Jack White – What’s The Trick?

Het nieuwe album van Jack White is een meesterwerk. Misschien wel zijn beste solo-album. Maar het is ook een moeilijk toegankelijk album. De sound, de songs en bovenal Jack’s stem zijn scherp om niet te zeggen snerpend. Het lijkt wel of hij alle bastonen heeft weggefilterd.

Nou ja bijna alle, want What’s the Trick eindigt met een basloopje. Maar dan heb je er net een ruim drie minuten durende audiostorm opzitten van gepitchte gitaren, schelle drums en Jack’s merg en been stem gemixt in een windtunnel. White lijkt des duivels op zijn nieuwe langspeler, Fear of The Dawn. De meeste songs lijken over angst, verdriet en wraak te gaan. Of over het onvermogen lief te hebben; ‘What’s The Trick In Making My Love Stick‘.

Het verwarrende is dat het eigenlijk best goed gaat met zijn liefdesleven. Hij is net getrouwd met Olivia Jean. Hij vroeg de gitariste zelfs op het podium ten huwelijk. Van die romantiek dus geen spoor op zijn nieuwe album en al helemaal niet op What’s The Trick.

King Gizzard & The Lizard Wizard – Kepler-22b

20 albums in 11 jaar! Zelfs The Beatles waren niet zo productief als King Gizzard & The Lizard Wizard. En net als the fab-four beschouwt ook de band uit Melbourne stilstand als achteruitgang. Er zijn nu drie songs bekend van het 20ste album van King Gizzard & co; het ruim 18 minuten durende The Dripping Tap, voormalig IJsbreker Magenta Mountains en het recente Kepler-22b.

De eerst was een grotendeels geïmproviseerde, opgevoerde gitaarjam, de tweede een vlotte wegdromer en de nieuwe een jazzy, exotische popsong met een bassolo over de exoplaneet Kepler-22b. Daar zou theoretische leven mogelijk zijn. Volgens King Gizzard is dat ook het geval, want toen ze hun telescoop op de planeet richtten, was het eerste wat ze zagen een telescoop die op hen gericht was!

Een dingt verandert er niet in het koninkrijk van The Lizard Wizard; de geesten zijn blijvend verruimd. Het allernieuwste album van KGLZ heet ‘Omnium Gatherum’ album en is uit.

Citizen – Bash Out

Het Amerikaanse Citizen schuift langzaam richting pop. Niet dat de burgers ooit van het zware metaal waren, hun grootste successen zijn halve ballads, maar wel emo van toon en geserveerd op een bed van zwaarmoedige gitaren. Meer rawk dan rock en erg Amerikaans dus.

Daarmee vergeleken is Bash Out bijna luchtig. Het vermoeden is dan ook dat een of meer van de drie bandleden de ware heeft gevonden. De verliefdheid uit zich in een vlot tempo, diverse meezingmomenten en als kers op de taart een gitaarsolo die klinkt alsof hij onderwater is opgenomen. Of met Bash Out echt een nieuwe weg wordt ingeslagen valt nog te bezien. Een album is nog niet in zicht, wel een (Amerikaanse) tour met Turnstile en Ceremony. 

Royel Otis – Oysters In My Pocket

Als sinds de oudheid wordt de oester potentieverhogende eigenschappen toegedicht. Daarover dus hebben Royel Maddell en Otis Pavlovis een liedje gemaakt, Oysters In My Pocket. Waarom twee jonge gasten zingen over libidostimulanten? Waarschijnlijk vonden de begin twintigers het een grappige manier om over seks te zingen.

Royel Otis komt uit Sydney.  Het duo bracht vorig jaar een EP uit, die goed viel ‘down under’. Het is niet moeilijk te horen waarom. Royel Otis maakt vrolijke gitaarmuziek, unisono gezongen hormonale partypop. Niks meer, maar zeker ook niks minder. In Australië worden ze wel met Supergrass vergeleken, zelf geven ze de Japanse city pop zanger Hiroshi Sato, de New Yorkse Strokes en het Franse Daft Punk op als acts die ze willen evenaren.

Een album is in de maak en zal t.z.t. verschijnen op het House Anxiety/ Ourness label dat het duo deelt met o.a. King Crule en Courtney Barnett.

Panic Shack – The Ick

Laaggeletterdheid lijkt geen probleem in de Britse postpunkscene. Kwamen veel tekstdichters tot voor kort nog weg met een een handjevol half rijmende zinnen, nu worden ze geacht om hele lappen tekst in te leveren, liefst zonder al te veel herhalingen. Panic Shack slaagt met vlag en wimpel voor het examen creatief schrijven.

In The Ick, wat je zou kunnen vertalen als de kriebels. rept frontvrouw Sarah Harvey van een potentiële levenspartner, die echter twee cruciale fouten maakt, hij schenkt eerst de melk en dan de koffie, en in de bios doet hij ssst als zij iets wil zeggen, ‘You do not sssssh me in the in the cinema’. Het zijn van die kleine dingen die het hem niet doen.

De tijdgeest dicteert dat Sarah de tekst van The Ick declameert. Op oudere singles laat ze horen ook te kunnen zingen. Die ook erg leuke en behoorlijk goede nummers met titels als ‘Who’s Got My Lighter’ en ‘Jiu Jits You’ staan samen met het vorige maand uitgekomen ‘Mannequin Man’ en het glanzend nieuwe The Ick netjes verzameld op de EP ‘Baby Shack’.

Launder – Unwound

John Cudip alias Launder komt beslagen ten ijs. Drie jaar en zestig demo’s heeft hij gedaan over zijn eerste album. Maar -zoals het gezegde luidt- dan heb je ook wat! Dat wat is in geval van nieuwe single Unwound shoegaze achtige kamerrock.

Unwound is niet de eerste Lauder single, maar wel de beste. Cudip is geen geweldige zanger, en daar lijkt hij zich van bewust. Hij laat daarom vooral zijn gitaren spreken en kijkt niet op een solootje, of twee.

Launder is ontstaan uit voor de lol sessies met vrienden en vriendinnen. Een paar daarvan kennen we waaronder Jackson Philips van Day Wave, Zach Smith van DIIV en niet op de laatste plaats de van oorsprong Franse chanteuse Soko. Het beloofde album heet Happening en staat voor juli.

The Klittens – Benson

De Nederlandse intercity-band, The Klittens begint zich te ontwikkelen van sympathiek rammelend bandje tot serieus goed klinkende postpunkband.

Vrees niet op Benson klinken de Klittens niet nog lang als Toto, maar de instrumenten worden beheerst en de samenzang is niet langer a l’improvise, maar harmonieus en trefzeker. Benson is net als de drie vorige singles van Katja, Laurie, Michelle, Winnie en Yaël terug te vinden op hun vers verschenen EP debuut, die ze zomerse titel Citrus hebben meegegeven.

Project Gemini – Scorpio’s Waltz

Scorpio’s Waltz is een instrumental zoals ze -buiten de filmwereld- nog maar zelden worden gemaakt. Hoofdinstrument is de elektrische gitaar. Die wordt net als de overige instrumenten bespeeld door Paul Osbourne, een muzikant, producer, journalist en platenverzamelaar uit West-Londen.

Osbourne heeft zijn project Gemini gedoopt, een naam die goed past bij zijn hippie mix van stijlen als acid folk, psych funk en vintage filmmuziek. Scorpio’s Waltz komt van het binnenkort te verschijnen ‘The Children of Scorpio’ album dat voor de verzamelaars verkrijgbaar is op geel en voor de liefhebbers op gewoon vinyl en/of cd.

Interpol – Something Changed

Interpol heeft dus vrijwel direct na elkaar twee nieuwe nummers doen verschijnen. De eerste, Toni draait sinds vorige week mee op onze playlist, Something Changed vanaf nu. Toni wijkt behoorlijk af van de beproefde neo new wave sound van de new Yorkse band. Something Changed doet dat minder, maar is zeker geen herhaling van zetten, laat staan meer van het zelfde.

De muziek van Interpol heeft altijd al een melancholieke ondertoon gehad. Dat gevoel contrasteert regelmatig met de breed opgezette begeleiding. Op Something Changed zijn mood en muziek meer in balans. Anders gezegd Something Changed is meer muziek voor thuis dan de concerthal. Meer kamermuziek dan symfonie. Het woord is intiem. Een verklaring van Paul Banks voor deze nieuwe insteek is dat de band nieuwe songs meestal live in de studioschrijven. De nieuwe songs kwamen tot stand in een periode van quarantaine. Ideeën werden ge-demo’d en heen en weer gemaild. Met hulp van producers Flood en Alan Moulder zijn die demo’s uitgewerkt tot de uiteindelijke versies. Het gevolg is dat album zeven van Interpol – The Other Side Of Make Believe- anders is, maar toch herkenbaar. Dat heet progressie.

Pale Blue Eyes – Dr Pong

Je band naar een nummer van The Velvet Underground noemen, maar verder niet op de band van Lou Reed lijken. Het heeft wel wat. Waar het beginnende Britse trio dan wel aan doet denken is niet zo makkelijk te zeggen, wat natuurlijk alleen maar goed is.

In hun summiere bio op Spotify reppen de Pale Blue Eyes van ‘sonic York v.s. the richest Devon cream-pop’. York en Devon zijn waarschijnlijk de Britse graafschappen waar de leden can Pale Blue Eyes vandaan komen. Het Sonic voor York suggereert dat de band zijn illustere voorgangers kent, naast de Velvets dus ook Sonic Youth. En cream-pop is natuurlijk een woordspeling op dream pop. Er valt veel uit te pakken. We hebben hier duidelijk te maken met studenten, is het niet aan de universiteit an wel van de pophistorie. 

Pale Blue Eyes is ook op excursie geweest naar Berlijn. Daar hebben ze het zo naar hun zin gehad dat ze er een nummer over hebben gemaakt, een song van zo’n zeven minuten nog wel. De Dr Pong uit de titel werd vanwege het betaalbare bier en de aanwezigheid van een tafeltennistafel hun stamcafé. Dr Pong, het nummer is lekker vlot en met zijn simpele bezetting van bas, drums, zang en synthesizer zowel minimalistisch als hypnotisch. Zeg maar cream pop.