Kim Gordon – The Collective (Matador)
Kim Gordon is bijna 71 inmiddels. Ze laat met haar tweede soloalbum The Collective definitief horen de eeuwige jeugd te hebben. Een adembenemend prettige luistertrip waarop ze een geluid neerzet dat verder verwijderd is van de indienoiserock van Sonic Youth dan ooit.
Het experiment leidt de dans op The Collective, dat vervreemdend, subversief en overweldigend is. Drumcomputers en synthesizers en stemvervormers zijn de voornaamste instrumenten die Gordon inzet. “Ik vind niet dat alle muziek hapklaar en radiovriendelijk moet zijn. Mijn plaat is er voor mensen die zich niet herkennen in de teksten van Taylor Swift”, laat ze optekenen door Humo.
Gordon heeft de puinhoop op onze planeet vertaald naar klanken. Verpakt in liedjes waarin je je best moet doen om structuur te ontdekken, wat het allemaal extra aantrekkelijk maakt. Het lukt haar en haar band om de aandacht geen seconde te laten verslappen. “Ik zet elke dag opnieuw grote ogen op als ik zie wat er om me heen gebeurt, dus lijkt het me normaal dat die verbazing en verontwaardiging ook binnensluipen in mijn muziek”, in diezelfde Humo.
The Collective is de tweede samenwerking met hiphopproducer Justin Raisen en het pakt nóg veel beter uit dan op die eerste plaat, No Home Record, uit 2019. Verrassende wendingen, beukende ritmes en sublieme tempowisselingen zijn het fundament van industriële noise waarop je Gordons nog altijd wulpse stemgeluid uit duizenden herkent.
De vocale productie is in handen van Ainjel Emme, die in het verleden onder meer met David Bowie werkte. Ze speelt geen onbelangrijke rol, hoewel Gordon over het algemeen vooral als Gordon klinkt. Op een album dat erg hoog in allerhande eindlijsten gaat eindigen zo tegen de jaarwisseling. Dat is een voorspelling. The Collective stroomt over van genialiteit én muzikale schoonheid. Pieter Visscher