Future Suns – Virgo

Future Suns – Virgo (eigen beheer)

Dat de rek er nog lang niet uit is, laat Robert Schuurman andermaal horen met zijn geesteskind Future Suns. Virgo is het vierde album van de veelzijdige Schuurman als bandlid van Future Suns. Hij die ook als cabaretier furore maakt.

Future Suns bestaat naast Schuurman (Scurio) uit het het Amerikaanse duo Simian Crease (multi-instrumentalist en ook verantwoordelijk voor de teksten) en Reyna, dat de vocalen verzorgt. De stemmen van de twee kleuren prachtig en geven glans en rijkdom aan de elektronische songs, geïnspireerd door acts als Nine Inch Nails. Het is een soort spacy indietronica die steeds dieper onder je huid kruipt. Onderscheidende elektropop die een eigenzinnigheid heeft die je maar weinig hoort vandaag de dag. Albumopener Crisis met zijn pompende beat, soundscapes en kenmerkende Future Suns-ritmes heeft de nodige hitpotentie. Een song die sterk contrasteert met het industrialgeweld van Saturnalia! (met uitroepteken).

Zo is Virgo een divers album geworden met een aantal tracks die de dansvloeren wereldwijd aardig vol gaan krijgen. Dat geldt ook voor het funky Displeasure, dat in de verte wat lijkt te knipogen naar The Eagles’ Life In The Fast Lane, terwijl ook David Bowie een inspiratiebron moet zijn geweest. Daar moet je maar opkomen en dan moet je het nog uitvoeren ook. Het tekent de creatieve geesten van het bijzondere trio Scurio, Simian Crease en Reyna. Virgo is een luistertrip vanjewelste geworden die vrijwel overal de aandacht weet vast te houden. Razendknap. Pieter Visscher

 

Aeon Station – Observatory

Aeon Station – Observatory (Sub Pop)

De laatste keer dat we concreet iets van Kevin Whelan hoorden, is zo’n achttien jaar terug, toen hij met indierockformatie The Wrens de zwanenzang van die band uitbracht: The Meadowlands. De plaat werd goed ontvangen en scoorde op het toonaangevende Pitchfork zelfs een 9,5. Dat was wat overdreven.

En nu is Kevin Whelan terug. Het debuut van zijn huidige band Aeon Station is zo’n plaat die we goed kunnen gebruiken in pandemische tijden. Muziek redt de wereld sowieso sinds mensenheugenis. Whelan heeft er lang over gedaan, maar dat voorkomt dus dat er miskleunen op het album zijn te vinden. Alle tien goed. Nu al zin in de outtakes!

Observatory is een langspeler geworden die overloopt van kwaliteit, emoties en beklijvende songs. Een kerstcadeau, zo aan het eind van het jaar en met een beetje fantasie kunnen we het afsluitende Alpine Drive zelfs een kerstliedje noemen. “I’m on my way, I’m on my way back home”, zingt Whelan. Het is een heerlijk, zalvend, hartverwarmend nummer, dat troost biedt in toch wat dystopische tijden. It’s beginning to look a lot like Christmas. We moeten er wat van maken. Nietwaarrrrrrrr?

Daarbij helpt het zo veel mogelijk draaien van Observatory, dat niet alleen die troost biedt, maar ook de mogelijkheid verschaft jezelf even te verliezen in verrukkelijk uptempowerk met scheurende gitaren; Queens en Better Love. Terwijl het absolute hoogtepunt van de plaat het ruim vijfenhalve minuut durende Fade is en we niet voor de eerste keer merken dat Whelan de afgelopen jaren inspiratie opdeed bij Arcade Fire. Fade – check die video ook! – is zonder twijfel de beste rocksong die dit jaar is verschenen wereldwijd. Opbeurend, ontroerend, opzwepend, knallend en en en en én episch. Is dit jaar wél een betere rocksong verschenen? Laat het dan meteen weten: p.visscher@hotmail.com. Pieter Visscher

 

Iconisch eerste album The Tea Party heruitgebracht

Het Canadese rocktrio The Tea Party heeft een Deluxe Edition en Remastered Vinyl Edition van hun iconische eerste album The Tea Party uitgebracht. De nieuwe edities komen 30 jaar na de eerste indierelease van het album en bevatten geremixte en geremasterde audio van Stuart Chatwood, bijgewerkte afbeeldingen en liner notes. 

Voor fans van de band is The Tea Party een soort verzamelalbum gebleven sinds de release in 1991. Het werd oorspronkelijk opgenomen als een demo die de band bij verschillende platenmaatschappijen inleverde. De band had echter geen platencontract getekend en besloot het album in eigen beheer uit te brengen. De albumproductie is relatief lo-fi en de band heeft verschillende nummers opnieuw opgenomen voor opvolger Splendor Solis. Er werden slechts 3.500 exemplaren van het album gemaakt, waarvan sommige cassettes, waardoor de opname een verzamelobject voor fans was.

“Dertig jaar is een belangrijke mijlpaal. Het is zeker een reis geweest in elke zin van het woord. Als je ons in 1991 had gevraagd of we deze plaat in 2021 opnieuw zouden uitgeven, hadden we misschien gezegd: ‘Natuurlijk!’, want het was dit zelfvertrouwen dat de band het soort muziek maakte dat we gemaakt hebben”, legt Stuart Chatwood van The Tea Party uit. “We zijn verheugd om deze beperkte release eindelijk te kunnen delen met al onze fans. Het is een unieke collectie, vooral de deluxe editie die zowel de originele als de nieuwe mastering laat horen. Het legt een band vast aan het begin van een sonische reis die ons van Detroit naar Delhi naar Düsseldorf naar Down Under en terug voerde. Fysiek stelde de plaat ons in staat om van een kleine oefenruimte in Toronto naar enkele van de grootste locaties ter wereld te reizen en daarvoor zijn we erg dankbaar. Genieten!”

The Tea Party, opgericht in 1990, heeft zeven studioalbums uitgebracht, waarvan wereldwijd meer dan drie miljoen exemplaren zijn verkocht. Stadions zijn gevuld met grote hits als The River, Sister Awake, Temptation en Heaven Coming Down.

Riki – Gold

Riki – Gold (Dais)

Het lijdt geen enkele twijfel dat Riki, het alter ego van de fascinerende Niff Nawor uit Los Angeles, Construction Time Again (‘83) in de kast heeft staan. Dat album van Depeche Mode waart sterk rond op Gold.

Haar tweede langspeler, want vorig jaar nog verscheen haar debuut, simpelweg Riki getiteld. Ook op die plaat hoorden we al dat de Amerikaanse zich niet alleen door het geluid van Depeche Mode aan het begin van de jaren ’80 heeft laten beïnvloeden. Wie goed luistert, hoort ook The Human League, Dead Can Dance, Eurythmics, Fever Ray, A-ha, Pet Shop Boys en zelfs Madonna in haar jonge jaren voorbij komen.

Riki vertoeft al jarenlang in de new wave-, postpunk- en gothhoek en maakt daar muzikaal gezien geen geheim van. Gold is net zo sfeervol als melancholiek als opwindend. Dat laatste niet in de laatste plaats door het zwoele, geregeld wulpse stemgeluid van Riki.

Ze schreef de negen songs zelf, terwijl ze de productie en eindmix overliet aan Joshua Leeds Eustis, die samenwerkte met Nine Inch Nails en wat intensiever nog met Maynard James Keenan van Tool, maar dan voor diens hobbyband Puscifer, waar het accent ook ligt op elektronica.

Gold is een avontuurlijke plaat geworden, met een dub-uitstapje (It’s No Secret), een Spaanstalige track (Porque Te Vas), waardoor je al weer hunkert naar de zomer en Florence & Selena, als de saxofoon van Charles Gorczynski zorgt voor hartverwarmende jazzy accenten. Riki heeft aan het eind van het jaar nog een kunststukje afgeleverd. Diepe buiging. Pieter Visscher

Curtis Harding – If Words Were Flowers

Curtis Harding – If Words Were Flowers (Epitaph/Anti)

Je zou je kunnen afvragen of Curtis Harding (42) de grootste soulstem van het moment is. Want dat doe je onherroepelijk wanneer het machtige, gevoelige stemgeluid van de Amerikaan tot je komt. Hij kan nog spelen met die stem ook. Vraag je om een falset, dan krijg je die. Want zo is Curtis.

De man die werd grootgebracht door een vader die automonteur was en een moeder met een fraaie stem. Een gospelzangeres. Harding groeide op in een familie waar soul en gospel sowieso belangrijke ingrediënten waren in het dagelijkse leven. De paplepel deed zijn werk. Zo leerde hij volgens eigen zeggen op veel te late leeftijd David Bowie kennen. Er ging een wereld voor hem open, maar Harding is de soul trouw gebleven.

Ook op zijn derde soloalbum If Words Were Flowers, dat met elf tracks gevuld geen zwakke broeders kent. Omdat als het tekstueel of qua compositie even iets minder is de song alsnog gered wordt door dat machtige stemgeluid van Harding. Of door de vier gospelzangeressen die Harding charterde. In het heerlijke jazzy Forever More zijn twee van de dames heel erg naar de achtergrond gemixt, maar net voldoende aanwezig om het nummer van nog meer cachet te voorzien, al wordt de show uiteindelijk gestolen door de trompet van Ludovic Louis. Geen onbekende van Lenny Kravitz.

If Words Were Flowers is een weelderig gearrangeerde plaat waarop de stem van Harding te allen tijde leidend is, terwijl trompet, fluit, viool, saxofoon, klarinet en toetsen net zo belangrijk zijn als gitaar, bas en drums. Is het Hardings mooiste album tot nu toe? Typisch gevalletje: kill your darlings. Pieter Visscher

Badbadnotgood – Talk Memory

Badbadnotgood – Talk Memory (XL Recordings)

De Canadese formatie BADBADNOTGOOD (het liefst geschreven in louter kapitalen) opent het nieuwe album Talk Memory met een nummer van negen minuten. Dat is lang, hoewel binnen de wereld van de jazz sowieso veel is gepermitteerd. Terwijl BADBADNOTGOOD zeker geen traditionele jazzband is. Ze zijn behoorlijk hiphopgeoriënteerd, wat bijvoorbeeld gestalte kreeg in 2015 met Sour Soul, een album met Ghostface Killah van Wu-Tang Clan. Opeens vlogen de fucks en nigga’s je om de oren. Het was even wennen.

Talk Memory is weer geheel instrumentaal en dat bevalt toch beter. Chester Hansen, Alexander Sowinski en Leland Whitty, die zich ook maar al te graag laten inhuren als producers voor hiphopacts als Kendrick Lamar, diezelfde Ghostface Killah en Tyler, The Creator namen ruim de tijd voor de nieuwe plaat en dat heeft zich vertaald naar een hoop kwaliteit. Elektronica, rock, hiphop, klassiek, funk, soul en Braziliaanse ritmes doen allemaal een duit in het rijk gevulde jazzzakje.

Talk Memory loopt over van de muzikale schoonheid. Ook al door de aanwezigheid van de Braziliaanse producer Arthur Verocai (76). Een ware jazzgod, die zich stortte op de arrangementen van de nieuwe nummers. Luister eens naar die weelderige strijkers in het avontuurlijke, wat filmische City Of Mirrors, dat extra spanning en gratie krijgt door de vele tempowisselingen. Het aantrekken van Verocai kunnen we een meesterzet noemen, evenals de aanwezigheid van pianist Laraaji, hiphopproducer Terrace Martin en harpiste Brandee Younger, die een geregeld ontsporende saxofoon met gracieus snarenspel weer bij de les krijgt in Talk Meaning. Met name in de finale is ze ronduit zalig en zalvend. Pieter Visscher

 

Kid A Mnesia verzamelt definitief de mooiste bloemen

Een goede twintig jaar terug bracht Radiohead vlak na elkaar twee albums uit  die een een behoorlijke stijlbreuk betekenden met hun voorgaande repertoire, omdat de elektronica definitief de overhand nam. Ook wat betreft het vervolg van de muzikale worpen van de Britten. Om een en ander luister bij te zetten zijn Kid A en Amnesiac opnieuw uitgebracht. In één verpakking ditmaal, samen met alle interessante B-kantjes, alternatieve versies van nummers en de zogenaamde outtakes, wat deze uitgave sowieso erg interessant maakt. Past zó in de schoen!

Kid A en Amnesiac verschenen acht maanden na elkander en werden tegelijkertijd op plaat gezet. Waardoor de albums duidelijk zijn versmolten met elkaar. Het zou een dubbelalbum kunnen zijn geworden, ware het niet dat de band daar geen zin in had. Waarom niet is onbekend. Mogelijk om geldtechnische redenen. Wie weet.

De albums verschenen in een periode waarin Thom Yorke niet al te best in zijn vel zat. Hij had het gevoel geleefd te worden. Mogelijk leidde zijn geestelijke instabiliteit tot nieuwe muzikale inzichten. Zoals we weten, de mooiste bloemen bloeien op de mestvaalt.

Kid A en Amnesiac zijn inmiddels klassieke Radioheadalbums geworden en het is een raadsel waarom een song als If You Say The Word, een prachtige ingetogen, gedragen track, nu pas wordt uitgebracht. Maar goed dat het alsnog is gebeurd.

 

ABBA, je ontkomt er domweg niet aan

Vraag artiesten in de alternatieve muziek als Aidan Moffat (Arab Strap), Jarvis Cocker en John Grant naar hun liefde voor de muziek van ABBA en ze raken niet uitgesproken. Ze lopen leeg. Aan ABBA ontkom je niet. Wie kent überhaupt iemand die een hekel aan de band heeft?

ABBA, een van de meest succesvolle popgroepen aller tijden, blijft muziekgeschiedenis schrijven, want Agnetha, Björn, Benny en Anni-Frid zijn teruggekeerd naar de top van de wereldwijde hitlijsten met de release van Voyage, hun eerste studioalbum in bijna 40 jaar. Voyage kwam binnen op nummer 1 in albumlijsten in 18 landen en brak wereldwijd meerdere verkoop- en hitparaderecords. Het album behaalde in de eerste week al een wereldwijde verkoop van meer dan 1 miljoen exemplaren en heeft tot nu toe meer dan 250 miljoen gecombineerde streams ontvangen.

Over het vroege succes van Voyage: “We zijn zo blij dat onze fans net zoveel van ons nieuwe album hebben genoten als wij van het maken ervan. We zijn helemaal in de wolken om weer een album bovenaan de hitparade te hebben”, laat de band weten.

Voyage is ABBA’s eerste studioalbum sinds The Visitors, dat op 30 november 1981 werd uitgebracht en de nummer 1 plek bereikte in het VK, Zweden en vijf andere landen. Het komt ook bijna vijf decennia na het debuutalbum van de band, Ring Ring, uitgebracht in 1973.

De komst van Voyage in de wereldwijde hitlijsten zorgde ook voor een toename van het duiken in de ABBA-catalogus, waarbij verschillende albums terugkeerden naar de hitlijsten omdat fans zich opnieuw bezighielden met hun tijdloze catalogus. ABBA, je ontkomt er domweg niet aan.

 

Parquet Courts – Sympathy For Life

Parquet Courts – Sympathy For Life (Rough Trade/Konkurrent)

Het lijkt alsof Parquet Courts een gedeelte van het luchtalarm dat elke eerste maandag van een nieuwe maand ter horen is in Nederland heeft gesampled in het openingsnummer van het zevende album: Sympathy For Life. Dat luchtalarm kan menigeen gestolen worden, waarschijnlijk, terwijl het nu erg efficiënt gebruikt wordt in het melodieuze Walking At A Downtown Pace (geweldige video ook).

Of de titel Sympathy For Life een parodie is op Sympathy For The Devil van The Rolling Stones is onduidelijk, terwijl we het nauwelijks kunnen uitsluiten. Zo sluiten we ook niet uit dat Parquet Courts op Sympathy For Life inspiratie haalde uit het werk van Talking Heads. Invloeden uit de artrock van David Byrne en zijn band zijn hoorbaar, opgeteld bij de funky elementen die voor een extra feestelijke sensatie zorgen op Sympathy For Life. Parquet Courts is duidelijk een band die de coronaperiode heeft benut om tot andere muzikale inzichten te komen. Is zo’n pandemie toch nog ergens goed voor.

De nieuwe kunstzinnige uitspattingen van de band, waardoor ook meer ruimte is gecreëerd voor de nodige elektronica, krijgen ook gestalte in de artisticiteit op zowel de voor- als achterkant van de hoes. Hier is over nagedacht, denk je dan. Hoewel Parquet Courts zich toch al nooit liet verleiden tot obligate bandfoto’s op de cover van een album. Aan één Kiss hebben we genoeg moeten ze hebben gedacht. Hoewel die vier daar wel altijd even de tijd voor namen, qua schmink.

Zo zie je maar dat de stap van Parquet Courts naar Kiss niet eens zo’n heel grote is, terwijl er muzikaal geen raakvlakken zijn. Zeker niet in de huidige vorm van eerstgenoemde, de band uit New York. Die Sympathy For Life heeft laten produceren door Rodaidh McDonald (The XX, Hot Chip) en John Parish (PJ Harvey, Dry Cleaning). Die keus kun je een meesterzet noemen. Zonder dat de band overdreven veel concessies heeft gedaan aan zijn identiteit.

Parquet Courts klinkt aanstekelijker dan ooit tevoren, dat wel. We horen zelfs wat Franz Ferdinand en Primal Scream terug in het geluid. Het levert dansbare, hitgevoelige songs op, zoals Black Widow Spider, Walking At A Downtown Pace en Homo Sapien. Je kunt maar één ding concluderen: Parquet Courts verkeert in bloedvorm. Pieter Visscher 

The War On Drugs – I Don’t Live Here Anymore

The War On Drugs – I Don’t Live Here Anymore (Atlantic/Warner)

Er zijn ongetwijfeld mensen op deze planeet die het droog proberen te houden tijdens een concert van The War On Drugs. Dat geldt niet voor ondergetekende. Die in 2018 in zowel Biddinghuizen als Amsterdam voor de bijl ging. Een emotioneel figuur? À la Louis van Gaal? Zoiets moet dat zijn.

Wat je dan zo raakt in die liedjes van Adam Granduciel en zijn gevolg is met name de meeslependheid van de muziek. Niet eens de teksten. Al zou Granduciel zingen over broodjes beschimmelde kaas, het zinloze worstelen met pandemievragen of waslijnen vol ondergoed; het zou niets uitmaken. Het is de muziek. We mogen juichen. Die eeuwige muziek, die er altijd voor ons is. Een vriend voor het leven. Zou ik in een god geloven, dan zou ik haar Muziek noemen. Zij, die je nooit in de steek laat.

The War On Drugs zetten zich met name op de kaart met de albums Lost In The Dream (2014) en A Deeper Understanding (2017). Denk aan instant hits als Red Eyes, en, nog wat imposanter, Under The Pressure. Songs die je meteen bij de kladden namen. Om nooit meer los te laten. Songs voor de eeuwigheid. Vrienden voor altijd. Betrouwbaar, door dik en dun. Altijd voor je klaar. Onovertroffen liefde.

Nummers met die hitgevoeligheid zijn niet eens te vinden op het tien tracks tellende I Don’t Live Here Anymore, terwijl er geenszins aan muzikale schoonheid wordt ingeboet op deze vijfde worp van de band uit metropool
Philadelphia. Want Granduciel laat zijn gitaar als vanouds zingen. Die hand op je schouder. Ja, dat schuurt tegen pathetiek aan. Eroverheen? Het voelt nou eenmaal zo.

Het knappe aan I Don’t Live Here Anymore is dat de opwinding wederom in de verstilling wordt gevangen. De beroering in de van de nodige elektronica en ontregelende saxofoon voorziene uptempotrack Victim mag er zijn – dansen is altíjd lekker – maar je echt vastklampen doe je het liefst aan meanderende songs als Living Proof, het ronduit monumentale, door soundscapes gedragen I Don’t Wanna Wait en I Don’t Live Here Anymore, wanneer Granduciel vocaal wordt ondersteund door Jess Wolfe en Holly Laessig van de New Yorkse indiepopformatie Lucius.

In tijden waarin we worstelen met een pandemie, die net zo ongrijpbaar als ellendig is, is het heerlijk dat we, oh lief en begrijpend escapisme, onszelf ongestoord mogen blijven verliezen in muziek die net zo troostend als opbeurend kan zijn. Het is tien keer raak op I Don’t Live Here Anymore, dat zonder twijfel nog een gooi doet naar de titel album van het jaar. “Is life just dying in slow motion? I’m getting stronger every day.” Pieter Visscher