STONE – I Let Go

Het Britse STONE gaat geweldig te keer op I Let Go, hun eerste single sinds de release van hun debuut EP vorig jaar.

Het kwartet uit Liverpool rockt zoals de ouden zongen, maar met een power die dertig plussers niet meer kunnen opbrengen. Met de energie van I Let Go kan je een gemiddelde metropool een dag en een nacht van stoom voorzien. Figuurlijk gesproken natuurlijk.

I Let Go gaat over het voornemen een avond niet te drinken, maar dan bellen je vrienden en voor je het weet heb je een kater van hier tot gunter en neem je je heilig voor om…. STONE zit nog in de fase dat ze vooral voorprogramma’s verzorgen. Hoofdacts zullen er een flinke kluif aan hebben deze jongen honden te overtreffen.

MEMI – Guitar Pick

Goed of gek? Allebei eigenlijk. Onze eerste kennismaking met MEMI is een levenslustig poprockrapliedje over een zoekgeraakte plectrum.

MEMI komt uit Zuid Korea, maar rockt 33 keer harder dan de meeste van haar land en generatiegenoten. Ze oogt ook als een echte rocker en dus niet als een lolita zoals wederom veel van naar land en sekse genoten.

Het half in het Engels en Koreaans gezongen, RATM-achtige Guitar Pick is pas de derde release van MEMI. Ook voor I Don’t Give A en Hate U hoeft ze zich niet te schamen. Dit alles leidt ons tot de voorzichtige conclusie dat we het laatste nog niet hebben gehoord van MEMI.

snake eyes – 40 winks

Grit pop, die kenden we nog niet. Grit is het Engelse woord voor grind en zal in dit geval gruizig betekenen, zeg maar grunge. Maar dan op zijn Brits. Het etiket past prima op dat wat snake eyes te bieden heeft; poppy punk geserveerd met gruizige gitaren en gezongen met een plat Britse accent.

Snake eyes zijn 3 brutaaltjes uit Brighton. Two lads and a lady. Zonder afbreuk te willen doen aan het eerder verschenen handjevol singletjes en  album (mixtape zeggen ze zelf) mogen we 40 winks toch wel een flinke stap voorwaarts noemen. Nog niet eerder vielen alle elementen van hun sound zo goed op hun plaats. Gevalletje van oefening baart kunst.

40 winks gaat over de chronische slapeloosheid waar de frontman Jim Heffy aan lijdt. Best een serieus onderwerp. De zelf gefabriceerde clip van 40 winks is echter een en al vrolijkheid. Je ziet de zanger-gitarist genieten van een kopje kruidenthee terwijl hij in gevecht is met een pot pepers. Geinig, maar vooral erg goed.

Crocodiles – Degeneration

De grootste claim to fame van noise popduo, Crocodiles tot dusver is een prettige rammelende medley van Deee-lite’s Groove is In The Heart en California Girls van the Beach Boys.

Die staat op het in 2011 verschenen 2e van inmiddels 8 albums van de band uit San Diego. Zo’n cover is natuurlijk leuk en aardig, maar ook misleidend. Crocodiles is zoveel meer dan een coverband. Hun eigen songs mogen er ook zijn en hun sound is vrij uniek, zeg maar een West-Coast versie van The Ramones.

Gelukkig laat de band zich niet van de wijs brengen door het vertekende beeld. En al worden hun talenten nog niet echt op waarde geschat, live loopt het allemaal prima. Hopelijk heeft Crocodiles de hoop op een doorbraak ook nog niet opgegeven, want die zou er best nog wel eens aan kunnen zitten komen. Nieuwe single Degeneration is namelijk zo aanstekelijk als iemand met de slappe lach.

Niet dat er veel te lachen valt om Degeneration. Het nummer gaat over een relatief nieuw fenomeen, het zogeheten ‘doomscrolling’, het online opzoeken van rampberichten:  covid, republikeinen en in geval van inwoners van California zoals Brandon Welchez en Charles Rowell ook de allesvernietigende bosbranden en overstromingen. Kommer en kwel genoeg, zeker als je er naar op zoek gaat. Gelukkig hebben ze hun muziek nog.

Miss Grit – Nothing’s Wrong

Miss Grit is terug met een warme electro-ballad.

De Amerikaans-Koreaanse heeft sinds september vorige jaar vier singles laten verschijnen. Dat brengt haar totale output op 14 songs. Het is opvallend hoe snel miss Margareth Sohn haar eigen stem heeft gevonden. In den beginne zat ze nog in het vaarwater van haar grote voorbeeld St Vincent, maar op Nothings Wrong staat ze op eigen benen en stevig ook. Ze is dus klaar voor een eerste album. Dat gaat er dan ook komen, deze maand nog, de 24ste met als titel Follow The Cyborg.

Someone – Suddenly (album versie)

We draaiden de single-edit al,  maar de albumuitvoering voegt twee belangrijke minuten toe aan Suddenly, dus gaan we voortaan die draaien.

Suddenly is de openingstrack van Owl, het nieuwe album van Someone, de band van Tessa Rose Jackson en haar partner in zo goed als alles Darius Timmer. Owl is zo’n zeldzame langspeler zonder zwakke plekken. De wat de NRC de ‘tovermooie en bedwelmende’ sfeer noemt die door Suddenly wordt opgeroepen wordt moeiteloos in stand gehouden tot en met de laatste klanken van Over The Moon.

Bijna ongemerkt heeft Someone zich ontpopt tot een van onze beste en ook meest gewaardeerde bands. Bijna, want de band heeft er hard voor gewerkt; veel spelen, veel experimenteren met beeld en geluid en ook lekker veel uitbrengen. Het eerste Someone album is nog maar twee jaar oud. En voor Tessa zich volledig op Someone concentreerde had ze onder eigen naam ook al het nodige doen verschijnen. Bij elkaar is ze nu ruim tien jaar bezig en wordt dus almaar beter. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat haar talent inmiddels ook in Engeland wordt herkent, waar een deel van haar roots ligt. Iemand gaat het druk krijgen komende jaren.

DIRK. – Alarms

DIRK. met een .  heeft 4 nieuwe nummers opgespaard, genoeg voor een EP dus.

Die EP is de laatste opmaat naar het 2e album van de Vlaamse rockers. Het zes minuten durende Alarms laat diverse dingen horen, hoeveel verschillende noten ze op hun zang hebben bijvoorbeeld en in welke bloedvorm ze wel niet verkeren!

Alarms bouwt langzaam op naar een climax die niets minder dan bevredigend is. Het is dat we niet roken anders hadden we er eentje opgestoken toen Alarms was uitgeklonken. We tellen af naar het moment dat het Idiot Paradise album uitkomt op 3 maart en kijken uit naar de concerten die DIRK. op 22, 23 en 24 maart zal geven in respectievelijk Maastricht (Muziekgieterij), Eindhoven (Cafe Altstad) en Rotterdam (V11).

Gorillaz – Silent Running (feat. Adeleye Otomayo)

Het druist tegen zo’n beetje alle wetten van de popmuziek in wat Damon Albarn presteert. De meeste acts pieken aan het begin van hun carrière. Na een album of twee, drie worden de songs minder waarna het heilige vuur langzaam uitdooft.

Albarn heeft niet alleen aangetoond met Gorillaz dat er leven na Blur bleek te zijn, zijn bijband groeide zelfs uit tot hoofdact met meer succes dan Blur -voorwaar ook geen kleintje- ooit heeft gehad. Gorillaz is alweer toe aan hun 8ste album. Dat is evenveel als Blur er heeft gemaakt. En nu al is het duidelijk dat Cracker Island een nieuw hoogtepunt wordt in het oeuvre van de cartoonrockband.

Opvallend is dat Albarn deze ronde relatief weinig hulp van buitenaf heeft ingeschakeld. Et zijn wel gasten, Stevie Nicks, Beck en Tame Impala o.a., maar die treden zelden op de voorgrond. Het sfeervol wiegende Silent Running –de laatste single voor de albumrelease de 23ste- is zo typisch des Damon’s dat het best van (de late) Blur had kunnen zijn of een van zijn soloalbums. De tussen haakjes genoemde Adeleye Omatoyo zingt een soulvolle tweede stem, maar the star of the show is dus de baas van de band zelf.

Cracker Island komt op 23 februari al uit.

Tramhaus – The Goat

The Goat is pas het 8ste nummer van Tramhaus dat online te vinden is. Ondanks dit nog geringe aanbod wordt de band toch al algemeen beschouwd als een van ‘s Neerlands beste indiebands.

Die reputatie wordt alleen maar bevestigd zo niet verstevigd door The Goat. We horen een band die zijn klassiekers kent (Sonic Youth/Television) maar het imitatiestadium al ver voorbij is. De mannen en meiden nemen alle tijd om The Goat rustig op te fokken tot een climax die zich het beste laat omschrijven als een orgie van gitaren. Naar verwachting zal Tramhaus deze zomer te zien zijn op een aantal prominente festivals. The Goat zal ongetwijfeld een hoogtepunt vormen in hun set, en waarschijnlijk niet het enige.

FORD TRIO – HATSUDAI

Er blijken heel wat hondjes te zijn die fikkie heten, maar het FORD TRIO -of is het de FORD TRIO?- waar het ons omgaat is een popband uit Thailand.

Hun meeste songs zijn lieve thaistalige softpopliedjes. Nieuwe single HATSUDAI is echter van een heel ander hout gesneden. Het instrumentale HATSUDAI klinkt als een oud Dick Dale nummer, maar dan in een uitvoering van Khraungbin, soort van surf dus met een exotisch randje. Kasidid Tanaphichat haalt lekker uit op zijn elektrische gitaar, maar ook bassist Nattapon Innoo en drummer Smith Sakulkaew zetten hun beste beentje voor. Klaarblijkelijk hebben de heren onlangs in Japan gespeeld, want HATSUDAI is de naam van een wijk in Tokyo. Daar is ook de clip geschoten.