TV Priest – Uppers

TV Priest – Uppers (SubPop/Konkurrent)

Alsof het feest in de wereld van de postpunk nog niet groot genoeg is, meldt TV Priest zich ook nog eens aan het firmament. De band debuteert met Uppers en wat een overheerlijk debuut ís dit zeg.

Het Londense kwartet vist in de vijver waar gelijkgestemden als Protomartyr, Pissed Jeans, METZ, Shame, Fontaines DC en IDLES ook hengelen. Een enigszins gemankeerd stemgeluid is dan altijd een pre en wat dat betreft is Charlie Drinkwater een schot in de roos. Hij kermt waar nodig en haalt ook venijnig uit op de juiste momenten. Perfect getimed allemaal. Onderschat die vocale competenties dus niet. Neem een song als Slideshow. Daarin zingt-ie toch echt, met wat pathos op de koop toe. Vooral in het refrein.

Well you never, you never saw it coming
Walking at ya, looking straight backwards
All I can do is talk
All I can do is talk
I thought we’re getting closer but we’re further apart
Well you’re well-fed, in a welfare way
All I can do is talk
All I can do is talk
My god! I’ve never had an original thought.”

Nou, dat valt best mee, want kom maar eens met frases op de proppen die Drinkwater er allemaal uitkraamt. Soms met een kwinkslag. Over het sociale medium Instagram bijvoorbeeld: “My feature wall is outstanding, my craft credentials as good as new, as good as old, as good as fake..”

De synths die TV Priest gebruikt zijn zeker geen vreemde eend in de postpunkbijt. Een song als Powers Of Ten wordt naar een hoger niveau getild. Terwijl synths eigenlijk nergens écht pregnant aanwezig zijn.

Uppers is een heerlijk tegendraadse postpunkplaat, hetgeen het genre sowieso wel kenmerkt. Live moet TV Priest een sensatie gaan worden. Je kunt je nu al verheugen op de wilde pogo tijdens een track als Press Gang. Beuken geblazen. Je raadt nooit waar Journal Of A Plage Year over gaat. Pieter Visscher

Kurt Vile – Speed, Sound, Lonely KV

Kurt Vile – Speed, Sound, Lonely KV (Matador/Beggars)

In de liner notes op de hoes van de ep Speed, Sound, Lonely KV legt Kurt Vile uit hoe enorm gelukkig hij is dat hij heeft kunnen samenwerken met John Prine. Zijn grote muzikale held, die april vorig jaar overleed. How Lucky, een duet mét John Prine, werd in mei 2016 al opgenomen en is nu dus ook op cd en vinyl verschenen. Het doorleefde stemgeluid van de country- en folkartiest matcht uitstekend met dat van Vile.

Ze speelden het al eens live, tijdens een oudjaarsfeest van 2019 naar 2020 in Nashville. Een natte droom voor Vile, die de openingstrack op deze ep, Speed Of The Sound Of Loneliness coverde van Prine. Opvallend is de aanwezigheid van Dan Auerbach op gitaar, alhoewel, Auerbach duikt de laatste jaren op de gekste plaatsen op. In How Lucky en afsluiter Pearls is hij ook van de partij. Afwisselend, op bas, gitaar en percussie.

Kurt Vile kennen we als de voormalig leadgitarist van The War On Drugs, die vooral beroemd werd als soloartiest. Hij heeft al decennialang een lockdownkapsel, waardoor we kunnen spreken van een lockdownkapsel avant la lettre.

Tijdens Viles periode in TWAD opereerde die band nog enigszins in de marge. Vile wilde graag zingen; zijn typerende stemgeluid aan de massa laten horen. Hetgeen geschiedde.

Speed, Sound, Lonely KV volgt op het smakelijke Bottle It In, dat in 2018 verscheen. Speed, Sound, Lonely KV is veel meer dan een tussendoortje, omdat er bijzonder veel liefde voor Prine in doorklinkt. Stiekem hoor je dat Vile extra zijn best doet wanneer hij Speed Of The Sound Of Loneliness zingt. In How Lucky hoor je zelfs wat nervositeit. Zoals een kleine jongen een balletje gaat trappen met zijn held Ronaldo.

Het is mooi om te horen. ‘t Zijn vijf pareltjes die er op deze ep zijn te vinden. Het gevoelige Gone Girl is ook een cover, van wijlen singer-songwriter Cowboy Jack Clement. Prachtig, die achtergrondzang van Pat Mclaughlin, die ook de mandoline bespeelt. Net zo prachtig, alsook vertederend zijn de tekeningen van Viles dochtertje Delphine op de hoes. Ze maakte van haar pa, John Prine en producer David R. Ferguson een soort aliens. Voor herhaling vatbaar.

Het zalvende, wiegende Dandelions, met dezelfde rol voor Mclaughlin en het heerlijk folky countryliedje Pearls zijn typische Vile-songs, voortbordurend op Bottle It In. Een Kurt Vile in zijn huidige vorm schreeuwt al snel om meer en gezien zijn productiviteit te allen tijde kan dat weleens niet zo heel erg lang op zich laten wachten. Nu al zin in. Pieter Visscher

 

Shame – Drunk Tank Pink

Shame – Drunk Tank Pink (Dead Oceans/Konkurrent)

De stap van Charlie Sheen naar Charlie Steen is eigenlijk net zo groot als die ene letter verschil doet vermoeden. Want Charlie kennen we als de acteur die net zo dol is op zijn vak als op de alcohol. In Engeland kom je bij alcoholmisbruik, wanneer je strontlam op je fiets tegen het tuinhekje van de buren bent gereden en er toevallig politie in de buurt is, in de drunk tank pink terecht. Om je roes uit te slapen. U ziet: het is een kleine wereld.

Charlie Steen is de zanger van Shame, dat zo’n drie jaar terug debuteerde met het goed ontvangen Songs Of Praise. Een plaat gevuld met vlotte postpunk. Lekker ontwrichtend, zoals we het zo graag horen in deze muziekhoek. Drunk Tank Pink is dan de lastige tweede, maar dat heb je geen moment in de gaten. Het album haalt zelfs een hoger niveau.

Er werd een andere producer aangetrokken; Dan Foat en Nathan Boddy werden ingeruild voor James Ford, bekend van zijn werk voor onder meer Arctic Monkeys, Foals, Florence and the Machine, Depeche Mode, Haim en Gorillaz. Je krijgt het idee dat Ford een schot in de roos is geweest. Hoewel je het zonder goede liedjes niet redt natuurlijk.

Drunk Tank Pink is diverser. Steen zingt zelfverzekerder, terwijl hij zich op het vorige album nog “My voice ain’t the best you heard“, liet ontvallen. Stukje zelfspot, dat de flair en bluf van de band best wel typeert. Ze zijn nog altijd hartstikke jong, terwijl met Drunk Tank Pink het tweede zeer volwassen album is afgeleverd. Dreigend gitaarwerk, meezingbare refreinen, onverwachte wendingen en wat woede her en der, terwijl er met Human, For A Minute ook even gas wordt teruggenomen. Om met het knallende, nog geen twee minuten durende Great Dog het pedaal meteen weer meedogenloos in te trappen:

Another young girl and another young guy
Another blue shirt and another red tie
A good writer writes, a great writer steals
A good dog sits but a great dog heels

I take another walk with you.”

Zit je er even doorheen tijdens de quarantaine, zuigt de lockdown je mentaal leeg, ging je na 21 uur nog altijd even zwemmen, maar haalt de avondklok je nu uit dat ritme? Zet Drunk Tank Pink op! Volumeknop lekker een flinke slag naar rechts en je zit vrij snel een stuk beter in je vel (dat rijmt). Op naar de derde golf! Pieter Visscher

King Gizzard & The Lizard Wizard – KG

King Gizzard & The Lizard Wizard – KG (Universal/Caroline)

In 2012 je eerste plaat uitbrengen en inmiddels is de zestiende (!) verschenen. Je kunt van King Gizzard & The Lizard Wizard toch moeilijk zeggen dat het gasten zijn die maar wat op de bank hangen en videospelletjes spelen. Geen tijd voor.

Een bijzonder gezelschap uit Melbourne, dat met het eenvoudigweg KG getitelde nieuwe kunststukje enigszins voortborduurt op een eerdere plaat, het uit 2017 afkomstige Flying Microtonal Banana. In dat jaar, het productiefste van de band, verschenen maar liefst vijf (!) studioalbums. Je zou dat absurd productief kunnen noemen en dat doen we dan ook. En hoewel kwantiteit niets zegt over kwaliteit lijdt die daar niet eens onder.

Op Flying Microtonal Banana werd gekleurd buiten de westerse rockkaders en daar wordt op KG op voortgeborduurd. Een snaarinstrument als de baglama, populair in Turkije, de Balkan en Griekenland wordt bijvoorbeeld ingezet in Minimum Brain Size, waarin ook een fluit en de sitar worden gebruikt. Hoewel de gitaar ook hier de hoofdrol pakt in de psychedelische rock van het Australische zestal, geeft de nieuwe muzikale rijkdom zonder meer extra cachet aan het geluid van de band.

De sitar komt nog wat prominenter naar voren in Straws In The Wind, dat lekker rauw geproduceerd is, waardoor je haast het idee hebt dat je er live bij bent. Dat livegevoel dat we zo goed kunnen gebruiken vandaag de dag. Een fluit, huppelend op allerhande percussie en harmonica doen ook hun best om het oosterse sausje nog wat verder uit te smeren.

Volgens multi-instrumentalist Stu McKenzie, die de plaat ook produceerde, werd de band als gevolg van de pandemie gedwongen hun vaste werkwijze om te gooien en hadden ze voor elk nummer meerdere opnamesessies nodig. “It’s almost like an album that normal people make”, grapt-ie over KG, dat het meest mystieke album is dat door de band op plaat is gezet. Met het retedansbare Intrasport, waarin een mellotron een van de hoofdrollen bekleedt, gaat het dak er ook nog eens af.  Pieter Visscher

 

Loma – Don’t Shy Away

Loma – Don’t Shy Away (SubPop/Konkurrent) 

Het was een aangename verrassing in 2018 toen Loma, waar nog nooit iemand van had gehoord, opeens debuteerde met een titelloze plaat. Dingen waarvan je nog nooit hebt gehoord en die opeens van voor naar achter blijken te kloppen, geven überhaupt veel kleur aan het leven. Romario’s debuut bij PSV, Koopmeiners bij AZ en dat van Messi in Nou Camp. Zoiets.

Loma bestaat uit Jonathan Melburg, actief in zowel Shearwater als Okkervil River en Dan Duszynski en Emily Cross van Cross Record. Ook nog nooit van gehoord? Dat geeft niks, want het is nooit te laat in het leven om nieuwe dingen te ontdekken. Zeker nu de lockdown ons al een tijdje trakteert op extra vrije tijd en er ruimte ontstaat voor het ontdekken van nieuwe dingen. Muziek voorop, want muziek is het belangrijkste in dit leven. Zoals onze Duitse vriend Friedrich Nietzsche zich ooit liet ontvallen: Without music life would be a mistake. Zo zei Friedrich ook: Niet het gebrek aan liefde, maar het gebrek aan vriendschap maakt ongelukkige huwelijken. In het Duits klinkt dat nog mooier: Nicht der Mangel der Liebe, sondern der Mangel der Freundschaft macht die unglücklichen Ehen.

Het muzikale huwelijk tussen Melburg, Duszynski en Cross herkent zich niet in Nietzsches filosofie. Het is een drie-eenheid om in te lijsten. Hoewel al te veel uitbundigheid ook op deze tweede plaat hardnekkig de kop wordt ingedrukt. Loma maakt nou eenmaal stemmige, gedragen liedjes en voelt zich daar senang bij. Evenals ondergetekende. Zeker wanneer de avond valt en de koptelefoon opgaat. Want Don’t Shy Away is, evenals het debuut, een zalvende koptelefoonplaat. Wát een muzikale rijkdom.

Brian Eno is fan van het eerste uur en dan weet je eigenlijk al genoeg. Hij moedigde de drie aan een vervolg te geven aan het eerste album en kwam zelfs in contact met Loma. Nog sterker: Eno schreef mee aan de serene slotsong Homing, die hij bovendien produceerde. We houden het op een geste van de fan.

Loma’s grote kracht is niet alleen het bewonderenswaardige, zoetelijke stemgeluid van Emily Cross, maar de combinatie met de rijk geïnstrumenteerde songs van de band, die in de verte het verstilde geluid van Talk Talk ademen. Soundscapes en blinkend koperwerk zorgen voor extra accenten in de gelaagde liedjes. Weelderig, meanderend en liefkozend banen ze zich een weg. Recht naar je hart. Pieter Visscher

 

Belle and Sebastian – What To Look For In Summer

Belle and Sebastian – What To Look for In Summer (Matador/Beggars)

Pakweg een kwarteeuw terug werd het Schotse Belle and Sebastian geboren in regenachtig Glasgow. Schitterend moment natuurlijk om daar even bij stil te staan en een liveplaat uit te brengen. Een dubbelalbum nog wel. Daar hebben de fans recht op moeten ze hebben gedacht. En dat is ook zo.

What To Look for In Summer is een prachtige bloemlezing uit het rijke repertoire van de band die in 1996 met debuutalbum Tigermilk op de proppen kwam en al snel werd omarmd door een groot publiek. Ook in ons land.

Op What To Look For In Summer zijn songs verzameld die de band speelde in 2019. In het jaar dat alles nog ‘normaal’ was op onze beduusde planeet. Was duiveltje corona een jaar eerder neergestreken op moeder aarde, dan was er helemaal geen liveplaat uitgekomen van de Schotten. Zo lopen dingen.

Belle and Sebastian kan bogen op een prachtig oeuvre met indiepopliedjes die kleur geven aan het leven. Die dat regenachtige weer in Glasgow al rap doen vergeten en die in zo’n coronacrisis ook het nodige vertier bieden. Zo grapt zanger/gitarist Stuart Murdoch over Boris Johnson. Luchtig, hetgeen symbolisch is voor de concerten die de band geeft. Je hoort het terug op de plaat. “What were we doing? Songs!”, zegt Murdoch, terwijl hij The Boy Done Wrong Again inleidt. Dat werk.

Hoogtepunten zijn onder andere Funny Little Frog, dat nog altijd wat onweerstaanbaars heeft, If She Wants Me, het redelijk wilde Stay Loose, met orgel en gitaaruitspattingen op de koop toe. Het levendige Wrapped Up in Books blijft bovendien niet voor niets een livefavoriet. Komen we de vaccinatieperiode wel mee door. Pieter Visscher

 

Danny Vera – The New Now

Danny Vera – The New Now (Excelsior)

Danny Vera staat met drie tracks in de voorkeuzelijst van de Snob 2000: Easier That Way (2016), In Every Way (2015) en Pressure Makes Diamonds (2019). Danny Vera is misschien wel een beetje een vreemde eend in de bijt in die lijst, die begon als een geintje, maar al snel een serieuze grap werd.

Sinds enkele jaren wordt het schitterende initiatief van de bloggers van www.ondergewaardeerdeliedjes.nl uitgezonden op Pinguin Radio. Druk aan de gang. Tot het eind van het jaar nog. Een interessantere lijst dan de Top 2000? Zonder énkele twijfel, met alle respect, omdat de Snob 2000 met veel meer liefde voor muziek wordt samengesteld. In 2012 startten de bloggers van Ondergewaardeerde Liedjes de alternatieve lijst. Met alleen maar liedjes waar je niet op kon stemmen in de voorkeuzelijst van de Top 2000. Of Danny Vera er daadwerkelijk in is terechtgekomen? Wie weet.

Onze Zeeuwse vriend, groot geworden in het borrelpraatprogramma van Johan Derksen, maakt al twintig jaar platen. Hij studeerde aan de Rockacademie in Tilburg en heeft met zijn nieuwste album zijn magnum opus afgeleverd. The New Now is inmiddels meer dan 20.000 keer over de toonbank gegaan (jawel, op cd en vinyl). Dat heeft natuurlijk te maken met The Weight, dat de sterkste song is die Vera tot op heden op plaat heeft gezet. Uptempo, subliem geproduceerd – net als de rest van het album – en bijzonder emotievol. Magnifiek! In het nummer bezingt hij de soms ondraaglijk zwaarte die verlies en verdriet op onverwachte momenten opeisen. “Mijn beide ouders zijn overleden. Dat verlies draag je altijd bij je. Maar er zijn momenten dat je denkt eroverheen te zijn, dat je het wel hebt verwerkt. Maar zo is het niet. Het komt soms ineens terug en drukt dan op me. Rouw verwerk je niet, die onderga je.”

The Weight is een van de sterkste songs die dit jaar op plaat zijn verschenen. Ja, van onze eigen Danny Vera. Het trok de schrijver van dit stukje over de streep. Hij is fan geworden. Want er valt veel meer te genieten op The New Now. Zowel uptemo als in z’n drie weet Vera te verrassen met americana die van voor tot achter klopt. Zweet bijvoorbeeld alle corona-ellende van 2020 uit je lijf op de onvervalste rock-‘n-roll van That Midnight Thang. Kom tot de ontdekking dat Red Moon veel mooier is dan dat nummer dat Queen van de troon stootte in die andere lijst. Vooroordelen opzij en Danny neemt je onder de arm, zoals ze in België zo mooi kunnen zeggen. The New Now maakt van 2020 in extremis een veel minder groot kutjaar dan het daadwerkelijk is. Pieter Visscher

Holy Motors – Horse

Holy Motors – Horse (Konkurrent/Wharf Cat Records)

Je gaat onwillekeurig heel anders naar een paard kijken wanneer er een vrouw op zit. Niet in de laatste plaats omdat het om Eliann Tulve gaat. Wie? De zangeres van Holy Motors. Uit Estland.

Dat wist ik nog niet toen ik het album Horse voor het eerst opzette. Het klinkt allemaal heel erg Amerikaans. Holy Motors zit ook nog eens in de americanahoek. Wat je natuurlijk niet uit kunt sluiten voor een band uit Tallinn. Laat dat duidelijk zijn. In Tallinn trouwens, zit al 21 jaar de Depeche Mode Baar, een café waar louter Depeche Mode wordt gedraaid. De band zelf was er ook al een paar keer te vinden. De uitstekende muzieksmaak in Estland staat buiten kijf derhalve. Maar dat terzijde.

Het debuut Slow Sundown van Holy Motors, uit 2018, werd al goed ontvangen en dat gebeurt ook met Horse. Er is opnieuw gekozen voor acht songs op het album. Dat bevalt dus prima. Maar het geluid is enigszins veranderd. Het is allemaal wat minder zweverig geworden. Wat minder Twin Peaks, wat minder shoegaze bovendien. Hoewel dat laatste ingrediënt nog altijd ruimschoots wordt geserveerd.

Holy Motors is muzikaal iets doortastender geworden. Wat resoluter? Misschien wel. Wat meer de altcountryhoek in ook. Het legt ze geen windeieren. Jesus and Mary Chain galmen na en wat directer nog The Raveonettes, die natuurlijk weer schatplichtig zijn aan die eerste.

Wie op zoek is naar mysterie blijft aan het juiste adres, hoewel er sprake is van een gedoseerde portie schimmigheid. Dat terwijl Craig Dyer zich ook met de plaat heeft bemoeid. Road Stars is een fraai duet met Tulve. Beider stemmen kleuren prachtig. Dyer maakt deel uit van The Underground Youth, dat muzikaal ook shoegazy is en zonder enige twijfel beïnvloed door Joy Division en Echo and the Bunnymen. Zijn vocale inbreng blijft beperkt tot één nummer, wat jammer is, terwijl hij wel synthesizer en bas voor zijn rekening neemt. Horse werd opgenomen in Berlijn, een waar walhalla voor wat donkerder bands. Hetgeen het allemaal wel afmaakt. Pieter Visscher

Wax Chattels – Clot

Wax Chattels – Clot (Captured Tracks/Konkurrent)

PLAY IT LOUD! Zo luidt de boodschap die op sociale media van Wax Chattels wordt meegegeven aan toekomstige luisteraars van het nieuwe album van de Nieuw-Zeelandse band.  Clot, de tweede worp na het titelloze debuut in 2018, staat dan ook vol met noise en postpunk die die aanmoediging legitimeert.

Wax Chattels is keyboardspeler en zanger Peter Ruddell, bassiste en zangeres Amanda Cheng en drummer Tom Leggett. Laatstgenoemde heeft slechts een crashbekken, een hihat, een bassdrum en een snare tot zijn beschikking. Maar dat is doelbewust uiteraard. Het knalt, beukt en klettert. Gitaar? Niet nodig om te imponeren.

Die drie van Wax Chattels ontmoetten elkaar tijdens een gezamenlijke jazzopleiding aan de Auckland University. Je hoort met name in het drumgeluid van Leggett dat hij technisch sterk onderlegd is. Al bevat de ontwrichtende elektronica in een aantal songs ook genoeg jazzy elementen. Neem een korte song als Cede.

Clot is een nog opwindender en bovenal woestere plaat geworden dan het debuut. Dat doet recht aan de tijdsgeest. Een stukje agressie uit de luidsprekers kan nu en dan geen kwaad tijdens zo’n intelligente lockdown. Wees eerlijk. Daarom sluiten we ons zonder meer aan bij het advies dat de band geeft: PLAY IT LOUD! Tip: start met track 7, Spanners & Implements. Verlies jezelf. Ga lekker los. Je hebt er recht op. Pieter Visscher

 

Nouveau Vélo – Bogland

Nouveau Vélo – Bogland (Excelsior)

Brabanders Rolf Hupkes, Bart Haverkort en Niek Leenders zijn afkomstig uit het sympathieke dorp Laarbeek en hebben met Bogland hun derde langspeler afgeleverd. Een plaat met opnieuw een hoofdrol voor de gitaar.

Hoewel er muzikaal geen sprake is van een stijlbreuk is Bogland welzeker een stap voorwaarts. Terwijl een stijlbreuk dat niet per definitie hoeft te zijn, overigens. Nummers klinken hoe dan ook wat doordachter, volwassener misschien. Een platitude waaraan je nauwelijks ontkomt in dezen. Nouveau Vélo is eindelijk waar het wil zijn. Dat gevoel bekruipt je.

Dat de band weleens wordt neergezet als het Nederlandse antwoord op R.E.M. is te kort door de bocht. De Brabanders zijn enigszins schatplichtig aan het geluid van de Amerikanen, oké, maar hebben duidelijk een eigen, herkenbare sound. Het gaat nog wat meer de postpunkkant op dan R.E.M., dat sowieso een divérser geluid had. Maar diversiteit zegt niets over kwaliteit.

Wat je vooral terughoort in het werk van Nouveau Vélo is het gegeven dat de mannen sinds 2003 al samen muziek maken en dat ze zich allengs sterker hebben ontwikkeld. Dat ze stiekem wel wat meer uit de band willen springen, hoor je ook wat duidelijker dan op de twee voorgangers en eenmaal gebeurt dat ook met het rockende Cheap Thrill. Een sound waar op een volgende plaat misschien wel op voortgeborduurd gaat worden? Wie zal het zeggen. Dat jasje past ze ook uitstekend.

Op Bogland vinden we een elftal songs (kort instrumentaaltje Flood niet meegeteld) dat redelijk snel beklijft. Luisterrijke gitaarliedjes met internationale allure. Het briljante Rolling Blackouts Coastal Fever uit Australië is ook geregeld in de buurt. Dat zegt genoeg. Pieter Visscher