Wolf Alice – Blue Weekend (Dirty Hit/Mattan)
Is Ellie Rowsell de beste zangeres die rondloopt in het pop-rockcircuit? Dat is een vraag die al een jaar of elf gesteld kan worden; in 2010 debuteerde de band Wolf Alice met een titelloze ep. Rowsell beheerst alle zangfacetten binnen het muzikale metier.
Grootste zangprestatie van Rowsell (29) vond plaats op het werkelijk sublieme Visions Of A Life (2017), als Rowsell zó godvergeten veel gevoel legt in het geweldige Planet Hunter dat ondergetekende het niet droog wist te houden bij de eerste luisterbeurt. Alles wat muziek het belangrijkst maakt op onze verwilderde planeet zit verwerkt in die epische prachtsong. Op een album waarop Rowsell ook zo schitterend fluisterzingt. Zoals alleen zíj dat kan. Ze sleurt je mee in haar universum. Of je dat nu wil of niet. Er is geen ontkomen aan.
Visions Of A Life is het magnum opus van de Engelse formatie, die nu, vier jaar later, terugkeert met een album dat raakt aan het enorm hoge niveau van zijn voorvanger. Dat maakt het allemaal extra knap. Terwijl het geluid zonder meer poppier is geworden. Wat radiovriendelijker voor de massa. Een enkele track misschien zelfs voor de goegemeente.
Rowsell verkent op Blue Weekend iets minder de uithoeken van haar vocale capaciteiten; ze is minder vaak (zó prachtig, en gemeend) boos en getergd. Het leidt in elk geval tot de meest consistente collectie songs die op plaat is gezet door Rowsell en haar drie bandgenoten.
Opvallend is het intro van Feeling Myself, dat sterk doet denken aan dat van The Rolling Stones’ Gimme Shelter. Je moet het maar durven. Wat verder opvalt is dus dat Wolf Alice een soort innerlijke rust heeft gevonden. Wat leidt tot sfeervolle indierock met wat meer poppy accenten op een album waarop Rowsell maar tweemaal (het venijnige Smile (goeie clip ook!) en de woeste punkrocker Play The Greatest Hits) écht het achterste van haar tong laat horen. De rest van haar gezang is ‘slechts’ wonderschoon. Pieter Visscher