POM – Piglet

POM, Piglet; het klinkt heel gezellig, maar vergis je niet. Het biggetje van de Amsterdamse band heeft een venijnig staartje.

Piglet gaat over een iemand die letterlijk bezeten is van liefde. Die manie waar de tekst over verhaalt is vertaald naar een gedreven soms tegen de atonaliteit aanleunende fuzzrocksong. Het vertolken van een psychotische minnares gaat frontvrouwe `Liza angstvallig goed af. POM‘s Piglet is dan ook meer safari dan kinderboerderij.

The War On Drugs – I Don’t Live Here Anymore

The War On Drugs – I Don’t Live Here Anymore (Atlantic/Warner)

Er zijn ongetwijfeld mensen op deze planeet die het droog proberen te houden tijdens een concert van The War On Drugs. Dat geldt niet voor ondergetekende. Die in 2018 in zowel Biddinghuizen als Amsterdam voor de bijl ging. Een emotioneel figuur? À la Louis van Gaal? Zoiets moet dat zijn.

Wat je dan zo raakt in die liedjes van Adam Granduciel en zijn gevolg is met name de meeslependheid van de muziek. Niet eens de teksten. Al zou Granduciel zingen over broodjes beschimmelde kaas, het zinloze worstelen met pandemievragen of waslijnen vol ondergoed; het zou niets uitmaken. Het is de muziek. We mogen juichen. Die eeuwige muziek, die er altijd voor ons is. Een vriend voor het leven. Zou ik in een god geloven, dan zou ik haar Muziek noemen. Zij, die je nooit in de steek laat.

The War On Drugs zetten zich met name op de kaart met de albums Lost In The Dream (2014) en A Deeper Understanding (2017). Denk aan instant hits als Red Eyes, en, nog wat imposanter, Under The Pressure. Songs die je meteen bij de kladden namen. Om nooit meer los te laten. Songs voor de eeuwigheid. Vrienden voor altijd. Betrouwbaar, door dik en dun. Altijd voor je klaar. Onovertroffen liefde.

Nummers met die hitgevoeligheid zijn niet eens te vinden op het tien tracks tellende I Don’t Live Here Anymore, terwijl er geenszins aan muzikale schoonheid wordt ingeboet op deze vijfde worp van de band uit metropool
Philadelphia. Want Granduciel laat zijn gitaar als vanouds zingen. Die hand op je schouder. Ja, dat schuurt tegen pathetiek aan. Eroverheen? Het voelt nou eenmaal zo.

Het knappe aan I Don’t Live Here Anymore is dat de opwinding wederom in de verstilling wordt gevangen. De beroering in de van de nodige elektronica en ontregelende saxofoon voorziene uptempotrack Victim mag er zijn – dansen is altíjd lekker – maar je echt vastklampen doe je het liefst aan meanderende songs als Living Proof, het ronduit monumentale, door soundscapes gedragen I Don’t Wanna Wait en I Don’t Live Here Anymore, wanneer Granduciel vocaal wordt ondersteund door Jess Wolfe en Holly Laessig van de New Yorkse indiepopformatie Lucius.

In tijden waarin we worstelen met een pandemie, die net zo ongrijpbaar als ellendig is, is het heerlijk dat we, oh lief en begrijpend escapisme, onszelf ongestoord mogen blijven verliezen in muziek die net zo troostend als opbeurend kan zijn. Het is tien keer raak op I Don’t Live Here Anymore, dat zonder twijfel nog een gooi doet naar de titel album van het jaar. “Is life just dying in slow motion? I’m getting stronger every day.” Pieter Visscher

Hurray For The Riff Raff – RHODODENDRON

Wie schetst onze verbazing? Toen we even opzochten of Hurray For The Riff Raff de eerste was met een liedje over de RHODODENDRON ontdekten we dat er tientallen andere acts haar voor waren. Het is niet zo dat de Rhododendron populairder is als songtitel/onderwerp dan de roos, maar  veel scheelt het niet.

Geen enkel rhododendron nummer is een hit geworden, die van Whitney en Bloc Party zijn nog het succesvolst. De kans dat Hurray For The Riff Raff, de schuilnaam van Alynda Segarra gaat scoren met haar in hoofdletters geschreven RHODODENDRON achten we vrij klein. Dat heeft niks met kwaliteit te maken, maar alles met de gekozen stijl.

Het door Alynda en My Morning Jacket man Jim James geschreven nummer had makkelijk van Patti Smith en/of Lou Reed kunnen zijn, ware het niet dat hun teksten altijd over het leven in de grote stad (NYC) gaan en de nieuwe single van Hurray For The Riff Raff over eh…planten. Dat thema, maar dan wat breder getrokken komt terug op het nieuwe album, Life On Earth (18/2).

Metronomy – It’s Good To Be Back

Met een songtitel als It’s Good To Be Back zou je denken dat het een comeback-single betreft. Maar dat is geenszins het geval. Het laatste album van Metronomy stamt uit 2019, het nieuwe verschijnt begin volgend jaar. De band ligt dus prima op schema.

De songtitel slaat op de ons achterliggende periode van non-activiteit op de podia. Helaas heeft de actualiteit de intentie van componist-tekstdichter Joseph Mount alweer ingehaald. Het enige wat terug is is het virus. Maar een kniesoor etc.

It’s Good To Be Back is een ongecompliceerd en vrolijk stemmend synthi-popliedje voor het hele gezin. Na de release van het nieuwe album, Small World op 18 februari gaat de band weer toeren. Tenminste dat is het plan. Mocht dat doorgaan is It’s Good To Be Back toch nog een toepasselijke titel.

Stella – Happiness Is Liquid

Stella is de naam van de band en niet van de zangeres (die heet Tosca). Dat kun je overigens ook horen. De ritmesectie is alles behalve bescheiden en de gitarist (Jasmine, de zus van Tosca) steelt net niet de show.

 Happiness Is Liquid, pas de tweede single van de Amsterdammers is een broeierige bijna ballad waarvan de scherpe randjes ongemoeid zijn gelaten. Het nummer gaat over een tegenvallend feest. De opties zijn weggaan of dronken worden. De band kiest voor het laatste. Een verstandige beslissing blijkt nu, want ze hebben er een sterke song aan over gehouden.

Stella is te zien in de Popronde.

Placebo – Surrounded By Spies

Witte rook! Op 25 maart komt dan toch eindelijk album acht uit van Placebo. Ook gaat de band weer spelen. Op 24 oktober staat Placebo in de Ziggo. Wie niet zo lang kan of wil wachten kan op 24 juni terecht op TW Classics in België. Dat festival waarop ook Nick Cave te zien zal zijn kan beter worden omgedoopt in TW Tijdloos, maar dit terzijde.

Bovenstaand nieuws kwam tegelijk met een tweede single van het nieuwe album dat ‘Never Let Me Go’ is gedoopt. Nog meer dan bij ‘comeback’ single ‘Beautiful James’ leunen Molko & co zwaar op de synthesizers. Verder is Surrounded By Spies weer een klassiek klinkend Placebo nummer; spannende opbouw, sterk refrein en een geïnspireerde frontman.

Afterpartees – Running Around

Met de nieuwe sluitingstijden voor de horeca heeft het begrip afterparty’s een hele nieuwe betekenis gekregen. Helaas laten de huiskamers van de meeste feestgangers geen optredens toe, of anders schieten de buren wel in de stress. Maar plaatjes draaien kan natuurlijk altijd.

Als je Running Around van Afterpartees opzet wordt het gegarandeerd gezellig. De nieuwe single van de Limburgers is geen feeststamper, maar een bijna ballad met tijdige gitaarinterrupties en een meezing deel dat beter wordt naarmate er meer bier vloeit.

Running Around is single twee van album drie, Family Names dat begin volgend jaar moet gaan verschijnen.

VVARD – I Saw Your Face

De Rotterdamse allesspeler en lekkerzelfdoener VVARD (voorheen WARD, er was al een Ward vandaar de naamsverandering ) wordt per nummer beter lijkt wel. In I Saw Your Face, haar 13e song combineert ze een fantasierijke productie met een emotionele performance. Dat klinkt wat formeel, maar hoe moet je anders een nummer omschrijven met Beach Boys koortjes, een zacht funky beat en een introvert refrein? Plus een handvol tempowisselingen.

Wie Verena Ward al een tijdje volgt zal niet verbaasd zij over de grote stappen die ze maakt. Sinds haar eerste voorzichtige schreden op het artiestenpad heeft ze een succesvolle popronde gelopen, de GP van Rotterdam in de categorie singer-songwriter en meer in de wacht gesleept. Vanwege externe omstandigheden (lees Corona) gaat het allemaal niet zoals VVARD had gehoopt en gepland, maar zoals I Saw Your Face laat horen gaat wat er gaat heel goed.

Elephant – Calling

Als ze hadden gezegd dat Elephant uit L.A. zou komen hadden we het gelijk geloofd. De bio beweert echter dat de band afkomstig is uit de ‘outskirts of Rotterdam’. Het is vaak wat overdreven van Nederlandse bands om in het Engels te communiceren zeker als je weet dan hun fans in Utrecht, Amsterdam en Den Haag zitten. Maar in geval van Elephant is het vooruitzien, anticiperen op de toekomst.

De country annex softrock die het viertal maakt is van een grenzeloze kwaliteit. De band bewees eerder dit jaar zijn waarde met een EP waarop we invloeden herkenden van Fleetwood Mac en Wilco. Nieuwe single Calling combineert de close harmonie van America (de band niet het land) met de scherpe gitaarsound van Poco. Anderen zullen er vroege Eagles of late Byrds in herkennen. Iedereen heeft gelijk! Deze Elephant is dus redelijk retro, maar nooit oubollig.

Calling is vooruitgestuurd als wegbereider voor de release van het debuutalbum van Elephant, The Big Thing dat net als de EP is opgenomen door en Pablo van de Poel in de analoge studio van diens band DeWolff. Een releasedatum moet nog bekend worden gemaakt door label Excelsior.

Frank Carter & the Rattlesnakes – Sticky

Frank Carter & the Rattlesnakes – Sticky (International Death Cult/Mattan)

Frank Carter is een punkrocker met een steevast enthousiasmerend voorkomen. Pure jongen. Om van te houden, met zijn volgetatoeëerde lichaam. Oké, misschien is hij daar een beetje in doorgeslagen. Maar Frank houdt ervan.

Muzikaal wederom geen aanmerkingen op de zanger die op zijn nieuwe plaat als vanouds vergezeld wordt door begeleidingsband The Rattlesnakes en er wordt bovendien het nodige gefeatured door allerhande collega’s. Wel zo gezellig.

Zo is de extravagante Lynks tweemaal van de partij. Zijn (of haar) stem doet wat denken aan die van hiphopper Dizzee Rascal. Hij/zij zorgt voor wat verstrooiing in de punkrockstamper Bang Bang. Aanstekelijk nummer, dat het zonder twijfel goed gaat doen op de festivalweides. Op die van Pinkpop 2022 bijvoorbeeld. Enkele jaren terug was Carter nog dé sensatie op Rock Werchter 2017. Beste act van het weekeinde.

Lynks doet ook mee op Go Get A Tattoo, dat klinkt alsof je het al duizend keer hebt gehoord, maar je weet alleen niet waar. Opnieuw een kraker voor het festivalseizoen aankomende zomer. Waar Joe Talbot, zanger van IDLES, ongetwijfeld ook naar verlangt. Hij doet mee met Carter in My Town, dat ook zo aanstekelijk is als wat. Talbot blijft duidelijk de mindere zanger van de twee, terwijl hij wel wat beter schreeuwt. Dat is ook wat waard.

Punk/metalrockster Cassyette doet mee in het agressieve Off With His Head, dat evenals het gros van de songs op het album zo’n tweeënhalve minuut duurt. Lekker fel en lekker kort. Wat in mindere mate geldt voor het afsluitende Original Sin, waarin Primal Scream-zanger Bobby Gillespie zorgt voor ingetogen, maar weergaloze vocale support voor Carter, waardoor de song naar grote hoogtes wordt getild. Met een fenomenale finale. Om in te lijsten. Ook al door die meer dan heerlijke saxofoon van Yasmin Ogilvie. Pieter Visscher