The Rolling Stones – Hackney Diamonds

The Rolling Stones – Hackney Diamonds (Universal)

Volgens Argentijnse media is voetballer Messi het achtste wereldwonder. Nadat hij wederom tot beste voetballer van het jaar werd verkozen. Maar wat zijn The Rolling Stones dan wel niet? Die zogenaamde wereldwonderen zijn bijzondere constructies uit de klassieke oudheid. De Stones zouden we met gevoel voor overdrijving ook zo’n constructie kunnen noemen.

Al meer dan 60 jaar de grootste band ter wereld en dan met een plaat op de proppen komen die nog bolstaat van de urgentie. De Britten hebben het geflikt. Nee, natuurlijk is Hackney Diamonds niet van het niveau van bijvoorbeeld Their Satanic Majesties Request (1967), Goats Head Soup (1973), Beggars Banquet (1968), Aftermath (1966) of Sticky Fingers (1971). Niettemin hebben Mick Jagger en Keith Richards het voor elkaar gekregen songs te schrijven met een zeggingskracht die we niet meer voor mogelijk hadden gehouden. Waar we niet meer op hadden gerekend. Toch? Jagger is 80 geworden dit jaar, Richards wordt dat volgende maand.

Opvallend is en blijft de enorme kracht die Jagger nog altijd in zijn stem heeft. Hij heeft geen studiofoefjes als autotune nodig om nog elke noot te halen die hij wil halen. De hulpmiddelen laat hij liggen voor de jeugd. Jagger lijkt wel in de kracht van z’n leven, vocaal gezien. Terwijl er ook plaats is gemaakt voor een nummer waarin Keef zijn stem mag laten horen. Tell Me Straight is een ingetogen track. Richards hoeft de hoogte niet in. Alsof hij dat ooit al deed.

Mooi en ontroerend zijn de nummers waarop Charlie Watts nog mee drumt. Die lagen dus al even op de plank. Het swingende Live By The Sword heeft Bill Wyman zelfs op bas. Ja, dat is meer dan prachtig. Op Mess It Up drumt Watts ook mee. Een voor Stones-begrippen misschien iets te poppy liedje.

Hoogtepunten te over evenwel op het pure rock-‘n-rollalbum Hackney Diamonds. Dat uitpuilt van de goeie songs. Het had in de jaren 70 geschreven kunnen zijn. Depending On You is zo’n nummer om smoorverliefd op te worden. Zwakke broeders zijn sowieso niet te vinden op dit door Andrew Watt (Pearl Jam, Miley Cyrus en Iggy Pop) geproduceerde album. Dat met Sweet Sounds Of Heaven een gospelesque song herbergt die gaat uitgroeien tot een klassieker. Niet in de laatste plaats door de vocale inbreng van Lady Gaga en op toetsen Stevie Wonder. Ongekende schoonheid. Ongekende klasse. En dan doen Paul McCartney en Elton John ook nog eens mee op Hackney Diamonds. Poeh, wie had dít allemaal nog durven dromen? Niets, maar dan ook werkelijk niets wijst op een zwanenzang. Pieter Visscher

Pale Puma – Haunted By Dreams That Were Never My Own

Pale Puma – Haunted By Dreams That Were Never My Own (Excelsior)

Wie goed luistert hoort dat het debuutalbum van Pale Puma is geproduceerd door Moss’ Marien Dorleijn. Verder is de plaat vooral heel erg Pale Puma, het geesteskind van de in Amsterdam geboren Django Duijns. De bijna dertiger worstelde met depressies, maar heeft die overwonnen. Het is goed te horen op het sprankelende Haunted By Dreams That Were Never My Own.

De indierock van Pale Puma staat stijf van de shoegaze-elementen, zonder dat dat een moment verveelt. Het is knap. Het liedje staat voorop. Duijns verzandt niet in allerhande maniertjes. Haunted By Dreams That Were Never My Own (korter!) is een frisse, opgewekte plaat waarin we talloze referenties voorbij horen komen. Meest in het oog springende is misschien wel Lost In Pink Moon, wat overduidelijk een ode is aan de geniale Nick Drake, die op 26-jarige leeftijd een overdosis antidepressiva tot zich nam. Hoewel Drake ontegenzeggelijk een inspiratiebron is, is dat op plaat nauwelijks te horen. Lost In Pink Moon is wel een magistrale ode, die je zo vaak mogelijk achter elkaar wil horen. Wat een geweldige song.

Waarmee de toon is gezet. De uptempo shoegaze, overgoten met dat smeuïge Moss-sausje, door de aanwezigheid van Dorleijn, die op gitaar en percussie, alsmede achtergrondzang toch wel wat sterker aanwezig is op Haunted By Dreams That Were Never My Own is zwanger van melancholie, zonder steun te zoeken in mistroostigheid. Duijns lijkt vooral te laten willen horen hoe goed hij in zijn vel steekt momenteel en dat is een genot.

We mogen het productiewerk van Frans Hagenaars ook niet onvermeld laten. Ja, bij welke gerespecteerde Nederlandse gitaarband zat Hagenaars eigenlijk niet achter de knoppen? Van Johan, tot Bettie Serveert en van Daryll-Ann tot Hallo Venray.

Het maakt Pale Puma’s debuut tot een van de lekkerste gitaarplaten die dit jaar zijn verschenen. Smaakvol, troostend en zinnenprikkelend. Smaakt naar meer. Luistertip: luid afspelen! Pieter Visscher

 

Peter Frampton At Royal Albert Hall is pure passie

In november 2022 trad de Grammy-winnende artiest en virtuoze gitarist Peter Frampton (73) op in de historische Royal Albert Hall in Londen. De speciale avond werd gefilmd, waarbij verbluffende uitvoeringen van de beste nummers van Frampton werden vastgelegd. Het concert is onder meer op cd verschenen.

De plaat bevat negen livenummers met Framptons al lang bestaande band: Rob Arthur, Adam Lester, Dan Wojciechowski en Steve Mackey, en bevat de grote hits, zoals Show Me The Way. Frampton is een van de meest gevierde artiesten en gitaristen in de rockgeschiedenis. In 2007 won Frampton een Grammy voor Best Pop Instrumental Album for Fingerprints en in 2014 werd hij opgenomen in de Musicians Hall of Fame. Hij ontving in 2019 de prestigieuze Les Paul Innovation Award van NAMM’s TEC Awards en zijn album All Blues stond vijftien weken lang op nummer 1 in de Billboard’s Blues Chart. In 2020 werd Frampton opgenomen in de Grammy Hall of Fame, zijn autobiografie Do You Feel Like I Do?: A Memoir debuteerde in de New York Times Bestsellers-lijst en zijn album Frampton Forgets The Words uit 2021 werd uitgebracht en kreeg veel lovende kritieken.

Het is op Peter Frampton At Royal Albert Hall zeker te horen dat de tand des tijds invloed heeft gehad op het stemgeluid van de geboren Brit, maar wat een passie wordt nog tentoongespreid door hem en zijn geweldige band. Een diepe buiging maken is het minste wat we kunnen doen.

My Ugly Clementine – The Good Life

My Ugly Clementine – The Good Life (BMG/Mattan)

Nieuw is het niet natuurlijk, maar zo vaak horen we ook weer niet over damestrio’s uit Oostenrijk die zich ophouden in de alternatieve hoek van de pop-rockwereld. En dan heten ze ook nog eens My Ugly Clementine. Wat in de verte, qua naam dus, misschien wat associaties oproept met The Smashing Pumpkins, maar verder houdt elke vergelijking dan ook op.

My Ugly Clementine stond rond het debuutalbum Vitamin C al eens op Eurosonic, waar het meteen indruk maakte. De plaat werd bovendien goed ontvangen en de steevast lastige tweede is een sprongetje vooruit. Het sprankelt wat meer en is diverser. Ook wat speelser en dat wordt misschien wel geïllustreerd door de albumcover, waarop naast de drie vrouwen een enorme poedel en een golden retriever (?) zijn te zien. De drie staan lachend op de de hoesfoto en de honden maken bovendien een tevreden indruk.

Je hoort en ziet aan alles dat My Ugly Clementine zin heeft in het leven en ze vertalen dat naar prima, pakkende indierockliedjes. In een potentieel hitje als The Adviser is dat goed te horen. Ook dat leadzangeres Sophie Lindinger over een uitstekend stemgeluid beschikt.

The Good Life is zowel geproduceerd als opgenomen in een afgelegen huis hoog in de mooie bergen van Tsjechië. Even uit het statige Wenen, dat toch ook als muze had kunnen dienen. Wees eerlijk.

My Ugly Clementine heeft inspiratie opgediept uit zowel de britpop als de grunge en heeft daar een smakelijke mix uit weten te destilleren. Geregeld horen we iets bekends (tekst of muziek) waar we nét niet de vinger op kunnen leggen. Op een album met de nodige liedjes die liefde als thema hebben. Net wat deze wereld nodig heeft: liefde. Liefde, liefde en nóg eens liefde. Pieter Visscher

 

 

 

The Coral – Holy Joe’s Coral Island Medicine Show 

The Coral – Holy Joe’s Coral Island Medicine Show (Virgin)

Wie is toch de man die de nummers op Holy Joe’s Coral Island Medicine Show aan elkaar babbelt met zijn karakteristieke stemgeluid? Hij heeft veel weg van Kitt, de stem uit de pratende auto van Michael Knight, die in de jaren 80 bekend werd als Knight Rider. Maar het gaat om de Britse acteur John Simm.

Holy Joe’s Coral Island Medicine Show is een plaat die een redelijk vertrouwd The Coral-geluid laat horen. Doordat de nummers aan elkaar worden gepraat door Simm heeft het album nog veel meer weg van een soundtrack voor een spaghettiwestern. Het is smaakvol gedaan en alles klopt op muzikaal gebied.

Je zou kunnen zeggen dat er geen hits op staan, maar dat pareren we moeiteloos door te concluderen dat The Coral nooit een echte hitmachine is geweest. Grappig detail is trouwens dat Simm een The Coral-fan van het eerste uur is. Hij speelt toch wel een eminente rol op Holy Joe’s Coral Island Medicine Show.

Een album dat juist door de aanwezigheid van Simm de aandacht extra goed weet vast te houden. Geen hits, geen overdreven gekke fratsen maar een The Coral met een countrygeluid dat we zo graag horen. Veel goeie liedjes, dat ook. Gelijktijdig uitgekomen is Sea of Mirrors, waardoor we zonder meer kunnen spreken van een tweeluik. Pieter Visscher

Half Japanese – Jump Into Love

Half Japanese – Jump Into Love (Fire)

Het is knap dat je je al zo lang handhaaft in de wereld van de alternatieve rock met al die ongepolijste rocksongs die op plaat worden gezet. Het heeft sinds 1975 al twintig albums opgeleverd. Het eerste in 1980. We hebben het over Half Japanese. Uit de Amerikaanse staat Michigan.

Zanger en boegbeeld/blikvanger Jad Fair is sinds de oprichting van de partij en hij heeft aan urgentie niet ingeboet. De ontwrichtende rockliedjes van zijn vaak van bandleden veranderende formatie hebben in de loop der jaren aan structuur gewonnen, zonder ooit te kunnen ontkomen aan een term als subversiviteit. Luister eens naar de eerste single van de band, uit 1977, Calling All Girls, dat op een cassettebandje werd uitgebracht. Daar een melodielijn in proberen te ontdekken is nog geen sinecure.

Fair begreep ook wel dat hij commercieel gezien niet heel erg oud zou kunnen worden met zo’n nichesound en allengs zijn plooien gladgestreken. Zij het zonder ál te veel concessies te willen doen aan waar Half Japanese voor staat: ongrijpbaar blijven voor de massa.

Op deze twaalf tracks tellende plaat van Half Japanese horen we vooral heel veel speelplezier. Misschien wel meer dan ooit tevoren. Ook dan uit de tijd dat Kurt Cobain fan was. Hij nam Half Japanese in 1993 mee op tournee. Als beloning. Cobain zou ongetwijfeld nog altijd fan zijn geweest van de band die zo heerlijk buiten de lijntjes kleurt. Jump Into Love laat invloeden horen uit de folk, krautrock en zelfs jazz, naast de puike punkelementen die er eigenlijk altijd wel zijn geweest. Een van de leukste platen die dit jaar zijn verschenen. Een alsmaar boeiender wordende ontdekkingstocht. Probeer maar eens. Pieter Visscher

Abrahamstatus Aerosmith wordt prachtig luister bijgezet

De Rolling Stones bestaan al even, maar die gasten van Aerosmith kunnen er natuurlijk ook wel wat van. Ter ere van vijf decennia aan definitieve anthems en enkele van de meest herkenbare hits aller tijden komen de viervoudig GRAMMY®-bekroonde en diamantgecertificeerde Boston-rocklegendes Aerosmith (Steven Tyler, Joe Perry, Tom Hamilton, Brad Whitford en Joey Kramer) met een ultieme carrièreomspannende greatest hits-collectie via UMe/Capitol. De set bevat 44 zorgvuldig uitgekozen nummers in luxe-edities met een door Aerosmith samengestelde verpakking.

Voor het eerst in de roemruchte geschiedenis van de groep bevat de Super Deluxe Edition van Greatest Hits een blockbuster-tracklist met 44 nummers, die elk tijdperk van Aerosmith vertegenwoordigen. Geperst op 180 gram op maat gemaakt vinyl in kleur, omvat het de vijf decennia van de band in al zijn rauwe en krachtige rock-‘n-roll-pracht. Van top 10-hits uit de jaren 70 Dream On en Walk This Way plus een zinderende versie van Toys In The Attic tot Hamiltons kenmerkende baslijn en Joe Perry’s iconische talkbox-intro tot Sweet Emotion, tot hun dominantie van rockradio in de jaren 90 met Crazy, Cryin’ en I Don’t Want To Miss A Thing. De collectie zal zowel die-hard fans als gewone luisteraars zeker bevallen.

De Super Deluxe Edition, een echt verzamelobject, wordt gepresenteerd in premium hoezen in boekstijl, bevat vier zwart-wit litho’s en beschikt over verbluffende livefotografie en iconische en zelden geziene foto’s van de band die hun opkomst van een lokale band uit Boston beschrijft tot aan de mondiale megasterrenstatus van vandaag.

Marlene Bakker – Oaventuren 

Marlene Bakker – Oaventuren (RAIF Records)

Oaventuren gaat over proberen onbevreesd door het leven te gaan, een tikkeltje overmoedig, aan de andere kant ook vrijmoedig. Eigenschappen die je nodig hebt als muzikant, maar ook in het leven zelf. Het leven is een avontuur”, vertelt Marlene Bakker over haar tweede album. Oaventuren is de opvolger van RAIF (2018), dat door Frits Spits tot album van het jaar werd gebombardeerd en slechts kon rekenen op lovende kritieken. Dat zal met Oaventuren niet anders zijn, omdat de plaat van dezelfde schoonheid is. Andermaal in het prachtige Gronings gezongen.

Bakker (39), geboren in het Groningse gehucht Niezijl, groeide op in een ander, prachtig dorp in dezelfde provincie, Smeerling, waar ze spelenderwijs het Gronings onder de knie heeft gekregen. Het is handig dat er een tekstboekje bij de cd zit, terwijl je over het algemeen ook als niet-Groninger wel kunt volgen wat Bakker wil vertellen.

Misschien dat Wat Is Er Loos? over het politieke wereldje gaat? “Haard tegen haard. En waist, ‘t löst haildaal niks op. Roupst en reerst of zegst de woarhaid? ‘t Is mor net wastoe leufst. De leugen smoort elke reden, elke zin.”

Het karakteristieke Gronings is een prachtige taal (jawel), die wel vaker als instrument is ingezet in de muziek, maar nog nooit zo mooi als Marlene Bakker het doet. Een stem net zo helder als gevoelig. Op een plaat waarop Bakker zich andermaal heeft laten omringen door topmusici. En dat hoor je. Gitaarwonder Bernard Gepken, vooral bekend als muzikant in de band van Daniël Lohues, is onder meer weer van de partij. Gepken schreef ook mee aan de composities op Oaventuren. Een album vol met prachtige melodieën en arrangementen. Hoor Gepken eens verrukkelijk tokkelen in het afsluitende Sloaplaidje. En wat is Zo-as Beloofd toch van een óngekende schoonheid.

Ook door de rijke instrumentatie, waarin we onder meer Hammond, vibrafoon, hoorn, bugel, piano, synthesizer en mellotron ontdekken, is Oaventuren een plaat geworden die je zo vaak als mogelijk op wil zetten. Niet voor niets is Marlene Bakker inmiddels omarmd door Pinguin Pluche. Na RAIF heeft ze het met Oaventuren wéér geflikt. Een tweede kunststuk. Pieter Visscher

Deeper – Careful!

Deeper – Careful! (Sub Pop)

Deeper bestaat nog niet zo heel erg lang, een jaar of zeven, maar kreeg al een trauma vanjewelste te verwerken toen gitarist Mike Clawson tijdens het tot stand komen van album twee Auto​-​Pain (2020) plots uit de band stapte, om niet veel later zelfs een eind aan zijn leven te maken. Vriend van de bandleden Kevin Fairbairn nam zijn taken over en Auto​-​Pain is een eerbetoon geworden aan Clawson.

Drie jaar later is er album drie: Careful!. Met uitroepteken inderdaad. Weer vol met indierock zoals we die zo graag horen. Liedjes met een kop en een staart. Overduidelijk beïnvloed door Television (met name), The Cure (luister eens naar Bite, bijvoorbeeld) en Joy Division, terwijl Deeper zelf vooral David Bowie noemt. Ten tijde van Low (1977). Ook op Careful! is Deeper een open boek waar het omgaan met depressies betreft. Zanger-gitarist Nic Gohl: “Ik heb het gevoel dat ons niet is geleerd hoe we dat soort ziekten moeten behandelen. We hebben geleerd hoe we een verkoudheid of een kras op de arm moeten behandelen, maar als het om je geestelijke gezondheid gaat, zijn mensen bang om er op een open en productieve manier over te praten.”

Maar wie denkt dat de derde worp van Deeper een stemmige plaat is geworden, komt bedrogen uit. Er zijn dertien bruisende, energieke songs op te vinden. Een aantal van bijzonder hoog niveau. De sound van Auto​-​Pain, waarop de synthesizer werd geïntroduceerd, wordt doorgetrokken op Careful!. Het zorgt voor een avontuurlijker sound en nog dansbaardere nummers. Lekker is ook de saxofoon van Brian Seyler die wordt ingezet in Fame en Pressure.

Albums waarop geen miskleunen zijn te vinden, zijn een zeldzaamheid en met Careful! hebben we er dan weer een te pakken. Nestelt zich steeds steviger in je hoofd en dat op een zeer prettige manier. Neem een verslavende song als Tele. Het is smullen geblazen. Pieter Visscher

High Pulp – Days In The Desert


High Pulp
Days In The Desert (ANTI records)

“Wat krijg je als je muzikanten uit het rockcircuit uit hun comfortzone haalt en ze de jazzwereld in laat wandelen? Dan krijg je een avontuurlijke plaat. Een jazzalbum, absoluut, dat net even anders is”, schreven we vorig jaar over de tweede langspeler van het in Los Angeles residerende High Pulp.

De zes bandleden hebben geen van allen een traditionele jazzachtergrond; ze zijn bovendien ook actief in bands die punkrock, shoegaze, hiphop en elektronische muziek op plaat zetten. Al die elementen vind je wel terug op Days In The Desert. Bobby Granfelt (drums), Rob Homan (toetsen), Antoine Martel (gitaar, toetsen), Andrew Morrill (altsaxofoon), Victory Nguyentenor (sopraansaxofoon, trompet en fluit) en Scott Rixon (bas) vormen tezamen een kwintet dat inmiddels op drie albums imponeert. Het is zelfs opvallend hoe de doorgaans stoïcijnse poes Lotje reageert op een plaat die nog sterker de aandacht vasthoudt dam de twee voorgangers. Lotje lijkt fan. Wie had dat gedacht? “The word jazz is going to follow our band around forever, which is fine; we love jazz, we are inspired by jazz,” legt Granfelt uit. “But our influences are much wider than that.” Hoewel we onmiskenbaar Miles Davis als inspiratiebron noteren.

Heeft al die klasse ook te maken met het grote arsenaal aan gastmuzikanten dat uit de kast is getrokken voor Days In The Desert? De vraag stellen is deze beantwoorden. Want neem alleen al de aanwezigheid van harpist Brandee Younger en gitarist Jeff Parker, die zich beiden mogen uitleven. Waardoor Days In The Desert nog wat sterker onder de huid weet te kruipen. Terwijl er ook ruimte is voor uitbundigheid en er zelfs volop kan worden gedanst, op (If You Don’t Leave) The City Will Kill You waarin een hoofdrol is weggelegd voor elektronicagigant Alfred Darlington, die misschien wel beter bekend is als zijn alter ego Daedelus. Amerikaan die het experiment niet uit de weg gaat en naadloos opgaat in het inmiddels hechte collectief High Pulp. Op naar meer! Aan de inspiratie en dadendrang van de formatie ligt het niet. Pieter Visscher

Liefhebbers van High Pulp luisteren natuurlijk ook naar Pinguin Pluche.