, sepiakleurige liedjes zingend over Amerika en het diepe zuiden, The Band – Garth Hudson (keyboards, accordeon, hoorns), Levon Helm (drums, zang, mandoline, gitaar), Richard Manuel (keyboards, zang, drums), Rick Danko (bas, zang) en Robbie Robertson (gitaar, piano, zang) – was nog enigszins raadselachtig toen de jaren ’70 zich om hen heen begonnen te ontvouwen en ontrafelen, maar het valt niet te ontkennen hoe The Band was in staat zo’n onuitwisbare impact op de muziekscene te smeden die tot nu toe ongeëvenaard was door een groep die hen voorging, of sindsdien.

De 50e verjaardag van het klassieke vierde album van The Band, Cahoots, met een verzameling van nieuw geremixte, geremasterde en uitgebreide 50th Anniversary Edition-pakketten, waaronder een Super Deluxe 2cd/Blu-ray/1lp in meerdere formaten. /7-inch vinyl boxset samen met digitale, 2cd, 180 gram half-speed-mastered zwart vinyl en limited-edition 180 gram zwarte vinylverpakkingen. Alle releases van de Anniversary Edition stonden onder toezicht van de belangrijkste songwriter Robbie Robertson en bevatten een nieuwe stereomix van Bob Clearmountain van de originele multi-trackmasters.

De boxset, cd en digitale configuraties bevatten een groot aantal niet-uitgebrachte opnames, waaronder Live at the Olympia Theatre, Parijs, mei 1971, een spetterend bootleg-gedeeltelijk concert bestaande uit 11 nummers die zijn geplukt uit het eerste gedeelte van een Europese tour.

Future Suns – Virgo

Future Suns – Virgo (eigen beheer)

Dat de rek er nog lang niet uit is, laat Robert Schuurman andermaal horen met zijn geesteskind Future Suns. Virgo is het vierde album van de veelzijdige Schuurman als bandlid van Future Suns. Hij die ook als cabaretier furore maakt.

Future Suns bestaat naast Schuurman (Scurio) uit het het Amerikaanse duo Simian Crease (multi-instrumentalist en ook verantwoordelijk voor de teksten) en Reyna, dat de vocalen verzorgt. De stemmen van de twee kleuren prachtig en geven glans en rijkdom aan de elektronische songs, geïnspireerd door acts als Nine Inch Nails. Het is een soort spacy indietronica die steeds dieper onder je huid kruipt. Onderscheidende elektropop die een eigenzinnigheid heeft die je maar weinig hoort vandaag de dag. Albumopener Crisis met zijn pompende beat, soundscapes en kenmerkende Future Suns-ritmes heeft de nodige hitpotentie. Een song die sterk contrasteert met het industrialgeweld van Saturnalia! (met uitroepteken).

Zo is Virgo een divers album geworden met een aantal tracks die de dansvloeren wereldwijd aardig vol gaan krijgen. Dat geldt ook voor het funky Displeasure, dat in de verte wat lijkt te knipogen naar The Eagles’ Life In The Fast Lane, terwijl ook David Bowie een inspiratiebron moet zijn geweest. Daar moet je maar opkomen en dan moet je het nog uitvoeren ook. Het tekent de creatieve geesten van het bijzondere trio Scurio, Simian Crease en Reyna. Virgo is een luistertrip vanjewelste geworden die vrijwel overal de aandacht weet vast te houden. Razendknap. Pieter Visscher

 

Iconisch eerste album The Tea Party heruitgebracht

Het Canadese rocktrio The Tea Party heeft een Deluxe Edition en Remastered Vinyl Edition van hun iconische eerste album The Tea Party uitgebracht. De nieuwe edities komen 30 jaar na de eerste indierelease van het album en bevatten geremixte en geremasterde audio van Stuart Chatwood, bijgewerkte afbeeldingen en liner notes. 

Voor fans van de band is The Tea Party een soort verzamelalbum gebleven sinds de release in 1991. Het werd oorspronkelijk opgenomen als een demo die de band bij verschillende platenmaatschappijen inleverde. De band had echter geen platencontract getekend en besloot het album in eigen beheer uit te brengen. De albumproductie is relatief lo-fi en de band heeft verschillende nummers opnieuw opgenomen voor opvolger Splendor Solis. Er werden slechts 3.500 exemplaren van het album gemaakt, waarvan sommige cassettes, waardoor de opname een verzamelobject voor fans was.

“Dertig jaar is een belangrijke mijlpaal. Het is zeker een reis geweest in elke zin van het woord. Als je ons in 1991 had gevraagd of we deze plaat in 2021 opnieuw zouden uitgeven, hadden we misschien gezegd: ‘Natuurlijk!’, want het was dit zelfvertrouwen dat de band het soort muziek maakte dat we gemaakt hebben”, legt Stuart Chatwood van The Tea Party uit. “We zijn verheugd om deze beperkte release eindelijk te kunnen delen met al onze fans. Het is een unieke collectie, vooral de deluxe editie die zowel de originele als de nieuwe mastering laat horen. Het legt een band vast aan het begin van een sonische reis die ons van Detroit naar Delhi naar Düsseldorf naar Down Under en terug voerde. Fysiek stelde de plaat ons in staat om van een kleine oefenruimte in Toronto naar enkele van de grootste locaties ter wereld te reizen en daarvoor zijn we erg dankbaar. Genieten!”

The Tea Party, opgericht in 1990, heeft zeven studioalbums uitgebracht, waarvan wereldwijd meer dan drie miljoen exemplaren zijn verkocht. Stadions zijn gevuld met grote hits als The River, Sister Awake, Temptation en Heaven Coming Down.

Riki – Gold

Riki – Gold (Dais)

Het lijdt geen enkele twijfel dat Riki, het alter ego van de fascinerende Niff Nawor uit Los Angeles, Construction Time Again (‘83) in de kast heeft staan. Dat album van Depeche Mode waart sterk rond op Gold.

Haar tweede langspeler, want vorig jaar nog verscheen haar debuut, simpelweg Riki getiteld. Ook op die plaat hoorden we al dat de Amerikaanse zich niet alleen door het geluid van Depeche Mode aan het begin van de jaren ’80 heeft laten beïnvloeden. Wie goed luistert, hoort ook The Human League, Dead Can Dance, Eurythmics, Fever Ray, A-ha, Pet Shop Boys en zelfs Madonna in haar jonge jaren voorbij komen.

Riki vertoeft al jarenlang in de new wave-, postpunk- en gothhoek en maakt daar muzikaal gezien geen geheim van. Gold is net zo sfeervol als melancholiek als opwindend. Dat laatste niet in de laatste plaats door het zwoele, geregeld wulpse stemgeluid van Riki.

Ze schreef de negen songs zelf, terwijl ze de productie en eindmix overliet aan Joshua Leeds Eustis, die samenwerkte met Nine Inch Nails en wat intensiever nog met Maynard James Keenan van Tool, maar dan voor diens hobbyband Puscifer, waar het accent ook ligt op elektronica.

Gold is een avontuurlijke plaat geworden, met een dub-uitstapje (It’s No Secret), een Spaanstalige track (Porque Te Vas), waardoor je al weer hunkert naar de zomer en Florence & Selena, als de saxofoon van Charles Gorczynski zorgt voor hartverwarmende jazzy accenten. Riki heeft aan het eind van het jaar nog een kunststukje afgeleverd. Diepe buiging. Pieter Visscher

Jubilerend Tattoo You opgepoetst en uitgebreid verschenen

In verband met het 40-jarig jubileum van het album Tattoo You van The Rolling Stones zijn uitgebreide deluxe edities verschenen van de plaat die wereldwijd in veel landen platina werd.

De nieuw geremasterde set bevat niet minder dan negen niet eerder uitgebrachte nummers uit die tijd. De remaster van het 40-jarig jubileum van het originele 11-track album bevat blijvende favorieten als Hang Fire, Waiting On A Friend (met jazzsaxofoongigant Sonny Rollins) en natuurlijk het openingsnummer Start Me Up. De Lost & Found-schijf bevat niet minder dan negen nummers uit de periode van de oorspronkelijke release van het album, nieuw aangevuld en verbeterd met extra zang en gitaar door de band. Hiervan is Living In The Heart Of Love een typische Stones rock-workout met de hele groep in topvorm, compleet met dringende gitaarlicks en fijne pianodetails.

Andere hoogtepunten van Lost & Found zijn een geweldige versie van Shame, Shame, Shame, voor het eerst opgenomen in 1963 door een van de blueshelden van de band, Jimmy Reed; hun lezing van Dobie Grays soulpareltje Drift Away en een fascinerende reggaegetinte versie van Start Me Up.

Still Life: Wembley Stadium 1982 is een niet te missen herinnering aan de show van de band in Londen in juni van dat jaar tijdens de Tattoo You-tour. De machtige set van 26 tracks zit boordevol Stones-megahits, waaronder opener Under My Thumb, Let’s Spend The Night Together, Honky Tonk Women en Brown Sugar.

Tattoo You (40th Anniversary Edition) volgt op de heruitgave van 2020 van het briljante Goats Head Soup uit 1973, die het album terug naar nummer 1 in het VK bracht. Opmerkelijk genoeg was dit de tweede keer dat hun ongeëvenaarde catalogus twee keer een Britse hitparade bestormde, na de luxe-editie in 2010 van Exile On Main St uit 1972.

Bij de eerste release stond Tattoo You, geproduceerd door de Glimmer Twins met producer Chris Kimsey, bovenaan de hitlijsten in de VS (waar het viervoudig platina werd), Canada, Australië en in een groot deel van Europa, met gouden en platina awards over de hele wereld.

I’ll Be Your Mirror: A Tribute to The Velvet Underground and Nico

I’ll Be Your Mirror: A Tribute to The Velvet Underground and Nico (Verve/Virgin)

De zogenaamde tributealbums (eerbetoonplaten) zijn natuurlijk lang niet allemaal even geslaagd. Verre van dat. Het valt ook niet mee om je muzikale helden te eren zonder in een bepaalde kramp te schieten of te geforceerd over te komen. Onwillekeurig gebeurt dat soms.

Geslaagde eerbetoonplaten zijn er absoluut verschenen in het verleden. Denk aan I’m Your Fan: The Songs of Leonard Cohen (met R.E.M. en Nick Cave), A Tribute to Joni Mitchell (met onder anderen Prince, Björk en Annie Lennox) en For The Masses, het eerbetoon aan Depeche Mode, met onder andere Smashing Pumpkins, The Cure, Rammstein en Deftones).

Zo was het wachten op een definitief eerbetoon aan The Velvet Underground and Nico, dat inmiddels ruim 54 jaar oud is. Eerdere hommages aan het debuutalbum van de New Yorkse band kunnen het daglicht eigenlijk nauwelijks verdragen. Gelukkig is alles anders nu en zijn vrijwel alle klappen raak. Te beginnen met openingstrack Sunday Morning, die evenals de rest analoog is aan de songvolgorde op het origineel. Wel zo mooi. En ook mooi dat Michael Stipe weer even ten tonele verschijnt, hetzij virtueel. Stipe staat liever niet meer in de schijnwerpers nadat hij stopte met R.E.M., leeft wat teruggetrokken en nu horen we pas hoe we ‘m missen. Zal het naar meer smaken? Stipe heeft van Sunday Morning een mooiere versie gemaakt dan het origineel. Er zit meer liefde in, meer gevoel, meer passie. Én de zalvende klarinet van Douglas Joel Wieselman, die een overweldigende warmte geeft aan het nummer. Stipes liefde voor de song is zonneklaar. Werkelijk alles klopt en hij solliciteert zonder meer naar het predicaat mooiste cover aller tijden. Ja, dat zijn grote woorden.

Andere hoogtepunten op de plaat zijn de met viool en cello ingekleurde versie van Femme Fatale, door Sharon van Etten. Wat slepender dan het origineel en dat staat de song uitstekend. Terwijl het opeens gejaagd wordt als Kurt Vile zich ontfermt over Run Run Run. Niks voor Vile zou je zeggen, maar hij slaagt moeiteloos. Dat kun je je afvragen bij St. Vincents en Thomas Bartletts interpretatie van All Tomorrow’s Parties. Annie Clarks stem die door de computer is gehaald, waardoor ze klinkt als een buitenaards wezen met ontstoken tandvlees, is de enige miskleun.

Opvallend is de uitvoering van Heroin door Thurston Moore en Bobby Gillespie, dat gek genoeg op een song van Arcade Fire is gaan lijken. Was dat de bedoeling? Zonder meer geslaagd in elk geval. En meer fraais is afkomstig van Courtney Barnett (I’ll Be Your Mirror), Fontaines D.C. (The Black Angel’s Death Song) – wat verandert niet in goud wat de Ieren aanraken? – en Iggy Pop en Matt Sweeney (European Son). Een versie nóg wat gestoorder en chaotischer dan het origineel. Daar lijkt de hysterische vocale inbreng van Pop, die ook gitaar speelt, voor gemaakt. Pieter Visscher

 

Let It Be: kameraadschap en liefde

Het Beatles-album Let It Be is opnieuw gemixt door producer Giles Martin (ja, de zoon van) en engineer Sam Okell. In stereo, 5.1 surround DTS en Dolby Atmos. De nieuwe special edition van het album volgt de alom geprezen geremixte en uitgebreide jubileumedities van Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band (2017), The Beatles (White Album) (2018) en Abbey Road (2019). Alle nieuwe Let It Be-releases bevatten de nieuwe stereomix van het album, zoals begeleid door de originele reproduced for disc-versie van Phil Spector en rechtstreeks afkomstig van de originele sessie en de acht-track-tapes van het befaamde optreden op het dak. De fysieke en digitale Super Deluxe-collecties bevatten ook 27 niet eerder uitgebrachte sessieopnames, een viertrack Let It Be-ep en de nooit eerder uitgebrachte 14-track Get Back stereo lp-mix samengesteld door ingenieur Glyn Johns in mei 1969.

 

2 januari 1969 begonnen John Lennon, Paul McCartney, George Harrison en Ringo Starr samen het nieuwe jaar op een spelonkachtige soundstage in de Twickenham Film Studios in Londen. The Beatles begonnen aan de repetities voor een project dat bedoeld was om ze terug te brengen naar waar ze ooit thuishoorden: op het podium. 21 dagen lang legden camera’s en bandrecorders bijna elk moment vast: eerst in Twickenham en daarna in de eigen Apple Studio van The Beatles, waar Billy Preston hen op keyboards vergezelde. Samen repeteerden ze gloednieuwe originelen en jamden ze op oudere nummers, allemaal live en onverbloemd vastgelegd.

Op 30 januari dat jaar draaiden de camera’s en recorders terwijl The Beatles, met Preston, hun laatste concert gaven op het kille dak van hun hoofdkwartier in Savile Row Apple Corps, voor een klein gezelschap van familie en vrienden en alle anderen die aanwezig waren. Binnen het door de wind gedragen bereik van hun versterkers. De middagvoorstelling bracht het Londense West End tot stilstand. Een golf van klachten over geluidsoverlast lokte politieagenten naar het dak en stopte het concert na 42 minuten.

Het werk om een ​​album samen te stellen dat Get Back zou gaan heten, werd in april en mei uitgevoerd door Glyn Johns, die voor zijn versie valse starts, geklets tussen nummers, vroege takes in plaats van later, meer gepolijste uitvoeringen en zelfs I’ve Got A Feeling viel uiteen terwijl Lennon uitlegde: ‘Ik heb het opgevoerd om luid te worden.’ The Beatles besloten echter om de overvloedige banden, filmspoelen en foto’s van het project op de plank te houden om hun lp-meesterwerk, Abbey Road, op te nemen en uit te brengen. Op basis van de banden gemaakt in januari 1969, plus enkele sessies die aan die opnames voorafgingen en erop volgden, werd het laatste album van The Beatles, Let It Be, uiteindelijk uitgegeven op 8 mei 1970 (18 mei in de VS) ter begeleiding van de release van de Let It Be-film.

De sessies die leidden tot het Let It Be-album en de film, vertegenwoordigen de enige keer in de carrière van The Beatles dat ze zo uitgebreid werden gedocumenteerd tijdens het maken van muziek in de studio. Meer dan 60 uur aan niet-uitgebrachte filmbeelden, meer dan 150 uur aan niet-uitgebrachte audio-opnamen en honderden niet-gepubliceerde foto’s zijn opnieuw onderzocht en zorgvuldig gerestaureerd voor drie complementaire en definitieve Beatles-releases dit najaar: een feest voor de zintuigen dat de hele archiefschat beslaat . De nieuwe Let It Be Special Edition wordt vergezeld door The Beatles: Get Back, de langverwachte documentaireserie geregisseerd door drievoudig Oscar®-winnende filmmaker Peter Jackson, en een prachtig nieuw hardcoverboek met de titel The Beatles: Get Back.

“Ik had altijd gedacht dat de originele film Let It Be behoorlijk triest was omdat het ging over het uiteenvallen van onze band, maar de nieuwe film toont de kameraadschap en liefde die wij vieren tussen ons hadden”, schrijft Paul McCartney in zijn voorwoord. voor het Let It Be Special Edition-boek. “Het toont ook de geweldige tijden die we samen hadden, en in combinatie met het nieuw geremasterde Let It Be-album, staat het als een krachtige herinnering aan deze tijd. Zo wil ik me The Beatles herinneren.”

Carlos Cippelletti – Hybrid / C

Carlos Cippelletti – Hybrid / C (Outhere Music/Outnote Records)

Pianist Carlos Cippelletti zou je een wonderkind kunnen noemen en voor het gemak doen we dat ook maar even. Dit jaar behaalde hij zijn master in Latin jazz aan Codarts University of the Arts in Rotterdam. De Spanjaard sleepte daarvoor al diverse grote prijzen in de wacht in de jazzwereld.

Hybrid / C betekent het albumdebuut van Cippelletti. Een zowel muzikaal als cultureel fusion-project waarin Afro-Cubaanse muziek en jazz samenkomen. Cippelletti, geboren in Spanje uit een Cubaanse vader en Franse moeder, laat zijn diverse identiteiten op weergaloze wijze samensmelten op een sprankelend album waarop jazz, Cubaanse folklore, neo-soul en zelfs klassieke muziek leiden tot een sprankelende, zalvende mix. Muziek die je doet verlangen naar warme oorden.

Dat de naam Buena Vista Social Club af en toe op komt borrelen is nauwelijks verwonderlijk, gezien die Cubaanse invloeden, terwijl door Cippelletti en zijn band een nog hoger niveau wordt aangetikt.

Hybrid / C  werd opgenomen met een traditioneel Afro-Cubaans jazzsextet (trompet, tenorsax, piano, contrabas, conga’s / batá-drums en drums) en, sterk gedoseerde, additionele elektronica en synthesizers om een synthese tussen traditionele klanken en een stuk moderniteit te creëren. Aangevuld met gastartiesten zoals trompettist Alvaro Artime en Maria José Llergo, die op twee songs de vocalen verzorgt, wordt op Hybrid / C een muzikaliteit tentoongespreid die louter tot gelukzaligheid leidt. De mensheid is eraan toe. Pieter Visscher

Liefhebbers van Carlos Cippelletti luisteren uiteraard ook naar https://pinguinradio.com/player/pinguin-pluche

 

Low – Hey What

Low – Hey What (Sub Pop)

De Amerikaanse formatie Low heeft altijd wel een wat nicheachtig geluid gehad, maar gooit op de laatste worp definitief alle remmen los. Zo hoorden we het, tegenwoordig, duo Alan Sparhawk en Mimi Parker nog nooit. Het geluid was nog niet eerder zo overrompelend. “Hey What”, hoor ik u zeggen. En zo heet-ie ook, de nieuwe Low.

Ontwrichtend. Nog zo’n term die van toepassing is. Terwijl voorloper Double Negative (2018) al implodeerde van pure abstractie neemt Low nog veel meer afstand van de sound waarmee de band in 1994 debuteerde: I Could Live In Hope. Nog ver weg van alle overstuurde elektronica waarmee ongeoefende trommelvliesjes bijkans subiet sneuvelen. Vervormde gitaren. Dreiging. Niet dat Double Negative daar een kleine jongen bij is en toch is veel anders. Low laat de luisteraar langer wachten tot deze antwoorden krijgt. Hoe zit dit? Hoe zit dat? En waarom? Een plaat vol van rauwe pracht die veel meer draaibeurten nodig heeft om definitief binnen te dringen dan te doen gebruikelijk in de muziek van vandaag de dag. Het is meer dan een eenvoudige uitdaging. Het gaat verder. Low grijpt ons bij de kladden.

Hoewel er genoeg verstilling is op een bedje (proest) van vrijwel continue spanning zijn het toch met name de krakende, beukende en schurende geluidsmuren die voor de subversiviteit zorgen die het huidige Low zo kenmerken. En ze zijn maar met z’n tweeën. Kun je nagaan.
Gecontroleerde chaos en plots serene pracht zijn een huwelijk aangegaan dat een eeuwigheid zou moeten duren. Pieter Visscher