Storefront Church – The Gift

Wie The Queen’s Gambit (Netflix) nog niet heeft gezien. Moet zichzelf een plezier doen en zo snel mogelijk de schade inhalen. Op de soundtrack van de mini-serie staan verschillende juweeltjes uit het verleden, maar ook een paar tracks van recenter datum die of op bestelling zijn gemaakt of door de soundtrack-samenstellers zijn opgespoord en ingelijfd. Een daarvan is het sfeervolle The Gift van Storefront Church.

Achter de naam Storefront Church steekt Lukas Frank die drie jaar geleden een eerste single uitbracht waarop Phoebe Bridgers te horen is. Die single werd eveneens in 2017 gevolgd door een EP maar daarna werd het stil. Frank blijkt in de tussentijd te hebben gewerkt aan zijn debuutalbum. Daarvan is The Gift een eerste smaakmaker.

Je zou de nieuwe single van Storefront Church kunnen omschrijven als Beach Boys Noir. Dat The Gift klinkt als het werk van een pro komt omdat we hier ook een pro aan het werk horen. Frank was al op jonge leeftijd actief als drummer bij o.a. Portugal The Man, Alexandria Saviour en de band Hands. Inmiddels speelt hij een heel scala aan instrumenten, tekent hij voor zijn eigen songs die hij ook nog een zelf produceert. Album volgt a.s.a.p.

NewDad – I Don’t Recognise You

Ook NewDad past in de eerder gesignaleerde trend van meisjemeisjes met fuzz gitaren. Zusters in het kwaad zijn o.a. beabadoobee, King Hannah en Alaska Reid.

NewDad wordt per single beter. I Don’t Reconize You is pas de vijfde release van de band uit de Ierse Galway. De dromerige nieuwe single is een grungy song met zachte en iets minder zachte passages. Net boven de mix zweeft de licht verkouden klinkende stem van Julie Dawson.

NewDad is nog zo jong dat ze nooit echt hebben getoerd. De voor dit jaar geplande tournee kon om de bekende redenen niet doorgaan. ook heeft de band nauwelijks studio-ervaring. Om de zelfde bekende redenen heeft de band hun vorige singles zelf opgenomen en geproduceerd. De ruwe opnamen stuurden ze naar Belfast waar Chris Ryan zijn studio runt. Hij verzorgde de eindmix.

I Don’t Recognize You is wel opgenomen met een professional aan de knoppen. De band is voor de opname naar speciaal naar Belfast gereden. Hopelijk hebben ze meer kunnen opnemen dan alleen  I Don’t Recognize You. Maar het was sowieso een vruchtbaar bezoekje aan Noord Ierland.

Slow Worries – Active Recovery

Slow Worries is niet helemaal nieuw. Er is al eerder een EP verschenen en ook is de band al een paar keer gesignaleerd op de juiste plekken w.o. Vera in Gruun en de OCCI in de hoofdstad. Maar met de release van het eerste volwaardige album wordt het nu serieus.

Tussen de tien tracks op het Careful Climb album zit absoluut geen kaf. Zelf heeft de band gekozen voor het titelnummer als single. Tenminste daar hebben ze een clip bij gemaakt. Op de Pinguin-burelen is  echter Active Recovery favoriet.

Track zeven van het album heeft alles wat Slow Worries zo aantrekkelijk maakt. In aanleg produceert de band pure popliedjes, maar aan het karakter van de songs wordt van alle kanten geknaagd, door gruizige gitaren, een hard klappende drummer en een bassist die van doorpakken houdt. Boven het strijdgewoel verheft zich een zuivere stem, eigendom van Maaike Muntinga, die in de voetsporen treedt van diva’s als Debbie Harry, Liz Phair en PJ Harvey.

Wie wat dieper in de pre-historie van Slow Worries graaft komt namen tegen als Blue Crime, Houses en Dusty Blinds. Die ervaring vertaalt zich nu naar een van de beste debuutalbums van Nederland indie-land sinds tijden.

Faux Real – Spooky Bois

Faux Real is het speeltje van de gebroeders Elliott en Virgile Andt. Het Franco-Amerikaanse duo heeft nu zo’n zes nummers uit die overal en nergens naar klinken. In hun kleurrijke smeltkroes herken je invloeden uit de dance, glam, synhti-pop, punk, r&b, new wave, art rock etc. Doorhalen wat niet wordt verlangd. De mix wordt geserveerd met een vrolijke knipoog.

De bois worden steeds beter in wat ze doen. Spooky Bois is een inderdaad spooky track die klinkt als een door Daft Punk geproduceerde Pet Shop Boys cover van een oude Talking Heads track. Of iets in die geest.

Faux Real stond begin dit jaar op ESNS. Daar zijn ze opvallend genoeg ondergesneeuwd door het misschien wel te ruime aanbod van acts. Opvallend, want we laten ons vertellen dat de bois op de bühne net zo onderhoudend zijn als op plaat. Dat het vaccin er snel moge komen.

Rats On Rafts – A Trail Of Wind and Fire

Het Rotterdamse Rats On Rafts houdt ons op de hoogte van de vordering van het werk aan hun nieuwe album door op gezette tijden een nieuw nummer uit te brengen. A Trail Of Wind And Fire is voorproefje twee van wat ROF album vier moet gaan worden. Hoewel compleet anders van aard en inzicht herkennen we toch de band die internationale faam vergaarde met tracks als Last Day On Earth, God Is Dead en het eerder dit jaar uitgebrachte Tokyo Music Experience.

Train Of Wind And Fire is een goed gekozen titel voor een nummer dat zowel stormachtig als vurig is. Het intro is opvallend genoeg Japanser of Aziatischer dan dat van Tokyo Music Experience en doet ook wel aan Hong Kong Garden van Siouxie & The Banshees denken. Het hele nummer riekt naar oude new wave. Naast Siouxie menen we ook invloeden te herkennen van The B52, The Feelies en Pylon. Zeg maar de neurotische tak van de Amerikaanse new wave van veertig jaar terug. Stiekem worden de producties ook steeds minder lo-fi. Wat op zich geen slechte ontwikkeling is.

Alaska Reid – Big Bunny

Meisjemeisjes met fuzz pedalen. Het zijn er inmiddels zoveel van dat we wel kunnen spreken van een trend. Ook Alaska Reid combineert zachte zang met harde gitaren. Alaska komt uit Montana. Daar begon ze als 14 jarige met het zingen van country-songs in bars en op rodeo’s.

Niet gespeend van ambitie kwam ze in L.A. terecht waar ze evolueerde van meisje met gitaar tot meisje met band. In L.A. ook ontdekte ze Dinosaur Jr, en de fuzz-trapper die sindsdien een prominente rol speelt in haar muziek. De band zette ze na één EP weer aan de kant en nu maakt Alaska furore onder eigen naam.

Big Bunny is de titeltrack van een negen nummers tellende EP (rel.11/12) die ze opnam onder supervisie van wat we gerust een dreamteam mogen noemen, AG Cook (Charli XCX/Chistine & The Queens/Jonsí), Rodaihd McDonald (Adele/David Byrne/The xx) en Andrew Sarlo (Big Thief). 

Steady Holiday – Tangerine

Steady Holiday is de artiestennaam van Andrea ‘Dre’ Babinski. Dre komt uit L.A. Ze heeft er al een halve loopbaan opzitten als lid van diverse lokale bands als ze in 2015 aan haar solo-avontuur begint. Vooralsnog is Steady Holiday zo’n act die veel fans heeft in fanatieke muziekkringen, maar de oversteek naar het grote publiek nog ze moet maken.

Laten we er geen doekjes o wonden, Tangerine wordt hem ook niet. Dat laat onverlet dat Dre’s nieuwe single wederom een bijzondere plaat is die bij connaisseur wel weer in goede aarde zal valen. Op zich schrijft Steady Holiday vrij conventionele songs. Op de teksten na. Die getuigen van een een gevoelige inborst en een verfijnd gevoel voor humor.

Tangerine is een goed voorbeeld van haar stilo. Het nummer gaat helemaal niet over een Tangerine (mandarijn), maar over een situatie waarin een kennis van Dre ineens haar verstand verloor. Wat de tekst niet met zoveel woorden zegt wordt wel duidelijk in de backing-track die steeds labieler wordt.

Tangerine maakt nieuwsgierig naar het nieuwe, derde album van Steady Holiday dat ergens volgend jaar moet gaan uitkomen.

King Hannah – Bill Tench

Het komt helaas maar al te vaak voor dat een band ijzersterk voor de dag komt, maar dat we moeten vaststellen dat het niveau van die eerste klap niet meer wordt gehaald. King Hannah kwam eerder dit jaar daverend voor de dag met Crème Brûlée, een droom van een debuutsingle.

Gelukkig blijkt het duo uit Liverpool zijn kruit niet in één keer te hebben verschoten. Op het pas verschenen mini-album staan nog vijf tracks van een opvallend hoog kaliber. De ingrediënten van de songs zijn het zelfde, de omfloerste zang van Hanna Merrick en de ingehouden onstuimigheid van gitarist Craig White. Lana Del Rey meets War On Drugs schreef iemand op Youtube. Maar de mix verschilt per nummer.

Bill Tench is een uptempo song, niet dat het duo uit de band rockt, maar er zit vaart in zeker als Craig in de tweede helft eens goed op zijn pedalen trapt. In totaal staat er 30 minuten muziek op ‘Tell Me Your Mind And I’ll Tell You Mine’, een droomvan een debuut EP.

Gerry Cinnamon – Ghost

Daar hebben we Gerry Cinnamon weer! De Schotse bard heeft een nieuwe single uit. Aangezien de twee vorige het uitstekend deden in de GM ligt het voor de hand om ook Ghost mee te pikken.

Gerry’s eerste hit, The Bonny was man met gitaar, klassieke folk op zijn Schots. Where We’re Going was Gerry met band inclusief solo’s op de elektrische gitaar. Ghost zit een beetje tussen die twee ijkpunten in. De gemene deler van de drie songs -van al Gerry’s songs- is de hoge meezing-factor. Daarin herken je de folkzanger die met minimale middelen een maximaal effect moet sorteren.

Een originaliteit’s prijs zal Gerry niet snel krijgen. Folk is folk. Het zal ook niet verbazen als Gerry een dezer dagen een telefoontje krijgt van de advocaat van Kaiser Chiefs. Het riedeltje van Ghost lijkt we erg veel op dat van I Predict A Riot. Of misschien vinden ze het wel best en vinden ze Gerry Cinnamon gewoon een gouden gozer. Net als wij.

Walden – 5 Years

Het is alweer een tijdje traditie dat winnaars van de Limburgse Nu of Nooit band-competitie Pinkpop mogen openen. Jammer alleen dat je van de meesten nooit meer iets hoort. Walden is de uitzondering op deze regel. Toen de band de heilige bühne betrad kwamen ze nog maar net kijken. Hun debuutsingle zou pas een half jaar later uitkomen. Toch kreeg Walden de handen op elkaar, ook die van festivalgangers die niet tot de familie of vriendenclub hoorden.

Dat het ook geen beginner’s luck was heeft de band rond Mees Hamer inmiddels wel bewezen, live en in de studio. Begin volgend jaar verschijnt het debuutalbum uit. 5 Years mag de kar trekken en doet dat met verve. Met de nieuwe single markeert Walden hun eigen stek in de druk bevolkte wereld van de psychedelische rock.

Hamer’s kenmerkende  stemgeluid maakt Walden makkelijk herkenbaar. Opvallend ook is de rust waarmee de band het toch stevig rockende nummer uitvoert. Het laatste compliment is voor Simon Akkerman (Binkbeats/Bombay/Waltzburg) die de band een sound heeft meegegeven die zowel robuust als subtiel is.

Waarschijnlijk gaat Pinkpop 2021 nog niet lukken, qua corona dan. Dan maar 2022. Walden is er klaar voor.