The Brahms

Met Homerun bewijst The Brahms dat de band geen one-hit-wonder is en ook geen two-hit-wonder, maar eerder een hitmachine of in ieder geval een echte band waar we voorlopig nog niet van af zijn. En gelukkig maar. De Hollandse jongens speelden zich in de kijker met She Moves, breidden hun doelgroep rigoureus uit met de potentiële Nederpop klassieker Golden en neemt nu de laatste twijfel weg met Homerun. En weet je wat nou het leukste is? Live is The Brahms minstens zo goed als op plaat met hun trefzekere zang, sprankelende gitaren en songs die beklijven. Kortom laat maar doorkomen dat album, die prominente plek op Noorderslag en hits vier, vijf en zes.

vangoffey

Trials Of Modern Man van vangoffey klinkt te goed en te zelfverzekerd om van een debutant te kunnen zijn. En ja hoor, wat blijkt? Het is een solo-single van Danny Goffey, jarenlang de rechterhand van Gas Coombes in Supergrass. Sinds het uiteenvallen van Supergrass heeft Goffey o.a. gedrumd in Babyshambles en Coombes geholpen met sommige van diens solo-activiteiten. Van het bouwen aan een eigen loopbaan wilde het maar niet komen. Tot nu dus.

Blossoms

Na Londen, maar voor Liverpool is Manchester de belangrijkste provider van toprock en monsterpop. We noemen namen: The Smiths, Oasis, Joy Division. En vele vele anderen. Of Blossoms ooit het niveau van hun befaamde stadgenoten kan bereiken, zal de toekomst uitwijzen, maar de genen zijn goed en het begin is veelbelovend. De eerste drie singles van de band rond zanger Tom Ogden waren inregelnummers, bedoeld om de studio uit te testen en het publiek voor te bereiden op het echte offensief. Dat begon een paar maanden geleden met de uitstekende Blown Rose EP en nu is er Charlemagne, een dansbare meezinger met sporen van klassieke Britpop en Bowie-era glamrock. Blossoms begint binnenkort aan een vrijwel uitverkochte tour langs de grote zalen van Engeland. Nederlandse festivals doen er goed aan om nu alvast even met Manchester te bellen.

IJsbreker: Beach House

En toen waren er twee! Twee albums binnen even zovele maanden van een duo waarvan je heel veel kunt zeggen, maar niet dat ze hyperactief zijn. De totale oogst van elf jaar Beach House is zes albums, dat is inclusief de twee nieuwe. Vanwaar die plotselinge productie? Omdat het kon, er waren songs, er was een studio en er was een wet om te breken, de ongeschreven wet in de muziekindustrie dat er een periode van minimaal een jaar tussen twee albums moet zitten. Labels hebben minimaal een jaar nodig om een album te exploiteren. Die regel heeft Beach House dus aan hun spreekwoordelijke laars gelapt. Wie de band volgt zal niet heel erg verbaasd zijn, Victoria Legrand en Alex Scally hebben zich nooit veel aangetrokken van conventies, muzikaal noch zakelijk. Die indie-attitude heeft de band geen windeieren gelegd. Beach House torrent hoog boven het overbevolkte dreampopveld uit en heeft met songs als Norway en Myth en het recente Sparks mijlpalen en ijkpunten van het genre afgeleverd. Een andere wet uit de muziekindustrie is dat de media zich concentreren op de meest recente release, in geval van Dream House zou dat het gloednieuwe Thank You Lucky Stars album moeten zijn. Prima plaat hoor daar niet van, maar wij zijn nog niet klaar met het de vorige, Depression Cherry. Op dat album staat namelijk een nummer waar we helemaal weg van zijn, een melodieus meesterwerkje dat zich kan meten met genoemde hits. Space Song is dus geen single, zal het waarschijnlijk ook wel niet worden nu er nog een nieuwer album is, maar wij vinden dat het nummer een plek verdient in ons collectieve bewustzijn, vandaar dat we Space Song van Dream House hebben opgewaardeerd tot IJsbreker. Dat is tegen de regels, maar daar is Beach House zelf mee begonnen!

Indian Askin

Wat een luxe, een nieuwe Nederlandse band die niet klinkt als Kensington, Chef’s Special of een van die andere hitpotente polderacts. Op zich is dat natuurlijk niet zo heel bijzonder, ware het niet dat Indian Askin net een deal heeft getekend bij Warner Music Benelux, één van de drie zogenaamde major labels. Daarmee is Indian Askin toegetreden tot de zelfde stal als Waylon, Trijntje Oosterhuis en Kovacs. Horen wij iets niet wat Warner wel hoort? Zou kunnen. Zou zelfs fantastisch zijn als een band als het eigenzinnige Indian Askin met een song als Answer de hitparade zou veroveren, maar niet erg realistisch. Tenzij het grote publiek en masse overstag gaat voor een Amerikaans aandoende licht psychedelische rocksong met Beatle invloeden. Wij zijn het in ieder geval wel.

The Vaccines

The Vaccines is een van de betrouwbaarste Britse bands van dit decennium. De band van Justin Hayward- Young moet hun eerste slechte single nog maken. Give Me A Sign is het zeker niet. De track gaat gepaard met een heerlijke clip waarin de band hun harige voorgangers uit de jaren zeventig parodieert. Humor en popmuziek zijn twee grootheden die zich moeilijk laten mengen, vaak is de grap te flauw of de muziek ondermaats, maar deze seventies ‘rawk’ pastiche is grappig en goed.

Jonathan Bree

Murder ballads zijn een apart genre binnen de Anglo-Amerikaanse folktraditie. De meeste murder ballads zijn gebaseerd op waar gebeurde verhalen. Jonathan Bree’s Murder lijkt ontsproten uit het fantasievolle brein van de auteur zelf, maar past met zijn slechte afloop prima in de eerder geschetste traditie. Jonathan Bree is een licht experimentele singer-songwriter uit Nieuw Zeeland, waar hij enige bekendheid geniet als voormalig voorman van The Brunettes. Na meer dan een handvol releases met zijn band, besloot Bree zijn geluk te beproeven als solist. Zijn debuutalbum, The Primrose Path was raar, een breed gearrangeerd album vol met spooky songs, die het vooral van sfeer moesten hebben. Een soundtrack zonder film zeg maar. Van de opvolger, A Little Night Music, zijn nog maar drie songs bekend. De sfeer is wederom duister, maar de composities lijken compacter en publieksvriendelijker. Een internationale trekker zal Bree niet snel worden, noch te ambiëren. Eerder lijkt hij te kiezen voor een plek naast alternatieve excentriekelingen als Nick Cave en zijn held Jonathan Richman. Anders gezegd, geen Lowlands en nooit en te never Pinkpop, maar Crossing Borders of Motel Mozaique zouden een moord voor hem moeten doen.

Wild Belle

De goede verstaander kan nog wel horen dat Wild Belle begon als reggaeband, maar broer en zus Bergman willen blijkbaar niet als one trick pony de geschiedenis ingaan, dus gooien ze het deze keer over een andere boeg. Giving Up On You is een up tempo popplaat met meer energie dan het gezamenlijke oeuvre van Ed Sheeran en Sam Smith. Het is alweer vier jaar geleden dat Wild Belle uit Chicago voor het voetlicht trad. Hun debuutalbum was leuk en aardig, maar het waren de live-shows die volk trokken. O.a. Thom Yorke sprak lovende woorden over Elliot en Natalie. Giving Up On geeft sterk de indruk dat het Wild Belle gelukt is om hun tomeloze live-energie naar de studio setting te vertalen. Kijk ook even naar de clip, opgenomen tijdens een 12 uur durend feest in een club in hun ‘native’ Chicago. Album gaat Dreamland heten en komt er aan.

Majical Cloudz

Downtown van Majical Cloudz is wat onze Engelstalige vrienden een slow burner noemen, een nummer dat even moet sudderen voordat het de juiste snaar raakt. De pracht en kracht van de gedragen track zit hem in de opbouw. Zo’n 4 minuten neemt Devon Welsh de tijd om kond te doen van zijn liefde, daarna twijfelt niemand meer aan zijn woorden. Majical Cloudz is een duo bestaande uit twee niet geheel gelijke helften, als zanger/componist domineert Devon Welsh, maar zonder de melodieuze en instrumentale bijdragen van Matthew Otto zou hij zijn boodschap niet half zo overtuigend kunnen brengen. Downtown is terug te vinden op album numero tres van de Canadezen, Are You Alone.

Max Meser

Aan acts die zich laten inspireren door de roemruchtige sixties (en early seventies) geen gebrek momenteel. In Nederland kunnen we zelfs spreken van een trend dankzij Pauw, Jacco Gardner, Yorick van Noorden en niet te vergeten de drukke afdeling garagerock. Enter Max Weser, ook een sixties revivalist, ten minste als Weak For Love representatief is voor zijn kunst en kunnen. Daar gaan we eigenlijk wel vanuit, kijk maar naar zijn haar, een Beatles kapsel anno 1966. Helaas komen veel retronauten niet verder dan eervolle pastiches, een herschikking van clichés. Ook Meser toont zich fan en connaisseur, maar lijkt minder geïntimideerd door zijn helden en  bereid tot stijlbreuk als dat nodig is. Dat is verstandig, want zo biedt hij een alternatief en daar kom je verder mee dan met een ode, hoe oprecht ook bedoeld. Meer muziek graag Max en liefst morgen.