Elke eerste maandag van de maand op Pinguin Radio van 20:00 tot 22:00 uur de beste tracks van de beste albums van het moment samengesteld door de muziekredactie van de Volkskrant. Deze editie hebben we overigens de beste albums van het afgelopen jaar voor je geselecteerd.
De kroniek van de nieuwe muziek
Lees hieronder alle cd-reviews van de albums van het moment volgens de redactie van de Volkskrant.
—
Ariana Grande – Sweetener (Universal)
Sinds de terreuraanslag vorig jaar in Manchester bij een concert van Ariana Grande, kijken we toch iets anders tegen de Amerikaanse zangeres aan. Ze nam op grootse wijze de regie in handen tijdens de herdenking van de slachtoffers een paar dagen na de aanslag en dwong zo ook de bewondering af van mensen die tot dan toe weinig ophadden met de tienerster.
Tekst Gijsbert Kamer
Op Sweetener, haar vierde album, verwijst de nu 25-jarige zangeres nauwelijks naar de ook voor haar traumatische aanslag. Alleen het laatste, sterke, en meest persoonlijke nummer Get Well Soon loopt door tot precies 5 minuten en 22 seconden, wat volgens diverse Grande-watchers op sociale media geen toeval kan zijn. Dit moet volgens hen een verwijzing zijn naar de datum van de aanslag: 22 mei.
Mogelijk. Zeker is dat met Get Well Soon een ijzersterk popalbum ten einde komt, waarop Grande veel beter, rustiger en meer ingehouden, zingt en waarop de liedjes veel meer kleur hebben dan op eerdere platen.
Dat komt ongetwijfeld door de hulp van Pharrell Williams, die bij de meerderheid van de liedjes betrokken is als componist en producer. Pharrell levert hier zijn beste werk in jaren. Met fijnzinnige percussie, synths en baslijnen in de juiste funk-stand en aandacht voor details. Het titelnummer, Borderline (let op de zoemende synths) en Succesfull behoren tot de mooiste liedjes in Grandes oeuvre. Jammer is hooguit dat Pharrell niet alle liedjes voor zijn rekening nam. Nummers als God Is a Woman en No Tears Left To Cry zitten vol met clichés waaraan Grande met de hulp van Pharrell juist zo knap ontsnapt.
Blood Orange – Negro Swan (Domino / V2)
Dev Hynes maakte deze eeuw al springerige punkpop met Test Icicles, akoestische folk als Lightspeed Champion en komt nu met zijn vierde album als Blood Orange. Op Negro Swan koppelt hij opnieuw op sublieme wijze zwoele soul aan Prince-achtige funk, zoals we dat kennen van een D’Angelo of Frank Ocean.
Tekst Gijsbert Kamer
Broeierig, verleidelijk en toch geheimzinnig. Want het gaat de in New York woonachtige Brit er niet alleen om mooie liedjes te maken, hij is een man met een missie.
Negro Swan is een grote schreeuw om aandacht voor de onaangepasten en een smeekbede om begrip voor eenieder wiens verschijning afwijkt van wat voor normaal doorgaat. Hynes, zelf inmiddels een veelgevraagd componist en producer die al werkte met Solange, Kylie Minogue en FKA Twigs, schakelt de hulp in van onder meer rapper A$AP Rocky, Diddy en de transgender-activist Janet Mock. Je herkent de zacht knisperende beats onmiddellijk. Zoemende synths, jazzy piano’s en verknipte gitaarakkoorden vormen de bedding voor Hynes’ Curtis Mayfield-achtige falset. Hoe verleidelijk en zwoel de sound ook is, de teksten komen hard binnen. ‘My first kiss was the floor’, verwijst Hynes in Orlando naar zijn jeugd waarin hij continu in elkaar werd gemept. Op Negro Swan koppelt hij voortdurend herinneringen aan zijn moeilijke jeugd in Londense voorsteden als Dagenham en Ilford aan de steeds onverdraagzamer wordende Amerikaanse samenleving waarvan hij nu deel uitmaakt.
Negro Swan is een fijnzinnig opgebouwd, introvert klinkende plaat vol slepende melodieën. De warme, bijna zalvende sound staat echter haaks op de wanhopige roep om liefde en acceptatie die uit alle liedjes op dit vierde Blood Orange-album opklinkt. Dat maakt het geheel alleen maar intrigerender.
Travis Scott – Astroworld (Epic / Sony)
Voor de goede verstaander is het derde studioalbum van rapper Travis Scott een ode aan zijn thuisstad Houston: de titel Astroworldverwijst naar een plaatselijk pretpark dat in 1999 sloot, R.I.P. Screwis een saluut aan de invloedrijke DJ Screw (1971-2000) en overal op het album duiken lokale rappers op, zowel levende (Lil’ Keke, Don Toliver) als dode in samples (Fat Pat, Big Moe, Big Hawk).
Tekst Menno Pot
Nothing – Dance on the Blacktop (Relapse Records)
Het is goed om iets over de achtergrond van Nothing te weten. Zanger, gitarist en liedschrijver Domenic Palermo komt uit de nihilistische en nietsontziende Amerikaanse hardcoregemeenschap, en zat in een paar gruwelijk agressieve bands. Bij een vechtpartij tijdens een concert liep het uit de hand: Palermo stak een concertganger met een mes en belandde twee jaar in de gevangenis. Daar kwam hij tot het inzicht dat geweld en agressie geen uitweg bieden uit de zwartgalligheid van het leven.
Tekst Robert van Gijssel
Zijn nieuwe band Nothing heeft nog steeds een onheilspellende onderlaag van bas en gitaren, maar nu zoemen ze in trage mineurakkoorden, zoals die van de shoegaze-bands Slowdive en My Bloody Valentine. Het derde album, Dance on the Blacktop, is het pronkstuk: Palermo heeft uit de sombere droompop van de voorgangers echt een eigen stijl opgetrokken. Nummers als Zero Day, Blue Line Baby en Plastic Migraine lijken eerst wat mijmerende gitaarbeschouwingen, maar gaan na een paar draaibeurten toch aan je hart kleven. De refreinen zijn treurig maar ferm, vooral door die steeds zwaarder dreunende gitaren die de misantropische teksten kracht bij zetten. Een plaat om bij naar vallende blaadjes te kijken.
Interpol – Marauder (Matador / Beggars)
Het leek erop dat het New Yorkse Interpol het vertrek van bassist Carlos Dengler niet te boven zou komen. El Pintor (2014) het vijfde Interpol-album en het eerste zonder Dengler, was beslist niet slecht, maar het deed je wel afvragen hoe het nu verder moest.
Tekst Gijsbert Kamer
De urgentie van de eerste Interpol-platen ontbrak. Nooit was het de band gelukt weer net zo hard binnen te komen als met hun eerste twee albums Turn On The Bright Lights (2002) en Antics (2004).
Maar met een nieuwe producer (Dave Fridmann van onder meer Mercury Rev en de Flaming Lips) lukt het ineens wel. Er is aan het geluid nauwelijks iets veranderd. IJzige gitaren, donkere zang en in mineurakkoorden gedrenkte liedjes domineren. Maar Paul Banks zingt eindelijk weer alsof er echt iets op het spel staat. Oprecht getergd, in liedjes die sterker en vuriger lijken dan op de laatste Interpol-platen. En dan blijkt Interpol met een formule die sleets leek geworden toch weer te kunnen vlammen.
Neil & Liam Finn – Lightsleeper (PIAS)
Wat een goed idee, vader en zoon Finn die samen een plaat maken. Papa Neil, met dat knappe gevoel voor melodieuze liedjes waarmee hij Crowded House ooit tot grote hoogten bracht. En zoon Liam die op zijn platen meer het experiment zoekt, maar toch altijd weer bewijst eveneens te weten hoe je een goed liedje maakt.
Tekst Gijsbert Kamer
Samen maken ze met Lightsleeper een mooi, wat dromerig album. Puntige liedjes ontbreken, maar wie van de sfeer van Beach Boys-platen uit de vroege jaren zeventig houdt, moet dit album beluisteren.
Meet Me in the Air roept de betreurde Beach Boy Dennis Wilson in herinnering. Zo staan er meer van die wonderschone, mijmerende liedjes op de plaat. Vader en zoon wisselen elkaar steeds af als zanger, maar het hele album kent eenzelfde licht psychedelische sfeer. Aardig detail: tussen de namen van andere Finn-familieleden duikt ook die van Mick Fleetwood op als drummer bij een aantal nummers.
Israel Nash – Lifted (Loose Music)
De Texaan Israel Nash omschrijft zijn eigen muziek tegenwoordig als ‘hippie spiritual’. En dat zet hij dan ook maar op de hoes van zijn nieuwe plaat Lifted. Er zou eens verwarring kunnen ontstaan.
Tekst Robert van Gijssel
Want toen de zanger nog Israel Nash Gripka heette, op platen als Barn Doors and Concrete Floors uit 2011, maakte hij nog doorleefde maar basale countryliedjes: een man met een gitaar. Daarna, en vanaf de plaat Rain Plans uit 2013, liet Nash de haren wapperen. Goed nieuws voor de liefhebbers van vooral die hippie-Nash: Liftedis weer een betoverend mooi hippierootsplaatje, waarbij je haast gaat denken dat het ooit nog goed komt met de wereld. lees meer
77:78 – Jellies (Heavenly / PIAS)
Vergeten bandje van tien, vijftien jaar geleden: The Bees van het Engelse eiland Wight, die een eigenwijs, zonnig brouwseltje van pop, indiefolk, sixties-psychedelica en soms een beetje reggae maakten. In Amerika bestond al een band met dezelfde naam en daarom moesten de Britten zich A Band Of Bees noemen.
Tekst Menno Pot 9 augustus 2018
Acht jaar na het laatste Bees-album duiken bandleden Aaron Fletcher en Tim Parkin op als 77:78. Jellies is van hetzelfde laken een pak als The Bees, wat uitstekend nieuws is. Lekkere blazers in Compass Pass, pittige sixtiespop-met-orgeltje in Chilli, zweterige dub in Papers – en her en der echo’s van een paar andere Britse dierbaren van rond 2000, Badly Drawn Boy en The Beta Band, bijvoorbeeld.
Jellies is een heerlijke neo-psychedelische popplaat voor een broeierige zomer waarin de hitte je af en toe naar het hoofd stijgt, maar kan desgewenst ook dienen ter eigenhandige verlenging van zo’n zomer.
Helena Hauff – Qualm (Ninja Tune / PIAS)
Omdat we nu eenmaal graag labels plakken op muziek, en zeker op de abstractere klanken uit de elektronische hoek, heet het werk van de Duitse dj en producer Helena Hauff tegenwoordig ‘neo-gothic’. En de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ondergetekende recensent drie jaar geleden, bij het debuut van Hauff genaamd Discreet Desires, ook al verwees naar de duistere en wat toverachtige achtergronden van Hauffs productie. De sfeer op de opvolger Qualm, die een stuk mooier is dan de voorganger, is opnieuw spookachtig en kil. Maar de tracks zijn dieper doordacht, en komen soms tot leven bij fijne en zelfs menselijke melodietjes.
Tekst Robert van Gijssel
Het stijlkenmerk van Hauff is de vervorming van de ‘distortion’, die zij toepast op de bassdrums, toms en snaredrums van haar drumcomputer. De metertjes staan steeds in het rood, waardoor de beats rafelig en overstuurd en dus vrij angstaanjagend kunnen klinken. Met deze ritmische esthetiek verwijst Hauff naar de begintijd van de elektronische muziek; de ‘Electronic Body Music’ van bands als Nitzer Ebb én de edele techno uit Detroit, uit de jaren tachtig. Maar Hauff is op haar best als ze met de filterknopjes van haar acid-apparaat speelt, en haar nummers dus met subtiele bliepjes in elkaar steekt.
De tracks van Qualm zijn vrijwel allen live gespeeld in de studio-opstelling van Hauff. Daardoor klinkt een enkel nummer wat te veel als een jam-sessie: er is weinig ontwikkeling. Maar als Hauff wel aan nabehandeling lijkt te hebben gedaan, zoals in het geweldige Hyper-Intelligent Genetically Enriched Cyborg, wordt zo’n nummer ook bijzonder meeslepend dankzij steeds nieuwe, ijle synthesizermelodietjes waarbij je als luisteraar met de ogen dicht echt even op een kleine ruimtereis kunt gaan. Een prachtig, stilistisch en consistent dance-album, dat hoog gaat scoren op de elektronische jaarlijsten.
Nicki Minaj – Queen (Young Money / Cash Money Records)
De voortekenen voor het vierde album van Nicki Minaj waren niet best. De misschien wel beste vrouwelijke rapper van de laatste jaren raakte verwikkeld in onverkwikkelijke relletjes op sociale media en bracht een paar slappe tracks uit zoals Thought I Knew You met The Weeknd en Bed met Ariana Grande.
Tekst Gijsbert Kamer
En of het nu zo handig was om zich te verbinden met de wegens gewelds- en seksuele misdrijven in opspraak geraakte rapper 6ix9ine voor het nummer FEFE is ook maar de vraag.
Maar afgelopen weekend verscheen het album Queen en bleek dat je halverwege toch kunt vaststellen dat Nicki Minaj zichzelf op haar vierde album heeft overtroffen. lees meer
—
Luister hier naar de vorige editie!
Volkskrant Radio – augustus 2018
Iedere eerste maandag van de maand tussen 20:00 en 22:00 uur live te beluisteren bij Pinguin Radio en een dag later terug te vinden op Volkskrant.nl als podcast en uiteraard ook bij ons op de site!