Engelse indiepopband The Wombats op 7 februari in 013

Het is alweer tien jaar geleden dat de engelse indiepopband The Wombats naar de top van de hitlijsten schoot met de hit ‘Let’s dance to joy division’ afkomstig van hun debutalbum ‘A guide to love, Loss & Desperation’ . Het trio uit Liverpool staat bekend om hun up-tempo sound vol met meezingrefreinen. Met het laatst verschenen album ‘Beautiful People Will Ruin Your Life’ brengen de britten een scherpe mix van moderne-synths en het vertrouwde gitaargeweld.

SUPPORT
De mannen zullen bijgestaan worden door stadsgenoten Circa Waves. De ook uit Liverpool afkomstige indieband bewees zich in 2015 met hun eerste album ‘Young Chasers’, onder andere bekend van festival-hit: ‘T-Shirt Weather’. Vorig jaar verscheen hun tweede album genaamd ‘Different Creatures’.

De avond wordt geopend door Bloxx, het Britse viertal maakt ongecompliceerde DIY indie rock.

LIVEDATA
06 februari
Trix, Antwerpen (BE)
07 februari 013, Tilburg

John Grant – Love Is Magic (Bella Union / PIAS)

Wie hield er geen rekening mee? Allengs werd het idee dan ook steeds sterker en zie: John Grants vierde soloalbum is geheel elektronisch geworden. Nou vooruit, her en der een verdwaalde drum, gitaar of basgitaar. Maar meer ook niet. Dat dat jasje ‘m muzikaal als gegoten zit, wisten we al en dat het sfeervolle muziek kan opleveren bovendien. Love Is Magic is daarnaast muzikaal ook nog eens lekker dwars.

De toon wordt gezet met de knotsgekke opener Metamorphosis die alle kanten opgaat; van springerige elektronica naar een sfeervol, stemmig middenstuk, om in de finale weer net zo recalcitrant te klinken als in het begin van het nummer. Het is Grant ten voeten uit. De Amerikaan doet wat hij wil.

Grant heeft zijn liefde voor bands als Cabaret Voltaire, New Order, Depeche Mode en Kraftwerk nooit onder stoelen of banken gestoken en die invloeden komen op Love Is Magic meer dan ooit naar voren, terwijl er ook onvervalste disco te vinden is, met het opzwepende Preppy Boy.

Grant zou Grant niet zijn om zijn licht niet ook even te laten schijnen op de huidige situatie op onze planeet en geeft Donald Trump ervan langs met Smug Cunt. Toch is het al met al de luchtigheid die wint op Love Is Magic en daarmee is het een vrij vrolijk en zonder meer geëngageerd geheel geworden. Goeie hoesafbeelding ook, toch? Vogelkooi op het geschminkte hoofd en een maagdelijk wit onderbroekje aan. Voor wie dacht dat alleen Fad Gadget (Frank Tovey) rare fratsen had. Met Tovey is meteen nog een muzikale invloed genoemd. Pieter Visscher

LIVEDATA 20/11 TivoliVredenburg, Utrecht 21/11 Trix, Antwerpen (BE)

Jungle – For Ever (XL Recordings / Beggars)

JungleModern, soulvol, funky, pop, dansbaar en fris. Zomaar een paar steekwoorden die moeiteloos passen bij het gezelschap Jungle. In 2014 debuteren de zeven Londenaren met een titelloos album wat vrijwel overal ter wereld op positieve kritieken kan rekenen.

En dat terwijl Tom ‘T’ McFarland en Josh ’J’ Lloyd-Watson de band pas in 2013 hadden opgericht, met als stiekeme wens om lekker anoniem te blijven. Die missie slaagt niet, want in de muziekindustrie kan het snel gaan. De band begint als hype, maar groeit al snel uit tot een serieuze speler. Ook live. Nummers als Time, The Heat en – met name – Busy Earnin’ krijgen volle concertzalen en festivalweides moeiteloos in dansstand.

Op de nieuwe plaat For Ever zet Smile direct de toon. Het ritme, de meerstemmigheid, de opbouw. Jungle ten voeten uit. Even later horen we onder meer de eerder uitgebrachte singles Happy Man en House In LA. Waar Happy Man zo afkomstig van hun debuutalbum zou kunnen zijn, daar is House In LA verrassend traag en minimalistisch. Alsof Bon Over er even aan mocht sleutelen.

De plaat telt in totaal dertien tracks en staat als een huis. Een beetje Bee Gees, een beetje Earth Wind & Fire. Caribou. Daft Punk. Maar Jungle is vooral Jungle. De band heeft in rap tempo een eigen geluid weten te creëren en dat is gezien de mix van vrij populaire stromingen knap. Als kritiekpunt(je) kun je aangeven dat het té gepolijst is. Al rekenen ze daar live waarschijnlijk hard mee af. Tekst Mania | Jelle Teitsma

LIEFHEBBERS LUISTEREN NATUURLIJK OOK NAAR PINGUIN POP!

LIVEDATA
20/11 Doornroosje, Nijmegen
21/11 TivoliVredenburg, Utrecht
22/11
Trix, Antwerpen (BE)

Jonathan Wilson: “Deze shit is de dark side van het muzikantenbestaan.”

Of we de afspraak kunnen verplaatsen, van het Amstelhotel naar een airbnb-adres in Amsterdam-West. Duvelstoejager Jonathan Wilson (43) ondersteunt Roger Waters als zanger en gitarist tijdens de Us + Them tour, die in juni vier dagen de Ziggo Dome laat vollopen met Pink Floydfans. “Ik wilde even op mezelf zijn”, verklaart de muzikant, die oogt als een moderne hippie, zijn plotselinge verhuizing.

Tekst Popmagazine Heaven | Louis Nouws

De airbnb biedt het beeld van een muziekfanaat on the road. Een akoestische gitaar achteloos op de bank. Op het tafeltje ernaast speelt een opengeklapte Macbook via een bluetooth speaker muziek af van Scott Walker. Aan de laptop zijn een klein keyboard en een modulaire synthesizer gekoppeld, een PIN Electronis & Ramcur, die Jonathan Wilson op de kop heeft getikt in Berlijn. “Het is een remake van een synthesizer die Pink Floyd gebruikte tijdens de opnamen van The Dark Side Of The Moon. Toen Roger me vroeg voor de Us + Them tour ben ik ernaar op zoek gegaan om de speciale geluidsaffecten van dat album te kunnen herscheppen.”

Wilson heeft de synthesizer zelf ook toegepast op Rare Birds, zijn begin dit jaar verschenen soloalbum, en dat is nieuw. Want de Californische multi-instrumentalist, die vooral naam maakte als producer van albums van onder meer Dawes, Father John Misty, Conor Oberst, Roy Harper en Roger Waters, staat bij uitstek bekend om zijn voorliefde voor een warm analoog geluid waarin geen rol is weggelegd elektronische geluidsapparatuur. “De vergelijkingen met Crosby, Stills, Nash & Young en Dennis Wilson die me ten deel vielen bij mijn eerste twee solo-albums [Gentle Spirit (2011) en Fanfare (2013)-red.], waren vleiend, maar ik heb mezelf nooit gezien als de schatbewaarder van het jaren zeventig westkustgeluid. Ik woon inmiddels een kwart eeuw in LA, dus ik voel wel dat ik in een bepaalde traditie sta. Alleen al de omgeving doet wat met je. Maar als liefhebber van een doorwrocht en gelaagd geluid voel ik me net zo verwant met Engelsen als Trevor Horn, Peter Gabriel en Kate Bush.”

Big
‘Omdat we allemaal stroomafwaarts van Townes Van Zandt aan het vissen zijn, blijft er eigenlijk niets anders over dan het groot te maken’, schijft Jonathan Wilson in de documentatie die Rare Birds begeleidde. “Dat is vrij naar Arlo Guthrie, die zoiets zei over Bob Dylan. Ik zou willen dat ik een nummer als Pancho & Lefty zou kunnen schrijven, maar dat talent heb ik niet. Zulke catchy melodieën met poëtische teksten schrijven, is slechts weinigen gegeven, dus ik zoek het met mijn muziek in het domein van de overdaad. Sommige nummers op Rare Birds zijn opgebouwd uit 120 tot 150 tracks. want dat is mijn sterke punt. Ik kan dat heel goed organiseren. Het zit grotendeels gewoon in mijn hoofd, al prijs ik me gelukkig met een heel gestructureerd werkende engineer aan mijn zijde. Uiteindelijk ligt er natuurlijk wel een puzzel waar ik soms maanden mee bezig ben. Soms is dat heel meditatief, dan trek ik me helemaal terug om het te overdenken. Hoe passen alle stukjes in elkaar? Hoe wil ik het ten langen leste laten klinken?”

“Voor mij is het een enorm voordeel dat ik bijna alles zelf inspeel. Vaak komen de ideeën op tijdens het opnameproces. Ik stel me voor dat een chef-kok in de keuken ook zo aan de slag gaat met de ingrediënten. Je grijpt wat je nodig hebt, sommige bestanddelen zijn bekend, soms bedenk je iets nieuws of geef je het een speciale bewerking. Je hebt een gerecht voor ogen dat mensen versteld doet staan, dat als geheel overtuigt maar ook op onderdelen boeit. Ik werk overigens niet helemaal in mijn eentje, vaak krijg ik juist inspiratie door muzikanten die langskomen in mijn studio. Loving You, het nummer dat feitelijk het startpunt vormde voor Rare Birds, viel in zijn vorm na een paar spontane sessies met new age-zanger Laraaji.”

Ook de aanwezigheid van Roger Waters had grote invloed. De opnamen voor Waters’ Is This The Life We Really Want? en Rare Birds liepen grotendeels parallel. “In totaal zijn we zo’n anderhalf jaar met zijn album bezig geweest. Tussen die sessies door werkte ik aan eigen nummers. Vaak bleef alles precies zo opgesteld, dus het sonische pallet van onze albums kent een grote overlap. Ook heeft Roger geregeld naar nummers geluisterd die ik in hun ruwe versie voorspeelde op piano.”

Shit
Rare Birds is een 78 minuten durende muzikale reis langs oude en nieuwe paden van de psychedelische rock. Geen conceptalbum in strikte zin, maar als geheel bedoeld als “helende muziek”, dixit neohippie Jonathan Wilson. Voor sommigen is de sonische overdaad wat teveel – een Belgische recensent schreef dat er ‘een heel goeie plaat verborgen zit in Rare Birds’ ­–, maar daar heeft geluidsmagiër Wilson geen boodschap aan. “Ik wil dat mijn muziek mensen meeneemt op een emotionele golf. Een album van mij koop je niet voor de liedjes maar voor de totale ervaring.”

In Europa slaat zijn muziek meer aan dan in de Verenigde Staten, waardoor hij een vreemd soort niemandsland dreigt terecht te komen. “Het klimaat is nu zo dat albumverkoop weinig meer voorstelt. Je hebt uiteraard altijd nog bands die binnenlopen, maar doorgaans zijn dat de acts die al niks te klagen hebben. Over de belastingen misschien. Maar voor onbekendere groepen is het schrapen om te overleven. Ik wil het niet eens over mijn eigen verkopen hebben, maar neem de Father John Misty-albums waar ik bij betrokken was. Ik weet voor honderd procent zeker dat als I Love You, Honeybear en Pure Comedy halverwege de jaren negentig waren uitgekomen ze tien keer meer hadden verkocht dan nu.”

Het geld moet komen uit optredens. “Maar het is kostbaar om in Europa te touren als Amerikaanse indieband. Daar heb ik mee te maken. In mijn thuisland kan ik nauwelijks touren omdat te weinig mensen om mijn muziek geven. En in Europa, waar ik wel genoeg fans heb, is het eigenlijk financieel niet verantwoord, omdat het niet meer is op te vangen met plaatverkoop. Op mijn vorige tour heb ik ongeveer 100.000 dollar toegelegd. Maar deze shit is de dark side van het muzikantenbestaan. Het blijft nog altijd een genot muziek te maken, laat ik dat voorop stellen.”

Genieten
Dus staat hij zo’n 175 keer naast Roger Waters op het podium met de US + Them tour en het repertoire van Pink Floyd. “Natuurlijk, het geld is goed, maar ik kan er ook van genieten, temeer daar Dave Kilminster de meeste gitaarpartijen voor zijn rekening neemt. Die doet dat heel goed. Zelf ben ik veel minder bedreven in het noot voor noot naspelen van de originelen. Ik kan me helemaal richten op de zang. Voordat de tour aanving heb ik zelfs nog een zangcoach in de arm genomen om mijn stem en stamina te verstevigen. Toen Roger me vroeg voor de tour dacht ik: waarom niet? Als indie-artiest zal ik nooit in die megahallen spelen, laat staan in stadions in Zuid-Amerika. Het leek me cool dat eens mee te maken. Inmiddels is Roger een vriend van me en voel ik me loyaal. Al is het ook wel weer fijn, zoals nu in Amsterdam, het hele circus even te verlaten en zo’n luxe hotel te verruilen voor een appartement in een gewone buurt. Ik ben teveel een individualist om aldoor met de groep op trekken.”

LIVEDATA 08/09 Melkweg, Amsterdam 13/09 Trix, Antwerpen (BE)

HeavenHeaven #5, 2018 heeft maar liefst twee omslagen. Op de voorkant staat Raymond van het Groenewoud, op de achterkant prijken de jonge heren van DeWolff. Dat in verband met een special die Heaven wijdt aan het spiksplinternieuwe rootsfestival Once I A Blue Moon, dat zaterdag 25 augustus plaatsvindt in het Amsterdamse Bos. Ook de hoofdstad goes americana. Interviews zijn er met DeWolff, I’m With Her en The Dawn Brothers, alle drie te zien op het festival, naast David Crosby The Mavericks en vele anderen.

In de ‘gewone’ Heaven het uitgebreide vraaggesprek met Raymond van het Groenewoud, die een driedelige box samenstelde uit zijn oeuvre met de titel Archivaris. Ook zijn er fijne gesprekken met Beechwood, Low, Jonathan Wilson en Yorick van Norden.

In de serie Portret van…, dit keer podiumdirecteur Marlies Timmermans van het Utrechtse Ekko. Liz Phair’s spraakmakende debuut uit 1993 Exile In Guyville staat centraal in It was 25 years ago today.

In de recensierubriek, met meer dan 100 titels, nieuwe albums van o.a. Neko Case, Charles Lloyd & Lucinda Williams, Curse of Lono, American Aquarium, Dawes, The Wood Brothers, Dirty Projectors, Arthur Buck, RVG, Israel Nash, Needlepoint en Smail Mail.

Dit nummer niet missen? Neem een abonnement en profiteer van de aanbieding: 1 jaar Heaven van € 34,99,- voor slechts € 22,50,-! Een abonnement neem je hier: www.popmagazineheaven.nl/actie-abonnement

 

Rolling Blackouts Coastal Fever: “Zo punk zijn we helemaal niet.”

Rolling Blackouts Coastal FeverMenigeen had hem vorig jaar in zijn eindlijstje staan: de The French Press ep van Rolling Blackouts Coastal Fever, inmiddels kortweg Rolling Blackouts C.F. geheten. Sindsdien was het reikhalzend uitkijken naar Hope Downs; de bij Sub Pop uitgegeven eerste volledige langspeler van het Australische vijftal.

Tekst Mania | Ruben Eg

Wie er begin september 2017 bij was in de Tolhuistuin, de dependance van de Amsterdamse poptempel Paradiso, keerde razend-enthousiast thuis. De frisse popsongs van de Rolling Blackouts Coastal Fever, gedreven door hoekige gitaarlijnen en een strakke ritmesectie, deed veel aanwezigen denken aan hun eerste kennismaking met The Strokes. Tom Russo, een van de drie zingende en liedjesschrijvende gitaristen van de band, herinnert zich het optreden eveneens nog goed. “Geen idee waarom, maar het was het drukst bezochte optreden van die tournee”, zegt hij over de toen vooruitgesnelde roem.

Misschien omdat jullie muziek maken die je écht live moet horen?
“Misschien wel, ja. Iets anders kan het niet zijn. We zijn niet bepaald charmante of aantrekkelijke figuren. De enige manier waarop wij iemand voor ons kunnen winnen is met optreden (lacht). Toch zijn we meer als songschrijversproject, dan als band begonnen. Ik ben met Fran (Keaney, red.) en Joe (White, red.) liedjes gaan schrijven op onze slaapkamers. Echte grote ambities hadden we niet. We hadden daarvoor wel in verschillende bandjes gespeeld, maar met Rolling Blackouts Coastal Fever zijn we juist heel voorzichtig wat gaan optreden. In het begin speelden we slechts om de paar maanden ergens. Het duurde even voor we in echte zalen gingen spelen. Pas toen werden we langzaam een echte liveband.”

Door de vele tempowisselingen in de liedjes op Hope Downs, lijkt het alsof jullie al jammend liedjes in elkaar schroeven. Hoe begint het schrijfproces doorgaans?
“Aanvankelijk begon een nummer altijd met de tekst, waarna we samen de muziek maakten. Dat veranderde door de jaren heen. Nu maakt Fran, Joe of ik eerst een soort skelet van iets dat een liedje moet worden, waarna we er als band een geheel van maken. Daarom komt de ritmesectie er nu zo sterk doorheen.”

Is er een nummer van de eerste twee ep’s, waarvan je nu denkt: ‘Daar hadden we nu iets totaal anders van gemaakt’?
“Interessante vraag. Er is een oud nummer, Angoline, dat we nog altijd nu en dan live spelen. Maar de huidige versie is heel anders dan de versie die we jaren terug opnamen voor een ep waar nummers van meerdere bands op stonden. Het is veel meer poppy dan wat we nu schrijven. Daarom past het eigenlijk niet zo goed in de set. Het is in een totaal andere tijd geschreven, maar we houden toch nog erg van het nummer. Ik denk dat als we het nu hadden geschreven er iets totaal anders uit was gekomen.”

Misschien omdat de drie songschrijvers in één band elkaar nu beter aanvoelen?
“Ja. We spelen nu een paar jaar samen en alles is inmiddels tweede natuur geworden. Je hoeft weinig meer tegen elkaar te zeggen. Een knikje is genoeg.”

Wat had je indertijd zelf voor ogen? Was er een speciale sound waar je naar zocht?
“Een beetje van alles wat. We hadden een paar ideeën: popsongs met jagende gitaren, met simpele en melodieuze gedreven ritmes, een akoestische gitaar die meer bij de ritmesectie past, plus twee elektrische gitaren er overheen die doen wat ze willen. Dat was een beetje het hokje waar we ons in plaatsten. Dit is wat er uiteindelijk van geworden is. Een echte definitie voor de muziek die we maken hebben we niet. We zeggen altijd een beetje cynisch dat we ‘stoere pop’ of ‘softe punk’ maken. Eigenlijk als grapje, want zo punk zijn we helemaal niet en zo heel pop klinken we ook niet. Maar dat lepelen we maar op als iemand ons er om vraagt. We horen wel eens dat er veel ruimte zit in onze liedjes. Misschien is dat wel iets Australisch, waar je enorme uitgestrekte vlaktes hebt als je de stad uit gaat. Veel klassieke Australische bands uit de jaren tachtig hadden dat ook, zoals The Go-Betweens en The Triffids; die enorme ruimte die onbewust in de muziek sluipt.”

Hope Downs heeft een echt ‘rand-van-de-stad-gehalte’, zeker als je naar de teksten luistert.
“We wonen in Melbourne; in een grote stad, maar toch dicht bij de natuur. Die fascinatie hebben we allemaal wel. Ik denk dat de omgeving waarin je woont en de ervaringen die je opdoet onbewust in de dingen die je maakt doorschijnt. Het beïnvloedt je toch. An Air Conditioned Man, het eerste nummer van de plaat, heeft absoluut dat gevoel van vervreemding in een grote stad. Fran heeft het nummer grotendeels geschreven. Ik zing het laatste refrein, wat een soort tegenreactie is op het hoofdfiguur uit het nummer die een paniekreactie heeft over zijn 9-tot-5-leven in de stad.”

Bellarine, mijn favoriete nummer van de plaat, heeft ook zo’n intrigerend hoofdpersonage.
“Joe heeft dat geschreven. Bellarine is de naam van een badplaatsje, aan de overkant van de baai bij Melbourne. Ik kwam daar als kind vaak vakantie vieren, Fran en Joe ook. Het vertelt het verhaal van een terneergeslagen vader die vanaf het strand in Bellarine de wolkenkrabbers van Melbourne in de verte ziet. Hij maakt een zware tijd door, is vervreemd van zijn dochter en blikt terug op zijn leven. Bellarine is een badplaats, maar tegelijk een zware omgeving. Mensen die er wonen hebben het niet makkelijk. Het is een mooie plek, waar het tegelijk ook best deprimerend kan zijn.”

LIVEDATA 17/08 Lowlands, Biddinghuizen (Sold Out) 18/08 Pukkelpop, Hasselt (BE) 01/11 Trix, Antwerpen (BE) 03/11 Paradiso, Amsterdam 04/11 Doornroosje, Nijmegen

Black Stone Cherry brengt ‘Family Tree’ uit als familie

Zanger Chris Robertson was 15 toen zijn band Black Stone Cherry in 2001 het daglicht zag. Inmiddels is het 17 jaar later en is de vierkoppige band nog steeds in dezelfde bezetting als toen ze begon en voelt het als een familie. Een gevoel dat meerdere keren terugkomt op het nieuwe en zesde studioalbum Family Tree, dat staat voor de liefde voor familie en 20 april jl. is verschenen.

Tekst Nadieh Bindels Foto Will Ireland

De bandleden kennen elkaar allemaal uit hun woonplaats Glasgow, Kentucky. De plek waar de bandleden allemaal zijn opgegroeid en ze ook niet snel weg zullen gaan: een heerlijke, rustige omgeving met weinig verkeer en veel boerderijen. Het klinkt niet echt rock ’n roll en volgens zanger Chris is de band dat ook niet echt, in tegenstelling tot wat ze uitstralen. “Ja, op het podium is er plek voor rock ’n roll, maar als een show afgelopen is, gaan we terug de tourbus in om met elkaar te hangen en te praten. We doen best wel rustig aan, wat misschien een beetje saai klinkt. Onze lifestyle is gewoon niet zo rock ’n roll. De band is ons bedrijf en daar ligt de focus op, niet op feesten.”

Toch heeft die rustige omgeving de band wel enigszins beïnvloed. Er waren wel wat bandjes, maar er was niet echt een scene. Dat maakte dat band volledig haar eigen gang kon gaan en niet het gevoel had zich te moeten schikken naar het geluid van andere bands. Al hebben natuurlijk ook deze vier muzikanten bepaalde muziek die ze inspireert. Chris: “Het is voornamelijk oudere muziek waardoor we ons laten inspireren, maar qua genres is dat heel divers. Het gaat van blues tot hard rock en van country tot Motown.”

Schrijven in de tourbus
Black Stone Cherry nam in 2006 de professionele route en is daar sindsdien niet meer van afgestapt. De band tourt al jaren de hele wereld over. Tijdens de tour van afgelopen zomer in de Verenigde Staten schreef de band de meeste songs van het nieuwe album. Chris: “Een aantal van de nummers gaat ook over het rondtouren en het gevoel dat we daarbij hebben. Er zitten een paar serieuze nummers tussen, zoals Dancing In The Rain en Family Tree, die over familie gaan. Maar het grootste deel gaat over lol hebben en een goede tijd beleven. Veel rock gaat tegenwoordig over donkere onderwerpen en politiek. Dat is niks voor ons. Onze muziek moet sexy en sleazy zijn en ervoor zorgen dat de mensen willen dansen en plezier hebben.”

LIVEDATA 12/06 Boerderij, Zoetermeer 21/06 Graspop Metal Meeting, Dessel (BE) 09/11 Trix, Antwerpen (BE) 10/11 013, Tilburg

Sunflower Bean: “Inspiratie en energie als het ware vanzelf.”

Met afstand kan I Was A Fool nu al gerekend worden tot de meest coole en sexy singles van 2018. Het is afkomstig van het onlangs verschenen Twentytwo In Blue, het tweede album van het New Yorkse trio Sunflower Bean.

Tekst Jeroen Bakker

De titel is niet alleen een verwijzing naar de leeftijd van de bandleden, ze zijn alle drie 22 jaar, maar vormt tevens de periode tussen het debuutalbum uit 2016 en de releasedatum van de opvolger. Twee jaar en twee maanden geleden werd namelijk Human Ceremony uitgebracht waarmee het drietal kon rekenen op uitstekende kritieken in de diverse media. Tot dan toe speelde de muzikale carrière zich voornamelijk af in hun thuishaven maar dit voorjaar zijn de eerste shows van de Europese tour al op voorhand dik uitverkocht. De verleiding van I Was A Fool lijkt onweerstaanbaar en wordt langzamerhand opgepikt door diverse radiostations in Europa. Woensdagavond 11 april is de band in Paradiso. Kort voor aanvang van het optreden in Birmingham spreken wij met zangeres/bassiste Julia Cumming en gitarist/zanger Nik Kivlen.

”We hebben altijd de intentie gehad om het beste uit onszelf te halen maar dat het zo’n succes zou worden hadden we nooit durven dromen”, aldus Kivlen. “We hadden op de middelbare school al in diverse andere bandjes gespeeld voordat we bij elkaar kwamen en waren ons bewust van de vreemde verhoudingen die je met elkaar als muzikant in een band kunt hebben.” Kivlen probeert de veranderingen van de band te omschrijven aangezien de drie zich sinds enige tijd fulltime met Sunflower Bean bezighouden. “We hebben al eerder in Europa gespeeld maar nog niet eerder wisten wij op eigen kracht de zalen uit te verkopen.”

Het psychedelische indierocktrio uit Brooklyn heeft er hard voor moeten knokken en werd heel even zelfs de hardstwerkende act van New York City genoemd. “Dat was tussen 2014 en 2015  toen we werkelijk overal waar een podium te vinden was speelden. De shows bleken aan te slaan en het speekwoordelijke vuurtje verspreidde zich razendsnel.”

Voor de mensen van het gerenommeerde platenlabel Fat Possum bleken de stuwende drums, dromerige gitaarlijntjes en zangpartijen van Kivlen en Cumming reden genoeg om de band een contract aan te bieden. Inmiddels is de overstap gemaakt naar Lucky Number, het label waar Twentytwo In Blue vorige maand verscheen. Als support-act van bands als Wolf Alice, The Pixies, Vaccines en Best Coast heeft Sunflower Bean al de nodige vlieguren achter de rug.

“De verhoudingen binnen de band zijn altijd zo goed gebleven omdat we vanaf het prille begin allemaal hetzelfde doel nastreefden”, aldus Julia. “We wilden ons volledig kunnen overgeven aan het maken van muziek en bezig kunnen zijn met de band. Uiteraard speelt wederzijds respect daarbij een belangrijke rol en moet je elkaar ook op creatief gebied de nodige vrijheid gunnen. Er is binnen onze muziek ruimte voor experimenten maar we proberen daarentegen wel dichtbij onszelf te blijven. Vooral de optredens zijn voor ons het ultieme moment om ons te kunnen uiten en ons als band te kunnen profileren. Wanneer we bij elkaar zijn komen inspiratie en energie als het ware vanzelf bij elkaar. We weten welke richting we op willen maar als we samen spelen komen er allerlei invloeden bij en ontstaan er steeds weer nieuwe dingen. Alleen muziek maken is leuk maar om samen iets te creëren, iets te delen en daar ook nog succesvol mee zijn is nog veel leuker.”

Hoewel de band niet wil spreken van ‘een protestplaat’ lijkt een bedankje aan de Amerikaanse president op zijn plaats. “Ja, de verkiezingsuitslag is zeker bepalend geweest voor de totstandkoming van deze plaat”, lacht Kivlen. Tracks als Burn It en vooral ook Crisis Fest zijn wat dat betreft veelzeggend “Veel Amerikanen lijken zich langzamerhand te realiseren wat er nu aan de hand is wat de gevolgen zijn. Ik kan mij niet voorstellen dat je in deze merkwaardige tijden als muzikant niet beïnvloed raakt door de gebeurtenissen om ons heen.”

Kivlen heeft zich in diverse interviews uitgesproken over de huidige situatie en spreekt daarin over ‘a shit show’ wanneer het over de vreemde capriolen van de president gaat. Desondanks bevat het album wel degelijk een hoopvol en positief geluid. “Protest is er zeker en vooral als ik bedenk hoe men tegen onze generatie aankijkt. We worden dikwijls als lui en ongemotiveerd gekenmerkt maar ik zie juist heel veel leeftijdsgenoten om mij heen die heel goed weten waar zij mee bezig zijn en keihard werken om hun doel te bereiken. Hoewel men druk bezig is om verdeeldheid te zaaien zie ik juist een sterke solidariteit onder de jongeren groeien. Die spirit hoor je ook terug in onze muziek.”

In een interview van enkele jaren geleden beweerde Julia dat de Rock ’N Roll veel mensen hielp om te overleven. Ze blijkt zich het citaat nog goed te kunnen herinneren: “Ik denk dat het nu nog sterker is dan ooit. De Rock ’N Roll geeft energie, kracht en biedt de mogelijkheid te zijn wie je werkelijk bent. ‘Rock ’N Roll feeds you’ en is juist nu van levensbelang. Het helpt je in tijden als deze overeind te blijven.”

LIVEDATA 10/04 Trix, Antwerpen (BE) 11/04 Paradiso, Amsterdam

Sunflower Bean – Twentytwo In Blue

Sunflower BeanRuim twee jaar na hun debuutplaat Human Ceremony komt het uit Brooklyn afkomstige trio Sunflower Bean met opvolger Twentytwo In Blue, welke verwijst naar de leeftijd van de bandleden. De Amerikanen laten op het 11 tracks bevattende schijfje horen dat ze in die twee jaar gegroeid zijn als band, zowel muzikaal als tekstueel.

Volwassener vooral, waarbij ze catchy liedjes afwisselen met rock grooves met een psychedelisch randje. Zangeres Julia Cumming heeft een fluwelen stem die doet denken aan Blondie en in combinatie met gitarist Nick Kivlen lijkt hun samenzang af en toe zelfs op Fleetwood Mac. Het album begint met Burn It, gevolgd door het melodieuze I Was A Fool.

Titelnummer Twentytwo klinkt zoetsappig vergeleken met het uitgesproken Crisis Fest, een politiek getint nummer waarin de band afgeeft op de roerige (politieke) periode in Amerika. (“2017—we know / Reality’s one big sick show / Every day’s a crisis fest”.) Memoria en Only A Moment zijn daarentegen weer een stuk braver, terwijl Human For weer vol met pit zit.

Met het subtiele Oh No, Bye Bye sluiten Cumming en consorten hun tweede plaat af. Een plaat die het tijdens hun komende tour ongetwijfeld goed gaat doen, gezien hun puike optredens in Austin tijdens het jaarlijkse South by Southwest (SXSW) festival van dit jaar. Tekst Muzine.nl | Roel Schillings

LIVEDATA 10/04 Trix, Antwerpen (BE) 11/04 Paradiso, Amsterdam