Bob Mould – Sunshine Rock

bob mouldBob Mould – Sunshine Rock (Merge Records/Konkurrent)

Je weet opeens weer hoe groot ons eigen Shocking Blue nog altijd wereldwijd is wanneer de legendarische Bob Mould een nummer van die band covert. Send Me A Postcard krijgt op Moulds nieuwe worp Sunshine Rock een typische Mould-behandeling. Net zo furieus als dat hij uit de startblokken komt op dit meesterlijke album.

Dat opent met het titelnummer en eigenlijk weet je dan al dat het goed zit met die andere elf tracks. Mould verhuisde vanuit Amerika naar Berlijn, uit onvrede met de komst van Donald Trump, en ook hij vond daar de inspiratie die zovelen vinden en vonden in de fantastische Duitse hoofdstad. Mould, achter in de 50, glanst als nooit tevoren en klonk hij ooit energieker? Neem een track als What Do You Want Me To Do, gejaagd en positief opgefokt, en met een boodschap aan een geliefde. Het had sikkeneurig kunnen worden, wanneer je de tekst een beetje doorgrondt, maar Mould zingt het met een enthousiasme waardoor je er een heus liefdeslied in kunt horen. Waarachtig. Ja, de lente hangt in de lucht.

Ook in Nederland, waar Mould de boel nog wat extra opvrolijkt met het minstens zo gejaagde en pakkende Sunny Love Song, een nummer om smoorverliefd op te worden en die om de repeatknop schrééuwt. Zó lekker.

Toen Mould in de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw groot werd met zijn bands Hüsker Dü en Sugar had je eigenlijk niet kunnen bevroeden dat hij solo nog altijd zo intens zou kunnen klinken, zo veel jaren later. Want dat doet hij. Intens klinken, je continu bij de les houden met onversneden punkrock, naar grote hoogten gestuwd door die gruwelijk lekkere strot van Mould. Wat een feest deze plaat! Pieter Visscher

LIVEDATUM 12/03 Het Depot, Leuven

Cherry Glazerr – Stuffed & Ready

cherry glazerrCherry Glazerr – Stuffed & Ready (Secretly Canadian/Konkurrent)

Het blijft een prachtig contrast, dat lieflijke stemgeluid van zangeres Clementine Creevy van Cherry Glazerr in combinatie met de stoere indierock die het trio op plaat zet. Stuffed & Ready is het derde album van de band.

Wie de twee voorgangers Haxel Princess (2014) en Apocalipstick (2017) kent, weet dat we te maken hebben met een bijzonder gezelschap. Twee vrouwen en een man; zo vaak kom je die combinatie nou ook weer niet tegen. Ze hebben wat recalcitrants, iets uitdagends, wat het allemaal wat spannender maakt. Daarnaast is Creevy af en toe zo vrij om topless op het podium te gaan staan, met een gitaar om haar nek. We zien dat graag. Kijk dat stuk taart in haar mond, net toen de foto voor de albumhoes van Stuffed & Ready werd geschoten. Gewoon is dan ook maar gewoon.

Waar een single van het vorige album over gaat, werd haar eens gevraagd. “It’s about wanting to smash Donald Trump’s orange fuckin’ head into a brick wall!”

Nou ja, dat werk dus. Een tante van 21 die wat durft en dat muzikaal ook weet te vertalen naar pakkende indierocksongs, waarin ook ruimte is voor synthesizer. Dat maakt een rocksong als Daddi net wat swingender “Smoking makes me taste like filth, to keep you away“, zingt ze in een nummer over haar vader, die haar niet los kan laten. “Who should i fuck daddi? Is it you?”, laat Creevy haar meest cynische kant horen.

Tien opwindende liedjes van rond de drie minuten staan er op Stuffed & Ready, dat het urgentste album is wat de Amerikanen tot nu toe hebben opgenomen, met enkele ronduit verslavend lekkere rocksongs, die je meteen wel mee wil blèren. Zoals That’s Not My Real Life, dat telkens weer schreeuwt om de repeatknop. Pieter Visscher 

LIVEDATA 09/04 Witloof Bar (Le Botanique) Brussel 18/04 Bitterzoet, Amsterdam 18/04 Motel Mozaique, Rotterdam

Joe Jackson – Fool

joe jacksonJoe Jackson – Fool (ear MUSIC/V2)

Zo is het natuurlijk wel. “No luck, no money, no sex: no fun!”, zingt Joe Jackson in de sublieme opener Big Black Cloud, afkomstig van zijn 25ste (!) studioalbum, dat de titel Fool draagt. Er zit nog geen greintje sleet op de 63-jarige Brit. Kwaliteit verzekerd. Nu ook weer.

Fool is een plaat met vier uptempostukken en vier stukken met wat minder gas op de plank. Acht songs, geen dissonant. 42 minuten Joe Jackson zoals we hem zo graag horen. Fel wanneer een nummer daarom vraagt en vol pathos op de juiste momenten. Altijd weer die zeggingskracht. Jackson klinkt bovendien nog altijd net zo fris als in 1979, toen hij debuteerde met het voortreffelijke Look Sharp!. Dat maakt het allemaal nog wat knapper.

Vooral in een pittige pianoballade als Dave laat Jackson je smelten, als een softijsje half juli. Refrein om in te lijsten. “And you and me just keep rushing round the world. Could it be that while we’re rushing round the world we’re wasting all our time?”

Het zijn strofes die nog wel te bevatten zijn, terwijl Jackson je meestentijds vertwijfeld achterlaat, met verdomd lastig te doorgronden lyriek. Teksten die voor diverse interpretaties vatbaar zijn. Alleen de meester heeft de sleutel.

Hij speelt The Joker, zo lijkt hij te willen zeggen, met de betreffende speelkaart voor zijn rechteroog, aan de binnenkant van de uitklapbare cd-hoes. Nog net zo mysterieus als altijd. Binnenkort komt-ie naar Nederland en België. Pieter Visscher

 

LIVEDATA 17/03 Oosterpoort, Groningen 04/04 Tivolivredenburg, Utrecht 07/04 Paradiso, Amsterdam (uitverkocht) 08/04 Paradiso, Amsterdam (uitverkocht) 10/04 Muziekcentrum Enschede, Enschede 11/04 Concertgebouw De Vereeniging, Nijmegen 15/04 Ancienne Belgique, Brussel

Mike Krol – Power Chords

mike krolMike Krol – Power Chords (Merge Records/Konkurrent)

Het lijdt geen twijfel dat de poppen aan het dansen zijn geweest vlak voordat de hoesfoto van Power Chords is geschoten. Mike Krol moet onenigheid hebben gehad. Rake klappen. Over en weer. Met wie? Dat is onbekend. Er was in elk geval te weinig tijd om zijn verwondingen, aan oog en lip plus een opengeslagen rechtervuist weg te schminken. “Doe het maar zo joh”, moet Mike tegen de fotograaf hebben gezegd.

“Hij twijfelt waarschijnlijk ook niet aan dat gedateerde bloemetjesbehang op zijn slaapkamer, het vale bloesje en de ronduit schokkende witte sokken”, zal diezelfde fotograaf nog gebrabbeld hebben tegen zichzelf toen hij Krol vastlegde voor zijn vierde worp. Power Chords dus.

Een album dat zoals de titel al prijsgeeft uitpuilt van de powerakkoorden. Zo horen we Krol het liefst en laten we in hemelsnaam benadrukken dat eerdergenoemde futiliteiten geen invloed hebben gehad op het tot stand komen van deze plaat. Krol is zelfs in de vorm van zijn leven. Alhoewel, die agressie heeft natuurlijk wel een positieve rol gespeeld.

Zo overleefde Krol een jaar of vier terug een flinke persoonlijke crisis, zag het heel even niet meer zitten en gooit hij het er op Power Chords allemaal lekker uit. Zelf is hij te bescheiden over een heerlijke song als Little Drama, terwijl het gejaagde powerrocknummer het hele verhaal vertelt. “Little Drama vat mijn dagelijkse worstelingen samen. Het heeft een onbezonnen, over-the-top agressieve tekst met refreinen die alle confrontaties en ellende onthullen. Een denkbeeldig scenario dat hoogstwaarschijnlijk nooit zal worden uitgevoerd”, kalmeert hij zijn luisteraars.

Krols gedoseerde agressie is een lust voor de trommelvliezen, omdat hij zijn demonen zo prachtig omzet in formidabele (garage)rocknummers, met kop en staart. Slechts zelden wordt gas teruggenomen en dat bevalt uitstekend. Weezer, The Strokes en The Ramones zijn namen die Krol beïnvloedden. Bijna elke klap is raak op Power Chords en zo hadden we het muziekjaar 2019 nauwelijks beter kunnen beginnen. Champagne! Pieter Visscher 

LIVEDATA 04/02 Vera, Groningen 17/04 Reflektor Café, Brussel 19/04 Skatecafé, Amsterdam 20/04 Paaspop, Schijndel

Green River – Rehab Dol/Dry As A Bone

green riverGreen River – Rehab Dol/Dry AS A Bone (SubPop/Konkurrent)

Voordat Jeff Ament en Stone Gossard Mother Love Bone oprichtten, om daarna Pearl Jam in de steigers te zetten, speelden ze beiden in Green River, dat heel stiekem de bakermat was van het ontstaan van de grunge. In Seattle uiteraard. Green Rivers frontman was overigens, laten we dat niet vergeten, Mark Arm, die nog immer furore maakt met Mudhoney en eind 2018 het uitstekende Digital Garbage uitbracht met zijn band.

Omdat het baanbrekende Green River niet te veel in de vergetelheid mag raken zijn ze bij SubPop zo slim geweest om wat plaatwerk van de band opnieuw uit te brengen, op zowel cd als lp. Mooie uitgaven, in luxeverpakkingen. Niet alleen een feest om uit de hoezen te halen maar het levert net zo veel genot op om het af te spelen.

De mini-lp Dry As A Bone verscheen in 1987 en wordt in 2019 extra interessant door het vijftal niet eerder verschenen tracks dat 32 jaar na dato opduikt. Jack Endino, bekend van zijn productiearbeid voor Nirvana, Soundgarden, Mudhoney en Hole heeft de hele handel geremasterd, zodat het wat frisser klinkt allemaal.

Rehab Doll verscheen in 1988 en is het enige volledige album dat de band maakte. Endino ontdeed ook deze geluidsopnamen van een stoflaag en een achttal demo’s is toegevoegd, waaronder de Bowie-cover Queen Bitch, die wel eerder verscheen, op een cassettebandje. Hoe nostalgisch wil je het hebben?

Zonder Green River groter te maken dan de band ooit daadwerkelijk is geweest, verrichtten Ament en kornuiten welzeker baanbrekend werk voor de grungescene. Mag eigenlijk niet ontbreken in de platenkast van liefhebbers van Nirvana, Soundgarden en Pearl Jam. Ken je klassiekers. Pieter Visscher

 

 

Coldplay – Live In Buenos Aires (Parlophone/Warner)

coldplayMijlpaal voor de band, want de dubbelaar Live In Buenos Aires betekent de eerste keer dat Coldplay een concert in zijn geheel uitbrengt. In november 2017 vond het optreden in de Argentijnse hoofdstad plaats, in het Estadio Ciudad de La Plata. Een geliefde locatie voor de groten der aarde, met zijn capaciteit van zo’n 50.000 toeschouwers. Zo gaven ook onder meer The Rolling Stones, Paul McCartney, Depeche Mode, U2, Metallica en Pearl Jam er acte de présence.

Coldplay speelt een staalkaart uit haar oeuvre, dat nogal wat stadionfähige nummers blijkt te bevatten. Chris Martin en consorten hebben het Grote Gebaar dan ook nooit geschuwd. Soms dreigt dat wat uit de hand te lopen, wanneer Paradise uitmondt in een danceversie, compleet met autotune. Dan wordt zelfs het uitzinnige publiek in het stadion overschreeuwd. Toch, het werkt, omdat het aanstekelijk is, opzwepend en smaakvol wordt toegepast. Met het kleine liedje Always In My Head, dat compositorisch niet tot het belangrijkste behoort wat Coldplay op plaat heeft gezet, wordt de massa weer tot rust gebracht. Maar dat grote gebaar van de heren pakt wel vaker aardig uit, zo krijgt God Put A Smile Upon Your Face een stampvoetende, licht versnelde aanpak, die ook wonderwel goed uit de verf komt. Tussen de nummers door bedient Martin zijn gehoor van Spaanse teksten, roemt hij de dames en is dirigent van een massaal olé, olé, olé, terwijl ook de oh, oh, ohs niet van de lucht zijn, al heeft de band die zelf in haar songs geschreven.

Zo nu en dan worden de Britten wel héél erg overschreeuwd door de massa en had daar productietechnisch nog wel wat aan geschaafd kunnen worden. Rik Simpson zat al zes platen van Coldplay achter de knoppen en laat de muziek zo nu en dan verzuipen in het kabaal van de dolgelukkige Argentijnen. Een haastklus kan niet worden uitgesloten, hoewel de aanwezige Argentijnen daar vast schijt aan zullen hebben wanneer ze zichzelf zo luid en duidelijk terughoren. Pieter Visscher

The Beatles – The Beatles (The White Album) (Universal)

white albumZonder twijfel het grilligste album dat The Beatles opnamen en dan ook nog een dubbelaar. John Lennon, Paul McCartney, Ringo Starr en George Harrison beleefden niet hun gezelligste tijd samen bij het tot stand komen van The Beatles, dat in de volksmond The White Album is gaan heten. 50 jaar geleden verscheen het en daarom is er uitgepakt met diverse heruitgaven. Producer Giles Martin (remastering) en technicus Sam Okell bemoeiden zich met dat proces.

Onder andere de 27 tracks van de fameuze Esher-demo’s, nooit eerder officieel uitgebracht, maken de heruitgaven verdomd interessant. Want nooit eerder officieel uitgebracht dus. Je hoort de lol die de vier dan toch hebben, met name tijdens het opnemen van Back In The U.S.S.R., dat zowel een Beach Boys-parodie is (surfsound) en refereert aan Chuck Berry’s Back in the U.S.A.

Maar neem ook het wat carnavaleske Ob-La-Di, Ob-La-Da (McCartney) dat totaal niet in goede aarde viel bij Lennon, toen hij het voor het eerst hoorde. Hij schaamde zich er zelfs voor. Dat het uiteindelijk een Lennon-McCartney-product is geworden, komt met name door de tempoversnelling die Lennon aan de song gaf. Dat dat onder invloed van verdovende middelen gebeurde, was geen verrassing, omdat er sowieso enorme hoeveelheden drugs doorheen werden gejaagd door het Liverpoolse kwartet. Dat McCartney de song knetterstoned schreef, kan dan ook nauwelijks worden uitgesloten. Tijdens het optreden van Macca in Ahoy in 2012 ontstond een polonaise in de zaal, waarvan ondergetekende een partij plaatsvervangende schaamte kreeg die nauwelijks onder woorden is te brengen.

Ob-La-Di, Ob-La-Da is een van de dissonanten op The White Album dat met zijn 30 songs uiteraard meer dan genoeg pareltjes bevat, want we hebben het wel over The Beatles. Blackbird is er een van. McCartney op zijn breekbaarst. De Esher-kampvuurversie kent die fragiliteit ook al. Esher is de plaats waar die demo’s werden opgenomen, in George Harrisons bungalow aldaar.

Op de demo’s is nog vrijwel niets te horen van de vertroebelde werksfeer die er was toen The White Album ontstond. Niet in de laatste plaats door de aanwezigheid van Yoko Ono, waarnaar Lennon zijn oren wel héél erg liet hangen, hetgeen de andere drie geregeld in het verkeerde keelgat schoot. Zij ergeren zich kapot aan het feit dat Lennon te pas en te onpas met Ono op de proppen komt in de studio. Ze bemoeit zich ook nog eens doodleuk met de opnames. McCartney kan haar bloed wel drinken. Een en ander maakt The White Album, dat met het door Harrison geschreven While My Guitar Gently Weeps een van de fraaiste liedjes uit de Beatles-historie herbergt, extra fascinerend. Tijdens de Esher-sessies is nog niet te horen hoe magisch het uiteindelijke resultaat wordt. We moeten het produceertalent van George Martin in dezen postuum nogmaals onder de aandacht brengen. Die Vijfde Beatle inderdaad. Pieter Visscher 

 

David Bowie – Glastonbury 2000 (Parlophone / Warner)

bowieKijk eens hoe imponerend die blik in de ogen van David Bowie is terwijl hij naar de immense massa op de wei voor het hoofdpodium van Glastonbury 2000 tuurt. Net zo intens als die blik is het optreden van Bowie. Hij lijkt in de kracht van zijn leven, terwijl hij vier jaar later een eerste hartaanval krijgt. Vijf andere hartaanvallen zouden volgen, voordat Bowie uiteindelijk overlijdt aan leverkanker, op 69-jarige leeftijd. Bijna twee jaar geleden. Ja, zo snel gaat de tijd.

Ik herinner nog als de dag van gister dat ik Bowie aan het werk zag op Roskilde 1996, vier jaar eerder dus. “Beter wordt het niet”, zeiden we tegen elkaar. Tijdens sommige concerten heb je dat. Rage Against The Machine op Lowlands 1993, Tool in de Oosterpoort in 2002, Depeche Mode in de Waldbühne in Berlijn dit jaar, Nine Inch Nails in 1999 in de 013, Rolling Stones op Werchter Classic in 2014, Sonic Youth in Vredenburg, 1996. Shows die je bijna van begin tot eind kunt terughalen in je gedachten, al zijn ze soms decennia terug.

Wie erbij was in 2000 op Glastonbury heeft diezelfde ervaring gehad, wanneer je de berichten leest die deze op cd en prachtig vinyl verschenen release heeft opgeleverd. Toonaangevend Brits muziektijdschrift NME wist het al meteen na de show: “Not only the greatest Glastonbury headline performance, but the best headline slot at any festival ever.”

Voor aanvang van zijn optreden had Bowie al publiekelijk gemaakt dat hij nogal wat hits zou gaan spelen op Roskilde. “As of 1990 I got through the rest of the 20th century without having to do a big hits show. Yes, yes, I know I did four or five hits on the later shows but I held out pretty well I thought…big, well known songs will litter the field at Glastonbury this year. Well, with a couple of quirks of course.

Er was niemand die bedrogen uitkwam, met krakers als Life On Mars?, China Girl, Rebel Rebel, Ashes To Ashes, Absolute Beginners, Under Pressure en Let’s Dance, om er enkele klassiekers uit te pikken. Een greatest hits-show om diep voor te buigen.

Luisterend naar Bowie op Glastonbury voel je hoe betoverend het moet zijn geweest. Op zijn geboortegrond, op het festival waar hij in 1971 voor het eerst optrad. Alles ademt magie.

Under Pressure, uiteraard zonder Freddie Mercury, maar mét de grandioze bassiste Gail Ann Dorsey in de rol van Mercury is van ongenadig hoog niveau. Ann Dorsey en Bowie tillen elkaar naar enorme hoogtes, evenals de rest van Bowies band – van de buitencategorie.

What a wonderful evening“, sluit The Thin White Duke af, “please be safe, I really, really love you al lot“, voordat hij afsluiter I’m Afraid Of Americans inzet. Bowie weet dan allang dat er geschiedenis is geschreven op Glastonbury. Echte grootheden voelen dat aan en Bowie is een van de allergrootsten die we op muziekgebied hebben gekend op deze verwarde planeet. Pieter Visscher

J Mascis – Elastic Days (SubPop/Konkurrent)

j mascisJoseph Mascis kennen we beter als J Mascis, omdat hij sinds halverwege de jaren 80 onder die naam opereert. Niet alleen als boegbeeld van Dinosaur Jr., maar ook als soloartiest. Elastic Days is het vijfde soloalbum van de Amerikaan, die bijna 53 jaar op onze aardbol te vinden is. Meestal met een gitaar om de nek.

Muzikaal is Mascis nooit gek ver verwijderd van het geluid van de band waarmee hij groot werd en dat geldt ook voor Elastic Days, met zijn twaalf songs.

Vocaal, niet dat dat nodig is overigens, wordt hij vergezeld door onder anderen Pall Jenkins (Black Heart Procession), Marc Mulcahy (Miracle Legion) en Zoe Randall van Luluc, terwijl je goed moet luisteren om dat waar te nemen. Het is vooral Mascis wat de klok slaat. Dat uit duizenden herkenbare, wat lijzige stemgeluid, drukt te allen tijde een zwaar stempel op zijn muziek en wie ervan houdt, zit gebeiteld.

De steevast met veel gitaarsolo’s ingekleurde folky indierock van Mascis, die muzikaal weer geregeld uit hetzelfde vaatje tapt als pakweg Neil Young (niet geheel toevallig een muzikale held), is ook op Elastic Days nooit gek verrassend en toch is zijn kwaliteitsstempel op elke song te vinden. Dat is knap en Neil Young zal dat ook erkennen, want hij is de beroerdste niet. Pieter Visscher

The Aints! – The Church Of Simultaneous Existence (Agitated/Konkurrent)

aintsWat in het vat zit, verzuurt niet. Zo luidt het adagium. Dat je daar een klein beetje in door kunt slaan bewijst Ed Kuepper, die de nummers die op The Church Of Simultaneous Existence zijn te vinden aan zijn brein liet ontspruiten in de periode tussen 1969 en 1978. Jawel. Nu pas op plaat gezet dus en het klinkt geweldig. Alle 12 goed! Fris en fruitig, want met nieuwe arrangementen opgenomen.

Ed Kuepper, de in het Duitse Bremen geboren Australiër, was tussen 1973 en 1978, actief in punkband The Saints, die hij verliet, om andere muzikale paden te bewandelen en een oeuvre op te bouwen om U tegen te zeggen. The Saints ging verder zonder hem, en sloeg een andere, bluesy weg in. The Aints! (met hoofdletter) is een vilein knipoogje naar die bandnaam.

The Church Of Simultaneous Existence is een album dat zéker nog punk ademt, maar waarin veel meer invloeden te vinden zijn. Zo opent de plaat met het met bigbandelementen sprankelende uptemponummer Red Aces, dat een voorproefje is van alle moois dat nog komen gaat. Zoals gezegd: het is gewoon twaalf keer raak en als er niet bij was verteld dat de songs 40 (!) jaar terug zijn geschreven had daar geen haar naar gekraaid. Goed dat de boel is afgestoft en opgepoetst. Kuepper, 62 inmiddels, klinkt nog net zo vitaal als in zijn jongste jaren.

Van de cd-versie zijn slechts duizend exemplaren geperst en in de hoes is ook een instrumentale versie van het album te vinden. Leer de teksten uit je hoofd, zing hardop mee en word een ander mens. Ja, met The Church Of Simultaneous Existence komen we die donkere dagen voor en na Kerstmis wel door. Pieter Visscher