Meskerem Mees – Julius

Meskerem Mees – Julius (Mayway Records)

Alsnog album van de week op http://www.pinguinradio.com? Natuurlijk, hoewel de debuutplaat Julius van Meskerem Mees al even uit is. Afgelopen weekeinde maakte ze zóveel indruk in Duitsland. Dit verdient ze.

Hoe zit het ook alweer? Nou, Meskerem werd in 1999 geboren in Addis Abeba, de hoofdstad van Ethiopië. Ze werd op zeer jonge leeftijd geadopteerd door een Belgisch stel en groeide op in het sympathieke Vlaamse dorpje Merendree. Je zou je kunnen afvragen wat er met Meskerem was gebeurd wanneer ze niet geadopteerd was. Had ze het Engels, waarin ze zingt, onder de knie kunnen krijgen. In een door oorlogen, allerlei religieuze waanzin, hongersnood en armoede volledig verscheurd land? Had ze in Ethiopië een gitaar op de kop kunnen tikken? Had ze daar überhaupt de centen voor? Was Meskerems enórme talent tot volle wasdom gekomen? Zeer waarschijnlijk niet. Maar nu genoot ze een westerse opvoeding in een Belgisch gezin en groeide uit tot een schitterende artiest.

Julius is een album dat uitpuilt van de muzikale hoogstandjes, scherpe observaties, gevangen in schitterende, folky liedjes, met veel gevoel gezongen. Melodieën om in te lijsten, vrij snel beklijvende refreinen en geen platitudes te bekennen. Julius is een meesterwerk.

Mees zingt in het cynische Man Of Manners over haar broer, een jochie nog. Hij (18) wordt door vaderlief gesommeerd deel te nemen aan de oorlog in Ethiopië. Tekst die erin hakt. Mees’ broer wordt uiteindelijk doodgeschoten. “He was a man of manners. First class…”

Het is een van de geëngageerde songs op Julius dat met z’n dertien liedjes geen missers kent. Alle 13 Goed! is een reeks compilatiealbums uit de jaren 70 en 80, op elpee, waaraan je onherroepelijk moet denken. Qua titel dan. Neem een bloedmooi liedje als The Writer: “I am but a writer and I have something to state. Not much of a fighter, though I love a good debate.” Prachtig ook die cello, van Febe Lazou.

Mees bespeelt zelf allerhande gitaren, piano’s en xylofoon. De fluit in Where I’m From is van Jan Daelman, de basklarinet in hetzelfde nummer van Koen Gisen. Where I’m From is een van de prijsnummers op Julius. “Where I’m from the boys they are dressed like girls. In pretty skirts, they twist each other’s hair into curls. Where I’m from is far from here, but it’s mine.” Heerlijk, wat jazzy intermezzo in het nummer, waar met name Daelman alle ruimte krijgt om te excelleren.

Meskerem Mees heeft met Julius een album afgeleverd waarmee ze zich schijnbaar achteloos, alsook moeiteloos kan meten met Nick Drake, Joni Mitchell, Bob Dylan, Carole King en consorten. Meskerem Mees gaat een grandioze toekomst tegemoet. Begin oktober speelt ze in Utrecht, Amsterdam en Groningen. Pieter Visscher

Loshh – ọ

Ontdekt op de line-up van Lowlands en nu te horen op de playlist van Pinguin: Loshh. De in Nederland geboren, in Nigeria opgegroeide en nu in Londen wonende Loshh en zijn band zingen over onrecht en tegenslagen, maar peuren hoop uit hun veelvormige percussie, aanstekelijke funkgitaren en overal en nergens opduikende orgels en blazers. Afrobeat, Nigeriaanse jùjú en highlife, dubreggae, soul en zelfs wat psychrock lopen volstrekt naturel door elkaar heen, verder opgepookt door een welhaast als Fela Kuti zingpratende Loshh. Zondag te zien in de Lima om 16:00! (bron: Lowlands.com)

Super American Eagle – Yes

Yes! We hebben er weer een ‘supergroep’ bij. Er is nog maar één nummer uit, maar Super American Eagle klinkt veelbelovend. Heerlijk gruizig fuzzrocknummer met flink tempo. Doet wat denken aan Ty Segall maar ook aan jaren ’70 rock als Deep Purple en Black Sabbath. Nou vertel, wie zitten er dan in Super American Eagle? Bent DeBoer, de drummer van The Dandy Warhols, is de aanvoerder. Gevolgd door Dave Mudie, normaal drummer bij Courtney Barnett maar nu bassist. En nummertje drie is Bob Harrow van Immigrant Union.

Tim Heidecker – Sirens Of Titan feat. Kurt Vile

Kurt Vile doet weer eens een moppie mee bij een collega. Dit maal met soortgenoot Tim Heidecker die eigenlijk bekender is als komiek. Qua muziek kan je hem kennen van het nummer Fear Of Death wat in 2020 een bescheiden Pinguinhitje was. Nu heeft Tim een nieuw album uit, High School. Sirens Of Titan is daarvan het succesnummer, ongetwijfeld heeft de samenwerking met Kurt daarmee te maken. Gewoon een lekker americana singer/songwriter nummer met jengelende gitaren.

Al-Qasar – Awal feat. Lee Ranaldo

Al-Qasar stond in 2020 al eens op onze playlist met de song Selma. Steeds meer muziek uit het Midden-Oosten en Afrika breekt door in indieland. Zo ook het project van de Frans-Amerikaanse producer en muzikant Thomas Attar Bellier. Samen met de Marokkaanse gnawazanger Jaouad El Garouge is Al-Qasar een opvallende ‘westerse’woestijnrockact met Arabische psychedelica, waarbij authentieke instrumenten als de oud, de darbuka en de mizmar om de hoek komen kijken. Awal is de nieuwe single met niemand minder dan Lee Ranaldo van Sonic Youth. Al-Qasar speelt op vrijdag op Lowlands. In de Lima-tent natuurlijk.

The Murder Capital – Only Good Things

De Ierse band The Murder Capital heeft hun eerste single sinds 2019 uitgebracht. De track heet Only Good Things en is de start van een nieuwe album campagne.

Het vijftal uit Dublin maakte dankzij hun ijzersterke debuutplaat When I Have Fears internationaal veel indruk. Het album werd zeer goed ontvangen en in combinatie met hun intense, energieke en charismatische live reputatie was het een niet te missen band. Covid gooide roet in het eten wat hun opmars betreft. Maar ze zijn weer terug.

Only Good Things, zowaar een liefdesliedje, laat een luchtiger en toegankelijker geluid horen dan het donkere werk waar ze om bekend staan.

Op 19 augustus zijn ze te zien op het Lowlands Festival.

Haldern Pop Festival 2022 bloedheet en eigenzinnig

Gelukkig is alles weer bij het oude tijdens Haldern Pop 2022. Wat hebben we het beste festival ter wereld toch gemist de afgelopen jaren. Hoewel een zwaar afgeslankte editie doorgang vond in 2021, met alle coronakramp van dien. Daar moet je van houden, zo’n spagaat. Afgelopen weekeinde was vanouds en opnieuw greep alle schitterende, vernieuwende muziek de macht in heerlijk Haldern, nog immer omringd door weilanden met koeien. Vertrouwd en vertederend. 

Tekst: Pieter Visscher, foto’s: Andries Makkinga

Nadat het festival op de donderdagochtend al vroeg wordt afgetrapt in de kerk van Haldern door het folky Hongaarse Terra Profonda, met zijn immer schorre zanger Lo Buglio Vincenzo, is het 1000 Robotica dat halverwege de middag de meeste aandacht weet te trekken. De Hamburgse postpunkgroep brengt in september een nieuwe plaat uit na tien jaar stilstand en er komt al wat werk voorbij van die plaat. Het klinkt veelbelovend. Zoals zanger Rob Knaggs van het Engelse Sports Team ook al jaren doet. “Here I Am. Rock you like a hurricane”, maakt-ie duidelijk dat hij zijn Duitse klassiekers kent. De Britse band is behoorlijk populair in Duitsland en lijkt het niet verwonderlijk te vinden dat er zo wild gepogood en gecrowdsurft wordt al aan het begin van de show. In een kókend hete spiegeltent. Tot aan de nok toe gevuld met enthousiastelingen.

De aanstekelijke postpunk van Sports Team gaat in de nabije toekomst nog veel meer zieltjes veroveren. Ook omdat ze niet te beroerd zijn er een rockabillyachtige versie van The Bangles’ Walk Like An Egyptian tussendoor te gooien. Het is het weer er ook wel voor. Het zal een graad of 35 zijn? Heel wat anders dan de pompende in your face-mix van opwindende jazz die het Londense Sons Of Kemet op hetzelfde podium laat horen. Af en toe denk je, misschien missen we een vocalist, maar de band laat de wei zweten. Een van de hoofdrollen is voor drummer Tom Skinner, die samen met Radioheads Thom Yorke en Jonny Greenwood de zogenaamde supergroep The Smile vormt. Ook saxofonist Shabaka Hutchings verdient een eervolle vermelding. Wat een toewijding en overgave. De band geeft je vrijwel geen tijd om op adem te komen.

De Iers-Turkse Nilüfer Yanya op het hoofdpodium is een erg prettige verrassing met haar mix van folk en r’n’b. De gitaar om haar schouders is leidend. Ze plaveit het pad voor de indiepoprock van Geese in de wat afgekoelde spiegeltent, waar het inmiddels 00.30 uur ‘s nachts is. Geese wordt afgelost door een van de spannendste acts van het festival: Dry Cleaning. Vorig jaar verscheen het ijzersterke debuutalbum New Long Leg, waarmee met name zangeres Florence Shaw de aandacht weet op te eisen. Haar stem, een mix tussen die van Anne Clark en Kim Gordon geeft veel cachet aan het postpunkgeluid van de band. Zonder meer is Sonic Youth een bron van inspiratie geweest, evenals Joy Division. De wat subversieve songstructuren van Dry Cleaning zorgen voor een wat hoekig dansende menigte. Dat zien we graag.

Vrijdag

In de afgeladen kerk van Haldern wordt het bal serieus geopend met de opkomst van Hatis Noit. Gekleed in een felrood jurkje. Gekke, afgegleden wimpers onder haar ogen, die ook wat doen denken aan een snor, gek genoeg. De Japanse die woont in Londen heeft een redelijk ongrijpbare sound, die absoluut een zenachtig effect heeft op de aanwezigen. Zij is degene die je weer kan oplappen. Na een fietsongeluk of de val uit een hoge populier. Nadat je je de godganse ochtend hebt geërgerd aan een laadpaalklever uit de wijk. Dat zenachtige effect van de muziek die we ook weleens horen tijdens opgietsessies in een sauna geldt zeker voor hen die het concert liggend ervaren. Liggen in een kerk denk je dan, maar de goden zouden het niet anders hebben gewild. Dat voel je aan alles. Stuk voor stuk zouden zij hun goedkeuring uitspreken over de sacrale exercitie van Noit. Ze heeft een enorm vocaal bereik en maakt dankbaar gebruik van de voortreffelijke akoestiek in de kathedraal. Noits yoga-achtige sound komt uit de computer. Geen haan die ernaar kraait. De afwezigheid van muzikanten valt niet eens op. Noit laat de massa zweven met haar machtige, retehoge stemgeluid. Er is geen Sixtijns kapelkoor aanwezig, maar dat zou verbouwereerd zijn afgedropen; hup, snel de bus in.

Ook in de kerk: misschien wel een van de interessantste artiesten van dit moment, de uit het Vlaamse Deinze afkomstige Meskerem Mees (23, foto). Op jonge leeftijd werd ze geadopteerd uit Ethiopië door een Belgisch echtpaar. Ze leerde al snel gitaar te spelen, ontdekte dat ze over een bloedmooi stemgeluid beschikt en ook nog eens heel mooie, folky singer-songwriterliedjes kan schrijven. Haar debuutalbum Julius staat er vol mee. Instrumentaal rijk. In de kerk van Haldern heeft ze alleen cellist Frederik Daelemans meegenomen, die ook de tweede stem verzorgt. Zelf heeft ze een gitaar om haar nek hangen. Mees is goed bij stem en brengt haar prachtige, stemmige repertoire ingetogen. Wat al te bedeesd, zo nu en dan. Hoewel ze wel wat stoers heeft, met die pet achterstevoren op het hoofd. Ze moet wegens tijdsdruk enkele prijsnummers laten liggen, waaronder het schitterende Where I’m From. In oktober speelt ze in Tivoli/Vredenburg. Komt het vast goed.

De Australische rockband Mid City heeft op het hoofdpodium met zanger Joel Griffith een geweldig wapen in handen; hij beschikt over een uitstekende stem. De liedjes zijn niet allemaal even sterk en dat valt dan een stuk minder op gelukkig.

Het Oostenrijkse Friedberg bestaat uit vier vrouwen. Een ontwikkeling die we steeds vaker lijken te zien en die we dan ook louter kunnen toejuichen. Prettige stem heeft Anna Friedberg en ook de tweede stemmen mogen er zijn. Indierock onder een verzengend hete zon in Duitsland. Het feest is er niet minder groot om. Komt ook door de koebellen die veelvuldig ingezet worden door Anna Friedberg, waardoor je onwillekeurig het idee krijgt dat er een ode wordt gebracht aan al dat prachtige vee dat rond het festivalterrein graast. De poppie altrock van het kwartet klopt van voor naar achter. Hoop goeie liedjes.

shortparisDie heeft Shame (foto) ook, op hetzelfde hoofdpodium. Een van de gitaristen van de postpunkformatie heeft een outfit aan die wat doet denken aan die van AC/DC’s Angus Young. Maar Eddie Green is veel beweeglijker. Drukker. Stuk jonger ook en waarschijnlijk wat meer energie nog. Shame is geen nieuwkomer in Haldern, want de band speelde de spiegeltent al eens vollédig plat. Nu is het hoofdpodium aan de beurt op de vroege vrijdagavond. Het is een band met ongelooflijk veel energie en goeie punkrockliedjes en met ADHD-zanger Charlie Steen in de hoofdrol. Je vraagt je af waar het succes ophoudt, want alles wat Shame aanraakt verandert in goud. Ook het ‘lastige’ tweede album Drunk Tank Pink is een punkparel.

Zover is het Ierse Gilla Band nog lang niet. De verre van melodieuze hardcorepunkers weten de aandacht niet vast te houden. Nee, dan Curtis Harding. Voor hem geldt het omgekeerde. Harding is geweldig bij stem, heeft natuurlijk een band om in te lijsten achter zich staan en het is ook nog eens heerlijk zwoel geworden zo halverwege de vrijdagavond. Harding heeft een enorme zonnebril op de neus, waarmee hij Bootsy Collins de loef dreigt af te steken. Harding is een soort soulgod geworden de afgelopen jaren. Het liedje in de hoofdrol. Goede teksten, steengoeie melodieën en dan die stem dus van de man zelf eroverheen. De afgeladen weide swingt de laatste druppels zweet uit het lijf.

Aan punk en postpunk en aanverwanten geen gebrek op de Haldernvrijdag. Zo is Squid ook van de partij. Ze staan in de spiegeltent, waar menige moshpit ontstaat in de buurt van het podium. Zingende drummer Ollie Judge heeft geregeld de vocale furie van RATM’s Zach de la Rocha. De bezwerende punkrock van Squid kleurt binnen het idioom van gelijkgestemden als IDLES, hoewel de sound veel minder staccato is. Dat bevalt live ook uitstekend.

Later op de avond wordt veel aandacht opgeëist door Seratones in de spiegeltent. Zangeres AJ Haynes is niet alleen met haar geweldige stem een blikvanger, ook het bikinitopje waarin ze gehuld is, vraagt wat extra attentie. Ze bespeelt haar publiek geweldig en het valt weer op hoeveel goeie liedjes de Amerikaanse soulrockformatie op plaat heeft gezet. Het knallende Power is zelfs een klassieker in de dop. Seratones is een mooie opmaat naar het Russische Shortparis (hoofdfoto) dat Haldern meeneemt de nacht in. Enkele jaren geleden maakten de uitgesproken tegenstanders van de oorlog tegen Oekraïne al veel indruk in de spiegeltent en nu doet de band uit Putins Sint Petersburg er een behoorlijke schep bovenop. De kunstzinnige, experimentele, vrij ongrijpbare dancerock van de Russen zorgt voor veel dansende aanwezigen. Zanger Nikolai Komyagin gebruikt zowel zijn falset als zijn meest woeste stemgeluid om de songs van Shortparis kracht bij te zetten. Hij danst ook nog eens geweldig en onderscheidend. Shortparis zet een overweldigende rockshow neer en is momenteel het beste wat Rusland muzikaal te bieden heeft.

Zaterdag

In de Haldern Pop Bar, deze editie wat minder ingezet dan in voorgaande jaren, wordt op zaterdagmiddag afgetrapt door het Britse kwartet Famous (foto)famous, dat al eerder optrad in het dorp. Zanger Jack Merrett heeft een stem die acuut doet denken aan Thindersticks’ Stuart Staples en The Nationals Matt Berninger. Muzikaal is de band redelijk ongrijpbaar. We horen wat flarden van The Cure en van eerdergenoemde formaties. De emotioneel geladen klaagzang geeft vrijwel elk nummer iets stemmigs mee, terwijl er ook behoorlijk gerockt wordt en bovendien gedanst. Merrett gaat op een verhoginkje staan op het podium en komt steeds meer los. Kan elk moment gaan crowdsurfen denk je dan. Maar dat bewaart hij mogelijk voor een volgende keer.

Anaïs Mitchell woont in Amerika. Waar ze aan de universiteit onder andere Duits onder de knie probeerde te krijgen. Onduidelijk waarom, maar ze plukt er nu de vruchten van. Want opeens staat ze op Haldern Pop, het hoofdpodium nog wel, en kan ze haar gehoor, dat op de gekste plekken schaduw weet te vinden, of zelf creëert, in het Duits kan toespreken. Niet te snel en af en toe zoekend naar de juiste woorden. Heel charmant, net als haar luchtige stemgeluid, dat in de verte wat doet denken aan dat van Courtney Barnett, waar ze met haar band ook muzikaal dicht bij in de buurt zit. Gedragen indierockliedjes. Soms wat te vrijblijvend, terwijl dat goed past bij het weertype. Het is nog heter dan in Nederland.

In de spiegeltent is de temperatuur gevoelsmatig boven de 40 graden inmiddels, maar de Ierse rockformatie Thumper start gewoon een flinke moshpit, waar ze zelf gezellig aan meedoen. Bandleden ontkleden zich in rap tempo en door alle enthousiasme vergeten we alras de wat matiger kwaliteit van de songs. Een beetje show doet een hoop.

Die heeft indiefolkformatie Black Country, New Road niet nodig om indruk te maken op het hoofdpodium. De fraaie muziek klinkt ook zonder de opgestapte zanger Isaac Wood prima. Diverse bandleden vervangen hem. Het dit jaar verschenen Ants from Up There maakt dat de massa zich in groten getale heeft verzameld voor het podium. De band stelt geen seconde teleur.

King Hannah (foto) doet daar muzikaal nog een schepje bovenop. De formatie bracht dit jaar het prachtige I’m Not Sorry, I Was Just Being Me uit en weet daarmee sterk te imponeren in de spiegeltent. Terwijl de temperatuur iets aangenamer wordt. Het is inmiddels 19 uur. Zangeres Hannah Merrick is zichtbaar ontroerd van alle enthousiasme die zij en haar band krijgt toegeworpen. “I try hard not to cry“, is ze net zo oprecht als innemend tegelijk.

De speelvreugde van het inmiddels twaalf jaar jonge Parquet Courts werkt erg aanstekelijk op de mainstage van Haldern. Helemaal overgevlogen uit New York speelt de band een staalkaart uit het oeuvre dat zo enorm veel goede indierockliedjes herbergt. Laatst verschenen album Sympathy for Life laat het kwartet niet links liggen natuurlijk. Parquet Courts zou eigenlijk een veel en veel grotere band moeten zijn. Alle lof voor de Amerikanen. Hoogste tijd voor de échte doorbraak naar het grote publiek. King Hannah is ook in dat publiek te vinden. Ook zij zien dat het goed is.

Badbadnotgood, op het hoofdpodium zaterdagavond, is geen podiumact vanjewelste maar kenners weten dat het met name om de muziek gaat. Ditmaal ook weinig opsmuk, of je moet het enorme witte gordijn achter de band zo willen typeren, maar wel experimentele hogeschooljazz, passievol gebracht. Met een hoofdrol voor drummer Alexander Sowinski. En natuurlijk blijf je in de wereld van de jazz wat gehandicapt, zonder zanger.

In de spiegeltent vinden we niet veel later de Ierse Sinead ‘O Brien (foto), die poëzie en artrock samenbrengt. Van oorsprong is ze dichter, totdat ze dacht: ik kan dat spul ook weleens met muziek gaan ondersteunen. Zo geschiedde. ‘O Brien lijkt eerst wat bedeesd, maar dat is slechts uiterlijk vertoon, want ze komt steeds losser en heeft met de zeer dansbare uitsmijter Spare For My Size, Me een verrukkelijke publiekslieveling in handen.

Van bedeesdheid is überhaupt geen sprake bij Kae Tempest, op het hoofdpodium. De spokenwordartiest heeft met haar dit jaar verschenen The Line Is a Curve behoorlijke sprongen gemaakt. Muzikaal dan. Want vocaal blijft ze uitgesproken als altijd. Geen maatschappelijk thema blijft liggen bij de spraakwaterval, die zich laat begeleiden door een toetseniste, die om de haverklap onder haar keyboard zit, op zoek naar haar flesje water. Die had ze ook op dat ding zelf neer kunnen zitten, geven we haar als tip mee voor de toekomst. Tempest laat zich er niet door afleiden en ratelt maar door. Ongestoord. Vooral de met veel geweldige elektronica ondersteunde nummers van The Line Is a Curve maken veel indruk, waaronder de fenomenale opener Priority Boredom. “Any day they’ll string you up. Tey’ll hose you down. They’ll nose around in all your things. You swim. You hope to drown’, knalt Tempest eruit. Nee, overdreven vrolijk is ze vrijwel nergens. Wel imponerend, zoals altijd. Tempest als een soort voorprogramma van afsluiter Wet Leg, waarmee we alsnog opgetogen en dansend de nacht ingaan. Wet Leg trekt de laatste restjes energie uit het Haldernpubliek en Chaise Longue is een van de lekkerste indierockliedjes van de laatste jaren. “Is your mother worried?
Would you like us to assign someone to worry your mother?
Excuse me (what?)
Excuse me (what?)
Hey you, in the front row.
Are you coming backstage after the show?
Because I’ve got a chaise longue in my dressing room.
And a pack of warm beer that we can consume.” We moeten het aanbod afslaan. Haldern Pop 2022 is zo’n slijtageslag die je wel weer doet verlángen naar een zit op zo’n chaise longue. Langdurig.

 

 

Rodrigo y Gabriela – Weird Fishes/Arpeggi

Het Mexicaanse duo, ‘Grammy Award-winning guitar virtuosos’, Rodrigo y Gabriela brengt een ‘ambitious new cover version’ uit van deze Radiohead-klassieker!

Het wereldwijd zeer populaire acoustische gitaar duo Rodrigo y Gabriela uit Mexico, bestaande uit Rodrigo Sanchez en Gabriela Quintero, komt begin volgend jaar met een nieuw album. “Weird Fishes” is een zogenaamde ‘appetizer’, omdat ze hun vele fans niet te lang op vers werk wilde laten wachten, en om er hun Noord-Amerikaanse en Europese tournee mee in te luiden. Het is niet de eerste bijzondere cover van Weird Fishes/Arpeggi die onze playlist haalt. Twee jaar geleden was het de beurt aan Lianna La Havas.

Bloc Party – Acting Out

De Britse indie-rockband Bloc Party heeft de deluxe versie van hun zesde studioalbum Alpha Games uitgebracht met daarop de krachtige post-punk single Acting Out. Het album Alpha Games werd op 29 april dit jaar uitgebracht en heeft internationaal lovende reacties mogen ontvangen. Acting Out doet de hoogtijdagen van Bloc Party herleven. De song doet wel wat denken aan hun klassieker Hunting For Witches.

Popwarmer: Yeah Yeah Yeahs – Burning

Met het nieuwe album “Cool It Down” in aantocht, release op 30 september, gaat de terugkeer van Yeah Yeah Yeahs vandaag verder met hun nieuwste single ‘Burning’, een door Andrew Wyatt (Miike Snow) geproduceerd nummer dat op de dansvloer is gebaseerd en is opgebouwd met een pianoloop geïnspireerd door ‘Beggin’ van The Four Seasons, het vangt Karen O, overspoeld door het tumult van Los Angeles in 2020 – de branden en rook die de stad overspoelen.

De single ‘Burning’ volgt op het inmiddels al veelprezen “Spitting Off the Edge of the World” feat. Perfume Genius. De band heeft om hun release te vieren twee soon-to-be-legendary shows in New York (op 1 oktober) & L.A. (op 6 oktober) in de planning. Yeah Yeah Yeahs worden tijdens deze shows vergezeld door The Linda Lindas en Japanese Breakfast. Yeah Yeah Yeahs maakte hun officiële terugkeer bekend met de aankondiging van hun vijfde studioalbum, Cool It Down, dat op 30 september zal worden uitgebracht via Secretly Canadian. De 8-track-collectie is een deskundige distillatie van de beste geschenken van de band die je ertoe aanzetten te bewegen, huilen en aandachtig te luisteren en zal ongetwijfeld een mijlpaal in hun catalogus worden.

Karen O schreef over het lied en zei:
“Toen ik 19 was en in de East Village woonde, sleepte een kamergenoot me op een avond het appartement uit voor een spontaan drankje aan de overkant van de straat, ik liet een votiefkaars branden op een plastic yaffa-blok dat in mijn afwezigheid mijn kamer in brand zette Binnen anderhalf uur nadat ik een drankje had gedronken, waren brandweerlieden gekomen en gegaan om het vuur te blussen, ik kwam thuis en ontdekte dat er een natuurramp had plaatsgevonden (in mijn kamer) en dat de meeste van mijn spullen verloren waren gegaan in de vlammen. Alle elektronische goederen waren gesmolten en gesloopt zoals mijn laptop, camera’s enz. Maar vreemd genoeg bleven de items met de meeste sentimentele waarde intact zoals schetsboeken, een favoriete trui met hartjes op de borst en foto’s. Ik had foto’s van mijn ouders in hun jeugd waar het vuur om hen twee heen brandde alsof er een ongrijpbaar krachtveld was dat hen beschermde, veel van dat soort foto’s, waarbij de geliefde onderwerpen op mysterieuze wijze onaangeroerd bleven.

Als de wereld in brand staat, hoop ik dat het meest geliefde beschermd blijft en dat we er alles aan doen om te beschermen wat we het meest koesteren in dit leven. ‘Burning’ is een nummer over dat gevoel, rooksignalen voor de ziel. Smeken om het af te koelen, we doen gewoon het beste binnen ons kunnen weten. Nick en ik gaven een knipoog naar Frankie Valli’s ‘Begging’, met de regel ‘oooh lay your red hand on me baby.’ We hebben in onze tijd veel soulvolle jaren zestig knallers grijs gedraaid, het zat in ons DNA tegen de tijd dat we ‘Burning’ schreven.”