The Black Keys – Delta Kream (Nonesuch Records/Warner)
Precies tien jaar terug dat The Black Keys een auto op de cover van een album hadden. Toen El Camino en nu Delta Kream. Dat is meteen ook de enige overeenkomst, want alles is anders aan de twee platen. En toch herken je The Black Keys uit duizenden.
Dat heeft niet alleen te maken met de kenmerkende stem van Dan Auerbach, maar ook met de moddervette sound die het duo steevast loslaat op haar composities. Werd El Camino nog geproduceerd door Danger Mouse, op Delta Kream doen Auerbach en Patrick Carney alles zelf. Behalve het schrijven van de songs, want alle elf tracks zijn covers. Van countryblueshelden die de twee inspireerden. Muzikale helden.
Niet de bekendste namen. Neem een Mississippi Fred McDowell, verantwoordelijk voor een rustig countrybluesnummer als Louise. De riff die de song draagt krijg je niet meer uit je kop, terwijl McDowells origineel toch wat minder beklijft. Heeft te maken met zowel de productie als de gitaar. Die van McDowell akoestisch, die van Auerbach elektrisch.
Het album opent met een cover van de bekendste artiest die onder handen is genomen: John Lee Hooker. Crawling Kingsnake werd in 1948 weergaloos vertolkt door Hooker en je snapt meteen dat The Black Keys er verliefd op werden. En het lied 73 jaar later nieuw leven hebben ingeblazen. Hooker zou de versie zonder enige twijfel fantastisch hebben gevonden.
Helemaal met trots vervuld zou David Kimbrough Jr zijn geweest, omdat maar liefst vijf nummers van zijn hand overgoten zijn met die Black Keys-saus. De liefde voor Kimbrough Jr, die weer beïnvloed werd door Mississippi Fred McDowell, proef je in alles. Pieter Visscher