Dan Mangan – More Or Less

dan manganDan Mangan – More Or Less (City Slang/Konkurrent)

Prachtige cover heeft de nieuwe Dan Mangan. Een grote groep meeuwen is op zoek naar voedsel in het zeewater en een viertal zwanen interesseert dat niet zoveel; zij doen hetzelfde. Het is een afbeelding die goed past bij de muziek die Mangan op zijn vijfde langspeler heeft gezet.

Geen idee waarom eigenlijk.

De 35-jarige Canadese singer-songwriter nam een paar jaar vrijaf, nadat hij onafgebroken zes jaar op tournee was. Even de boel de boel, dacht Mangan, terwijl hij wel twee kinderen op de wereld zette. Een nieuw leven ineens en nieuwe verplichtingen, angsten en vrolijkheden. Hij vertelt erover op More Or Less. Het levert enkele stroperige liedjes op, zoals Peaks & Valleys en Just Fear, terwijl dat jasje hem goed past. Mangan mijmert over zijn nieuwe leven. Zo legt hij het zelf uit: “It’s about feeling disconnected from a popular identity and becoming acclimated to a new one. It’s about raising kids in a turbulent world. It’s about unanswerable questions and kindness and friendship and fear.”

De plaat werd uitgesmeerd over enkele jaren en het opnameproces leed daar ook onder, in zekere zin. Dan is het knap dat het geen ratjetoe is geworden. Het is Mangan zoals we ‘m kennen, met liedjes die verhalend zijn en fris geproduceerd. Hij maakte gebruik van de toevalligheid dat Paul McCartney in dezelfde studio zat, toen het fragiele Lay Low werd opgenomen. Een wat dromerige song, met minimale elektronica ondersteund. McCartney hoorde dat het goed was.

Misschien dat Macca inmiddels ook het beste nummer van de plaat tot zich heeft genomen. Het is de vreemde eend in de bijt, want uptempo. Troubled Mind is een gejaagd lied. “Haunted by the melody“, zingt Mangan, terwijl je denkt: hadden er nog maar twee nummers in dit tempo op More Or Less gestaan. Het zouden twee extra kersen op de taart zijn geweest. Pieter Visscher

LIVEDATA 12/11 Rotonde/Botanique, Brussel 15/11 Paradiso Noord (Tuinzaal), Amsterdam

AlascA – Plea For Peace

alascaAlascA – Plea For Peace (King Forward Records)

Er zijn van die Nederlandse bands die over de landsgrenzen bekender zijn dan in Nederland. Birth Of Joy is daar een goed voorbeeld van en ook AlascA heeft die bedenkelijke status. Ik probeer even een quote van Louis van Gaal te verwerken (“Zijn wij nu zo..”) maar kom er niet uit. Ja, dat AlascA, uit Volendam, had de liedjes allang, met de eerste twee albums, Actors & Liars (2012) en Prospero (2015). Heel erg goeie liedjes, hoewel mogelijk net niet catchy genoeg om het grote publiek wakker te schudden.

Daar komt verandering met Plea For Peace, dat geen stijlbreuk is met eerder werk, en bovendien geen knieval voor de commercie inluidt, maar wel songmateriaal bevat waarmee definitief sprongen kunnen worden gemaakt. Ook in Nederland, want de plaat puilt uit van de pakkende uptemposongs, terwijl het kwaliteitsstempel van Frank Bond er andermaal in donkere inkt is opgedrukt.

Bond is het brein achter de band. Hij bedenkt tekst en muziek en zingt. Hij heeft weer folkliedjes geschreven die herinneren aan de muzikale helden van de band, zonder vragen over authenticiteit op te roepen. Natuurlijk doet het titelnummer Plea For Peace wat denken aan To You van I Am Kloot en zou Jim Morrison (jawel) zich niet hebben geschaamd voor The Comedy Of Distance. Daarnaast galmen Tim Buckley en The Beatles na op deze derde worp van de Volendammers. Zonder meer.

Bond neemt op humoristische wijze het wereldleed onder de loep. “There is no denying that we live in remarkably turbulent times“, laat de band weten en daar is geen speld tussen te krijgen.

In Red Herring neemt hij alles en iedereen op de hak. “Poor Mohammed begged us not to steal the show, but then Beyoncé’s shaking hips made him explode. Then Buddha smiled and said ‘They will be back, just like Jesus Christ, myself and Kerouac‘.” Om te vervolgen met “Even dinos think my thoughts are quite antique.” Dat Bond Engelse litaratuur studeerde aan de universiteit legt hem tekstueel in elk geval geen windeieren. Het proza van de Volendammer zit vol smaakvolle kwinkslagen, is heerlijk narratief en niet gespeend van humor.

Game Over is domweg een van de mooiste liedjes die de laatste jaren zijn verschenen wereldwijd, met een refrein om smoorverliefd op te worden. Wie stil kan blijven staan op het verrukkelijk swingende The Ugliest Girl Alive heeft een levensgroot probleem, want wát een hit! Plea For Peace is een album dat alles heeft om AlascA definitief door te laten breken in binnen- en buitenland. Pieter Visscher

LIVEDATA 02/12 Hedon, Zwolle 08/12 P3, Purmerend 22/12 Tivoli, Utrecht 12/01 De Neushoorn, Leeuwarden 13/04 PX, Volendam

Fucked Up – Dose Your Dreams

fucked upFucked Up – Dose Your Dreams (Merge Records/Konkurrent)

Het roept altijd wel wat controverse op, een bandnaam met het woordje fuck erin. Geen kans op al te veel commercieel succes bovendien, omdat het domweg een rol speelt, hoe je het wendt of keert. Het Canadese Fucked Up zit daar ook niet echt op te wachten, want een knipoog naar die commercie is ook op het vijfde studioalbum in geen velden of wegen te bekennen. Niettemin is dubbelaar Dose Your Dreams, met zijn achttien nummers, soms verrekte toegankelijk. Maar meestal niet.

Dat zit vooral opgesloten in het nogal schreeuwerige stemgeluid van de volslanke zanger Damian Abraham, met zijn geestige hipsterbaard. Het komt allemaal wat woest over, terwijl hij zo’n sympathieke blik in de ogen heeft. Abraham kijkt je aan en je weet bijna zeker dat hij iets over zijn cavia gaat vertellen.

Wanneer de wat studentikoze bassiste Sandy Miranda Abrahams stem aanvult met haar zoetgevooisde geluid levert dat de fraaiste contrasten op. Neem een lied als Tell Me What You See, dat hardcore-elementen combineert met de opgewekte sopraan van Miranda. In Torch To Light, als ze haar begeerlijkste fluisterzang laat horen, leidt het helemaal tot grote krachtsverschillen. Kan dat niet een beetje minder bozig, beste Damian, is wat je dan denkt. Vertel nog eens over die cavia.

Dromerig is Fucked Up ook, in How To Die Happy. Sandy Miranda solitair op zang en het had zo op een plaat van M83 kunnen staan. Net zo soepel schakelt de band over naar skapunk, met het voor een stevige pogo geschikte Living In A Simulation. Dan krijgt Miranda even rust.

Het subversieve I Don’t Wanna Live In This World Anymore wordt opgedirkt met een saxofoon en zelfs een jongenskoor in de finale, terwijl Ben Cook dan ook zijn stem laat horen; de gitarist die het geluid van Fucked Up van nog meer kleur voorziet. Volgend jaar komt de band naar Nederland en België. Pieter Visscher

LIVEDATA 26/01 Zappa, Antwerpen 27/01 Melkweg, Amsterdam

Swearin’ – Fall Into The Sun (Merge Records / Konkurrent)

Allison Crutchfield en Kyle Gilbride hadden verkering en zoals dat soms gaat met relaties, was dat ineens over. Tijdens die relatie werden snel achter elkaar (2012 en 2013) twee platen opgenomen, die goed in de smaak vielen bij het indieminnende publiek.

Het leek een jaar of vijf dat de band er door die relatieperikelen de brui aan had gegeven, maar niets blijkt ineens minder waar. Het door drummer Jeff Bolt gecompleteerde Amerikaanse trio Swearin‘ is terug, met een album dat sterker is dan de twee voorgangers. Waar een relatiebreuk al niet goed voor is. Crutchfield en Gilbride delen dan weliswaar de lakens niet meer, ze gaan wel weer door één studiodeur. Soepel en glimlachend. We zien dat graag.

Fall Into The Sun staat vol met hoekige punkrockliedjes, waar we de band van kennen, en er is bovendien weer veel enthousiasme te vinden in de songs. Prettig blijft de wisseling van de leadvocals door Crutchfield en Gilbride, die beiden niet over een overdreven begenadigd stemgeluid beschikken gelukkig, want dat zou veel te veel detoneren met het geluid van de band, dat soms wat dreinerig is, à la Dinosaur Jr. Het gejaagde, opwindende, in feite zelfs fantastische én subiet beklijvende Grow Into A Ghost lijkt een klassieker in wording. Fijn dat de band terug is. Pieter Visscher 

LIVEDATUM 05/02 Sugar Factory, Amsterdam

Prince – Piano & A Microphone 1983 (NPG Records / Warner)

Hoor ‘m eens pingelen en experimenteren met zijn stemgeluid. Het is 1983 wanneer Prince thuis achter de piano kruipt en de nodige hersenspinsels opneemt. Hij improviseert erop los. Het zijn flarden van nummers die op Purple Rain (1984) zijn verschenen, zoals Purple Rain zelf – al gaat het slechts om krap anderhalve minuut – en een vroege versie van Strange Relationship, dat pas in 1987 op plaat verschijnt (Sign O’ The Times).

Geregeld is het niet meer dan gepriegel, terwijl je denkt: hé, het is wel Prince waar ik naar luister hè. Dus relevant. Want wat Prince maakt, ís relevant. Daar zijn we het allemaal over eens. Wanneer Messi eens een verkeerde pass aflevert, een strafschop de tribunes injaagt, een panty onder zijn broekje draagt, terwijl het niet eens vriest, is het toch relevant, omdat we het over Messi hebben. Zoiets is het ook met Prince, op dit Piano & A Microphone 1983.

Sluit je ogen tijdens het beluisteren van dit album, doe deuren en ramen potdicht en waan je even op de fluwelen canapé van de man uit Minneapolis. Neem een slok wijn en concentreer je puur op de muziek. Er is verder niets of niemand in de buurt. Alleen jij en het mirakel van Minnesota. 1 meter 58, maar achter die piano nóg veel kleiner. Doe net alsof je bij His Royal Badness in de huiskamer zit. Leg het vinyl op de platenspeler en laat de naald zijn werk doen. Dat is alles wat je hoeft te doen met Piano & A Microphone. Wedden dat het lukt? Dichter bij Prince ben je misschien wel nooit geweest. Pieter Visscher

Mudhoney – Digital Garbage (SubPop / Konkurrent)

I’m not on social media, so my experience is somewhat limited, but people really seem to find validation in the likes — and then there’s Facebook Live, where people have streamed torture and murder, or, in the case of Philando Castile, getting murdered by a cop”, aldus Mark Arm, zanger van Mudhoney. De Amerikaanse band die al dertig jaar actief is en met Digital Garbage album nummer tien heeft afgeleverd.

Het is een conceptalbum geworden waarop het Amerika van vandaag de dag aan de orde komt. Zo gaat Kill Yourself Live over het idiote verschijnsel dat de verschrikkelijkste beelden in no time viraal gaan via sociale media. Het stuit de band zwaar tegen de borst.
In the course of writing that song, I thought about how, once you put something out there online, you can’t wipe it away”, duidt Arm het nummer. “It’s always going to be there – even if no one digs it up, it’s still out there floating somewhere.”

Maatschappijkritischer is Mudhoney nog niet voor de dag gekomen en het staat het kwartet prima. Next Mass Extinction gaat over de protesten in Charlottesville in 2017 en Please Mr. Gunman neemt de schietpartij in een Amerikaanse kerk onder de loep.

Mudhoney startte in Seattle, waar Arm niet alleen opgroeide met gelijkgestemde bands als Pearl Jam en Soundgarden om zich heen, maar waar hij het genre waarmee de stad beroemd werd grunge doopte.
Minder getalenteerd dan die vakbroeders is Mudhoney er nog altijd en Digital Garbage is een album dat er mag zijn. Pieter Visscher

LIVEDATUM 12/11 Vera, Groningen

Low – Double Negative (Sub Pop / Konkurrent)

lowBlijft een intrigerende formatie dat Low. Mimi Parker (drums) en Alan Sparhawk (gitaar), die de vocalen steevast voor hun rekening nemen in het met bassist Steve Garrington aangevulde trio werden zangtechnisch niet eerder zo weggemoffeld in de songs, om er zo nu en dan ook kraakhelder uit te springen. Double Negative is Lows spannendste album.

Veel vaker stoeiden de Amerikanen met elektronica. Eigenlijk altijd zijn deze geluiden de krenten in de pap, terwijl die ochtendhap nu vrijwel geheel onorganisch wordt opgediend.
Het leidt tot fascinerende geluidsvelden, waarin het fijn verdwalen is. Al duurt dat wel even. In eerste instantie lijkt er soms geen doorkomen aan. Alsof er een op hol geslagen grasmaaier over een rij synthesizers manoeuvreert.
Het is hard, stevig en bij vlagen zelfs overdonderend. In your face. Trommelvliezen worden danig op de proef gesteld.

Sinister en grimmig zijn de geregeld industriële geluidscollages. Een obligaat grapje over de titel Double Negative laten we achterwege, omdat het soms domweg hemels en prachtig is, wanneer je de tijd neemt voor deze plaat.

Veroorzaker van de stijlbreuk die Low in een aantal songs pleegt, is producer BJ Burton, die het stemgeluid van Parker en Sparhawk onherkenbaar maakt wanneer hij daar zin in heeft. Gelukkig is dat niet continu het geval en dat zorgt dan weer voor een fraaie balans in de slowcore van het trio. Benieuwd hoe een en ander live uit de verf komt? 12 oktober speelt de band in Paradiso, Amsterdam, een dag eerder in de Orangerie in Brussel. Gehoorbescherming lijkt geen overbodige luxe. Pieter Visscher

LIVEDATA 11/10 Orangerie, Brussel 12/10 Paradiso, Amsterdam

Paul McCartney – Egypt Station (Capitol / Universal)

Het is zonder meer heerlijk oud worden, of beter gezegd jong blijven, wanneer je Paul McCartney heet, je samen met je vrienden John, George en Ringo voor een nogal invloedrijk oeuvre hebt gezorgd in de jaren 60 en je daarmee in de loop der jaren een kleine miljard euro aan inkomsten vergaarde. Dan kun je op de golfbaan gaan staan de rest van je leven of echt leuke dingen doen. En dat is het maken van albums en op je 76ste nog over de planeet trekken, met een heerlijke band om je heen. Om veel van The Beatles te spelen en veel solowerk bovendien, omdat die schat aan liedjes ook nogal imposant is geworden de laatste vijf decennia.

Op Egypt Station is het vooral Wings wat je terughoort, terwijl The Beatles veel minder nagalmen. McCartney schreef alles weer zelf en geeft de consument waar voor z’n geld, met de 16 songs die te vinden zijn op de plaat.

Prachtig uitklapbaar is het cd-hoesje, met fraai schilderwerk van de meester zelf. Want dat kan hij bijvoorbeeld ook. Polyvalent tot op het bot.

Met de vrolijke rocker Come On To Me laat Macca horen op latere leeftijd nog altijd een flirt te zijn en waarom zouden we het gênant vinden als hij nog zin heeft om te neuken? Want dat is wat hij zingt. Hoewel het een wat krampachtige poging lijkt wat jeugdige zieltjes te winnen, is de uitvoering minder beroerd dan sommigen doen geloven. Fuh You (op plaat uitgesproken als Fuck You, maar in de context duidelijk op de daad aansturend) is geproduceerd door Ryan Tedder, die meeschreef aan Halo van Beyoncé en zanger is van OneRepublic. “On the night I met you, I just wanna know how you feel.” Er wordt een zesje uit het vuur gesleept. Het kan niet altijd raak zijn.

De liefde blijft een onderwerp waar McCartney maar niet vanaf komt en dat zien we met alle plezier door de vingers. Omdat er ook venijn te vinden is op de plaat. In Despite Repeated Warnings krijgt Donald Trump er overduidelijk van langs. “Those who shout the loudest may not always be the smartest”, klinkt het bijvoorbeeld. People Want Peace klinkt veel minder urgent dan vredesliedjes van Lennon, is geen compositorisch hoogstandje en toch is het hoopgevend.

McCartney laat op Egypt Station horen een gewoon mens te zijn, een working class hero, die zo nu en dan worstelt met zichzelf, domweg twijfels heeft en soms meer drinkt dan echt noodzakelijk. McCartney bespeelt op de plaat onder meer elektrische en akoestische gitaar, piano, diverse orgels, synthesizers, drums en andere percussie en de harmonica én is goed bij stem.

Alhoewel die wat breekbaarder wordt, emotioneert hij daardoor ook meer.
Niets, maar dan ook niets wijst erop dat we te maken hebben met een levende legende die de dood in de ogen kijkt. Op naar de 100. Tekst Pieter Visscher

 

Interpol – Marauder (Matador / Beggars)

interpolNieuwe producer en dan is het altijd maar weer afwachten wat dat doet met het geluid van een band. Interpol trok voor Marauder landgenoot Dave Fridmann aan, die een enkeling mogelijk kent van zijn werk voor onder meer Mogwai, The Flaming Lips en MGMT. Wie een wat avontuurlijker geluid verwacht met die wetenschap komt evenwel bedrogen uit.

Gelukkig doet de New Yorkse band nog gewoon waar ze goed in is, op het zesde album sinds 2002, toen de muziekwereld verblijd werd met het onverslijtbare Turn On The Bright Lights. Ook op de tussenliggende vier albums hebben de Amerikanen geen steken laten vallen. Je kunt blindvaren op een bepaalde klasse wanneer Interpol een langspeler uitbrengt.

Marauder is niet het beste wat de band heeft gecomponeerd. Het is geen meesterwerk, een kwalificatie waar de heren een paar keer aanspraak op mochten maken. De grootste kracht van Interpol is misschien wel dat er nooit sprake is van een bepaalde degelijkheid. Die bovendien ook nooit op de loer ligt. Verzekerde kwaliteit derhalve.

Voor een bepaald gedeelte is die toe te schrijven aan het charismatische stemgeluid van Paul Banks, terwijl Marauder geen zwakke composities kent. Tekstueel is Banks geregeld op z’n persoonlijkst. Kapotte relaties komen voorbij. De schatplichtigheid aan Joy Division is in de loop der jaren wat minder prominent aanwezig, hoewel Curtis cum suis nog altijd na-echoën. The Rover, met dat verslavende bas- en drumritme en het meeslepende NYSMAW (now you see me at work) zijn klassiekers in wording. Pieter Visscher

LIVEDATA 27/11 TivoliVredenburg, Utrecht 28/11 Vorst National, Brussel (BE)

Op Haldern Pop 2018 excelleren o.a. Shortparis, Marlon Williams en King Gizzard & The Lizard Wizard

Mehrsamkeit is het thema van Haldern Pop 2018; een woordspeling op Einsamkeit (eenzaamheid). Be True, Not Better is een spreuk die al jarenlang te lezen is op het terrein in de prachtige streek Rees, die sterk doet denken aan de Achterhoek. Haldern Pop is een festival waar het om meer draait dan louter muziek, al vormt die wel de hoofdmoot. Ook dit jaar valt er zeer veel te genieten. 

Tekst Pieter Visscher

Foto’s Sander Brugman

Donderdag

Uitstekende festivalaftrapper is Tamino, wiens hoge stem goed uit de verf zou moeten komen in de kerk van Haldern. Dat gebeurt ook, ware het niet dat het geluid vrij matig is afgesteld. De falset van de uit Antwerpen afkomstige singer-songwriter is nu te schel, zijn gitaar te indringend, hetgeen een smetje is op het halfuur waarmee hij een groot deel van zijn toehoorders toch nog in katzwijm krijgt. Dat maakt het extra knap.

The Inspector Cluzo opent het hoofdpodium van de festivaldonderdag. Opvallend duo uit Frankrijk, dat à la The White Stripes, bijvoorbeeld, niet meer nodig heeft dan een gitaar en een drumstel om indruk te maken. Dat deden ze vorig jaar ook al. Zanger-gitarist Laurent Lacrouts ouwehoert lekker veel tussen de nummers door en dat geeft extra kleur aan het optreden, waar ruimte is voor boodschappen. Pesticiden zijn bijvoorbeeld behoorlijk slecht voor mens en dier, weet Lacrouts, die evenals zijn compagnon, drummer Mathieu Jourdain bioboer is, tussen alle muziekbedrijven door. Lacrouts meldt veel, zo ook dat talentloos muzikantenvolk dat autotune gebruikt compleet waardeloos is. Hij slaat spijkers geregeld op de kop. Muzikaal zijn de Fransen lastig in een hokje te stoppen. Het rockt en groovet, Lacrouts heeft een prettige stem en Jourdain sloopt z’n drumstel in de finale, hetzij op een vriendelijke manier. We noteren een 8-.

“Er hangt een soort kwaliteitslabel aan Fink”, zegt iemand in de Spiegeltent, waar Kevin Morby de boel aardig in beweging heeft gekregen met zijn band. Grillige singer-songwriter, met prettige stem en dito liedjes. Mooie band om zich heen verzameld. Geldt ook voor die eerdergenoemde Fink, op het hoofdpodium. Kind aan huis in Haldern, waar hij een bevlogen set afwerkt, waarin elektronica en percussie alle ruimte krijgen om zijn sterke repertoire naar een hoger plan te tillen. Wie goed luistert hoort vlagen Massive Attack de revue passeren. De man uit Bristol heeft er zin in, het weer zit mee en hij is in bloedvorm. Eerste hoogtepunt van de donderdag.

Shortparis (foto) uit Sint Petersburg, is met afstand de overweldigendste act van de donderdag. Superenergieke, licht-industriële elektronica waarin een voortdurende knipoog naar postpunk is te ontwaren. Iedereen beweegt en swingt, tot de drummer aan toe. Meerstemmig, met een sublieme hoofdrol voor zanger Nikolay Komiagin, wiens falset geen moment op de zenuwen werkt. Er wordt met name in het Russisch gezongen, terwijl ook Engels en Frans voorbij komen. Dit kan weleens een heel erg grote band gaan worden, al is het muzikaal mogelijk wat te lastig voor de grote massa. Maar binnen het indiespectrum moet dat zeker gaan lukken, want het is fenomenaal wat we te zien en te horen krijgen. De Spiegeltent barst welhaast uit z’n voegen. We noteren een tien. Met een griffel. Hup Rusland hup.

Vrijdag
Nadat de oer-Hollandse rockformatie Canshaker Pi de Spiegeltent heeft geopend met een enthousiaste set, die goed in de smaak valt bij het overwegend Duitse publiek, krijgen we op het hoofdpodium te maken met The Slow Readers Club, uit Manchester. Formatie die hartstikke goed heeft geluisterd naar The Killers en Editors en een aantal alleraardigste waverocksongs de revue laat passeren. De wat kleurloze zanger Aaron Starkie is allesbehalve een podiumdier, danst als Nico Haak in zijn nadagen, mist charisma en is een wat beperkte zanger. Dat maakt het allemaal wat jammer. Het is enigszins zielloos. Wel knap overigens om materiaaltechnisch tegen Killers en Editors aan te schuren. Voorts zijn geen complimenten uit het vuur te slepen voor het kwartet.

Dan is het wel een mooie sprong van ADHD-rapper Astronautalis in de Spiegeltent naar De Staat, op het hoofdpodium. Torre Florim en consorten zijn mogelijk op de fiets gekomen vanuit Nijmegen, dat om de hoek ligt. Drumstel, gitaren en een orgel in de bakfiets en gaan met die banaan. De Staat is inmiddels een garantie voor succes en wil dat natuurlijk dolgraag uitbreiden naar Duitsland, waar ze inmiddels flink voet aan de grond krijgen. Het is schitterend festivalweer, de zon maakt weer eens overuren en Nijmegen wordt op de kaart gezet, zo vlak over de grens. De Staat is een van Neerlands sterkste liveformaties en maakt dis status ook in Haldern moeiteloos waar. “Wir sind The Staat. Thank you very much for listening to us tonight”, zegt Florim, terwijl het een uur of half vijf is. Qua tijdstip is het nog even wennen.

The sun has decided to shine above us today. It’s a beautiful thing”, zegt Curtis Harding (foto) vanaf het hoofdpodium, waar hij De Staat heeft afgelost. Harding heeft dit jaar zijn tweede album afgeleverd en heeft zich inmiddels genesteld tussen de crème de la crème van de mondiale soulrock. Stem waar we maar geen genoeg van kunnen krijgen en de souplesse waarmee een en ander wordt gebracht, verraadt nog veel meer klasse. Harding imponeerde in Werchter een paar weken terug en windt de wei in Haldern ook in no time om zijn vinger. Benieuwd wanneer hij zijn zonnebril weer teruggeeft aan Elton John. Want zo groot en glinsterend is-ie. How wonderful life is, while Curtis is in the world. Het is een graad of 25.

De temperatuur is teruggebracht tot een graad of 19 wanneer Villagers plaatsneemt op hetzelfde podium. Het is inmiddels donker, het festivalterrein feeëriek verlicht. Dan komen de Ieren extra goed uit de verf. Het stemmige repertoire van Conor O’Brien verdient duisternis. Villagers is voor de vierde keer te bewonderen in Haldern en het is niet voor de eerste keer dat de band imponeert. Hoewel de stemmige, kleine singer-songwriterliedjes van O’Brien beter gedijen in een Spiegeltent, heeft de band de wei toch snel in zijn greep. Opvallend binnen het geluid van Villagers is de steeds prominentere rol van toetsen en andere elektronica. Het zorgt voor een wat weidsere sound, waarmee de band nog geen stadionact is – gelukkig maar – maar geschikter is voor openluchtpodia als die in het prachtige Rees.

Zaterdag 
Terwijl Joe Casey, zanger van Protomartyr (foto) de ene na de andere halve liter König Pilsener achterover gooit in de volle zon op het podium van de mainstage van Haldern Pop 2018, speelt hij met zijn band een degelijke set. Omdat het eigenlijk nooit uitbundig is wat de Amerikanen laten zien. Dat hoeft ook niet, omdat ze hun sterke postpunkrepertoire het werk kunnen laten doen. Casey praat wat meer dan anders, al blijft dat beperkt tot platitudes als “Lovely day”, “Wonderful festival” en zelfs de versteende klassieker “We’re glad to be here” passeert ongegeneerd de revue. Protomartyr kan het zich zonder meer permitteren hits als Male Plague en Don’t Go To Anacita links te laten liggen, terwijl liefhebbers dat toch graag anders hadden gezien. Door bezoekers van Rotown in Rotterdam nog gewaardeerd als beste concert van 2017; die prijs wordt in Haldern niet in de wacht gesleept. Er had een stuk meer ingezeten. Misschien toch die hitte? Het is in elk geval opnieuw een prima dag als je een zonnepaneel op het dak hebt liggen. Of misschien wel twintig. Zijn publiek licht beduusd achterlatend, trekt Casey nog snel een König open. Geef ‘m eens ongelijk.

Een van de mooiste albums die dit jaar zijn verschenen, is afkomstig van Marlon Williams. De Nieuw Zeelandse singer-songwriter laat met Make Way For Love horen dat de titelloze voorganger geen toevalstreffer was. Williams heeft niet alleen de luxe dat hij kan leunen op zijn ronduit fantastische stemgeluid, dat geregeld wat wegheeft van dat van Antony Hegarty, hij is ook begiftigd met buitengewoon songschrijferstalent. Williams vertelt dat hij het niet alleen vanwege het weer een heerlijke dag vindt, het heeft ook te maken met, verrassend, het feit dat het 30 jaar terug is dat Straight Outta Compton verscheen. Een favoriet van Williams. “The first three songs are the best three opening songs that ever appeared on an album.” Williams’ repertoire lijkt werkelijk in niets op dat van hiphopgoden NWA, maar hij heeft smaak en verstand van zaken. Williams’ folky, live groots gebrachte singer-songwriterliedjes vallen bijzonder goed in de smaak in de volle Spiegeltent. Tijdens het heerlijk swingende Party Boy gaan flink wat voeten van de vloer. Voor Nobody Gets What They Want Anymore heeft hij eigenlijk zijn begeerlijke ex Aldous Harding nodig. Het is een geweldige therapie verzekert Williams; liedjes zingen met je ex. Gitarist Ben Woolley neemt de honneurs waar en dat valt niet tegen. De song is een van de vele prachtnummers die Williams laat horen. Veel interactie met zijn publiek, hij grapt en grinnikt, krijgt zo nu en dan zelfs de bravoure van Father John Misty en maakt de meeste indruk tijdens de Haldern-vrijdag. Aankomend weekeinde te bewonderen tijdens Lowlands. Wie dat laat schieten, krijgt enórm veel spijt van kleine teen tot kruin. Wees gewaarschuwd!

Phoebe Bridgers volgt Williams op in de Spiegeltent en het is Marlon die even om de hoek kijkt hoe het gaat. Nou, dat gaat hartstikke goed. Het breekbare singer-songwriterrepertoire van de Amerikaanse is gemaakt voor de Spiegeltent, waar het publiek net zo gedisciplineerd (stil) is als tijdens Marlon Williams. Soms mist Phoebe wat pit, terwijl dat de enige aantekening is.

King Gizzard & The Lizard Wizard (foto) klinkt als een seksongeluk waar The Who en Led Zeppelin bij betrokken zijn, maar laten we in godesnaam blij zijn met dit soort kopstaartbotsingen. Het ultraproductieve zevental uit Melbourne is een van de interessantste bands van de laatste jaren en heeft sinds 2013 inmiddels 13 (!) albums afgeleverd. Van hoge kwaliteit en dat lijkt geen sinecure. Maar de frivoliteit waarmee de band zich manifesteert op het hoofdpodium zegt eigenlijk alles. Het speelplezier daarnaast is bovendien veelzeggend. Drie van de zeven beschikken ook nog eens over bovenmodale zangstemmen. Het maakt de psychedelische rock van de Australiërs nog sterker, terwijl het songmateriaal al van bovengemiddeld niveau is. Niets staat de twintigers in de weg om uit te groeien tot een van de grootste bands op deze planeet. Ja, dat zijn Grote Woorden. King Gizzard & The Lizard Wizard is een machine, die je continu bij de strot grijpt.

Stadgenoten Rolling Blackouts Coastal Fever hebben net zo’n lastige naam, evenveel sterke leadzangers (3) en maken bovendien muziek waar de kwaliteit werkelijk van afdruípt. Australië deelt de lakens uit op de Haldernzaterdag. Met enkele geweldige ep’s en een dit jaar verschenen debuutalbum op zak laat de band in de kolkende Spiegeltent horen wat ze allemaal in huis heeft. Wát een hoeveelheid sublieme indierockliedjes. Ook nu geldt: ga dat zien op Lowlands!

Terwijl afsluiter Sleaford Mods de meute voor het hoofdpodium nog een uur laat swingen op elektronische punk, die op hilarische wijze wordt gepresenteerd, realiseer je je als verslaggever dat je opnieuw een editie hebt meegemaakt van misschien wel het beste festival ter wereld. Met een organisatie die er elk jaar weer in slaagt de smeuïgste krenten uit de mondiale muziekpap te pikken. Kleinschalig in opzet (7000 bezoekers), maar groots in programmering. Het kan toch niet vaak genoeg worden gezegd.